DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.45 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 94-24
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materialen: DROPS Safran van Garnstudio
250-300-300-350-400 gr nr. 17, wit

DROPS Rondbreinld nr. 3,5 – of de breinld die u nodig heeft voor deze stekenverhouding: 21 st x 30 nld in het ajourmotief = 10 x 10 cm, en 25 st x 30 nld in Boordsteek-2 = 10 x 10 cm.
DROPS Kleine rondbreinld nr. 3,5 (voor de hals).
Ca 150 tot 200 cm wit satijnband (ca 6 mm breed).

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.45 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.25€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

Boordsteek 1: * 2 r, 4 av *, herhaal steeds *-*.

Boordsteek 2: * 2 r, 3 av *, herhaal steeds *-*.

Ajourmotief: zie teltekeningen M.1 t/m M.5. De teltekening geeft de goede kant van het werk weer.

Tips minderen (geldt voor de raglanmouwen):
In elke overgang tussen de mouwen en het rug- en voorpand minderen (begin 3 st voor de merkdraad): 2 st r sam.br, 2 r (de merkdraad zit in het midden van deze 2 st), haal 1 st r af , brei 1 r en haal de afgeh st daarover.

Voorpand: Lees a.u.b. de hele patroon voordat u begint met breien – het werk wordt heen en terug op de rondbreinld gebreid!
Zet met breinld nr. 3,5 en Safran 146-158-170-182-206 st op (incl. 1 kantst aan beide kanten). Brei 1 nld av, deze eerste nld is een “heeng nld”. Brei vervolgens boordsteek 1 met 1 kantst aan beide kanten. Na de 2e nld alle 4 av st naar 3 av minderen = 122-132-142-152-172 st, en brei de boordsteek door in 2 r/3 av (op de goede kant gezien). Brei bij een hoogte van 10 cm 1 nld r op de heeng nld en minder tegelijkertijd gelijkmatig naar een totaal van 102-110-120-130-142 st. Brei de volgende terugg nld als volgt: 1 kantst, 2-2-3-0-2 tricotst, teltekening M.1 over de volgende 96-104-112-128-136 st, 2-2-3-0-2 tricotst en 1 kantst. Brei het motief totdat teltekening M.1 één keer volledig is gebreid – LET OP: in de heeng nld waar u alle st av moet breien, echt av op alle st breien! (dus ook op de 2-2-3-0-2 tricotst aan beide kanten van teltekening M.1). Tegelijkertijd op de twee na laatste nld van teltekening M.1 het aantal st naar een totaal van 99-107-123-131-139 st minderen.
Brei de volgende heeng nld als volgt: 1 kantst, teltekening M.2A over de volgende 88-96-112-120-128 st, M.2B (= 9 st) en 1 kantst. Brei dit motief totdat teltekening M.2 één keer volledig is gebreid - tegelijkertijd op de laatste nld van teltekening M.2, het aantal st naar een totaal van 98-104-116-128-140 st aanpassen. Brei verder volgens teltekening M.3 met 1 kantst aan beide kanten. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 26 en 38 cm 1 st af aan beide kanten = 94-100-112-124-136 st – st, die geen onderdeel van het ajourmotief zijn bij het afkanten in tricotst breien. Brei bij een hoogte van ca 46-47-48-49-50 cm – als er minstens 2 nld tricotst na teltekening M 3 zijn gebreid en de volgende nld moet een heeng nld zijn – de volgende nld als volgt:
1 kantst, 2-1-3-1-3 tricotst, teltekening M.1 over de volgende 88-96-104-120-128 st, 2-1-3-1-3 tricotst en 1 kantst. Brei dit motief totdat teltekening M.1 één keer volledig is gebreid (vergeet niet om alle st av te breien op de heeng nld ) – en tegelijkertijd op de laatste nld van teltekening M.1 het aantal st naar een totaal van 95-101-111-123-137 st aanpassen.
Brei na teltekening M.1 de volgende heeng nld als volgt:
1 kantst, 2-1-2-0-3 tricotst, M.4A over de volgende 80-88-96-112-120 st, M.4B (= 9 st), 2-1-2-0-3 tricotst en 1 kantst.
Als teltekening M.4 één keer volledig is gebreid verder breien volgens teltekening M.5 - M.5 herhalen op de rest van het werk. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 55-56-57-58-59 cm 7-7-7-9-9 st af voor de armsgaten aan beide kanten = 81-87-97-105-119 st op de breinld. Zet deze st op 1 draad en brei het rugpand.

Rugpand: als het voorpand breien.

Mouwen: de mouw wordt heen en weer op de rondbreinld gebreid. Zet met rondbreinld nr. 3,5 en Safran 72-77-82-87-92 st op (incl. 1 kantst aan beide kanten). Brei 1 nld av, deze eerste nld is een ‘heeng nld’. Brei vervolgens Boordsteek-2 met 1 kantst aan beide kanten. Brei bij 2 cm – de volgende nld moet een heeng nld zijn – 4 nld r - tegelijkertijd 1-2-3-2-1 st gelijkmatig minderen op de 1e nld = 71-75-79-85-91 st. Kant daarbij 7-7-7-9-9 st af aan beide kanten = 57-61-65-67-73 st op de breinld. Zet deze st op 1 draad en brei nog 1 mouw.

Afwerken: sluit de zijnaden van het voor- en rugpand vlak langs de kantst. Sluit de mouwnaden vlak langs de kantst.

Bovenstuk: zet de mouwen op dezelfde rondbreinld als het rug- en voorpand, boven de armsgaten = 276-296-324-344-384 st. Zet 1 merkdraad in elke overgang tussen het rug- en voorpand en de mouwen = 4 merkdraden.
Brei 1-2-1-2-1 nld voordat het minderen begint – LET OP: brei het ajourmotief door op het rug- en voorpand. St, die geen onderdeel van het ajourmotief zijn in tricotst breien, zorg dat er altijd een omslag t.o. een samengebreide st staat en vice versa, zodat het aantal st klopt. Brei voor de mouwen ook volgens teltekening M.5 met 0-2-0-1-0 tricotst aan beide kanten en begin het motief in dezelfde nld als op het rug- en voorpand, zodat het motief doorloopt op de mouwen en het rug- en voorpand (M.5A breien op de eerste 48-48-56-56-64 st en M.5B op de laatste 9 st).

Raglanmouwen: daarbij 1 st minderen aan elke kant van alle merkdraden (= 8 keer minderen) – zie Tips minderen: minderen in elke 2e nld 15-16-18-19-21 keer – LET OP: st, die geen onderdeel van het ajourmotief zijn in tricotst breien.

Hals: zet tegelijkertijd bij een hoogte van 63-65-67-68-70 cm de middelste 39-43-47-51-57 st op 1 draad voor de hals. Kant daarbij af aan de halszijden in elke 2e nld: 1-1-1-2-2 x 2 st en 2 x 1 st.
Als het minderen voltooid is, staan er in totaal 109-117-125-129-147 st op de breinld.

Halsrand: neem met een kleine rondbreinld nr. 3,5 en Safran ca 156 tot 212 st op rondom de hals (incl. de st van de draad langs de voorhals). Brei 1 nld av, en brei vervolgens 1 nld r en minder tegelijkertijd het aantal st gelijkmatig naar een totaal van 120-130-130-140-140 st. Brei vervolgens Boordsteek-2 tot de boord een hoogte van ca 2,5 cm heeft. Kant de st los af in patroon.
Trek het satijnband door de bovenste rij gaatjes (van teltekening M.3) en sluit deze middenvoor.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 02.10.2014
Nieuwe teltekeningen M.4 en M.5

Telpatroon

symbols = r op de goede kant, av op de verkeerde kant
symbols = av op de goede kant, r op de verkeerde kant
symbols = 1 omslag
symbols = brei 2 st in deze st (= 1 r, 1 av)
symbols = 2 st r samenbreien
symbols = haal 1 st r van de nld af, 1 r, haal de afgeh st daarover
symbols = haal 1 st r van de nld af, 2 st r samenbreien, haal de afgeh st daarover
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 94-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (60)

country flag Elizabeth W wrote:

Hej Jag förstår inte hur jag ska sticka nacken. Halsens maskor sätts på tråd. Men hur fortsätter jag över ärm, nacke, ärm? Stickar jag med rundsticka fortfarande?

12.01.2024 - 12:11

DROPS Design answered:

Hej Elizabeth, når du har sat masker på en tråd foran til hals, fortsætter du frem og tilbage samtidig som du tager 2 masker ind i starten af næste 2 pinde :)

16.01.2024 - 11:50

country flag Anne Hill wrote:

I’m going to try this pattern on my knitting machine & I do have a lace attachment I also will try the pattern on a punchcard or something similar

05.05.2023 - 10:43

country flag Linda Mortensen wrote:

Jeg vil spørge om der ikke er fejl i opskriften da mønster nr. M 2A kun har atten pinde i stedet for 20 pinde som er skrevet på opskriften og så er der fejl i mønster M 4A hvor der står at der skal være 20 pinde og der er kun 12 pinde i mønsteret jeg vil gerne høre om det er en fejl. Med venlig hilsen Linda Mortensen

21.02.2021 - 15:28

DROPS Design answered:

Hej Linda, nej det siger bare at 20 pinde i dette mønster = 7 cm i højden. God fornøjelse!

23.02.2021 - 14:17

country flag Marion wrote:

Danke für die Rückmeldung, mir geht es um die Reihen 7 und 8, die bei der Wiederholung von M5 fehlen, wenn ich nach Reihe 18 mit Reihe 1 weiter mache 🙂

18.08.2020 - 14:17

DROPS Design answered:

Liebe Marion, ich habe M.5 2 Mal in der Höhe gestrickt, um sicher zu sein ob es klappt oder nicht und bei mir wird die Diagramme schön in der Höhe wiederholt, diese Zunahme von 7. Reihe brauche ich nicht zwischen die Wiederholungen. Viel Spaß beim stricken!

18.08.2020 - 16:56

country flag Marion wrote:

Ich habe eine Frage zu M5. Ich wiederhole dieses Muster ja mindestens einmal, wenn ich aber nach der Strickschrift gehe, wird die Zacke im Übergang von letzter zu erster Reihe schmäler als die ersten beiden Zacken. Hier müsste doch eigentlich auch wieder die Zwischenreihe mit der Verdoppelung einzelner Maschen wiederholt werden, oder ? Auf dem Foto sind die Zacken jeweils gleich breit. Danke 😊

18.08.2020 - 12:05

DROPS Design answered:

Liebe Marion, Diagramme muss wahrscheinlich korrigiert sein (Anfang 3. Reihe + 13. Reihe in A wenn man A wiederholt + 9. Reihe in B) damit alle Maschen stimmen, aber bei der 17 Reihe haben Sie K5, 1 Umschlag, 2 Re zs, 1 M re und bei der 1. Reihe haben Sie 3 M, 1 Abnahme, 1 Umschlag, 1 M re (= der Umschlag von 17. Reihe), 1 Umschlag, 2 M re zs. Dh, Muster kann in der Höhe wiederholt sein. Viel Spaß beim stricken!

18.08.2020 - 14:04

country flag Megan wrote:

Hi! This is about diagram M. 2A. It's supposed to be worked over eight stitches and, for example in size S, be repeated 11 times before working M. 2B, but on row 5 I would need 9 stitches to complete the yarn over/knit2together pattern. Does it mean that I only need to work yarn over without knit2together? Thanks and Regards, Megan

05.04.2020 - 23:42

DROPS Design answered:

Dear Megan, on 5th round, work the last stitch in M.2A together with the first stitch next M.2A (and then M.2B), the yarn over is now the last stitch M.2A and the decrease is now the first stitch next M.2A/M.2B. Happy knitting!

09.04.2020 - 14:04

country flag Carina Höglund wrote:

När man kommit upp på varvet där jag ska maska av för ärmen (på framstycket) , är det även där jag ska sätta övriga maskorna på en tråd

19.01.2020 - 12:21

DROPS Design answered:

Hej. Ja det stämmer. Mvh DROPS Design

29.01.2020 - 08:37

Griet De Reu wrote:

Ik snap het niet goed, M2 wordt dit van rechts naar links gelezen ? Als ik van links naar rechts A1 lees dan valt een stuk van het figuur uit mijn breiwerk. Of stel ik nu een heel domme vraag ?

22.05.2018 - 10:24

DROPS Design answered:

Hallo Griet, Je begint de telpatronen altijd rechts onder en dan lees je naar links. Misschien is het handig om deze insctructie even te lezen, daarin staat uitgelegd hoe je telpatronen leest.

23.05.2018 - 11:13

country flag Rebekah R wrote:

Thank you, that makes sense! Sorry was reading chart from incorrect side, your clarification really helped :)

19.04.2018 - 14:16

country flag Rebekah R wrote:

Im confuses about M.2B row 5 and the overlap with M.2A. How does the row start? Is this correct? Seam st, *Yo, K3, Yo, slip 1 (k, k1, psso), k1, k2tog* (repeat *-*) until last 9 then k2tog, Yo, K3, Yo, slip 1 (k, k1, psso), k2, seam st.

18.04.2018 - 15:31

DROPS Design answered:

Dear Rebekah, the last st in M.2A will be worked together with the first st in M.2B = the YO will now below to M.2A and the last st in M.2A will worked tog with the first st in M.2B. Same happens when repeating M.2B: the last st in M.2B will be worked together with the first st in next M.2B. Happy knitting!

18.04.2018 - 15:43