DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.91€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 151-37
DROPS design: Model nr. Fa-248
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS FABEL van Garnstudio
300-300-350-400-400-450 gr. kleur nr. 674, heide
150-200-200-200-250-250 gr. kleur nr. 104, paars

DROPS HAAKNLD 3.5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 22 st x 18 toeren in patroon = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP MET GATEN NR. 521: 4 stuks
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.91€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Vervang elke v toer de eerste v door 1 l.
Vervang elke stk toer het eerste stk door 3 l.

PATROON:
TOER 1: 1 stk met heide in elke v.
TOER 2: 1 v met paars in elk stk.
Herhaal toer 1 en 2.
Voorkom dat u na elke toer de draad af moet knippen als volgt: haak 1e toer in stk aan de goede kant met heide, laat de draad hangen. Haak 2e toer aan de goede kant in v met paars, laat de draad hangen. Haak 3e toer aan de verkeerde kant in stk met garen van 1e toer (heide). Haak 4e toer aan de verkeerde kant in v met garen van 2e toer (paars).

TIP VOOR HET MEERDEREN: haak 2 stk/v in een stk/v.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de raglan):
Haak tot er 1 v/stk overblijft voor de markeerder, sla 2 v/stk over (markeerder is in midden van deze st) = 8 st geminderd per toer.

TIP VOOR HET MINDEREN 2:
Haak 1 stk/v samen als volgt: haak 1 stk/v maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 st op de haak), haak dan volgende stk/v maar haal bij de laatste doorhaling de draad door alle st op de haak = 1 stk/v geminderd.
----------------------------------------------------------

LIJF:
Haak 236-255-278-301-334-367 l met paars en haaknld 3.5 mm. Ga verder met 1 v in 2e l vanaf haak, 1 v in elke van de volgende 3-1-3-5-3-1 l, * sla 1 l over, 1 v in elke van de volgende 6 l *, herhaal van *-* de hele toer = 202-218-238-258-286-314 v. LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN! Haak dan in PATROON tot het werk klaar is - zie uitleg boven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Plaats 1 markeerder 53-57-62-67-74-81 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (achterpand = 96-104-114-124-138-152 st). Meerder bij een hoogte van 5 cm 1 stk/v aan elke kant van de markeerders (= 4 st gemeerderd) - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Herhaal dit meerderen elke 3-3½-3½-3½-4-4 cm nog 6 keer (= 7 keer meerderen in totaal) = 230-246-266-286-314-342 st. Haak bij een hoogte van 28-29-30-31-32-33 cm de volgende toer als volgt - pas zo aan dat dit een toer aan de goede kant met stk wordt:
Haak 1 stk in elke van de eerste 56-60-65-70-77-84 v (rechtervoorpand), sla 8 v over, haak 1 stk in elke van de volgende 102-110-120-130-144-158 v, sla 8 v over, haak 1 stk in elke van de laatste 56-60-65-70-77-84 v = 214-230-250-270-298-326 stk. Laat het werk rusten.

MOUW:
Haak heen en weer en naai later dicht.
Haak 59-61-66-68-70-73 l met paars en haaknld 3.5 mm. Ga verder met 1 v in 2e l vanaf haak, 1 v in elke van de volgende 1-3-1-3-5-1 l, * sla 1 l over, 1 v in elke van de volgende 6 l *, herhaal van *-* de hele toer = 50-52-56-58-60-62 v. LEES INFORMATIE VOOR HET HAKEN! Haak dan in PATROON tot het werk klaar is - zie uitleg boven. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 7 cm 1 st aan elke kant op een toer met stk, herhaal dit meerderen elke toer met stk nog 26-27-27-28-29-30 keer (= 27-28-28-29-30-31 keer in totaal) = 104-108-112-116-120-124 st. Haak bij een hoogte van 47-47-46-46-45-45 cm (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) de volgende toer als volgt - pas zo aan dat dit een toer wordt met stk: haak hv over de eerste 4 v, haak 1 stk in elke v tot er 4 v over zijn = 96-100-104-108-112-116 stk, knip de draden af.

RAGLAN:
Haak nu alle delen samen als volgt: haak 1 v in elk stk van het linkervoorpand, 1 v in elk stk van de eerste mouw, 1 v in elk stk van het achterpand, 1 v in elk stk van de tweede mouw, 1 v in elk stk van het rechtervoorpand = 406-430-458-486-522-558 v. Haak nog 2 toeren in patroon en begin dan met minderen voor de raglan. Plaats 1 markeerder in alle overgangen tussen mouwen en lijf = 4 markeerders.
Minder voor de raglan elke toer 39-41-43-45-47-49 keer in totaal – lees TIP VOOR HET MINDEREN! Haak TEGELIJKERTIJD als het minderen voor de raglan begint NIET MEER over de eerste en laatste 5 stk/v op de toer en begin nu TEGELIJKERTIJD met minderen voor de hals. Haak daarvoor de eerste 2 en de laatste 2 st op de toer samen – LEES TIP VOOR HET MINDEREN 2; minder elke 3e toer 12-14-11-7-0-0 keer, om de toer 0-0-6-13-23-20 keer en elke toer 0-0-0-0-2-10 keer (= 12-14-17-20-25-30 keer minderen in totaal). Als alle minderingen voor de raglan en de hals gemaakt zijn, zijn er nog 60-64-70-76-86-96 stk/v over op de toer. Haak 1 toer met stk en minder 2-4-8-12-20-27 stk gelijkmatig - ZIE TIP VOOR HET MINDEREN 2 = 58-60-62-64-66-69 stk.


AFWERKING:
Naai de mouwnaden dicht. Naai de openingen onder de mouwen dicht. Naai de knopen op het linkervoorpand, plaats de bovenste knoop 1 cm voor het minderen voor de hals begint en het onderste ongeveer 8 cm vanaf de onderkant. Gebruik steeds de ruimte tussen 2 stk op het rechtervoorpand als knoopsgaten.

HALSRAND:
Haak ongeveer 164 tot 200 v met heide langs de hele halsopening. Haak 3 toeren met v. Hecht de draad af. Haak tot slot een toer langs de hele opening van het vest met paars als volgt – begin aan de onderkant op de rechter voorbies, haak dan langs de hals op het achterpand en naar beneden langs de linker voorbies: * 1 v, 1 l, sla ongeveer ½ cm over*, herhaal van *-* en eindig met 1 v aan de onderkant van de linker voorbies. Hecht de draad af.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 151-37

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (95)

country flag Christine wrote:

Danke, jetzt ist alles glasklar und wir haben uns verstanden ! Ist ja manchmal auch nicht so einfach, das Problem genau zu erfassen. Ich habe schon einige Modelle ( mit ihrer Wolle, immer Baumwollgarn ) nachgearbeitet und finde es ganz toll, daß man bei Unklarheiten nachfragen kann eine schnelle Antwort bekommt. Vielen Dank und einen schönenTag !

18.10.2023 - 12:05

country flag Christine wrote:

Danke für die Antwort. So richtig schlau bin ich allerdings nicht daraus geworden. Es geht beim Raglan doch ausschließlich um Ab- und nicht um Zunahmen, oder ? Wenn ich es also richtig verstanden habe, kommt zwischen die letzte Raglanabnahme, die eine Stäbchenreihe ist und der allerletzten Stäbchenreihe mit den entsprechenden Abnahmen, eine Reihe mit festen Maschen. Viele Grüße !

16.10.2023 - 22:45

DROPS Design answered:

Liebe Christine, Sie sind ja recht, sorry. So die letzte Reihe vom Rumpfteil war mit Stäbchen, die 1. Reihe der Passe ist mit fM, dann häkeln Sie 2 Reihen (= 1 mit Stb + 1 mit fM) dann beginnen die Raglanabnahmen, so bei der 4. Reihe der Passe, die Abanahmen werden in jeder Reihe gehäkelt. Wenn Ihre letzte Abnahmereihe eine Hin-Reihe ist, häkeln Sie noch 1 Rückreihe mit fM, dan die Reihe mit Stäbchen und Abnahmen regelmäßig verteilt. Habe ich dieses Mal richtig verstanden?

17.10.2023 - 09:56

country flag Christine wrote:

Hallo, ich habe noch eine Frage zu den Raglanabnahmen : Wenn ich dabei mit einer Stäbchen-Reihe beginne ( im Text : nach 2 R im Muster ) ist die letzte Reihe der Abnahmen dann ebenfalls eine Stäbchen-Reihe. Danach folgt im Text eine weitere Reihe mit Stäbchen und letzten Abnahmen. Ist das wirklich so gedacht ? Im Musterverlauf kämen ja eigentlich nach den Stäbchen feste Maschen. Freundliche Grüße !

15.10.2023 - 15:19

DROPS Design answered:

Liebe Christine, häkeln Sie immer 1 Reihe mit Stäbchen, 1 Reihe mit festen Maschen, und nehmen Sie für den Raglan bei den Reihen mit Stäbchen; die Verteilung entsteht auch bei einer Reihe mit Stäbchen, so nach der letzten Zunahmenreihe häkeln Sie wenigstens noch 1 Reihe (= mit festen Maschen). Viel Spaß beim häkeln!

16.10.2023 - 09:43

country flag Christine wrote:

Danke für die schnelle Antwort ! Ich habe auch schon selbst ausprobiert und bin genau auf diese Lösung gekommen. Ich freue mich, daß mein Ergebnis nun bestätigt ist.. Viele Grüße !

25.09.2023 - 12:11

country flag Christine wrote:

Für den Halsausschnitt sollen jeweils die beiden ersten und letzten Maschen zusammengehäkelt werden. Für das Ende der Reihe ist das plausibel. Wie soll das jedoch für den Anfang der Reihe umgesetzt werden ? Die erste Masche wird doch aus Luftmaschen gebidet. Wie sollen diese denn mit der zweiten Masche zusammengehäkelt werden ? Freundliche Grüße !

23.09.2023 - 23:22

DROPS Design answered:

Liebe Christine, am Anfang der Reihe häkeln Sie z.B. nur 2 Luftmaschen dann das nächste Stäbchen wie üblich = 1 Abnahme; am Ende der nächsten Reihe häkeln Sie in das Stäbchen und nicht in die 2. Luftmasche vom Anfang der vorrigen Reihe. Viel Spaß beim häkeln!

25.09.2023 - 10:43

country flag Paola wrote:

Buongiorno! Molto carino questo capo, ma prima di cominciare a farlo ho bisogno di due chiarimenti: 1. E' tutto lavorato a righe alterne, una con il filato in tinta unita e una con quello misto? 2. Volevo farlo del colore di quello della foto, ma non trovo il colore n. 674, erika: è fuori produzione? Grazie!

14.03.2021 - 12:13

DROPS Design answered:

Buonasera Paola, deve lavorare come indicato nel paragrafo MOTIVO, a righe alternate. Purtroppo il colore 674 è fuori produzione. Buon lavoro!

14.03.2021 - 19:41

country flag Gilda wrote:

Salve, nel corpo del maglioncino dove dice di lavorare 59 ma un davanti saltare 8 mb, per la misura S, continuare per il dietro e, poi saltare altre 8 mb, e terminare l altro davanti. La domanda è, il filo deve essere staccato? I davanti no sono legati al dietro? Grazie per l aiuto che vorrete darmi. GILDA

20.01.2020 - 14:13

DROPS Design answered:

Buongiorno Gilda. Sì, taglia il filo. Le 9 maglie che vengono saltate sono gli scalfi, è il punto in cui verranno inserite successivamente le maniche, quindi il davanti e il dietro devono essere separati. Buon lavoro!

21.01.2020 - 12:45

country flag Nunzia wrote:

Salve, si può avere il modello con taglia XS? Per me la taglia s è troppo grande. Grazie

28.08.2019 - 22:10

country flag Nancy Maltais wrote:

Dans le premier rang vous dites de crocheter ceci après la ms( 1 ms dans chacune des 3-1-3-5-3-1 ml suivantes) je ne saisie pas vraiment ce que vous voulez dire

19.01.2019 - 04:58

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Maltais, au 1er rang, on crochète en ms en sautant en même temps des mailles en l'air à espaces réguliers pour que la chaînette ne resserre pas l'ouvrage, ainsi en taille 1, 3 et 5, on va crocheter 1 ms dans chacune des 3 ml suivantes, en taille 2 et 6, 1 ms dans la ml suivante, et en taille 4, 1 ms dans les 5 ml suivantes. Bon crochet!

21.01.2019 - 09:50

country flag Julie wrote:

Kan i måske forklare det med de 5 masker før/efter kanten i raglan der skal springes over? Jeg forstår det ikke? Er det på hver række de skal springes over, eller en enkelt gang? Og skal der samtidigt tages 1 maske ind på hver 3. RK (f.eks) ? Jeg vil gerne have en uddybning af dette. Hilsen Julie

20.08.2018 - 19:35

DROPS Design answered:

Hej Julie, jo du begynder indtagningen til hals samtidig som du begynder med raglan indtagningen. Indtagningen til raglan gør du ifølge INDTAGNINGSTIPS (RAGLAN) og indtagningen til hals gør du i hver side mod midt foran ifølge INDTAGNINGSTIPS-2. (Nu hækler du heller ikke mere over de yderste 5 masker foran). God fornøjelse!

21.08.2018 - 14:54