DROPS Ull-Flamé
DROPS Ull-Flamé
100% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Vienna
DROPS Vienna
91% mohair, 9% polyester
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 79-4
Vest:
Maat: S - M - L - XL - XXL
Afmetingen:
Bovenwijdte: 96-104-114-124-134 cm
Zoom: 110-116-126-136-146 cm
NB: Gezien het gewicht van de garens, zal het vest ca. 5 cm langer worden in het dragen in vergelijking met de maten op de schematekening.
Materialen: DROPS Ull-Flamé van Garnstudio
550-600-700-750-850 gr nr. 22, rood/beige
En gebruik: DROPS Vienna van Garnstudio
90% mohair, 10% polyester, 50 g./95 m.
300-350-400-400-450 gr nr. 21, ecru
DROPS breinld 15 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

Muts:
Maat: S/M - M/L
Materialen: DROPS Snow van Garnstudio
100-100 gr nr. 03, bruin
en gebruik: DROPS Vienna van Garnstudio
90% mohair, 10% polyester, 50 g./95 m.
50-50 gr nr. 10, wijnrood
DROPS breinld 10 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding. Brei een proeflapje!

Sjaal:
Afmetingen:
ca. 39 cm x 2 m
Materialen: DROPS Vienna van Garnstudio
150 gr nr. 10, wijnrood
DROPS breinld 10 mm, of de maat die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding. Brei een proeflapje!

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Ull-Flamé
DROPS Ull-Flamé
100% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Vienna
DROPS Vienna
91% mohair, 9% polyester
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

VEST:

Steekverhouding: 6 st x 9 nld met 1 draad van beide garens in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Tip voor het meerderen: meerder 1 st door het draadje tussen de linker- en de rechtnld op te nemen en dit verdraaid te breien.

Achterpand: Zet 33-35-38-41-44 st op met 2 draden Vienna + 1 draad Ull-Flamé. Neem 1 draad Vienna weg en brei 2 nld ribbelst, en brei hierna door in tricotst, met 3 st aan weerskanten in ribbelst voor de rand van de zijsplitten. Bij een hoogte van 15 cm zijn de splitten voltooid, zet een merkdraad aan weerskanten, en brei verder alle st tricotst.
Minder bij een hoogte van 20 en 44 cm 1 st aan weerskanten = 29-31-34-37-40 st. Kant bij een hoogte van 59-61-63-65-67 cm af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 3 st en 0-1-2-3-4 x 1 st = 23-23-24-25-26 st. Zet bij een hoogte van 78-81-84-87-90 cm de middelste 7-7-8-7-8 st op een hulpdraad voor de hals. Minder in de volgende nld nog 1 st aan weerskanten van de hals = 7-7-7-8-8 st resteren voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 80-83-86-89-92 cm.

Linker voorpand: Zet 23-24-26-28-29 st op met 2 draden Vienna + 1 draad Ull-Flamé. Neem 1 draad Vienna weg en brei 2 nld ribbelst, en ga dan verder in tricotst, met 3 st in ribbelst aan de zijkant (voor de rand van het zijsplit) en 6-6-7-7-7 st langs de middenvoor in ribbelst voor de knoopsgatbies. Bij een hoogte van 15 cm is het spilt voltooid, plaats een merkdraad aan de zijkant. Ga verder in tricotst, met de st van de knoopsgatbies in ribbelst.
Minder bij een hoogte van 32 en 56 cm 1 st aan de zijkant = 21-22-24-26-27 st.
Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat:
Kraag: Meerder vanaf een hoogte van 56-59-62-65-68 cm voor de kraag naast de 6-6-7-7-7 st van de knoopsgatbies – zie de tip voor het meerderen: meerder 3 x 1 st op elke 15 cm (NB: de laatste meerdering wordt gemaakt als alle st van de kraag op dezelfde breinld staan – volg de instructies hieronder bij Afwerking).
Armsgat: Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 59-61-63-65-67 cm af voor het armsgat zoals beschreven voor het rugpand.
Kant bij een hoogte van 80-83-86-89-92 cm de 7-7-7-8-8 st voor de schouder af en zet de resterende 13-13-14-14-14 st op een hulpdraad.

Rechter voorpand: Zet op en brei als het linker voorpand, maar in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 16-16-16-18-18 st op met 2 draden Vienna + 1 draad Ull-Flamé. Neem 1 draad Vienna weg en brei 14 cn ribbelst en wissel dan naar tricotst. Meerder tegelijkertijd na de ribbelst 4-4-5-5-5 x 1 st aan weerskanten op elke 10-10-7-7-6 cm = 24-24-26-28-28 st. Kant bij een hoogte van 49-47-45-44-42 cm af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 1 x 3 st en hierna steeds 2 st aan weerskanten tot een hoogte van 57 cm, kant de resterende st af.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.

Kraag: Zet de st van een voorpand op de breinld, neem 1 st op voor de achterkant van de halsuitsnijding, zet de st van de hulpdraad op de breinld, neem 1 st aan de andere kant van de achterkant van de halsuitsnijding, en zet de st van de andere voorkant op de = 35-35-38-37-38 st. Brei 1 nld r (op de goede kant), en meerder gelijkmatig verdeeld 3 st boven de achterhals en 1-2-3-4-4 st boven elke voorkant ( meerder niet boven de 6-6-7-7-7 st van de knoopsgatbies) = 40-42-47-48-49 st. Ga verder met tricotst en 6-6-7-7-7 st in ribbelst aan weerskanten langs het middenvoor – denk eraan de laatste meerdering voor de kraag te maken aan weerskanten van de kraag bij een hoogte van ca. 6 cm (volg de instructies onder Voorpand, hierboven). Brei bij een hoogte van 18 cm 4 nld ribbelst over alle st, en kant dan af met 1 draad Ull-Flamé + 2 draden Vienna, en meerder tegelijkertijd 1 st in elke 5e st – zodat de rand mooi elastisch blijft.
Zet de mouwen in het vest. Sluit de zij- en mouwnaden tot de merkdraad.

Ceintuur: Zet 5 st op met 1 draad Vienna + 1 draad Ull-Flamé. Brei ribbelst tot de ceintuur een lengte heeft van ca. 150 cm, kant af.




MUTS:

Steekverhouding: 8.5 st x 11 nld met 1 draad Snow + 1 draad Vienna in tricotst = 10 x 10 cm.

Muts: Zet 42-45 st met 1 draad van beide garens. Brei 1 nld r (op de verkeerde kant), en ga dan verder in tricotst. Zet bij een hoogte van 12 cm (na een teruggaande nld) 6-5 merkdraden in het werk als volgt: 1e merkdraad na 1 st, en dan met een tussenruimte van 7-9 st tussen elke merkdraad, na de laatste merkdraad zijn er 6-8 st over. Brei in de volgende nld de 2 st aan de linkerkant van elke merkdraad samen, herhaal deze minderingen nog 3-5 x in elke 2e nld en dan 2 x in elke 4e nld = 6-5 st resteren op de nld. Knip de draden af en rijg ze door de overgebleven st, trek stevig aan en hecht af. De muts heeft een hoogte van ca. 26-29 cm. Sluit de naad aan de achterkant.




SJAAL:

Steekverhouding: 10 st x 14 nld in boordst = 10 x 10 cm.

Boordst: * 3 r, 3 av *, herhaal van * - *.

Sjaal: Zet losjes 39 st op en brei boordst, met 3 st in ribbelst aan weerskanten. Kant af in patroon bij een lengte van ca. 2 m.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 79-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (4)

country flag Martine wrote:

Bonjour pour le dos je ne vois pas combien faut il monter de mailles s'il vous plait ? Merci

29.07.2020 - 16:52

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, l'info a été ajoutée :) Merci pour votre retour, bon tricot!

29.07.2020 - 17:09

country flag Sanja Lovran wrote:

Vad menas med detta? = Sticka 1 v räta från avigsidan

01.01.2019 - 14:49

DROPS Design answered:

Hej, här ska du sticka räta maskor på ett varv från avigsidan.

02.01.2019 - 14:21

Janet Marcynuk wrote:

Just wondering, why on the back do you decrease the sides at 20 and 44 cm’s, but on the fronts you do the dec’s at 32 & 56 cm’s

01.01.2018 - 21:35

DROPS Design answered:

Dear Mrs Marcynuk, the decreases are made on different height on back and on the front pieces to avoid them to mark the sides, they will therefore look smoother. Happy knitting!

02.01.2018 - 11:33

country flag Scheschinksi wrote:

Beim kragen. wie komme ich zum schluss auf 13 maschen wenn ich doch nur 3 mal 1 m aufnhemen soll? und innerhalb von was? alle 15 cm oder innerhalb 15 cm

10.04.2014 - 11:05

DROPS Design answered:

Liebe Frau Scheschinski, Sie nehmen alle 15 cm 1 M für den Kragen zu, an beiden Seiten je 3 x. Die Anzahl der M für den Kragen ergibt sich ja dadurch, dass Sie die Schulter-M abketten. Nachdem Sie für den Armausschnitt abgenommen haben und die Schulter-M abgekettet haben, bleiben noch 13-13-14-14-14 M übrig (die dritte Zunahme für den Kragen machen Sie ja erst, wenn Sie die M von allen Teilen zusammen auf die Nadel gelegt haben).

26.04.2014 - 12:20