DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.91€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

At Sundown Cardigan

Gebreid DROPS vest met zigzagpatroon en ronde pas van “Fabel”. Maat: S - XXXL.

DROPS 168-20
DROPS design: Model nr. fa-333
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S/M – L/XL – XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS FABEL van Garnstudio
150-150-200 gr. kleur nr. 522, turkoois/blauw
150-150-200 gr. kleur nr. 904, lavendel
150-150-200 gr. kleur nr. 910, sea mist

LET OP: als u het vest in een kleur wilt breien, hebt u 350-400-500 gr Fabel nodig.

DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (60 of 80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 28 st x 30 nld in zigzagpatroon = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP GEBOGEN (wit), NR. 521: 7-7-7 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.91€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.15. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. Kies de telpatronen voor de juiste maat!

STREPEN LIJF: brei als volgt:
* 2 nld turkoois/blauw, 2 nld lavendel *, herhaal van *-* 8-8-9 cm lang.
* 2 nld lavendel, 2 nld sea mist *, herhaal van *-* 8-8-8 cm lang.
* 2 nld sea mist, 2 nld turkoois/blauw *, herhaal van *-* 7-8-8 cm lang.
Herhaal deze 23-24-25 cm in de hoogte.
LET OP: wissel van kleur naast 5 st in ribbelst zodat de draden aan de achterkant van het werk mee kunnen lopen.

STREPEN MOUW:
* 2 nld turkoois/blauw, 2 nld lavendel *, herhaal van *-* 8-8-7 cm lang.
* 2 nld lavendel, 2 nld sea mist *, herhaal van *-* 8-7-7 cm lang.
* 2 nld sea mist, 2 nld turkoois/blauw *, herhaal van *-* 7-7-7 cm lang.
Herhaal deze 23-22-21 cm nog 1 keer.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. Brei de tweede en derde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S/M: 12, 20, 28, 36, 44, 53 en 62 cm
MAAT L/XL: 14, 22, 30, 39, 48, 57 en 66 cm
MAAT XXL/XXXL: 16, 25, 34, 43, 52, 61 en 70 cm
----------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 333-389-445 st op met rondbreinld 3 mm en turkoois/blauw. Brei STREPEN LIJF - zie uitleg boven. Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies - zie uitleg boven. Brei 1 ribbel in RIBBELST, brei dan als volgt: 5 st in ribbelst, A.1 tot er 6 st over zijn (= 14 patroonherhalingen in de breedte), brei 1 st in tricotst, 5 st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 klaar is in de hoogte, staan er 305-361-417 st op de nld. Ga verder met 5 st in ribbelst, A.2 tot er 6 st over zijn, 1 st in tricotst en 5 st in ribbelst. Brei bij een hoogte van 13-14-15 cm A.3 boven alle herhalingen van A.2 – als A.3 klaar is in de hoogte staan er 277-333-389 st op de nld. Ga verder met A.4 boven alle herhalingen van A.3. Brei bij een hoogte van 29-31-33 cm A.5 boven alle herhalingen van A.4. Als A.5 klaar is in de hoogte, staan er 249-305-361 st op de nld. Ga verder met A.6 boven alle herhalingen van A.5 tot het werk 47-49-51 cm meet. Brei nu als volgt aan de goede kant: Brei de eerste 56-68-80 st (= rechtervoorpand), kant de volgende 17-21-25 st af, brei de volgende 102-126-150 st (= achterpand), kant af de volgende 17-21-25 st af, brei de laatste 57-69-81 st (= linkervoorpand). Laat het werk rusten en brei de mouwen.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 65-85-105 st op met breinld zonder knop 3 mm en turkoois/blauw. Brei STREPEN MOUW. Brei 1 ribbel in RIBBELST – zie uitleg boven, brei dan A.7 over alle st (= 5 patroonherhalingen in de breedte). Als A.7 klaar is in de hoogte, staan er 55-75-95 st op de nld. Ga verder met A.8 over alle st. Brei bij een hoogte van 11-11-11 cm A.9 over alle st. Als A.9 klaar is in de hoogte, staan er 65-85-105 st op de nld. Ga verder met A.10 over alle st. Brei bij een hoogte van 22-24-26 cm A.11 over alle st. Als A.11 klaar is in de hoogte, staan er 75-95-115 st op de nld. Ga verder met A.12 over alle st. Brei bij een hoogte van 34-33-32 cm A.13 over alle st. Als A.13 klaar is in de hoogte, staan er 85-105-125 st op de nld. Ga verder met A.14 over alle st. Kant bij een hoogte van 46-44-42 cm (kortere mouwen voor de grotere maten want deze hebben een langere pas) de eerste 17-21-25 st af (= een herhaling van A.14) = 68-84-100 st.
Brei nog een mouw op dezelfde manier.

PAS:
Zet de mouwen op dezelfde rondbreinld 3 mm als het lijf = 351-431-511 st.
Brei dan als volgt: 5 st in ribbelst, A.15 (= 20 patroonherhalingen in de breedte), eindig met 1 st in tricotst en 5 st in ribbelst, ga verder met STREPEN LIJF en brei en minder volgens A.15. Als A.15 klaar is in de hoogte, staan er 151-191-231 st op de nld. Brei 2 ribbels in ribbelst en minder op de eerste nld van de eerste ribbel 35-55-75 st gelijkmatig = 116-136-156 st. Kant alle st af. Het werk meet ongeveer 64-68-72 cm.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op de linkervoorbies.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
symbols = 1 r afh, 2 r samen, afgeh st overh
symbols = 3 r samen
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 168-20

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (20)

country flag June wrote:

Only charts A.15 are included? Where are the other charts referenced in the pattern?

23.04.2023 - 16:24

DROPS Design answered:

Dear June, the other charts are drawn together in two smaller charts, which are also separated by size. You can find charts A.1-A.6 and A.7-A.14 for sizes S/M next to A.15 for the largest sizes. The other charts A.1-A.6 and A.7-A.14 (for larger sizes) are located under them. Happy knitting!

23.04.2023 - 18:08

country flag Lene wrote:

Jeg vil strikke denne jakke i str.M, men kan ikke få maskeantallet til at passe. A1 er på 23 m. 23x16=368 m +11 kantmasker = 379 m. I opskriften står 389 m?

26.11.2022 - 12:08

DROPS Design answered:

Hej Lene, 389 er til størrelse L/XL. Du har 333 masker i den mindste størrelse :)

30.11.2022 - 14:29

country flag Gila wrote:

Als ik de mouw met 85 steken start en A7 brei, dan minder ik elke oneven naald 2 steken per rapport. Na 6 naalden heb ik nog maar 5 rapporten van 11 steken. Bij A8 zie ik dat je ook 2 steken meerdert per rapport. Maar als ik dat zou doen blijf ik op 85 steken na 8 cm en ik moet naar 75. Wat gaat er mis?

03.03.2022 - 12:42

DROPS Design answered:

Dag Gila,

Na het opzetten brei je A.7 één keer in de hoogte. Je hebt dan 10 steken geminderd. Daarna brei je steeds A.8 in de hoogte tot 11 cm. Bij A.8 blijft het totaal aantal steken hetzelfde. In de eerste naald van A.8 2 omslagen in één herhaling in de breedte en daarnaast 2 minderingen in het midden.

07.03.2022 - 12:23

country flag Bérita wrote:

Welke is A 1 en A 2 en verder. Dit staat er niet bij

06.02.2022 - 15:56

DROPS Design answered:

Dag Bérita,

Bij de 4 onderste telpatronen zie je rechts naast de telpatronen A.1, A.2 enzovoorts staan (dus naast de naalden in het telpatroon).

11.02.2022 - 15:03

country flag Miriam wrote:

Ich habe diese wunderschöne Jacke in XXXL gestrickt. Mir gefällt sie sehr. Allerdings ist die angegebene Maschenanzahl beim Ende der Rundpasse vieeeel zu hoch. Dabei rutscht die Jacke von den Schultern. Ich habe weiter Maschen reduziert bis zu 7Maschen/Mustersatz. Da das Muster sich auch noch sehr dehnt, zusätzlich außerdem einen Abschluß mit Mausezähnchen gemacht (5R glatt re, 1R je 1Umschl.+2M zusammen stricken, 5R glatt re. Umschlagen und festnähen). Jetzt ist top.

21.12.2020 - 23:10

country flag Lise Renaud wrote:

Bonjour, Je veux vous remercier d'avoir répondu à mes questions aussi rapidement c'est rare. Encore merci Lise Renaud

08.06.2020 - 16:00

country flag Lise Renaud wrote:

Je viens du Québec (en français), jet je ne comprends pas très bien 1 côte mousse et le point mousse, pour moi, le point mousse c'est chaque rang à l'endroit mais les explications me disent le contraire. C'est écrit: tricoter 1 côte au point mousse , puis tricoter ainsi: 5 m point mousse!! Merci de pouvoir me répondre Lise Renaud

07.06.2020 - 18:20

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Renaud, quand on tricote du point mousse en allers et retours (= rangs), on va tricoter 1 rang endroit sur l'endroit + 1 rang endroit sur l'envers et ces 2 rangs vont former 1 côte mousse. Quand on tricote du point mousse en rond, on va tricoter 1 tour endroit + 1 tour envers pour former 1 côte mousse. les 5 m de bordure point mousse se tricotent ainsi à l'endroit sur l'endroit et à l'endroit sur l'envers. Bon tricot!

08.06.2020 - 09:01

country flag Nele wrote:

Hallo in der Arm anleitung steht wenn A7 gestrickt ist dann A8 stricken wo finde ich das?

18.02.2019 - 19:07

DROPS Design answered:

Liebe Nele, je nach der Grösse gibt es unterschiedliche Diagramme für A.7-A.14 dh 1 Diagram für Grösse S/M, 1 für Grösse L/XL und 1 für Grösse XXL/XXXL. Viel Spaß beim stricken!

19.02.2019 - 09:13

country flag Anne-Christine wrote:

Comment faire suivre les fils des pelotes en attente quand on tricote les manches en rond?

24.10.2018 - 02:44

DROPS Design answered:

Bonjour Anne-Christine, faites suivre le fil en hauteur et croisez-les à chaque changement de couleur - cf vidéo et description. Bon tricot!

24.10.2018 - 08:21

country flag Ingrid Olausson wrote:

Hej! Jag undrar lite över ärmarna. När man gjort en ärm, står det "sticka en ärm till på samma sätt". Måste man inte sticka spegelvänt? Man maskar ju av bara i en sida. Måste man inte maska av i andra sidan på ärm nr 2?

18.01.2018 - 20:07