DROPS Verdi
DROPS Verdi
48% acryl, 20% wol, 17% polyester, 15% mohair
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

North Sea

Gebreide DROPS trui in ribbelst met gevallen st van ”Verdi” of "Melody". Maat: S - XXXL.

DROPS 145-10
DROPS design: Model nr. ve-034
Garengroep D
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS VERDI van Garnstudio
350 gr voor alle maten in kleur nr. 09, turkoois
(De trui weegt ongeveer 160-180-190-210-230-260 gr.)

Of gebruik:
DROPS MELODY van Garnstudio
200-200-200-250-250-300 gr in kleur nr. 08, petroleum

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 8 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 12 st x 14 nld in tricotst = 10 x 10 cm, en 10 st in kantpatroon = 10 cm breed.
DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 7 mm - voor randen in ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Verdi
DROPS Verdi
48% acryl, 20% wol, 17% polyester, 15% mohair
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
LET OP: maak in de 3e en 11e nld in het telpatroon (nld met gevallen st) ook 2 omsl na de kant st aan begin van nld, zodat er 2 omsl zijn naast kant st aan elke kant (anders worden de zijkanten te strak; laat alle omsl in volgende nld van de nld glijden).
Begin op het achterpand het patroon met de nld gemarkeerd met de pijl in het telpatroon.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de hals):
Minder naast 4 st in ribbelst. Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Minder na 4 st in ribbelst als volgt: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.
Minder als volgt voor 4 st in ribbelst: 2 st r samen.
---------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Het werk wordt heen en weer gebreid op rondbreinld vanwege het grote aantal st en omslagen.
Zet LOSJES 62-66-70-76-80-86 st op met rondbreinld 7 mm en Verdi of Melody en brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven (1e nld = goede kant). Ga verder met rondbreinld 8 mm en brei volgende nld aan goede kant als volgt: 3 kant st in ribbelst, PATROON volgens telpatroon A.1 (- zie uitleg boven, begin op het achterpand het patroon met de nld gemarkeerd met pijl in telpatroon) tot er 3 st over zijn en eindig met 3 kant st in ribbelst. Ga zo verder in patroon. Plaats bij een hoogte van 12-12-13-13-14-14 cm 1 markeerder aan elke kant (geeft de hoogte van de split aan). Ga verder in patroon met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Brei bij een hoogte van 50-51-52-53-54-55 cm in tricotst tot het werk klaar is MAAR meerder in de 1e nld aan goede kant 14-14-16-16-18-18 st gelijkmatig = 76-80-86-92-98-104 st. Kant bij een hoogte van 62-63-64-65-66-67 cm 1 st af aan elke kant voor armsgat = 74-78-84-90-96-102 st. Bij een hoogte van 74-76-78-80-82-84 cm, brei 2 ribbels over de middelste 18-18-20-20-22-22 st (brei de andere st als hiervoor). In de volgende nld na de 2 ribbels, kant af de middelste 10-10-12-12-14-14 st voor de hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en minder 1 st in volgende nld langs hals - LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 31-33-35-38-40-43 st over op schouder. Brei in tricotst met 4 st in ribbelst langs de hals tot het werk 78-80-82-84-86-88 cm meet en kant dan losjes alle st af. Herhaal op de andere schouder.

VOORPAND:
Zet op en brei als achterpand maar begin A.1 met 1e nld in telpatroon (niet met nld gemarkeerd met pijl in telpatroon). Plaats bij een hoogte van ongeveer 6-6-7-7-8-8 cm 1 markeerder aan elke kant – pas zo aan dat markeerders geplaatst worden in dezelfde nld in patroon als op het achterpand (markeerder geeft hoogte van split aan, voorpand is korter dan achterpand). Ga verder in patroon met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Brei tot een hoogte van ongeveer 44-45-46-47-48-49 cm – pas zo aan u eindigt in dezelfde nld in patroon als op het achterpand - en brei dan in tricotst tot het werk klaar is MAAR meerder in 1e nld aan goede kant 14-14-16-16-18-18 st gelijkmatig = 76-80-86-92-98-104 st. Brei in tricotst tot werk 49-51-51-53-53-55 cm meet. Brei in volgende nld aan goede kant in ribbelst over middelste 8 st (brei andere st als hiervoor). Herhaal dit in volgende 3 nld (= 4 keer in totaal), het werk meet ongeveer 52-54-54-56-56-58 cm. Splits nu werk voor V-hals en zet eerste 38-40-43-46-49-52 st op een hulpdraad.

RECHTERKANT:
= 38-40-43-46-49-52 st.
Ga verder in tricotst maar brei de buitenste 4 st middenvoor en kant st aan zijkant in ribbelst. Minder TEGELIJKERTIJD in volgende nld aan goede kant voor v-hals en minder als volgt – LEES TIP VOOR HET MINDEREN: minder 1 st elke 4e nld (dus om de nld aan goede kant) in totaal 6-6-7-7-8-8 keer. Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 56-57-58-59-60-61 cm 1 st af aan zijkant voor het armsgat. Als alle minderingen voor armsgat en hals gedaan zijn, zijn er 31-33-35-38-40-43 st over op nld voor schouder. Brei in tricotst met 4 st in ribbelst richting hals tot werk 72-74-76-78-80-82 cm meet en kant losjes alle st af.

LINKERKANT:
Zet steken van de hulpdraad terug op rondbreinld 8 mm en brei als rechterkant maar in spiegelbeeld.

MOUW:
Zet 38-40-44-46-48-50 st op met rondbreinld 8 mm en Verdi of Melody en brei in ribbelst heen en weer tot werk 21-20-19-18-17-16 cm meeet (minder cm voor de grootste maten voor een grotere mouwkop en bredere schouders) en kant dan losjes alle st af. Brei nog een mouw.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de mouwen in de trui naast de kant st. Naai zijnaden en onderarmnaden samen in buitenste lusjes van buitenste st zodat de naad plat is – naai tot markeerders voor split.

Telpatroon

symbols = recht aan goede kant, av aan verkeerde kant
symbols = recht aan verkeerde kant
symbols = 2 omsl, laat omsl in de volgende nld van de nld glijden (= gevallen st)
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 145-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (78)

country flag Aissela Laudo wrote:

Finito il lavoro in Melody. Lavoro molto allungato e "lasso già appena finito, forse avrò lavorato morbido. Capo deformato in breve tempo, ottimo x stare in casa...

02.04.2019 - 21:12

country flag Aissela Laudo wrote:

Scusate, indendevo da quando si è intrecciare 1 m. a ogni lato per lo scalfo . Grazir

02.11.2018 - 16:33

country flag Aissela Laudo wrote:

Il numero delle maglie della manica ( nella taglia S 38:2 perché mezze x davanti e mezze dietro=19maglie ) deve essere lo stesso delle righe del davanti dietro da quando si è intrecciata una maglia x scollo fino a compresa l ultima? Perché forse ho sbagliato. Qui ho 21 maglie.....

02.11.2018 - 16:00

DROPS Design answered:

Buonasera Aissela. Se la tensione del suo lavoro è corretta, seguendo le indicazioni del testo ottiene le misure giuste per la manica. Buon lavoro!

02.11.2018 - 19:20

country flag Aissela Laudo wrote:

Vi chiedo di indicarmi il metodo migliore (o quello utilizzato da chi ha fatto il modello) per effettuare gli aumenti di 14 maglie sul dietro . Secondo me il gettato crea un buco troppo grande. Ho bisogno di indicazioni precise grazieee

24.05.2018 - 22:36

DROPS Design answered:

Buongiorno Aissela, può aumentare lavorando 2 maglie nella stessa maglia. Buon lavoro!

25.05.2018 - 07:32

country flag Manja wrote:

Hallo, für die Größe 38/40 reichen da 4 Knäule MELODY aus? Danke

21.05.2017 - 19:29

DROPS Design answered:

Liebe Manja, In die Größe S, M und L braucht man je 200 g Melody, dh 4 Knäuel. Viel Spaß beim stricken!

22.05.2017 - 09:08

country flag Gabi Berndsen wrote:

Super. Fertig. Habe aber noch viel Wolle über

05.07.2015 - 18:55

country flag Lene Maigaard wrote:

Drops Verdi turkis kan ikke købes mere, hvilken garntype kan der bruges i stedet?

28.01.2015 - 22:02

DROPS Design answered:

Hej Lene. Vi har paa nuvaerende tidspunkt ikke noget lignende garn som alternativ til Verdi. Du kan altid pröve dobbelt traad Brushed Alpaca Silk, men saa faar du ikke farveovergangene. Du kan ogsaa kontakte din DROPS butik og faa hjaelp til at finde et alternativ

29.01.2015 - 14:32

country flag Trudy Koster wrote:

Wil graag trui breien,maar kan niet met rond brei nl overweg .kunt u mij een richt lijn geven voor breien op 2 nld Dank Trudy

05.01.2015 - 17:21

DROPS Design answered:

Hoi Trudy. Dit model wordt heen en weer gebreid op de nld, u kunt dan ook rechte naalden gebruiken, zonder het patroon aan te passen. Maar let op dat je ruimte hebt voor alle steken.

06.01.2015 - 16:43

Nashwaahmed wrote:

What does "vent" mean ?

10.04.2014 - 21:36

DROPS Design answered:

Dear Mrs Nashwaahmed, Vents are the side slits, i.e. the parts both side where front & back piece won't be sewn. Happy knitting!

11.04.2014 - 08:48

country flag Fred wrote:

Modèle vraiment très très large, qui ne tombe pas bien si on a de la poitrine. Déçue par le rendu......par contre, joli coloris !!!!

06.03.2013 - 16:42