DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 48.18€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 110-12
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal: DROPS Snow
Kleur nr. 40, bruin mix:
1100-1200-1300-1450-1600-1750 gr.

DROPS Rondbreinld 7 mm (80 cm) en Sokkenbreinld 7 mm - of de breinld, die u nodig heeft voor een steekverhouding van: 12 st x 16 nld gerstekorrelst = 10 x 10 cm.

DROPS Parelmoerknoop nr. 540 - 3 stk.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 48.18€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Tip Meten: Gezien het gewicht van het garen moeten alle metingen worden verricht Terwijl u het werk ophoudt, anders wordt het werk te lang in het dragen.

Ribbelst (heen en weer breien): Alle naalden recht breien.

Ribbelst (rondbreien): * 1 nld recht, 1 nld averecht *, herhaal steeds *-*.

Gerstekorrelst: 1e nld: * 1 r, 1 av *, herhaal *-*. 2e nld: r boven av en av boven r. Herhaal steeds de 2e nld.

Plooi: Zie de teltekeningen M.1 en M.2. De teltekeningen geven de plooien weer op de verkeerde kant. Brei de plooien in gerstekorrelst.

Tip Minderen: Brei de 2 st voor en na de av-st aan beide zijkanten samen.

Knoopsgat: Kant af voor de knoopsgaten in de rechter voorbies. 1 Knoopsgat = kant de vierde en vijfde voorbiesst af. Zet in de volgende nld 2 nieuwe st op boven de afgekante st.
Kant af voor de knoopsgaten bij een hoogte van:
Maat S en M: 32, 37 en 42 cm
Maat L - XXXL: 30, 36 en 42 cm

Vest: Vanwege het grote aantal st, wordt het werk heen en weer gebreid op de rondbreinld. U zou ook rechte naalden kunnen gebruiken. Zet 229-253-253-277-301-325 st op met rondbreinld 7 mm en Snow. Brei 3 nld recht. Brei vervolgens 1 nld averecht op de verkeerde kant en minder gelijkmatig 17-19-19-21-23-25 st in deze nld (brei ca elke 12e en 13e st recht samen) = 212-234-234-256-278-300 st. Let op de steekverhouding! Brei de volgende nld op de goede kant als volgt: 7 ribbelst - Lees de beschrijving hierboven, gerstekorrelst tot er nog 7 st op de nld staan - Lees de beschrijving hierboven, eindig met 7 ribbelst (de 7 st aan weerskanten = voorbiesst. Brei de voorbiesst in ribbelst tot de vereiste afmetingen). Brei zo door in ribbelst en gerstekorrelst. Lees Tip Meten! Brei bij een hoogte van 23 cm in de volgende nld op de verkeerde kant de plooien als volgt – Lees de beschrijving hierboven : 7 ribbelst, vervolgens teltekening M.1 totaal 9-10-10-11-12-13 keer, en teltekening M.2 9-10-10-11-12-13 keer, eindig met 7 ribbelst = 140-154-154-168-182-196 st. Brei vervolgens 10 nld ribbelst over alle st, en minder tegelijkertijd gelijkmatig 12-14-6-8-6-8 st in de 1e nld (minder niet in de voorbiesst) = 128-140-148-160-176-188 st. Brei vervolgens 1 nld recht op de goede kant (met 7 ribbelst aan weerskanten). Brei de volgende nld op de verkeerde kant als volgt: 7 ribbelst, 28-31-33-36-40-43 gerstekorrelst, 1 r, 56-62-66-72-80-86 gerstekorrelst, 1 r, 28-31-33-36-40-43 gerstekorrelst, en eindig met 7 ribbelst (brei de ene st aan beide zijkanten r op de verkeerde kant en av op de goede kant = averechte tricotst). Vergeet niet de knoopsgaten! - Lees de beschrijving hierboven.
Lees a.u.b. het volgende stukje zorgvuldig door voordat u verder gaat:
Minder bij een hoogte van 34 cm 1 st aan weerskanten van de av-st aan beide zijkanten - lees Tip Minderen! = 124-136-144-156-172-184 st. Herhaal de minderingen bij een hoogte van 48-49-50-51-52-53 cm. Brei tegelijkertijd vanaf een hoogte van 36 cm 7-7-8-8-9-9 x 1 st extra mee in de voorbies op elke 5-5-4½-4½-4½-4½ cm (dwz, het aantal st blijft hetzelfde, maar het aantal ribbelst voor de voorbies wordt meer en het aantal gerstekorrelst wordt minder). Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 43 cm voor de kraag naast de eerste voorbiesst aan weerskanten als volgt: 5 x 1 st op elke 6-6-6-7-7-7 cm. Brei de nieuwe st in ribbelst. Kant bij een hoogte van 55-56-57-58-59-60 cm de av-st en 3 st aan weerskanten van deze af (dwz, totaal 7 st aan beide zijkanten). De delen worden afzonderlijk verder gebreid.

Achterpand: = 46-52-56-62-70-76 st. Kant af voor de armsgaten aan weerskanten van het werk in elke 2e nld. Dwz, kant af aan het begin van elke nld als volgt: 0-1-2-3-4-5 x 2 st en 1-1-1-1-2-3 x 1 st = 44-46-46-48-50-50 st. Kant bij een hoogte van 72-74-76-78-80-82 cm de middelste 12-12-14-14-16-16 st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan beide halszijden = 15-16-15-16-16-16 st over op elke schouder. Kant de resterende st af bij een totale hoogte van 74-76-78-80-82-84 cm.

Linker voorpand: Kant af voor het armsgat aan de zijkant zoals voor het achterpand, en meerder tegelijkertijd steeds voor de kraag en brei de extra st mee in de voorbies. Kant bij een hoogte van 74-76-78-80-82-84 cm de eerste 15-16-15-16-16-16 st van de schouder af = 19-19-20-20-21-21 st op de nld voor de kraag. Brei de nld uit. Brei vervolgens verkorte naalden voor de kraag als volgt (1e nld = verkeerde kant): * Brei recht heen en weer over de eerste 9-10-10-10-11-11 st aan het middenvoor, brei heen en weer over alle st *, herhaal *-* tot de kraag een hoogte van ca 7½-7½-8-8-9-9 cm heeft (gemeten op de kortste deel) vanaf de schouder. Kant de st af.

Rechter voorpand: Brei zoals het linker voorpand, maar dan in spiegelbeeld.

Mouwen: Het werk wordt in het rond gebreid op de sokkenbreinld. Zet 29-29-31-31-33-33 st op met sokkenbreinld 7 mm. Brei 16 nld ribbelst - Lees de beschrijving hierboven. Brei de volgende nld als volgt: 28-28-30-30-32-32 gerstekorrelst en eindig met 1 av. Brei zo door in gerstekorrelst en 1 av. Meerder vanaf een hoogte van 7 cm 7-8-9-10-10-12 x 1 st aan weerskanten van de av-st op elke 6-5-4½-3½-3½-2½ cm = 43-45-49-51-53-57 st. Brei de nieuwe st gaandeweg mee in de gerstekorrelst. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 33-32-31-30-28-27 cm 10 nld ribbelst over alle st - maar brei steeds de ene st in averecht. Kant bij een hoogte van 48-47-46-45-43-42 cm - NB! de grote maten hebben kortere mouwen omdat de mouwkop langer is en de schouders breder zijn - de av-st en 3-3-3-3-2-2 st aan weerskanten van deze af. Brei de rest van de mouw heen en weer op de breinld. Kant daarbij af voor de mouwkop aan weerskanten aan het begin van elke nld als volgt: 2 x 2 st en 0-1-2-3-5-6 x 1 st. Kant daarna steeds 2 st af aan weerskanten tot een hoogte van 55-55-55-56-56-57 cm, en kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten. Kant de resterende st af. De mouw heeft een totale lengte van ca 56-56-56-57-57-58 cm. Brei nog een mouw.

Afwerken: Sluit de schoudernaden. Sluit de kraag in het middenachter en zet de kraag vast langs de hals. Naai de mouwen in het vest. Naai de knopen aan de linker voorbies.

Telpatroon

symbols = 4 st op de hulpnld voor het werk leggen, brei eerste st van de hulpnld samen in gerstekorrelst met de eerste st van de nld, totaal 4 keer, 3 gerstekorrelst.
symbols = 3 gerstekorrelst, 4 st op de hulpnld achter het werk leggen, brei de eerste st van de nld samen in gerstekorrelst met de eerste st van de hulpnld totaal 4 keer.
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 110-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (34)

country flag Adele Daras wrote:

After binding off the 7 stitches to shape armholes excluding the collar stitches how many stitches should the left and front pieces have? It's a big problem for me. Remember leave off the collar stitches How many for left and right fronts alone?

17.12.2020 - 14:03

DROPS Design answered:

Dear Mrs Daras, as previously explained, this will depends on the number of sts you already increased for collar, make sure to bind off the 7 sts on each side of the middle 46 sts = back piece and tha the middle of these 7 sts is the Knit st explained at the very beginning - and make sure you have the same number of sts on each front piece. Happy knitting!

17.12.2020 - 17:08

country flag Adele Daras wrote:

Sorry to bother u. After binding off the 7 stitches to shape armholes there are 46 stitches for the back but it's not mentioned how many stitches should be left for the left and right fronts. Can u tell me how many stitches in each after the 7 stitch bind off. Thank u

17.12.2020 - 06:31

DROPS Design answered:

Dear Mrs Daras, this will depends on how many stitches you increased for collar on front band sts. you should have same number of sts on each front piece and cast off the 3 sts before the knit stitch on the side + the knit stitch on the side + the 3 sts after this stitch - (on either side of the middle 46 sts for back piece). Happy knitting!

17.12.2020 - 09:05

country flag Adele Daras wrote:

Thank u for the info

14.12.2020 - 16:52

country flag Adele Daras wrote:

I never did short rows before. Do u do wrap and turn the 9 stitches all at once every time u come to the collar edge? Then do all the rest of the st in garter stitch for 2 rows. Can u explain? I don't think I left my email on my last question abt binding off at on sleeve cap . Sorry. Thanks for ur help

13.12.2020 - 23:48

DROPS Design answered:

Dear Mrs Daras, short rows on collar are worked with the basic method - see video - but you can work them with the wrap&turn technique if you rather. Happy knitting!

14.12.2020 - 09:42

country flag Adele Daras wrote:

The sleeve cap says bind off 3 stitches twice. Leaves me with 10 stitches. In the creative knitting pattern edition it states bind off rem ? stitches 6 times. U never state how many to bind off 6 times. What happens with the 10 I have left?

13.12.2020 - 20:03

DROPS Design answered:

Dear Mrs Daras, after you have cast off 3 sts 1 time on each side, bind off the reamining stitches, the sleeve should measure approx. 56- 57- 58 cm [ 22”-22½”- 22¾”]. Happy knitting!

14.12.2020 - 09:23

country flag Adele Daras wrote:

Thank u for ur answer. I understand on each left and right front 15 stitches for shoulder and 19 stitches for collar. The problem is I have 23 stitches 15 goes for the shoulder 23-15 is 8. What do I do with the 8 stitches. I know one is decreased at beg of row another is decreased for armhole. So now there are 6 left. Do I use those to shape neck like the back using half the stitches please help me sorry to bother u again maybe I didn't explain it correctly

01.12.2020 - 15:02

DROPS Design answered:

Dear Mrs Daras, after all increases are done for collar you should have 19 sts in garter stitch for the collar and 16 sts decreased to 15 for the shoulder. = 35 sts decreased to 34 sts after cast off for armhole. Happy knititng!

01.12.2020 - 17:34

country flag Adele Daras wrote:

Where is info for neck on left and right pieces ? It's missing. I got extra stitches on left and right pieces before shoulder bind off. On back there were 12 bound off for neck and one at neck edge Please help Thank u

28.11.2020 - 12:13

DROPS Design answered:

Dear Mrs Daras, you will cast off for shoulder the same number of sts on front piece as you did on back piece (= 15 or 16, see size) - 19-19-20-20-21-21 sts remain then on needle, these stitches are worked now with short rows to shape the collar shawl - this video shows how to knit this kind of collar without short rows. Happy knitting!

30.11.2020 - 08:19

country flag Kaatje Debruyne wrote:

Probleem aan 43cm bij XXL: (Meerder tglkt voor kraag naast 1ste voorbiesst aan weerskanten een nieuwe ribbel), 40.5cm heb ik volgende (172 st.) 9R, 37G, 1R, 78G, 1R, 37G, 9R Vanaf 43cm (Meerder ribbel 5x1 st op elke 7cm meerderen) 10R, 37G, 1R, 78G, 1R, 37G, 9R Als ik patroon volg en 5x meerder, Krijg ik aan het eind van voorpand i.p.v. 37 st., 43 st. over?? Wat doe ik verkeerd? Alvast bedankt voor hulp

24.03.2020 - 15:56

country flag Dominique Gilles wrote:

Je souhaiterais réaliser ce modèle en version courte en commençant avec les points mousse. A quel endroit de l'explication dois-je commencer et avec combien de mailles pour la taille S ? Merci

05.12.2019 - 15:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gilles, cette veste se tricote de bas en haut, en commençant par la bordure point mousse du bas, jusqu'aux emmanchures, puis on termine chaque partie séparément. Nous ne sommes malheureusement pas en mesure de pouvoir adapter chacun de nos modèles à chaque demande, pour toute assistance complémentaire, merci de bien vouloir contacter - même par mail ou téléphone - le magasin où vous avez acheté votre laine. Bon tricot!

05.12.2019 - 15:43

country flag Gen wrote:

Bien tentée par ce ravissant modèle et le plaisir de tricoter ESKIMO que j'aime beaucoup mais... on peut le faire au point mousse ou en jersey plutôt ? Cela change le choix des aiguilles ? Merci.

15.06.2017 - 19:01

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gen, la taille des aiguilles doit être ajustée sur l'échantillon indiqué pour le modèle, sauf si votre façon de tricoter est différente d'un point à l'autre, vous devriez avoir la même tension. Si vous changez le point, la veste risque d'avoir un aspect différent. Bon tricot!

16.06.2017 - 08:38