DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 67.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Snow Flake Cardigan

Gebreid vest in DROPS Merino Extra Fine en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt overdwars gebreid met kabels, kantpatroon, dubbele halsrand en split in de zijkanten. Maten XS - XXL.

DROPS 243-31
DROPS Design: Patroon me-272
Garengroep B + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

GAREN:
DROPS MERINO EXTRA FINE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
550-600-650-700-800-850 g kleur 39, ijsblauw
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-150-175-175-200-225 g kleur 07, licht hemelsblauw

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 630: 6-6-7-7-7-7 stuks.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD MAAT 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD MAAT 3.5 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.70 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 67.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

KANTSTEEK:
1 of 2 kantsteken worden gebreid op het begin en einde van elke naald, zoals beschreven in de tekst. Deze kantsteken worden aan zowel de goede als de verkeerde kant recht gebreid (ribbelsteek).

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
A.X en A.Y tonen de meerderingen voor de kabels.

VOORLOPIG OPZETTEN:
Door voorlopig op te zetten, krijgt u open steken welke op een hulpdraad staan, in plaats van een definitieve opzetrand. Als de biezen worden gebreid, wordt de hulpdraad eruit gehaald en de steken worden op een naald gezet.
Begin door een lus te vormen met 1 draad DROPS Merino Extra Fine en 1 draad DROPS Kid-Silk samen gehouden (2 draden). Plaats deze lus op de naald waarmee u op gaat zetten, houd dan de hulpdraad met uw duim vast en houd de draden van Merino Extra Fine + Kid-Silk met uw wijsvinger vast. Zet op zoals gebruikelijk zodat de steken om de hulpdraad liggen. Laat de hulpdraad erin zitten en brei verder in de hoogte. De hulpdraad wordt later verwijderd en de steken worden op breinaalden gezet voor de voorbies. Zie de video voor VOORLOPIG OPZETTEN onderaan het patroon of zoek bij Help en Tips op onze website.

ITALIAANS AFKANTEN:
Kant af met Italiaans afkanten om een elastische rand te maken. Het draadeinde dat hiervoor gebruikt wordt, moet minstens 4 keer zo lang zijn als de rand die afgekant wordt.

Begin door de 1e rechte steek “vast te zetten” als volgt: Voeg de naald in de 1e steek alsof u deze averecht gaat breien en trek aan. Laat de steek niet van de naald af glijden. Voeg de naald in vanaf de achterkant tussen de 1e en 2e steek zodat de draad aan de voorkant komt, haal de draad door, voeg de naald in de 2e steek alsof u deze recht gaat breien, haal de draad door. Voeg de naald in de 1e steek alsof u deze recht gaat breien, haal de draad door en laat dan de 1e steek van de naald af glijden.

Voeg de naald in de 2e steek alsof u deze averecht gaat breien, haal de draad door, voeg de naald in de 1e steek alsof u deze averecht gaat breien, haal de draad door, laat de steek van de naald af glijden (de draad is nu aan de achterkant).
Vanaf de achterkant, voeg de naald in tussen de 1e en 2e steek, haal de draad door. Vanaf de voorkant, voeg de naald in de 2e steek alsof u deze recht gaat breien, haal de draad door, voeg de naald in de 1e steek alsof u deze recht gaat breien, haal de draad door, laat de 1e steek van de naald af glijden.

Begin nu met afkanten in boordsteek.
1: Als u een averechte steek afkant, naai dan als volgt: Voeg de naald in de 2e steek (een rechte steek) alsof u deze averecht gaat breien, haal de draad door, voeg de naald in de 1e steek (een averechte steek) alsof u deze averecht gaat breien, haal de draad door, laat de steek van de 1e naald af glijden (de draad is nu op de achterkant).

2: Als u een rechte steek afkant, naai dan als volgt: Voeg de naald in vanaf de achterkant tussen de 1e en 2e steek, haal de draad door. Vanaf de voorkant, voeg de naald in de 2e steek (een averechte steek) alsof u deze recht breit, haal de draad door, voeg de naald in de 1e steek alsof u deze recht breit, haal de draad door, laat de 1e steek van de naald af glijden.
Herhaal richtingen 1 en 2 tot alle steken afgekant zijn (de laatste 2 steken worden op dezelfde manier afgekant ondanks dat ze beide rechte steken zijn). Haal de draad door de laatste steek.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de mouwen):
Begin 1 steek voor de markeerdraad, 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De voor- en achterpanden worden gelijktijdig in één stuk gebreid van rechts naar links. Er worden steken afgekant voor de halslijn, de andere worden op een hulpdraad gezet voor de rechter voorbies, er worden nieuwe steken opgezet voor de linker voorbies, er worden steken gemeerderd voor de hals en het werk wordt tot de gewenste lengte gebreid.
De mouwen worden in de rondte gebreid, van onder naar boven. Het werk wordt samen genaaid. De boord aan de onderkant, de dubbele halsrand en de biezen worden op het einde gebreid.

GOEDE KANT VAN HET WERK (als het werk wordt gedragen):
Zet 169-169-185-185-201-201 steken op met rondbreinaald 5 mm, 1 draad DROPS Merino Extra Fine en 1 draad DROPS Kid-Silk samen gehouden (2 draden).
Brei 1 naald recht aan de goede kant, 1 naald recht aan de verkeerde kant.
Voeg 1 markeerdraad in, in de 85e-85e-93e-93e-101e-101e steek op de naald. De eerste 84-84-92-92-100-100 steken voor de markeerdraadsteek (aan de goede kant) = rechter voorpand en de 84-84-92-92-100-100 steken na de markeerdraadsteek = achterpand.
De markeerdraadsteek is het midden van de schouder – neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte.

Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 KANTSTEEK – lees beschrijving hierboven, 6 tricotsteken, A.1, 21-21-21-21-29-29 tricotsteken, A.X, A.1, 61-61-77-77-77-77 tricotsteken (de markeerdraad zit in de 31e-31e-39e-39e-39e-39e steek), A.1, A.Y, 21-21-21-21-29-29 tricotsteken, A.1, 6 tricotsteken, 1 kantsteek = 177-177-193-193-209-209 steken. Brei de teruggaande naald met recht boven recht en averecht boven averecht (denk erom dat u de omslagen gedraaid breit om gaatjes te voorkomen).

Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek, 6 tricotsteken, A.1, A.2A, brei A.2B 1-1-1-1-2-2 keer, A.2C, A.3, A.1, A.2A, brei A.2B 6-6-8-8-8-8 keer, A.2C, A.1, A.4, A.2A, brei A.2B 1-1-1-1-2-2 keer, A.2C, A.1, 6 tricotsteken en 1 kantsteek.
Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid tot er 1 naald over is voordat A.2 3-3-4-4-5-5 keer in de hoogte wordt gebreid (dus een naald aan de verkeerde kant over).
Kant op de volgende naald af voor de halslijn: Brei tot er 6 steken over zijn voor de markeerdraadsteek, kant 16 steken af over de schouder (6 steken voor de markeerdraadsteek op het achterpand, de steek met de markeerdraad en 9 steken na de markeerdraadsteek op het voorpand), brei tot het einde van de naald. Het werk meet ongeveer 19-19-25-25-31-31 cm vanaf de opzetrand.
Ga apart verder met het rechter voorpand en de achterpanden

RECHTER VOORPAND:
= 79-79-87-87-95-95 steken. Ga verder in patroon heen en weer gebreid – kant TEGELIJKERTIJD af voor de halslijn op het begin van elke naald aan de verkeerde kant als volgt: 3 keer 2 steken = 73-73-81-81-89-89 steken.
Brei tot A.2 4½-4½-5½-5½-6½-6½ keer in de hoogte is gebreid vanaf de opzetrand, eindig na naald 7 in A.2 zodat de vierkanten gesloten worden op de bovenkant. Plaats de 73-73-81-81-89-89 steken op een hulpdraad. De rechter voorkant van het werk meet ongeveer 27-27-33-33-39-39 cm vanaf de opzetrand.

ACHTERPAND:
= 82-82-90-90-98-98 steken. Begin aan de goede kant en ga verder in patroon heen en weer gebreid. Als u 2 naalden heeft gebreid, kant dan 2 steken af voor de halslijn op de volgende naald aan de goede kant = 80-80-88-88-96-96 steken.
Brei tot er 3 naalden over zijn voordat A.2 6-6-7-7-8-8 keer in de hoogte is gebreid vanaf de opzetrand (met de volgende naald aan de verkeerde kant).
Zet op de volgende naald (verkeerde kant), 2 steken op voor de hals aan het einde van de naald = 82-82-90-90-98-98 steken.
Zet op de volgende naald aan de verkeerde kant, 16 steken op aan het einde van de naald = 98-98-106-106-114-114 steken. A.2 is nu 6-6-7-7-8-8 keer in de hoogte gebreid vanaf de opzetrand. Plaats de steken op een hulpdraad.

LINKER VOORPAND:
Zet 73-73-81-81-89-89 steken op met rondbreinaald 5 mm en VOORLOPIG OPZETTEN – lees beschrijving hierboven (dit zorgt voor open steken over de opzetrand).
Brei terug als volgt aan de verkeerde kant (de telpatronen worden van links naar rechts gelezen als u aan de verkeerde kant breit): 15-15-23-23-23-23 tricotsteken, brei naald 2 in de telpatronen in de volgende volgorde: A.1, A.3, A.2C, brei A.2B 1-1-1-1-2-2 keer, A.2A, A.1, 6 tricotsteken en 1 kantsteek.
Brei dan als volgt aan de goede kant (alle telpatronen worden nu vanaf naald 1 gebreid, behalve A.2 welke op naald 7 begint, zodat u op dezelfde manier in het patroon begint als u A.2 eindigde op het rechter voorpand): Brei 1 kantsteek, 6 tricotsteken, A.1, A.2A, brei A.2B 1-1-1-1-2-2 keer, A.2C, A.3, A.1, A.2A, brei A.2B tot het einde van de naald.
Ga verder tot u 12 naalden in A.2 heeft gebreid. Meerder nu voor de halslijn door 3 keer 2 steken op te zetten aan het einde van elke naald aan de goede kant = 79-79-87-87-95-95 steken. Brei de teruggaande naald. Het linker voorpand moet klaar zijn met A.2 op dezelfde naald als het achterpand. Voeg nu het linker voorpand en het achterpand samen:

LINKERKANT VAN HET WERK (als het kledingstuk gedragen wordt):
Brei zoals hiervoor over het linker voorpand, brei dan over het achterpand = 177-177-193-193-209-209 steken.
Ga verder tot A.2 3-3-4-4-5-5 keer in de hoogte is gebreid na de halslijn (9-9-11-11-13-13 keer vanaf de opzetrand aan het begin van het werk). Brei 1 naald aan de goede kant zodat de vierkanten in A.2 gesloten worden aan de bovenkant – minder OP DEZELFDE naald 2 steken over elke kabel in A.3 en A.4 door de steken 2 aan 2 recht samen te breien = 169-169-185-185-201-201 steken. Brei de teruggaande naald met recht boven recht en averecht boven averecht.
Voeg 1 markeerdraad in, in de 85e-85e-93e-93e-101e-101e steek op de naald. De steek met de markeerdraadsteek is het midden van de schouder.
Brei 1 naald recht aan de goede kant, 1 naald recht aan de verkeerde kant. Kant af met recht aan de goede kant. Het werk meet ongeveer 54-54-66-66-78-78 cm vanaf de opzetrand.

BOORDSTEEK OP DE ONDERKANT VAN HET ACHTERPAND:
Neem aan de goede kant met rondbreinaald 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit, 113-113-139-139-163-163 steken op aan de binnenkant van 1 kantsteek. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1.
Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 2 KANTSTEKEN – lees beschrijving hierboven, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 1 averecht en 2 kantsteken.
Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 7 cm. Kant af met ITALIAANS AFKANTEN – lees beschrijving hierboven, of met recht boven recht en averecht boven averecht. Het werk meet ongeveer 59-59-64-64-69-69 cm vanaf de markeerdraad op de schouder.

BOORDSTEEK OP DE ONDERKANT VAN HET RECHTER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Neem aan de goede kant met rondbreinaald 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit, 56-56-70-70-82-82 steken op aan de binnenkant van 1 kantsteek. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2.
Brei dan als volgt aan de verkeerde kant (midden voor): 1 kantsteek, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 3 steken over zijn, 1 averecht en 2 kantsteken.
Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 7 cm. Kant af op dezelfde manier als op het achterpand.

BOORDSTEEK OP DE ONDERKANT VAN HET LINKER VOORPAND:
Neem aan de goede kant hetzelfde aantal steken op als op het rechter voorpand en brei aan de verkeerde kant als volgt (vanaf de zijkant): 2 kantsteken, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 averecht en 1 kantsteek.
Ga verder met deze boordsteek voor 7 cm. Kant af met Italiaans afkanten; als u de eerste steek «vastgezet» heeft, ga dan naar uitleg 1 en 2 en kant alle steken af of kant af met recht over recht en averecht over averecht.

MOUWEN:
Zet 62-64-66-68-72-74 steken op met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 7 cm. Brei 1 naald recht en minder 11-13-15-9-13-15 steken verdeeld = 51-51-51-59-59-59 steken. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en neem deze mee tijdens het breien in de hoogte.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Brei 1 naald recht. Brei dan de volgende naald als volgt: 1 recht, A.5A, brei A.5B 5-5-5-6-6-6 keer, A.5C, 1 recht. Ga verder met dit patroon.
Als de mouw 10 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 12-6-4-7-3-3 cm in totaal 3-5-6-4-6-7 keer = 57-61-63-67-71-73 steken.
Brei tot er de mouw 43-45-40-41-36-37 cm meet – het is het mooist om te eindigen na naald 2 of 8 in A.5. Kant ietwat losjes af met recht. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Voeg een markeerdraad in, 18-19-20-21-22-23 cm onder de markeerdraad op de schouder op zowel de voor- als achterpanden = armsgat (pas aan zodat het overeen komt met de breedte van de bovenkant van de mouw).
Naai de zijnaden dicht aan de binnenkant van de afkant- en opzetrand (de ribbel moet zichtbaar zijn) – begin de naad aan de onderkant van het armsgat en naai naar beneden tot de boordsteek = 7 cm split aan elke kant.
Naai de mouwen in, aan de binnenkant van de afkant- en opzetrand op het lijf (de ribbel moet zichtbaar zijn).

DUBBELE HALSRAND:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Neem aan de goede kant 105 tot 115 steken op over de hals, aan de binnenkant van de 1 kantsteek. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1.
Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 1 kantsteek, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 averecht en 1 kantsteek. Brei deze boordsteek heen en weer gebreid voor 14-14-15-15-16-16 cm. Kant ietwat losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai naar beneden vast. Om te voorkomen dat de hals te strak wordt en naar buiten rolt, is het belangrijk dat de naad elastisch is.

RECHTER VOORBIES:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Begin aan de goede kant op de onderkant van het rechter voorpand en neem 14 steken op aan de binnenkant van 1 kantsteek over de boordsteek, plaats de 73-73-81-81-89-89 steken vanaf de hulpdraad op de naald. Brei de steken op de hulpdraad en meerder 6-6-8-8-10-10 steken verdeeld over deze steken, neem dan 14-14-14-14-16-16 steken op aan de binnenkant van 1 kantsteek over de hals (door beide lagen) = 107-107-117-117-129-129 steken. Het aantal steken moet deelbaar zijn door 2 + 1.
Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 1 kantsteek, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 averecht en 1 kantsteek. Brei deze boordsteek heen en weer gebreid.
TEGELIJKERTIJD na 1 cm brei 6-6-7-7-7-7 knoopsgaten verdeeld (het bovenste knoopsgat wordt in de overgang tussen de hals en het lijf gebreid, het onderste knoopsgat 3-4 cm boven de onderrand). 1 KNOOPSGAT = maak 1 omslag en brei 2 steken samen.
Brei tot de voorbies 3½ tot 4 cm meet. Kant af met Italiaans afkanten maar als u de eerste steek «vastgezet» heeft, ga dan gelijk naar uitleg 1 en 2 en kant alle steken af (of kant af met recht boven recht en averecht boven averecht).

LINKER VOORBIES:
Gebruik rondbreinaald 3.5 mm en 1 draad van elke kwaliteit (2 draden). Begin aan de goede kant op de bovenkant van het linker voorpand en neem 14 steken op aan de binnenkant van 1 kantsteek over de boordsteek op de hals (door beide lagen), plaats de 73-73-81-81-89-89 steken van de hulpdraad op de naald. Brei deze steken recht en meerder 6-6-8-8-10-10 steken verdeeld over deze steken, neem dan 14-14-14-14-16-16 steken op aan de binnenkant van 1 kantsteek over de boordsteek = 107-107-117-117-129-129 steken - pas aan zodat u hetzelfde aantal steken heeft als de rechter bies.
Brei dan als volgt aan de verkeerde kant: 1 kantsteek, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 averecht en 1 kantsteek. Brei deze boordsteek heen en weer gebreid voor 3½ tot 4 cm. Kant af op dezelfde manier als op de rechter voorbies.
Naai de knopen op.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 27.09.2023
ACHTERPAND: Het aantal steken op de halslijn is aan gepast voor de maten XL en XXL.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, welke averecht gebreid wordt op de volgende naald (verkeerde kant) om een gaatje te maken
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken, welke gedraaid averecht gebreid wordt op de volgende naald (verkeerde kant) om een gaatje te voorkomen
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 recht, voeg de rechter naald in vanaf de achterkant tussen de 2 steken op de kabelnaald en brei de linker steek recht, laat de steek niet van de naald af glijden, brei de rechter steek recht, zodat deze diagonaal over de andere 2 steken ligt en laat beide steken van de kabelnaald af glijden
symbols = haal 1 steek recht af, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = breirichting
symbols = de tekening toont de breirichting van zowel het voor- als achterpand
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 243-31

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Jos wrote:

Bonjour, auriez-vous un vidéo qui montre comment faire le 7ième icône. Merci

14.03.2024 - 11:15

DROPS Design answered:

Bonjour Jos, tout à fait, retrouvez-la ici. Bon tricot!

14.03.2024 - 16:32

country flag Kate wrote:

On ne voit jamais de photos du dos de vos modèles . pourquoi ? c est dommage

12.09.2023 - 10:45

DROPS Design answered:

Bonjour Kate, on ne montre des photos du dos que lorsqu'il a un intérêt particulier, ici, comme souvent, il est tout simplement comme le devant (sans les bordures des devants au milieu bien sûr). Bon tricot!

12.09.2023 - 16:58

country flag Savita Khurana wrote:

Classy cables

07.08.2023 - 03:03

country flag Blue Mist wrote:

Irina Shirley

03.08.2023 - 21:30

country flag Veronique wrote:

Soft winter cardi

03.08.2023 - 16:38