DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

So Charming

De set bestaat uit: Jurk voor doopfeesten of speciale gelegenheden, van boven naar beneden gehaakt met raglan en open waaierpatroon in DROPS Safran. Gehaakte hoed met bloemvierkanten en waaierrand in DROPS Safran. Maten 0 - 2 jaar.

DROPS Baby 29-3
DROPS Design: Patroon nr. e-075-by
Garengroep A
----------------------------------------------------------
JURK:
Maten: 0/6 - 6/12 - 12/18 maanden (2) jaar
Maten in cm: 52/68 - 68/80 - 80/86 (92)
Volledige lengte:
35-40-44 (49) cm (jurk van normale lengte)
67-72-76 (81) cm (lange jurk)
Materiaal:
DROPS SAFRAN van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-150-200 (200) g kleur 17, wit (voor een jurk van normale lengte)
350-400-450 (500) g kleur 17, wit (voor een lange jurk)

DROPS HAAKNAALD 3.5 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 22 stokjes in de breedte en 8 structuurtoeren in de hoogte is 10 cm in de breedte x 10 cm in de hoogte.
A.1B meet 5.5 cm in de breedte en toeren 1-4 in A.1B meten ongeveer 4 cm in de hoogte.
DROPS PARELMOERKNOPEN, Bloem (wit) Nr 600: 3 stuks voor alle maten.
ACCESSOIRES: Ongeveer 2.5-3 meter zijden lint (ongeveer 15 mm breed).

HOED:
Maten: 0/6 - 6/12 - 12/18 maanden (2) jaar
Voor hoofdomtrek: 40/42 - 42/44 - 44/46 (48/50) cm
Materiaal:
DROPS SAFRAN van Garnstudio (behoort tot garengroep A)
50-100-100 (100) g kleur 17, wit

DROPS HAAKNAALD 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 halve stokjes in de breedte en 19.5 toeren in de hoogte is 10 cm in de breedte x 10 cm in de hoogte.
1 bloemvierkant meet 11 x 11 cm in de maten 0/6 + 6/12 + 12/18 maanden en 12 x 12 cm in maat 2 jaar.
ACCESSOIRES: Ongeveer 1 meter zijden lint (ongeveer 5 mm breed).
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.28€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

JURK:

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van vasten, vervangt u de eerste vaste met 1 losse. Wanneer u in de rondte haakt, eindig dan met 1 halve vaste in de losse op het begin van de toer. Als u heen en weer haakt, eindig dan de toer met 1 vaste in de 3e losse van het begin van de vorige toer van stokjes.
Op het begin van elke toer van stokjes, vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. Als u in de rondte haakt, eindigt u met 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer. Als u heen en weer haakt eindigt u de toer met 1 stokje in de losse van het begin van de vorige toer van vasten.

TEXTUURTOEREN
* 1 toer vasten, 1 toer stokjes *, herhaal van *-* (1 toer vasten + 1 toer stokjes = 1 textuurtoer).

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Meerder 1 vaste/stokje door 2 vasten/stokjes in dezelfde steek te haken.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2:
Om uit te rekenen hoe vaak u moet meerderen op de toer, tel het totaal aantal steken op de toer (dus 136 steken) en deel dit door het aantal te maken meerderingen (dus 57) = 2.4. In dit voorbeeld, meerdert u ongeveer afwisselend iedere 2e en 3e steek.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.
----------------------------------------------------------

JURK:
Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt en wordt heen en weer gehaakt vanaf midden achter tot na de split midden achter, dan wordt het werk verder gehaakt in de rondte tot de gewenste lengte (normale jurk lengte of de lange jurk) – zie beschrijving in tekst.

PAS:
Haak 94-99-104 (104) lossen (inclusief 1 steek voor het keren van het werk) met haaknaald 3.5 mm en Safran. De eerste toer wordt als volgt gehaakt: 1 vaste in de 2e losse van de haaknaald, * 1 vaste in elk van de volgende 3 lossen, sla 1 losse over *, herhaal van *-* tot er 0-1-2-2 lossen over zijn en eindig met 1 vaste in elk van de 0-1-2-2 laatste lossen = 70-74-78 (78) vasten op de toer.
Voeg nu 4 markeerdraden in het werk voor de raglan als volgt (begin midden achter – LET OP: Haak niet terwijl u de markeerdraden invoegt): Sla 10-11-12 (12) vasten over (= rechter achterpand als het kledingstuk gedragen wordt), voeg 1 markeerdraad in de volgende vaste, sla 13 vasten over (= mouw), voeg 1 markeerdraad in de volgende vaste, sla 20-22-24 (24) vasten over (= voorpand), voeg 1 markeerdraad in de volgende vaste, sla 13 vasten over (= mouw) en voeg de laatste markeerdraad in de volgende vaste (er zijn nu 10-11-12 (12) vasten op het linker achterpand na de laatste markeerdraad.
LEES HET VOLGENDE DEEL HELEMAAL DOOR VOORAT U VERDER GAAT!
LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN en haak de volgende toer aan de goede kant als volgt:
Haak 1 stokje in elke vaste, maar in elke vaste met een markeerdraad haakt u 2 stokjes + 2 lossen + 2 stokjes = 82-86-90 (90) stokjes op de toer.
Ga verder en haak STRUCTUURTOEREN – zie uitleg hierboven (haak heen en weer met 1 vaste/stokje in elke steek van de vorige toer, maar op iedere toer met vasten aan de verkeerde kant haak 2 lossen over de 2 lossen van de vorige toer in de raglanlijnen).
Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste toer aan de goede kant (dus de toer van stokjes) voor de raglan als volgt: Haak 2 stokjes + 2 lossen + 2 stokjes om elke lossenlus in elke raglanlijn (= 16 stokjes gemeerderd op de toer – LET OP: Haak om beide lossenlussen). Herhaal de meerderingen op elk toer aan de goede kant, in totaal 4-5-5 (6) keer = 146-166-170 (186) steken op de toer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Na de laatste meerdering voor de raglan haakt u 1 toer met vasten aan de verkeerde kant zoals hiervoor (met 2 lossen over de 2 lossen van de vorige toer).
De volgende toer wordt als volgt gehaakt aan de goede kant: Haak 1 stokje in elk van de eerste 20-23-24 (26) stokjes (= rechter achterpand), sla de volgende 33-37-37 (41) vasten over (= mouw), haak LOSJES 8-6-10 (10) lossen, haak 1 stokje in elk van de volgende 40-46-48 (52) vasten (= voorpand), sla de volgende 33-37-37 (41) vasten over (= mouw), haak LOSJES 8-6-10 (10) lossen en haak 1 stokje in elk van de laatste 20-23-24 (26) vasten (= linker achterpand).
De pas is nu klaar en het werk wordt verder gehaakt in de rondte.

LIJF:
HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!
Begin midden achter met de goede kant naar buiten (begin van de toer = midden achter) en haak 1 toer van vasten (haak 1 vaste in elk stokje van de vorige toer en 1 vaste in elke losse onder elke mouw – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN) = 96-104-116 (124) vasten op de toer. Haak nu als volgt:
TOER 1: Haak 1 stokje in elke vaste, en meerder 6-4-4 (8) stokjes verdeeld over de toer – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 en 2 = 102-108-120 (132) stokjes.
TOER 2: Haak 1 vaste in elk stokje.
TOER 3 (= toer van gaatjes voor het zijden lint): * 1 stokje in de eerste/volgende vaste, 2 lossen, sla 2 vasten over *, herhaal van *-* de hele toer = 34-36-40 (44) stokjes met 2 lossen tussen elk stokje.
TOER 4: Haak 1 vaste in elk stokje en 3 vasten om elke lossenlus = 136-144-160 (176) vasten.
TOER 5: Haak vasten en meerder 57-61-57 (53) vasten verdeeld over de toer = 193-205-217 (229) vasten.
Ga verder in patroon A.1, dus haak A.1A over de eerste steek, haak dan 16-17-18 (19) herhalingen van A.1B.
Als toeren 1-5 een maal zijn gehaakt, herhaal dan toeren 2-5 tot het werk ongeveer 23-28-32 (37) cm meet vanaf de schouder, wanneer u de jurk van normale lengte maakt, of tot het werk ongeveer 35-40-44 (49) cm meet vanaf de schouder als u de lange jurk maakt – LET OP: Pas zo aan dat u eindigt na een hele herhaling in de hoogte. Haak verder als volgt (volg de beschrijving voor de jurk van normale lengte of de lange jurk):

JURK VAN NORMAL LENGTE:
Herhaal nu toeren 2-5 in A.2A en A.2B op dezelfde manier zoals u heeft gehaakt in totaal 3 herhalingen in de hoogte van A.2 (of tot de gewenste lengte). Knip en hecht de draad af. De jurk meet ongeveer 35-40-44 (49) cm vanaf de schouder naar beneden.

LANGE JURK:
Herhaal nu toeren 2-5 in A.2A en A.2B op dezelfde manier tot u in totaal 8 herhalingen van A.2 in de hoogte heeft gehaakt (of tot de gewenste lengte). Knip en hecht de draad af. De lange jurk meet ongeveer 67-72-76 (81) cm vanaf de schouder naar beneden.

BEIDE JURKEN:

HALSLIJN:
Voor een betere pasvorm kunt u een kleine verhoging haken op de achterkant van de hals. Voeg 1 markeerdraad in de steek in elke “hoek” van de hals, dus op het begin van elke raglanlijn en voeg 1 markeerdraad in midden voor.
Haak met haaknaald 3.5 mm en Safran als volgt: Begin midden achter en haak 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is voor de steek met de markeerdraad, haak 1 half stokje in de volgende steek, 1 stokje in de steek met de markeerdraad en 1 half stokje in de volgende steek, ga verder met 1 vaste in elke steek tot er 1 steek over is voor de steek met de markeerdraad, 1 half stokje in de volgende steek, 1 stokje in de steek met de markeerdraad en 1 half stokje in de volgende steek, ga verder met 1 vaste in elke steek tot er 4-5-5 (5) steken over zijn voor de markeerdraad midden voor. Keer het werk en haak 1 vaste in elke vaste terug tot midden achter, maar bij elke markeerdraad haak 3 vasten samen, dus haak 1 vaste in het halve stokje, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak 1 vaste in het stokje met de markeerdraad, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling, haak 1 vaste in het volgende halve stokje, en haal nu de laatste omslag door alle 4 steken op de haaknaald (= 2 vasten geminderd). Knip de draad af en herhaal van midden achter tot midden voor en weer terug tot midden achter aan de andere kant.

KNOOPBIES OP DE ACHTERKANT:
Haak langs de linker opening midden achter als volgt: 1 vaste om elke vastentoer en 2 vasten om elke toer met stokjes. Haak in totaal 4 toeren van vasten heen en weer, knip en hecht de draad af.
Langs de rechter opening midden achter haakt u knoopsgaten als volgt (begin aan de goede kant bij de halslijn): Haak 3 vasten (1 vaste om de vastentoer en 2 vasten om de toer met stokjes), 4 lossen (= 1 knoopsgat), sla ongeveer 1 cm over, haak vasten tot ongeveer het midden van de voorbies, 4 lossen, sla ongeveer 1 cm over, haak vasten tot er 1 cm over is op de voorbies, 4 lossen en hecht af met 1 vaste in de laatste steek. Knip en hecht de draad af. Zet de knopen op de voorbies op de linkerkant.

PICOTRAND OM DE HALS:
Haak om de hals als volgt: 1 vaste in de eerste steek, * 3 lossen, 1 stokje in de eerst gehaakte losse, sla 2 steken over, 1 vaste in de volgende steek*, herhaal van *-* de hele toer, knip en hecht de draad af.

WAAIERRAND OM DE MOUW:
Haak om de mouwopening als volgt: 1 vaste in elk van de 8-6-10 (10) steken midden onder de mouw en 1 vaste in elk van de 33-37-37 (41) vasten langs de mouw = 41-43-47 (51) vasten op de toer. Ga verder als volgt:
TOER 1: Haak 1 stokje in elke vaste, maar meerder 1-5-1 (0) stokjes verdeeld over de toer = 42-48-48 (51) stokjes.
TOER 2: Haak 1 vaste in elk stokje.
TOER 3 (= toer van gaatjes voor het zijden lint): * 1 stokje in de eerste/volgende vaste, 2 lossen, sla 2 vasten over *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 14-16-16 (17) stokjes met 2 lossen tussen elk stokje.
TOER 4: Haak 1 vaste in elk stokje en 3 vasten om elke lossenlus, maar haak 7-3-3 (7) keer op de toer, alleen 2 vasten om de lossenlus = 49-61-61 (61) vasten.
Haak verder in patroon in de rondte volgens telpatronen A.1A en A.1B op dezelfde manier zoals op het lijf = 4-5-5 (5) waaiers op de toer. Als toeren 1-5 een maal gehaakt zijn, knip en hecht de draad dan af. Herhaal voor de andere mouw.

ZIJDEN LINT:
Rijg het zijden lint op en neer door de toer van gaatjes onder de pas – begin en eindig midden voor en maak een strik midden voor.
----------------------------------------------------------

HOED:

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van halve stokjes, vervangt u het eerste halve stokje door 2 lossen, de toer stopt met 1 halve vaste in de 2e losse op het begin van de toer.
Op het begin van elke toer van stokjes, vervangt u het eerste stokje met 3 lossen, de toer stopt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.

PATROON:
Zie telpatronen A.3 en A.4.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder 1 vaste door 2 vasten samen te haken als volgt: Haak 1 vaste maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak dan de volgende vaste, maar als u de laatste doorhaling maakt, haal dan de draad door alle lussen op de haaknaald – u heeft nu 1 vaste geminderd.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 half stokje door 2 halve stokjes in dezelfde steek te haken.
----------------------------------------------------------

HOED:
De hoed wordt gemaakt van 3 bloemvierkanten welke samen worden gehaakt in een toer. Dan haakt u een cirkel welke op de achterkant van de hoed komt en welke op de hoed zelf wordt gehaakt. Dan haakt u een rand op de onderkant van de hoed voordat u een waaierrand op de voorkant haakt.

BLOEMVIERKANT:
Haak 4 lossen met haaknaald 3 mm en Safran en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak verder in de rondte volgens telpatroon A.3 – LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN EN DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.3 klaar is zijn er 22 halve stokjes op elk van de kanten en 2 lossen in elke hoek. Het vierkant meet ongeveer 11 x 11 cm en is nu klaar in de maten 0/6 + 6/12 + 12/18 maanden. Knip en hecht de draad af in deze maten. In de maat 2 jaar haakt u nog een toer zoals beschreven hieronder.

MAAT (2) JAAR:
Haak 2 lossen (staat gelijk aan 1 half stokje), ga verder en haak 1 half stokje in elk half stokje van de vorige toer (om de lossenlus in de hoek haakt u 2 halve stokjes + 2 lossen + 2 halve stokjes), eindig de toer met 1 halve vaste in de 2e losse op het begin van de toer. Er zijn nu 26 halve stokjes langs elke kant en 2 lossen in elk hoek. Het vierkant meet nu ongeveer 12 x 12 cm. Knip en hecht de draad af.

Haak nog 2 bloemvierkanten voor alle maten. Plaats de 3 vierkanten in een rij en naai deze samen, twee aan twee met smalle platte steken – naai met een steek in elk steek.

CIRKEL OP DE ACHTERKANT VAN DE HOED (dit deel wordt op de vierkanten genaaid):
Haak 4 lossen en vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Ga verder als volgt – LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN en TIP VOOR HET MEERDEREN:
TOER 1: 9 halve stokjes om de ring.
TOER 2: 2 halve stokjes in elke steek = 18 halve stokjes.
TOER 3: * 1 half stokje in de eerste/volgende steek, 2 halve stokjes in de volgende steek *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 27 halve stokjes.
TOER 4: * 1 half stokje in elk van de eerste/volgende 2 steken, 2 halve stokjes in de volgende steek *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 36 halve stokjes.
TOER 5: * 1 half stokje in de eerste/volgende steek, 2 lossen, sla 1 steek over *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 18 halve stokjes met 2 lossen tussen elk.
TOER 6: * 2 halve stokjes om de eerste/volgende lossenlus, 1 half stokje in de volgende steek *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 54 halve stokjes.
TOER 7: * 1 half stokje in elk van de eerste/volgende 5 steken, 2 halve stokjes in de volgende steek *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 63 halve stokjes.
TOER 8: * 1 half stokje in elk van de eerste/volgende 6 steken, 2 halve stokjes in de volgende steek *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 72 halve stokjes.
TOER 9: * 1 half stokje in elk van de eerste/volgende 7 steken, 2 halve stokjes in de volgende steek *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 81 halve stokjes. Maat 0/6 maanden stopt hier (het werk meet ongeveer 10 cm in diameter).
TOER 10: * 1 half stokje in elk van de eerste/volgende 8 steken, 2 halve stokjes in de volgende steek *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 90 halve stokjes.
TOER 11: * 1 half stokje in elk van de eerste/volgende steek, 2 lossen, sla 1 steek over *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 45 halve stokjes met 2 lossen tussen elk half stokje.
TOER 12: Haak 2 halve stokjes om elke lossenlus = 90 halve stokjes. Maten 6/12 + 12/18 maanden eindig hier (het werk meet ongeveer 12 cm in diameter).

MAAT (2) JAAR:
TOER 13: * 1 half stokje in elk van de eerste/volgende 9 steken, 1 half stokje in de volgende steek *, herhaal van *-* tot het einde van de toer = 99 halve stokjes. Maat (2) jaar stopt hier (het werk meet ongeveer 13 cm in diameter).

AFWERKING:
Naai de ene lange kant van de toer van vierkanten aan de cirkel, met 1 steek in elke steek – zorg ervoor dat de naad niet te strak is. Er komt een opening op de onderkant van de hoed van 9-18-18 (15) steken.

RAND OP DE ONDERKANT VAN DE HOED:
Begin aan de goede kant met 1 halve vaste in de buitenste hoek van de toer van vierkanten en haak dan langs de gehele onderkant van de hoed met 1 vaste in elke steek = 57-66-66 (71) vasten, keer het werk. Haak verder in 0-0-1 (2) toeren van 1 half stokje in elke steek en meerder TEGELIJKERTIJD 0-0-0 (1) half stokje verdeeld over de toer = 57-66-66 (72) halve stokjes. Haak 1 toer van stokjes (haak 1 stokje in elk steek). Tot slot haakt u 0-0-1 (2) toeren halve stokjes en 1 toer vasten. Knip en hecht de draad af.

WAAIERRAND AAN DE VOORKANT VAN DE HOED:
Begin aan de verkeerde kant aan de onderkant van de hoek op de voorkant van de hoed en haak dan als volgt – denk om INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
TOER 1 (= verkeerde kant): 1 halve vaste in de buitenste steek, 3 lossen (staat gelijk aan 1 stokje), ga verder en haak 1 stokje in elke steek/toer van halve stokjes, 2 stokjes om elk stokje op de onderkant van de hoed en 1 stokje om elke lossenlus in de hoeken van de vierkanten = ongeveer 80-80-84 (100) steken, keer het werk.
TOER 2 (= goede kant): Haak een toer van vasten terwijl u het aantal steken aanpast naar 81-81-81 (99) steken (deelbaar door 6 + 3) – LEES TIP VOOR HET MINDEREN/TIP VOOR HET MEERDEREN.
Haak dan een waaierrand volgens A.4. Als A.4 klaar is, knip dan de draad af en hecht af.

Rijg het zijden lint op en neer door de toer van stokjes op de onderkant van de hoed en helemaal tot de waaierrand.
Als u de hoed verder wilt decoreren, kunt u tevens een zijden lint op en neer rijgen door de toer met stokjes op de voorkant van de hoed. Dit zijden lint wordt niet vast gemaakt, dus het einde moet omgevouwen worden en vastgemaakt op worden de verkeerde kant van het werk.

Telpatroon

symbols = deze toer is beschreven in de tekst
symbols = de toer begint met 1 losse en eindigt met 1 halve vaste in de losse
symbols = vaste in de steek
symbols = vaste in de bovenkant van de picot
symbols = vaste om de losse/lossenlus
symbols = losse
symbols = 1 picot: 3 lossen, 1 stokje in de eerste losse gehaakt
symbols = 1 picot: 4 lossen, 1 stokje in de eerste losse gehaakt
symbols = stokje om de lossenlus
symbols = stokje in de steek van vorige toer
symbols = de toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse van het begin van de toer
symbols = vaste gehaakt in dit stokje
symbols = 4 lossen, haak 1 halve vaste in de eerste losse (de toer begint en eindigt op het punt)
symbols = halve vaste in de steek
symbols = de toer begint met 1 vaste in de eerste vaste van het begin van de vorige toer, maar haak achter de laatste toer. Eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste vaste
symbols = vaste in de steek, maar haak achter de laatste toer (de toer met lossen gehaakt op deze toer moet achter het blad van vorige toer zijn).
symbols = de toer begint met 1 losse + 1 vaste om de eerste losse/lossenlus en eindigt met 1 halve vaste in de eerste vaste van het begin van de toer
symbols = half stokje in de steek/om de lossenlus
symbols = 1 vaste + 1 half stokje + 1 stokje + 1 losse + 1 stokje + 1 half stokje + 1 losse om de eerste/volgende losse
symbols = 3 stokjes + 1 losse + 3 stokjes in dezelfde vaste
symbols = de toer begint met 3 lossen + 3 stokjes + 1 losse + 4 stokjes in eerste steek en stopt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer
symbols = 4 stokjes + 1 losse + 4 stokjes in dezelfde vaste
symbols = dubbel stokje in de steek
symbols = 4 lossen, buig de stokjes-groep naar voren zodat de lossenlus achter de stokjes-groep komt te liggen
symbols = 5 lossen, buig de stokjesgroep naar voren zodat de lossenlus achter de stokjes-groep komt te liggen
symbols = 1 dubbel stokje om de losse in het midden van de stokjesgroep van de 4e toer
symbols = 1 picot: Haak 1 vaste om de eerste/volgende losse, 2 lossen, haak 1 halve vaste in de eerste losse
symbols = deze toer is de laatste toer op de hoed voor A.4
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 29-3

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (80)

country flag Lenette Lötzsch Hansen wrote:

Jeg har brug for hjælp til at forstå det første stykke af opskriften på dåbskjolen 29-3 fra drops. Jeg kan bare ikke få maske antal til at være rigtigt.

15.02.2024 - 08:42

DROPS Design answered:

Hej Lenette, Hvilken størrelse hækler du, hvor mange masker har du og hvor er du i diagrammet?

23.02.2024 - 10:48

country flag Emma wrote:

När jag ska virka rapporter blir klänningen bara mindre o mindre. Det verkar krångla på Varv 4 När jag gör stolpar i de st från Varv 3 o sen en fm i lm-bågen. Då går klänningen ihop.

11.02.2024 - 11:15

DROPS Design answered:

Hej Emma, hvilket diagram jobber du med?

23.02.2024 - 09:39

country flag Anna wrote:

Hej. Jeg er ved kjolen i 0-6 måneder. I diagrammet a1, hvor mange picoer skal jeg ende med efter en omgang på række 1?

10.02.2024 - 01:37

DROPS Design answered:

Hej Anna, du skal have 4 picoter over hver rapport (muslinge) i A.1 :)

22.02.2024 - 10:59

country flag Michella wrote:

Viftekanten om ærmet. Fastmasker i alle masker - skal der hækles over stangmaskerne i begge sider så de bliver trukket sammen pga fastmasker på begge sidder af dem eller hækles fastmasker i dem?

16.01.2024 - 21:59

country flag Elena wrote:

I am sorry but I don't understand the first row from FAN EDGE IN THE FRONT OF THE HAT, at all. Can you provide more details about that row? Thank you

03.01.2024 - 20:20

DROPS Design answered:

Dear Elena, starting from WS you will work along the squares, start with 1 sl st in the corner, then work 3 chains (to replace 1st treble crochet (UK-English)), then work along the bottom edge previously made / in each stitch along the opening for face - crochet 2 treble crochets in each treble crochet row on each side (bottom edge), and.1 treble crochet in each stitch / around each chain space along the squares / the opening for face. Happy crocheting!

04.01.2024 - 08:22

country flag Michella wrote:

Bærestykke: Der står at 1. Række med stangmasker skal hækles fra retsiden. Jeg har lavet en række lm og en række fm. Er næste række så ikke vrangsiden?

18.12.2023 - 16:07

DROPS Design answered:

Hej Michella, rækken med fastmasker hækles fra vrangen, så rækken med st hækles fra retsiden :)

19.12.2023 - 14:52

country flag Elena wrote:

What is the raglan line in cm for this model? I need to calculate a bit different because my gauge swatch is 21 st wide/10 cm and 7 textured rows in height. Thanks

14.12.2023 - 10:23

DROPS Design answered:

Dear Elena, you will find all measurements for each size in the chart - you can then calculate froom the your own tension and the written pattern/the measurements for the appropriate size. Happy crocheting!

14.12.2023 - 16:11

country flag Vibeke wrote:

Kan det passe at på str. 6/12 skal der kun 6 læse lm men på den mindste 8? Næste række hækles således fra retsiden: Hækl 1 stangmaske i hver af de første 20-23-24 (26) stangmasker (= højre rygstk), spring over de næste 33-37-37 (41) fastmasker (= ærme), hækl 8-6-10 (10) LØSE luftmasker, hækl 1 stangmaske i hver af de næste 40-46-48 (52) fastmasker (

04.10.2023 - 08:58

DROPS Design answered:

Hei Vibeke. Det kan stemme ja. Det er for at mønstret skal gå opp i de ulike størrelsene. mvh DROPS Design

16.10.2023 - 11:29

country flag Gemma wrote:

Hi, Where the pattern says to stitch into the top of the picot for row 2 chart A1b, what is classified as the top? Do you go around the chain stitches?? Also at the start of down 2 chart A1b would.i.be correct that you need to chain 5, including the 2 from A1A,

13.07.2023 - 07:46

DROPS Design answered:

Dear Gemma, for the top of the picot you can work in the third chain stitch o between the 3 chain stitches and the treble crochet. On round 2 of the chart A.1, you start with 3 chain stitches in A.1A and 3 chain stitches in A.1B, then 1 double crochet/ single crochet in the top of the picot, 5 chain stitches and 1 double crochet/ single crochet in the top of the picot. Happy crochetting!

17.07.2023 - 14:50

country flag Heike Reinen wrote:

Was heißt Maschen überspringen? Zum Beispiel: Die nächsten 34 Maschen überspringen. Dankeschön

01.05.2023 - 05:44

DROPS Design answered:

Liebe Frau Reinen, diese 34 Maschen soll man nicht häkeln, deshalb werden sie übersprungen werden - an welche Stelle meinen Sie das? Sollte es für die Teilung der Passe, kann Ihnen dann sicher dieses Video (ab Zeit 09:42) helfen (hier werden aber nur 33 M in die 1. Größe für die Ärmel übersprungen). Viel Spaß beim häkeln!

02.05.2023 - 09:24