DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24

Sea Crossing

DROPS Trui van Silke-Tweed and Cotton Viscose met een DROPS overslag op het voorpand

DROPS 81-28
Maat: S – M – L – XL - XXL
Materialen: DROPS Silke-Tweed van Garnstudio
200-200-250-250-250 g kleur nr. 10, grijs
en gebruik:
DROPS Cotton Viscose van Garnstudio,
300-350-400-400-450 g kleur grijs
DROPS breinaalden 5.5mm

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Silke-Tweed
DROPS Silke-Tweed
52% zijde, 48% lamswol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Cotton Viscose
DROPS Cotton Viscose
54% katoen, 46% viscose
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Steekverhouding: 16 st x 20 nld met breinld 5.5mm en 1 draad van beide garens = 10 x 10 cm

Tips voor Meerderen: (zoals toe te passen in het patroon). Alle meerderingen worden op de goede kant van het werk net voor – of direct na de 3 ribbelst gedaan als volgt 3: neem het lusje tussen de st op de linker en rechter nld op en brei dit verdraaid r.
Tips voor Minderen: (zoals toe te passen in het patroon). Alle minderingen worden op de goede kant van het werk gemaakt net voor- of direct na de 3 ribbelst als volgt: na de 3 ribbelst: 1 r afh, 1 r, afgehaalde st overhalen, voor de 3 ribbelst: 2 r samen br.

Achterpand: Zet 63-71-79-87-95 st op (incl. 1 kantst) met 1 draad van beide garens (=2 draden) en breinld 5.5mm. Brein 4 nld ribbelst en brei verder in tricotst. Minder bij een hoogte van 5, 7 and 9 cm, 1 st aan weerskanten = 57-65-73-81-89 st. Meerder bij een hoogte van 12 cm 7-7-7-6-6 x 1 st aan weerkanten op iedere 2-2-2-2.5-2.5 cm = 71-79-87-93-101 st. Kant bij een hoogte van 27-28-29-30-31 cm af voor het armsgat aan weerskanten als volgt: 1 x 3 st, 1-2-3-4-5 x 2 st en 1-2-3-3-4 x 1 st = 59-61-63-65-67 st. Brei bij een hoogte van 43-45-47-49-51 cm 4 nld ribbelst op de middelste 23 st. Kant vervolgens de 17 middelste st af voor de hals = 21-22-23-24-25 st voor elke schouder. Brei elke schouder afzonderlijk verder en brei de 3 st ribbelst aan weerskanten van de hals alle nld r. Kant af bij een totale hoogte van 46-48-50-52-54 cm.

Rechter voorpand: Lees de hele werkbeschrijving goed door voordat u verder gaat. Alle instructies voor de rechter- en linkerkant van het werk gelden voor de goede kant van het werk.
Zet 22-24-26-28-30 st op met 1 draad van beide garens (2 draden). Brei 4 nld ribbelst, en ga daarna door in tricotst, met 3 st in ribbelst aan de linkerkant van het werk (kant-1) = dit is het middenvoor/onderkant.
Begin na 2 nld ribbelst te meerderen aan de rechter zijkant van het voorpand (kant-2) in elke 2e nld: 5-6-7-8-9 x 1 st, 4 x 2 st, 2 x 3 st en dan nog 1 x 4 st = 45-48-51-54-57 st.
Het werk heeft nu een hoogte van ca. 12-13-14-15-16 cm. Ga verder in tricotst, met 3 st ribbelst aan weerskanten – en minder 6-7-11-12-13 x 1 st aan kant-2 (zie de tip voor het minderen) in elke 4e nld en vervolgens 4-4-2-2-2 x 1 st in elke 6e nld = 35-37-38-40-42 st. Het werk heeft een hoogte van ca. 36-39-42-45-48 cm. Meerder nu 6-5-4-3-1 x 1 st aan kant-2 (zie de tip voor het meerderen)in elke 4e nld en vervolgens 4-6-9-11-15 x 1 st in elke 2e nld.
Minder bij een hoogte van 40-44-48-52-56 cm (vanaf de opzetnld) 7 x 1 st aan kant-1 in elke 2e nld (minder bij de rand, nadat de 3 ribbelsteken zijn afgekant, brei tricotsteek over alle steken). Kant af vanaf de zijkant en blijf de overige st in ribbelst en tricotst breien zoals eerst.
Het werk heeft een hoogte van ca. 47-51-55-59-63 cm. Kant in de volgende nld 8-10-13-16-18 st af aan kant-1 voor het armsgat. Minder vervolgens 20-20-20-20-21 x 1 st voor het armsgat als volgt: minder 3 x in elke nld en brei dan 1 nld zonder te minderen.
Na de laatste mindering aan kant-2 heeft het werk het hoogte van ca. 51-54-58-61-65 cm vanaf de opzetnld. Minder nu 1 st in elke 2e nld aan kant-2 totdat alle st zijn afgekant. Het werk heeft nu een hoogte van ca. 60-64-68-72-76 cm vanaf de opzet tot de schouder.

Linker voorpand: Zet op en brei als het rechter voorpand maar in spiegelbeeld.

Mouwen: Zet 36-38-40-42-42 st op (incl. 1 kantst aan beide kanten) met 1 draad van beide garens en breinaald 5.5mm. Brei 4 nld ribbelst and en brei verder als volgt: *2 nld tricotst, 1 nld av*. Herhaal van *-* tot e mouw 10 cm hoog is. Brei verder in tricotst. Meerder bij een hoogte van 13 cm, 10-11-11-12-14 x 1 st op elke 3.5-3-3-2.5-2 cm = 56-60-62-66-70 st. Kant bij een hoogte van 48-47-45-44-42 cm af voor de mouwkop in elke 2e nld als volgt: 1 x 3 st, 3 x 2 st, 0-1-3-4-6 x 1 st en vervolgens 2 st aan elke kant tot een hoogte van 55 cm. Kant dan nog 1 x 3 st af aan weerskanten, brei 1 nld en kant de resterende st af. De mouw is ca 56 cm hoog.

Afwerking: Sluit de schoudernaden en zet de mouwen in. Leg het rechter voorpand over het linker voorpand en naai de panden aan het achterpand.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 09.03.2017
Rechter voorpand:...Minder bij een hoogte van 40-44-48-52-56 cm (vanaf de opzetnld) 7 x 1 st aan kant-1 in elke 2e nld (minder bij de rand, nadat de 3 ribbelsteken zijn afgekant, brei tricotsteek over alle steken). ...

Telpatroon

diagram measurements

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 81-28

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (50)

country flag Jodie Bensman wrote:

Since neither of the yarns for this sweater are currently available, what replacements would you recommend? I tried your converter tool and it came up with the same replacements for both.

15.10.2018 - 15:25

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bensman, both Silke Tweed and Cotton Viscose were yarns group A, that's the reason why you will be suggesting same yarns - read more about the alternatives here. Click on each yarn name (where you can read discontinued to read more about the yarns. Happy knitting!

15.10.2018 - 16:05

country flag Sylvie Lamanque wrote:

Bonjour, Quand vous écrivez \\\" à 44 cm de hauteur totale (à partir du rang de montage), voulez-vous dire du début de l\\\'ouvrage (4 rgs de point mousse) ?

23.08.2018 - 18:31

country flag Anna Hamilton-Gunn wrote:

In the British version of the instructions for the Right Front the first set of increases has a typo... It finishes these increases with '4 st 11 time' which I read as 4 stitches eleven times. This would give far too many stitches but the American English version finishes this part with '4 st 1 time' ... This is the correct number (4 stitches ONCE not 4 stitches 11 times). Hope this helps clear up anyone else's confusion. Happy knitting :)

03.03.2017 - 00:58

country flag Suzi wrote:

My suggestion for a name: "Summer Wrapture" 😊

23.07.2016 - 23:34

Lis wrote:

This is just the sweater that I'm looking for but I'd like it to be about 4 inches longer at the back and fronts. Easy to just add length to the back but should I just add width to the fronts to get the extra length. I thought I'd make the L but if I cast on for the XXL and then follow the shaping for the L, would that work? Or could you suggest some other way please? Many thanks. Lis

05.07.2016 - 17:46

DROPS Design answered:

Dear Lis, for any individual assistance, you are welcome to contact your DROPS store, they will have tips & advices for you. Happy knitting!

06.07.2016 - 07:50

country flag Nadine L. wrote:

Pour le devant, lorsqu'on commence les aug. au côté 2, est-ce qu'on doit les faire au bord du tricot ou à quelques mailles du bord? Si c'est à quelques mailles, pourriez-vous svp préciser le nombre de mailles. Merci.

02.02.2015 - 02:45

DROPS Design answered:

Bonjour Nadine L, les augmentations sur le côté 2 au début de l'ouvrage se font au bord directement (on monte d'abord plusieurs mailles sur plusieurs rangs), celles qui se font côté 2 à partir de 36-48 cm (cf taille) se font avec 1 jeté à 3 m des bords (voir "Augmentations pour les devants"). Bon tricot!

02.02.2015 - 13:17

country flag Rebecca wrote:

Sie schreiben: Weiter wird auf Seite-1 von der Kante so abgekettet: 1 M 20-20-20-20-21 Mal auf alle 3.Ndl und danach 1 Ndl ohne zu abketten, stricken ; jedoch ist unklar was gemeint ist. Heißt das: alle 3 Reihen eine abketten und das 20 Mal (während eine ohne abketten gestrickt wird), oder heißt das anstatt 2 Maschen zu einer zusammenzuziehen, ziehen wir 3 zusammen... Und: Ndl. = Reihe? Vielen Dank :)

21.01.2015 - 21:42

DROPS Design answered:

Die Anleitung ist schon sehr alt und wird noch sprachlich überarbeitet. Es soll heißen, dass Sie an der Seite-1 in 3 R nacheinander 1 M abnehmen, in der 4. R dann keine Abnahme arbeiten. Also 3 R stricken und in jeder R an Seite-1 1 M abnehmen, dann 1 R ohne Abnahme stricken. Dann wieder 3 R mit Abnahme, 1 R ohne. Das machen Sie so lange, bis Sie 20 M abgenommen haben.

27.01.2015 - 22:55

country flag Nadine L. wrote:

Les 2 fils proposés pour ce tricot sont de même grosseur, mais il en faut 200g de l'un et 300g de l'autre pour la plus petite taille. Les quantités de fil ne devraient-elles pas être égales?

30.12.2014 - 16:24

DROPS Design answered:

Bonjour Nadine L., les quantités sont différentes pour chacune de ces 2 qualités car elles n'ont pas le même métrage, Silke Tweed (épuisée) faisait environ 200 m pour 50 g et Cotton Viscose environ 110 m pour 50 g, d'où la différence. Cliquez ici pour une équivalence à Silke Tweed et le calcul de la quantité. Bon tricot!

31.12.2014 - 12:35

country flag Anne wrote:

Bonjour. Pour la manche, après les diminutions pour la taille 2: 1fois 3m, 3 fois 2m et 1 fois 1m, il est écrit : et 2 m jusqu'à 55 cm de hauteur totale. Faut-il diminuer 2m une seule fois ou tous les 2rgs jusqu'à 55 cm, c'est à dire 3 ou 4 fois 2m? Merci beaucoup pour votre réponse. En tous cas modèle très sympa. Bonne journée.

14.11.2014 - 07:23

DROPS Design answered:

Bonjour Anne, quand vous avez rabattu pour les manches de chaque côté 1 x 3m, 3 x 2m et 1 x 1 m, vous continuez en rabattant 2 m de chaque côté jusqu'à ce que la manche mesure 55 cm de hauteur totale, puis vous rabattez 1 fois 3 m de chaque côté avant de rabattre les mailles restantes. Le nombre de fois dépendra de votre tension (nbe de rangs) en hauteur, l'important ici étant de bien mesurer. Bon tricot!

14.11.2014 - 15:18

country flag Six-Trouilles wrote:

Bonsoir, Je voudrais savoir s'il faut faire 3 m en point mousse sur le côté 2 une fois les premières augmentations réalisées (on est à 15 cm de hauteur totale). J'ai l'impression d'en voir sur la photo. D'avance merci pour votre aide. Marie-Laure

29.05.2013 - 22:38

DROPS Design answered:

Bonjour Marie-Laure, on continue effectivement avec 3 m au point mousse de chaque côté après 15 cm (taille XL). Bon tricot !

30.05.2013 - 09:26