DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 52-20
Reiszak:
Maat: 0/3 (6/9 - 12/18) mnd.
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio
350 (400-450) gr nr. 18, rood
100 (100-100) gr nr. 01, naturel

DROPS Rond- sokkenbreinld 2,5mm en 3,5mm.
DROPS Tinnen knopen: 7 st (Trolknoop nr. 606).


Muts:
Maat: 0/3-6/9 (12/18-24) mnd
Materialen: DROPS Karisma Superwash van Garnstudio
nr. 01, naturel (van de zak)
DROPS Breinld 3,5mm.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Karisma
DROPS Karisma
100% wol
vanaf 2.65 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

REISZAK:

Steekverhouding: 22 st x 30 nld op breinld nr. 3,5 en het motief = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

Boordst: *1 r, 1 av*.

Voor- en achterkant: zet met rondbreinld 3,5mm en rood 184 (192-208) st op en brei 2 nld tricotst. Plaats vervolgens 1 merkdraad aan weerskanten; voor- en achterkant = 92 (96-104) st. Brei vervolgens teltekening M.1 – begin bij het pijtje en brei de voorkant, begin weer bij het pijltje voor de achterkant. Brei na M.1 teltekening M.2 tot een totale hoogte van ca 47 (52-58) cm – d.w.z. na een volledige herhaling van het motief. Begin bij het pijltje voor de voorkant en begin weer bij het pijltje voor de achterkant. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 24 (27-33) cm 4 st af in het midden van de voorkant voor het split = 180 (188-204) st en brei het bovenste deel van de zak heen en weer. Brei na teltekening M.2 teltekening M.3 op de rest van het werk. Begin bij het pijltje voor de voorkant en begin weer bij het pijltje voor de achterkant. Kant tegelijkertijd bij een hoogte van 52 (56-60) cm af voor de armsgaten als volgt: brei 38 (40-42) st voorkant, kant 12 (12-16) st af, brei 80 (84-88) st achterkant, kant 12 (12-16) st af, en brei 38 (40-42) st voorkant. De voor- en achterkant worden vanaf hier afzonderlijk verder gebreid.

Achterkant: = 80 (84-92) st. Brei door volgens het motief. Zet bij 65 (70-76) cm de middelste 32 (34-36) st op een draad voor de hals, en kant vervolgens 1 st af aan de halszijden in de volgende nld. Kant na teltekening M.3 de resterende st af. Het werk heeft een totale hoogte van ca 67 (72-78) cm.

Linker voorpandje: = 38 (40-45) st. Brei door volgens het motief. Kant bij een hoogte van 62 (67-73) cm af voor de hals in elke 2e nld: 1 x 9 (10-11) st, 2 x 2 st en 2 x 1 st. Kant de overige st af na teltekening M.3. Het werk heeft een totale hoogte van ca 67 (72-78) cm.

Rechter voorpandje: als het linker voorpandje, maar in spiegelbeeld.

Mouwen: zet met sokkenbreinld 2,5mm en rood 38 (40-42) st op en brei 3 cm boordst. Wissel naar sokkenbreinld 3,5mm en brei teltekening M.1 en meerder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 4 (4-4) st in deze 1e nld = 42 (44-46) st. Begin tegelijkertijd na de boordst te meerderen in het midden van de ondermouw: 12 (13-17) x 2 st keer voor maat 0/3 + 6/9 mnd: in elke nld, voor maat 12/18 mnd: afwisselend in de 2e en elke nld = 66 (70-80) st. Brei na teltekening M.1 teltekening M.2 op de rest van de mouw. Deel het werk bij een hoogte van 8 (13-14,5) cm in het midden van de ondermouw in tweeën en brei de mouw vanaf hier heen en weer. Kant bij een hoogte van 11 (16-18) cm af voor de mouwkop aan weerskanten in elke 2e nld: 3 x 7 (7-8) st. Kant de overige st af. De mouw heeft een totale lengte van ca 13 (17-20) cm.

Afwerken: sluit de schoudernaden. Neem met sokkenbreinld 2,5mm en rood ca 70-74 st op langs de hals en brei 2 cm boordst – kant de st af. Linker voorkant: Neem met breinld 2,5mm en rood ca 94 st op langs de linker voorkant (de st op de goede kant opnemen), brei 2 cm boordst en kant de st af. Rechter voorkant: als de linker voorkant, maar kant na 1 cm gelijkmatig af voor 7 knoopsgaatjes in de voorkant - 1 knoopsgaatje = kant 2 st af en zet op de volgende nld 2 nieuwe st op boven de net afgekante st. Kant de st af. Naai de onderkant van het split netjes dicht. Zet de mouwen in het zakje, naai vlak langs de kant zodat de naden niet te dik worden. Naai de knoopjes op de linker voorkant.
Als dit zakje te klein wordt, kunt u er een trui van maken, door het zakje aan de onderkant af te knippen en er vervolgens 4 cm boordst op te breien.




MUTS:

Steekverhouding: 22 st x 45 nld op breinld 3,5mm in ribbelst = 10 x 10 cm. Gebruik eventueel grotere of kleinere naalden om de juiste steekverhouding te krijgen. Brei een proeflapje!

MUTS:
Zet 28-32 (36-40) st op met breinld 3,5 mm en naturel. Brei ribbelst en meerder tegelijkertijd 1 st aan de rechterkant en minder 1 st aan de linkerkant als volgt:
1e nld (= goede kant): 2 r, 1 omsl (= + 1 st), en brei door tot er nog 4 st op de nld staan. Brei 2 st r samen en 2 r.
2e nld (= verkeerde kant): brei alle st r, maar brei de omsl verdraait r.
Herhaal deze 2 nld tot een hoogte van 5,5-6 (6,5-7) cm. Minder vervolgens 1 st aan de rechterkant en meerder 1 st aan de linkerkant. Brei door als volgt:
De volgende nld (= goede kant): 1 r, haal 1 st r van de nld af, 1 r, en haal de afgeh st daarover. Brei tot er nog 2 st op de nld staan. Maak 1 omsl en brei 2 r.
De volgende nld (= verkeerde kant): brei alle st r, maar brei de omsl verdraait r. Herhaal deze 2 nld voor nog 5,5-6 (6,5-7) cm.
Meerder vervolgens steeds 1 st aan de rechterkant in elke 4e nld, en minder 1 st aan de linkerkant in elke 2e nld tot een totale hoogte van 15,5-17 (17,5-18) cm = midden van de muts. Plaats 1 merkdraad aan weerskanten van het werk.
Brei door als net beschreven, maar dan in spiegelbeeld. Kant de st af bij een totale hoogte van 31-34 (35-36) cm.

AFWERKEN:
Voorkant = het deel van het werk met 3 hele puntjes, en achterkant = het deel van het werk met 2 hele en 2 halve puntjes. Zet de muts als volgt in elkaar: sluit de achterkant van de muts door het eerste halve puntje aan de eerste helft van het hele puntje te naaien. Naai de tweede helft van dit puntje aan de eerste helft van het volgende puntje, en naai vervolgens de tweede helft van dit puntje aan het laatste halve puntje. Sluit tenslotte de muts op de middenachter.

KOORDJE:
Zet met breinld 3,5mm en ecru 4 st op en brei 4 r * keer het werk, maar leg de draad achter de 4 r st, trek stevig aan en brei deze 4 st nog een keer op de ‘heeng nld’*, herhaal steeds *-* tot een totale lengte van 15 (16-17) cm, en kant de 4 st af. Brei nog een koordje. Naai de koordjes vast aan de binnenkant van de puntjes aan weerskanten.

Telpatroon

symbols = rood
symbols = naturel
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 52-20

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (11)

country flag Karin Pauli wrote:

Ich suche die Anleitungzuzu schlicht &moder aus der Tina Nr.52 v. 16.12.20

18.12.2020 - 14:03

country flag Colle wrote:

I am working on the Trip Sack, and am confused with the decreases on the sleeves. The pattern reads, "When the work measures 11 (16-18) cm [4.25" (6.25" - 7")], bind off for sleeve caps on either side every other row: 7 (7-8) sts 3 times, bind off all sts". Does this mean to do all decreases on one side? Can you rephrase the directions in other words?

15.10.2020 - 20:24

DROPS Design answered:

Dear Mrs Colle, you will have to cast off 7-7-8 sts at the beginning of the next 6 rows (= you will cast off 7-7-8 sts on each side 3 times = 21-21-24 sts in total on each side). Hope this helps. Happy knitting!

16.10.2020 - 09:54

country flag Colle wrote:

I am working on the sleeves of the Trip sack. I am confused with your explaination of decreasing (page 6) “when the work measures 11cm, bind off for sleeve caps on either side, every other row 7 stitches, 3 times “. Does this mean that all decreases are done on one edge? If done on alternating sides, won’ t one edge have an extra 7 stitches of decrease?

15.10.2020 - 19:14

DROPS Design answered:

Hi Colle, You bind off on both sides 7 stitches x 3 ( a total of 42 stitches decreased) . Happy knitting!

16.10.2020 - 08:25

country flag Ghis wrote:

Bonjour, tous mes meilleurs voeux à vous tous ce modèle existe til en français ??? Bien cordialement

22.01.2020 - 15:05

DROPS Design answered:

Bonjour Ghis, merci beaucoup, meilleurs vœux également! Et bonne nouvelle: tous nos modèles sont disponibles en français, cliquez sur le menu déroulant sous la photo pour sélectionner "français". Bon tricot!

22.01.2020 - 15:42

country flag Saint-Jean wrote:

A quelle hauteur doit-on commencer à tricoter M3 ? Merci

26.09.2015 - 05:03

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Saint-Jean, on tricote M.2 jusqu'à ce que l'ouvrage mesure 47-52-58 cm de hauteur totale - ajustez la hauteur pour que le dernier M.2 en hauteur soit terminé et tricotez ensuite M.3. Bon tricot!

28.09.2015 - 09:25

country flag Waltraud wrote:

Hi, gibt es auch für das Mützchen eine Anleitung? Gruß w.

21.09.2015 - 15:03

DROPS Design answered:

Die Übersetzung der Anleitung für die Mütze steht noch aus. Sie erfolgt in Kürze, Sie finden Sie dann unter der gleichen Modellnummer unter dem Schlafsack.

27.09.2015 - 22:24

country flag DROPS Design NL wrote:

Dat hoort helemaal niet bij het patroon. Wel grappig dat dit zo veel jaren in alle talen heeft gestaan. Maar het patroon is nu helemaal aangepast. Voor informatie over het afwerken van de muts, kan je eventueel kijken onder de instructievideo's. Gr. Tine

26.02.2010 - 13:40

country flag Irene wrote:

Herhaal deze 2 nld nog 5,5-6 (6,5-7) cm. Wissel naar paars en brei verder door...... Waar/wat is paars? Andere gaaren of andere naalden?

25.02.2010 - 13:31

country flag Niek Appelo wrote:

Een tip voor patroon Drops nummer 52-20 Zet een rits onder in de zak i.p.v. dichtnaaien. Je kunt de baby makkelijker verschonen of zo iets

18.04.2008 - 13:58

country flag DROPS / Lena wrote:

Yes, the 32 should be counted as part of the 70-74.

30.10.2007 - 18:35