DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g
DROPS SS24

Vanessa

Gebreide oversized DROPS trui met kabels en raglan van ”Alpaca”, ”Fabel” en ”Cotton Viscose”. Maat: S - XXXL.

DROPS 140-23
DROPS design: Model nr. fa-199
Garengroep A en A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS COTTON VISCOSE van Garnstudio
350-400-450-500-550-600 gr. kleur nr. 02, naturel
En gebruik:
DROPS FABEL van Garnstudio
250-300-300-350-400-400 gr. kleur nr. 905, zout en peper
En gebruik:
DROPS ALPACA van Garnstudio
150-150-150-150-200-200 gr. kleur nr. 0506, antraciet eco
100-100-100-100-150-150 gr. kleur nr. 0100, naturel

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 5.5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 16 st x 20 nld in tricotst met 2 draden = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - voor de boordsteek.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Fabel
DROPS Fabel
75% wol, 25% polyamide
vanaf 2.99 € /50g
DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.50 € /50g

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte op de rondbreinld):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.
Zet 88-88-92-92-96-96 st op met een korte rondbreinld 5.5 mm en 2 draden Fabel. Brei 4 nld in RIBBELST - zie uitleg boven, brei dan strepen volgens telpatroon A.1 en brei in patroon volgens telpatroon A.2 als volgt: 18-18-20-20-22-22 st r (= voorpand), A.2 (= 9 st), 8 st r (= rechter mouw), A.2, 18-18-20-20-22-22 st r (= achterpand), A.2, 8 st r (= linker mouw), A.2 = 104-104-108-108-112-112 st. Brei de volgende nld als volgt (brei de omsl van A.2 gedraaid om gaatjes te voorkomen): * 18 st r, A.3 (= 13 st), 8 st r, A.3 *, herhaal van *-* in totaal 2 keer. Ga verder met strepen en in patroon, meerder TEGELIJKERTIJD als volgt:

LET OP! Het meerderen op het lijf en de mouwen is niet gelijk – LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT.

MEERDEREN OP HET VOORPAND EN ACHTERPAND:
VOOR de eerste en derde herhaling van A.3, NA de tweede en vierde herhaling van A.3 op de nld: maak een omsl naast A.3 elke nld 0-0-0-0-6-4 keer, om de nld 16-21-24-31-29-36 keer, dan elke 4e nld 6-4-3-0-0-0 keer (= 22-25-27-31-35-40 keer meerderen in totaal). Brei de omsl de volgende nld recht (dus maak gaatjes).

MEERDEREN OP DE MOUW:
NA de eerste en derde herhaling van A.3 op de nld en VOOR de tweede en vierde herhaling van A.3:
maak een omsl naast A.3 om de nld 28-29-30-31-32-33 keer. Brei de omsl de volgende nld recht (dus maak gaatjes).
Na alle meerderen staan er 304-320-336-356-380-404 st op de nld. Plaats 1 markeerder in het midden van de vierde herhaling van A.3, dit is het begin van de nld . Brei de volgende nld als volgt: brei 75-81-87-95-105-115 st in tricotst (= voorpand), zet 6 nieuwe st op, zet 77-79-81-83-85-87 st op een hulpdraad voor de mouw, brei 75-81-87-95-105-115 st in tricotst (= achterpand), zet 6 nieuwe st op, zet 75-79-81-83-85-87 st op een hulpdraad voor de mouw.

LIJF:
= 162-174-186-202-222-242 st.
Ga verder in de rondte in tricotst en strepen volgens A.1. Brei verder tot het werk 62-64-66-68-70-72 cm meet vanaf de schouder. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 34-34-34-42-46-50 st gelijkmatig = 196-208-220-244-268-292 st. Ga verder met rondbreinld 5 mm en brei 6 cm boordsteek met 2 draden Fabel = 2 st r/2 st av. Kant losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Het werk meet ongeveer 68-70-72-74-76-78 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Zet de st van een hulpdraad op breinld zonder knop 5.5 mm en zet nog 6 nieuwe st op onder de mouw = 83-85-87-89-91-93 st. Plaats 1 markeerder midden onder de mouw (dus in het midden van de 6 nieuwe st). MEET NU HET WERK VANAF HIER! Ga verder met A.1 en in tricotst over alle st, minder TEGELIJKERTIJD als er 3 cm is gebreid 1 st aan elke kant van de markeerder. Herhaal dit minderen elke 1 cm nog 14 keer, dan elke 2 cm 5 keer = 43-45-47-49-51-53 st. Ga verder en brei tot de mouw 31-31-30-30-29-29 cm meet vanaf de markeerder. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 1-3-1-3-1-3 st gelijkmatig = 44-48-48-52-52-56 st. Ga verder met breinld zonder knop 5 mm en brei 6 cm boordsteek met 2 draden Fabel = 2 st r/2 st av. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 23.10.2012
TRUI:...Brei de volgende nld als volgt (brei de omsl van A.2 gedraaid om gaatjes te voorkomen): * 18 st r, A.3 (= 13 st), 8 st r, A.3 *, herhaal van *-* in totaal 2 keer...
Gewijzigd online: 06.12.2012
MEERDEREN OP HET VOORPAND EN ACHTERPAND: VOOR de eerste en derde herhaling van A.3, NA de tweede en vierde herhaling van A.3 op de nld: maak een omsl naast A.3 elke nld 0-0-0-0-6-4 keer, om de nld 16-21-24-31-29-36 keer, dan elke 4e nld 6-4-3-0-0-0 keer (= 22-25-27-31-35-40 keer meerderen in totaal). Brei de omsl de volgende nld recht (dus maak gaatjes).

Telpatroon

symbols = 1 draad Fabel en 1 draad Cotton Viscose

symbols = 2 draden Fabel
symbols = 1 draad Cotton Viscose en 1 draad Cotton Viscose
symbols = 2 draden antraciet Alpaca
symbols = 1 draad antraciet Alpaca en 1 draad naturel Alpaca
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant

symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 2 st r van de kabelnld
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 140-23

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (48)

country flag Kathrine Kristensen wrote:

Jeg vil rigtig gerne i gang med denne trøje i str S men garnet DROPS COTTON VISCOSE fra Garnstudio 350g f.nr 02, natur er udgået. Har I et specifikt alternativ til denne som også matcher farve? Jeg kan ikke finde ud af hvordan farve 02 så ud.

18.08.2021 - 10:17

DROPS Design answered:

Hei Kathrine. DROPS Cotton Viscose var et tynt blandingsgarn (54% Bomull, 46% Viskose), vi har dessverre ikke et lignende garn i vårt sortiment. Du kan erstatte Cotton Viscose med et annen garn fra garngruppe A. Da kan du velge mellom bomulsgarn eller ullgarn. Og velger du farge natur på en av disse kvalitetene blir det mest riktig farge. mvh DROPS design

18.08.2021 - 15:47

country flag Anita wrote:

Ich versteh nicht wann ich wie zunehmen soll

28.01.2020 - 13:01

DROPS Design answered:

Liebe Anita, die Raglanzunahmen sind nicht dieselben beim Rücken- und Vorderteil (=vor 1. +3. A.3 und nach 2. +4. A.3) und bei den Ärmeln (=nach 1. + 3. A.3 und vor 2. + 4. A.3). Dh je nach der Größe werden Sie entweder 4 Maschen (nur beim Vorder- + Rückenteil oder nur bei den Ärmeln) oder 8 Maschen (Vorder- + Rückenteil + Ärmel) zunehmen. Viel Spaß beim stricken!

28.01.2020 - 13:24

country flag Anita wrote:

Hallo zusammen ich hab ein problem mit A3 das sind doch 8 runden oder versteh ich da was falsch

19.01.2020 - 15:11

DROPS Design answered:

Liebe Anita, ja genau, A.3 wird über 8 Reihen/Runden gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

20.01.2020 - 09:44

country flag Anita wrote:

Wird das rücken und vordrtteil zusammen gestrickt oder ganz normal jedes einzel

16.01.2020 - 20:43

DROPS Design answered:

Liebe Anita, das Pullover wird von oben nach unten gestrickt, also alle Teile zusammen mit Raglanzunahmen, dann verteilen Sie die Arbeit für die Ärmel und Rumpfteil und stricken jedes Teil separat in der Runde zur Ende. Viel Spaß beim stricken!

17.01.2020 - 08:53

country flag Monique Abma wrote:

Goedenavond ik heb nog een vraag. Ik ben aanbeland bij het lijf en heb 162 steken voor maat s Moet ik nu 34 steken meerderen in 1 naald? En dan verder breien tot 62cm?

08.09.2017 - 20:12

DROPS Design answered:

Hallo Monique, Ja, dat klopt, je meerder 34 steken verdeeld over 1 naald en dan brei je het lijf verder tot de gewenste lengte zonder verder meerderingen of minderingen te maken.

13.09.2017 - 15:27

country flag Monique Abma wrote:

Goeiemiddag Wanneer begin ik met de langere rondbreinaald?

22.08.2017 - 15:41

DROPS Design answered:

Hallo Monique, Je begint met de langere rondbreinaald als de steken niet meer op een korte passen en je daardoor niet meer prettig kunt breien. Het is overigens ook mogelijk om een klein aantal steken op den grote rondbreinaald te breien. Dit doe je met de zgn. magic loop

28.08.2017 - 12:10

country flag Magne Francoise wrote:

C' est mon premier pull en rond pour les augmentations je ne vois pas a quoi correspond le 1er et le 3ème A3 et après le 2ème et le 4ème A3 merci de bien vouloir m'expliquer

23.11.2015 - 09:54

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Magne, le 1er A.3 est le premier motif A.3 que que vous avez tricoté à partir du début du tour, le 2ème A.3 est le 2ème à partir du début du tour et ainsi de suite. Bon tricot!

23.11.2015 - 11:04

country flag Joke Boere wrote:

Ik had een vraagje over dit patroon.Hoe komt het dat je begint met de raglan met 22steken en dan de volgende naald ineens 18steken volgens mij krijg je zo nooit de schuine lijn voor een raglan.

14.12.2014 - 16:31

DROPS Design answered:

Hoi Joke. 18-18-20-20-22-22 st r zijn hoeveel steken je hebt per maat op het voor en achterpand. Door te meerderen zoals beschreven krijg je een schuine lijn

18.12.2014 - 16:19

country flag Dorthe Flammild wrote:

Skal man strikke A1 fra oven eller fra neden? Jeg kan ikke rigtig se det på billedet.

24.11.2014 - 20:07

DROPS Design answered:

Hej Dorthe. Du strikker nedefra og op. Se ogsaa her hvordan du laeser vores diagrammer. God fornöjelse

27.11.2014 - 13:54

country flag Stinr Lsrsen wrote:

På ærmet står der 93 m. Så lukker du af på hver side af mærket 14 gange. Det må blive 28 m. 93-28=65. Derefter 5 gange. Altså 10 m. Så er vi nede på 55 m, men der står jeg skal ende med 53

28.10.2014 - 21:37

DROPS Design answered:

Hej Stine, Der står at du skal tage 1 m ind i hver side og herefter 14 gange til = 15 gange ialt. Så stemmer det med at du har 53 m. God fornøjelse!

29.10.2014 - 15:30