DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS Highlander
DROPS Highlander
90% wol, 10% nylon
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS Children 12-6
Trui:
Maat: 3/4-5/6-7/8 (9/10-11/12-13/14) jaar
Materialen: DROPS Snow van Garnstudio
300-350-400 (400-450-500) g kleur nr. 12, lichtblauw
DROPS breinld 8mm en 9mm

Muts:
Maat: 3/5 – 6/9 – 10/14 jaar
Materialen: DROPS Highlander van Garnstudio
50-50-50 g kleur nr. 11, turkoois
50-50-50 g kleur nr. 12, beige-mix
en gebruik: DROPS Snow van Garnstudio
50-50-50 g kleur nr. 12, ijsblauw
DROPS korte rondbreinld maat 8mm

Sjaal:
Afmetingen: ca 14x85 cm – 16x100 cm – 19x115 cm
Materialen: DROPS Highlander van Garnstudio
50-100-100 g kleur nr. 12, beige-mix
+ een restje turkoois van de muts
DROPS breinld 10mm

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
DROPS Highlander
DROPS Highlander
90% wol, 10% nylon
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

TRUI:

Steekverhouding: 10 st x 14 nld met breinld 9mm in tricotst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste Steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordsteek: *1 r, 2 av*, herhaal van *-*.

Voorpand: Als er maar één getal staat aangegeven geldt dit voor alle maten. Zet 35-35-41 (41-47-47) st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 8 mm en Snow. Brei boordst als volgt (1e nld = goede kant): 1 kantst, 1 av, *1 r, 2 av*, herhaal van *-* tot er nog 3 st over zijn, 1 r, 1 av, 1 kantst. Ga zo verder tot de boord een hoogte heeft van 6 cm. Wissel naar breinld 9mm en ga verder in tricotst, maar brei de 5 middelste st als volgt: 2 av, 1 r, 2 av (zoals bij de boordst) tot de vereiste afmetingen. Meerder tegelijkertijd in de eerste nld na de boord 1 st aan weerskanten van de 5 middelste st voor maat 5/6, 9/10 en 13/14 (meerder niet voor de andere maten) = 35-37-41 (43-47-49) st.
Meerder bij een hoogte van 8-8-9 (9-10-10) cm 1 st aan weerskanten en herhaal deze meerdering bij een hoogte van 16-17-18 (19-20-21) cm = 39-41-45 (47-51-53) st. Kant bij een hoogte van 22-24-26 (28-30-32) cm af voor de armsgaten aan weerskanten in elke 2e nld als volgt: 1 x 3 st, 0-0-1 (1-1-2) x 2 st en 1-2-1 (2-3-2) x 1 st = 31-31-33 (33-35-35) st. Zet bij een hoogte van 31-34-37 (39-42-45) cm de middelste 5-5-7 (7-9-9) st op een draad voor de hals. Minder vervolgens aan de halskant in elke 2e nld als volgt: 1 x 2 st en 2 x 1 st = 9 st resteren voor elke schouder. Kant af bij een
hoogte van 37-40-43 (46-49-52) cm.

Achterpand: Zet op en brei als het voorpand maar brei na de boordst tricotst over alle tot de vereiste afmetingen. Meerder in de 1e nld na de boord aan de zijkanten zoals bij het voorpand. Kant af voor de armsgaten zoals bij het voorpand en brei verder tot een hoogte van 35-38-41 (44-47-50) cm. Kant vervolgens de middelste 11-12-13 (13-15-15) st af voor de hals. Kant in de volgende nld nog 1 st af aan de halskant = 9 st resteren voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van 37-40-43 (46-49-52) cm.

Mouwen: Zet 23-23-23 (26-26-26) st op (incl. 1 kantst aan weerskanten) met breinld 8 mm en Snow en brei 6 cm boordst met 1 kantst aan weerskanten in ribbelst. Wissel naar breinld 9mm en ga verder in tricotst. Meerder tegelijkertijd na de boordst 4-5-6 (5-6-7) x 1 st aan weerskanten op elke 5.5-5-4.5 (6.5-6-5.5) cm = 31-33-35 (36-38-40) st. Als de mouw een lengte heeft van 25-29-31 (35-38-43) cm, afkanten voor de mouwkop in elke 2e nld als volgt: 1 x 3 st en steeds 2 st aan weerskanten tot de mouw een lengte heeft van 29-34-37 (42-46-52) cm. Kant vervolgens nog 3 st af aan weerskanten en kant de resterende st af in de volgende nld. De mouw heeft een lengte van ca 30-35-38 (43-47-53) cm.

Afwerking: Sluit de rechter schoudernaad.

Hals: Neem ca 36 tot 45 st op (deelbaar door 3 en incl. de st van de draad) langs de hals met breinld 8mm en Snow. Brei 5-5-6 (5-6-7) cm boordst – zorg dat er 1 r op de middenvoor valt opdat de boord van de hals samenvalt met het patroon van het voorpand. Kant af in patroon.
Sluit de rechter schoudernaad en aansluitend het halsboord – sluit de halsboord in de buitenste lusjes van de laatste st om te voorkomen dat de naad te dik wordt. Zet de mouwen in. Sluit de zij- en mouwnaden vlak langs de kantst.




MUTS:

Steekverhouding: 10 st x 16 nld met breinld 8mm en Highlander in ribbelst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Ribbelst (op de rondbreinld): 1e nld: recht, 2e nld: averecht.

Boordst: *1 r, 2 av*, herhaal van *-*

Muts: Zet 45-51-57 st met een korte rondbreinld 8mm en Snow. Brei 4-4-5 cm boordst. Wissel naar beige-mix Highlander en brei 4 nld ribbelst en minder tegelijkertijd in deze nld gelijkmatig verdeeld 3 st = 42-48-54 st. Ga verder met turkoois Highlander en tricotst tot de vereiste afmetingen. Plaats op een hoogte van 17-19-21 cm een merkdraad aan weerskanten (= 21-24-27 st tussen de merkdraden). Bei de volgende nld vanaf de 1e merkdraad als volgt: 10-11-12 st, kant 1-2-3 st af(= middenvoor), 20-22-24 st, kant 1-2-3 st af (middenachter), 10-11-12 st. Brei elke punt afzonderlijk verder.
1e punt: Ga verder in tricotst en meerder en kant af als volgt: Meerder aan weerskanten van de merkdraad: 2 x 1 st in elke 4e nld en 3 x 1 st in elke 2e nld. Kant tegelijkertijd aan weerskanten 6 x 2 st af in elke 2e nld. Kant de resterende st af.
2e punt: Bei als 1e punt.
Sluit de muts aan de bovenkant. De muts meet ca 24-26-28 cm.

Kwasten: Bevestig een kwast aan elke punt. 1 kwast = 12 draden beige-mix Snow van elk 16cm. Vouw de draden dubbel, haal de lus door de punt en trek de draden door de lus.




SJAAL:

Steekverhouding: 8 st x 18 nld met breinld 10mm en Highlander in ribbelst = 10 x 10 cm.

Ribbelst (heen en terugg op de nld): Alle nld recht.

Sjaal: Zet losjes 11-13-15 st op met breinld 10mm en beige-mix en brei ribbelst tot de sjaal een lengte heeft van ca 85-100-110 cm. Kant losjes af.

Kwasten: Bevestig een turkoois kwast op elke hoek. 1 kwast = 4 draden van elk 10 cm. Vouw de draden dubbel en haal de lus door de hoek van de sjaal, trek de uiteinden door de lus.

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Children 12-6

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (12)

country flag Rita Maas wrote:

Bij voorpand staat nadat je de middelste steken op een draad zet voor de hals, dat je daarna moet meerderen in elke 2de naald . Is het niet de bedoeling dat je juist mindert ?

07.06.2023 - 14:43

DROPS Design answered:

Dag Rita,

Je hebt helemaal gelijk, het stond er verkeerd en je moet inderdaad minderen in plaats van meerderen. Het is nu aangepast.

10.06.2023 - 18:34

country flag Rosa Maria wrote:

È possibile avere traduzione in italiano? Grazie

11.01.2023 - 10:04

DROPS Design answered:

Buonasera Rosa Maria, aggiungeremo questo modello a quelli da tradurre. Buon lavoro!

08.03.2023 - 19:58

country flag Fé Te Nuijl wrote:

Heb deze trui gebreid voor een kindje van 5 en een kindje van 3 jaar. In beide gevallen was de hals te krap om over het hoofdje te trekken. Heb veel meer steken opgenomen en heel los afgehecht. Doe ik iets fout bij het breien van de hals?

06.10.2018 - 09:03

DROPS Design answered:

Dag Fé Te Nuijl

Je hebt niks fout gedaan als ik het zo lees, de hals moet inderdaad vrij losjes gebreid worden voor kleine kinderen (die in verhouding een groter hoofd hebben). Mijn persoonlijke ervaring is dat er nogal verschil in kan zitten per kind.

11.11.2018 - 14:07

country flag Angie wrote:

When picking up stitches what does divisible by 6+5 mean?

04.08.2018 - 18:29

DROPS Design answered:

Dear Angie, it means that the pattern repeat is 6 stitch and you need to add 5 stitches to make it simmetric on both side. So you should pic up stitches in a number that, after taking out these 5 stitches, can be divided by six. Happy Crafting!

04.08.2018 - 23:23

Jessi Bauer wrote:

Hallo Werden die beiden Spitzen nach der bind off mid front und mid back in geschlossenen Runden gestricket oder in Hin und Rueckrunden?

19.07.2018 - 23:18

DROPS Design answered:

Liebe Frau Bauer, jede Spitze werden hin und zurück gestrickt: es wird auf beiden Seiten der Markierung zugenonmmen und gleichzeitig am Anfang jeder Reihe abgekettet. Am Ende wird die Mütze (= die beiden Spitzen) oben zusammengenäht. Viel Spaß beim stricken!

20.07.2018 - 14:46

country flag Christine Rider wrote:

Where is the beginning of the row on the hat, for the 2 sts bind for the top 1 and top 2? Is the beginning in the mid front and mid back? Is the top knitted in closed rounds, or in back and forward rows? Do understand it right and the markers are set on each outside?

20.03.2018 - 04:44

DROPS Design answered:

Dear Mrs Rider, the markers are on the sides, so that the first marker can be the beg of rounds, you will cast off the middle sts (mid front and mid back) and finish each tip (= part of top of hat) back and forth separately increasing on each side of the marker and binding off at the same time at the beg of each row. Happy knitting!

20.03.2018 - 09:12

country flag Van Laer Eloisa wrote:

Dankuwel voor uw uitleg. De merkdraden en het meerderen begrijp in intussen denk ik. Het afkanten aan weerszijden en hoeveel rijen een punt beslaat is me nog niet duidelijk. Waar juist kant je steken af ? Misschien wijst het zich wel uit al doende ? Het mutsje ziet er voor zover al geslaagd uit en ik wil de punten niet verknoeien.. ik ben geen beginneling maar ook niet gevorderd... vriendelijke groeten Eloisa

11.12.2017 - 23:45

DROPS Design answered:

Hoi Laer Eloisa, Je kant steeds midden voor en midden achter af. Als je de instructie gewoon volgt, wijst dit zich inderdaad wel.

13.12.2017 - 08:52

country flag Eloisa Van Laer wrote:

Ik zou deze muts graag breien voor mijn petekindje, is het mogelijk meer detail te krijgen over het breien van de punten, het meerderen en minderen is mij ondanks de reeds eerder gegeven uitleg bij de vragen toch niet duidelijk ? vriendelijke groet Eloisa

26.10.2017 - 19:13

DROPS Design answered:

Hallo Eloisa, Je breit de muts in de rondte en bij een hoogte van 17-19-21 cm beginnen de punten. Op dat moment plaats je ook de markeerdraden; deze zitten aan weerskanten, zeg maar boven de oren. Dan begin je bij 1 markeerdraad te breien, je breit 10-11-12 steken en kant dan 1-2-3 steken af midden voor. Dit afkanten doe je ook middenachter. Vervolgens brei je elke punt heen en weer apart van elkaar verder. De maarkeerdraad zit dan in het midden als je een punt aan het breien bent. Aan weerskantn van de markeerdraad ga je meerderen en aan beide uiteinden ga je afkanten volgens instructie, op die manier ontstaat de vorm van de punten er in.

02.11.2017 - 16:12

country flag Marilyn Raffaele wrote:

I am a very experienced knitter, but cannot understand the directions for making the top of the Harley child's hat. How do I increase on both sides of the marker and at the same time bind off??? Please help.

05.01.2015 - 16:26

DROPS Design answered:

Dear Mrs Raffaele, you have first to put 2 markers on each side (24-24-27 sts between each markers for mid front and mid back) - then bind off the mid 1-2-3 sts on both mid front and mid back, and continue each side separately binding off sts at the beg of every row, at the same time, increase at marker (in the middle of the piece worked). Happy knitting!

05.01.2015 - 17:49

country flag Paquerette Gagnon wrote:

Je tricote présentement le bonnet du modèle ci-dessus, j'ai ajouté 20 mailles au modèle de base, comment faire lorsque que je suis rendu à 21 cm pour continuer étant donné que je n'ai pas le même nombre de mailles. Merci de me le modifier.

11.12.2014 - 16:49

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gagnon, vous pouvez essayer d'ajuster le nombre de mailles à rabattre en recalculant en fonction de votre échantillon et de celui du modèle. Pour toute assistance individuelle, vous pouvez demander de l'aide à votre magasin DROPS où sur le forum DROPS. Bon tricot!

12.12.2014 - 09:18