DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.89€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Emerald Lake Cardigan

Gebreid vest in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met hoge hals, raglan, kabels en split in de zijkanten. Maten XS - XXL.

DROPS 244-11
DROPS Design: Patroon sk-183
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

GAREN:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
350-400-450-500-550-600 g kleur 06, zeegroen

KNOPEN:
DROPS KNOPEN NR 623: 6-6-7-7-7-7 stuks.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD MAAT 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD MAAT 3 MM: Lengte 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS KABELNAALD.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – u heeft dan alleen een rondbreinaald van 80 cm nodig in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
20 steken in de breedte en 26 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 36.89€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RAGLAN:
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Meerder 1 steek voor/na elke A.2/A.3 door 1 omslag te maken.

De omslagen worden daarna aan de verkeerde kant als volgt gebreid:
VOOR A.2/A.3:
Brei averecht in de achterste lus. Er is geen gaatje.
NA A.2/A.3:
Haal de omslag recht af, zet hem andersom terug op de linker naald (de omslag is nu gedraaid), brei de omslag averecht. Er is geen gaatje.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 steek door 1 omslag te maken welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), haal 1 steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 5 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en 3 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant), de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt op de eerste naald na de boordsteek op de hals gebreid. Brei dan de andere 5-5-6-6-6-6 knoopsgaten met ongeveer 8½-9-8-8-8½-9 cm tussen elk.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK.
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald.

HOGE HALS:
Zet 130-130-130-142-142-142 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en DROPS Sky.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant.
Brei dan als volgt aan de goede kant: 8 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 1-1-1-2-2-2 keer, 2 recht, A.1, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* 4 keer, 2 recht, A.1, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 3-3-3-4-4-4 keer, 2 recht, A.1, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* 4 keer, 2 recht, A.1, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 1-1-1-2-2-2 keer, 2 recht, 8 voorbiessteken in ribbelsteek.
Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 10-10-10-11-11-11 cm – eindig na een naald aan de verkeerde kant.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald. De pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad.
Brei dan als volgt aan de goede kant: 8 voorbiessteken in ribbelsteek, brei 6-6-6-10-10-10 recht en minder 2-0-0-3-1-1 steken verdeeld over deze steken, meerder 1 steek voor de RAGLAN – lees beschrijving hierboven, brei A.2 over A.1, meerder 1 steek voor de raglan, 22 recht en minder 2 steken verdeeld, meerder 1 steek voor de raglan, brei A.2 over A.1, meerder 1 steek voor de raglan, 14-14-14-18-18-18 recht en minder 6-2-2-4-0-0 steken verdeeld over deze steken, meerder 1 steek voor de raglan, brei A.2 over A.1, meerder 1 steek voor de raglan, 22 recht en minder 2 steken verdeeld over deze steken, meerder 1 steek voor de raglan, brei A.2 over A.1, meerder 1 steek voor de raglan, brei 6-6-6-10-10-10 recht en minder 2-0-0-3-1-1 steken verdeeld over deze steken, 8 voorbiessteken in ribbelsteek – denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.
U heeft 8 steken gemeerderd voor de raglan = 148-156-156-160-168-168 steken.
Brei de teruggaande naald met 8 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant, tricotsteek en de laatste naald in A.2 in elke overgang tussen het lijf en de mouwen – denk om het breien van de omslagen zoals beschreven onder RAGLAN.

Ga verder met dit patroon, maar met A.3 over elke A.2. Herhaal A.3 in de hoogte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Ga verder met meerderen voor de RAGLAN iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal 7-12-15-14-13-9 keer, inclusief de eerste meerdering na de hals = 196-244-268-264-264-232 steken.
Ga verder met meerderen voor de raglan iedere 2e naald maar iedere 2e meerdering is alleen op de voor- en achterpanden, dus meerder op de voor- en achterpanden iedere 2e naald en op de mouwen iedere 4e naald (afwisselend 4 en 8 gemeerderde steken). Meerder zo 22-18-18-20-22-30 keer op de voor- en achterpanden en 11-9-9-10-11-15 keer op de mouwen.
Er zijn 328-352-376-384-396-412 steken en de pas meet ongeveer 22-23-25-26-27-30 cm vanaf de markeerdraad bij de hals.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen: Brei 58-61-64-66-69-73 steken zoals hiervoor (voorpand), plaats de volgende 56-62-68-68-68-68 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-10-12-16-20-24 steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei 100-106-112-116-122-130 steken (achterpand), plaats de volgende 56-62-68-68-68-68 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-10-12-16-20-24 steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 58-61-64-66-69-73 steken (voorpand).
Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!

LIJF:
= 232-248-264-280-300-324 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-10-12-16-20-24 opgezette steken onder elke mouw. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte – ze worden gebruikt voor de split aan elke kant.
Ga verder in tricotsteek heen en weer gebreid met 8 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant en A.3 zoals hiervoor (de 8-10-12-16-20-24 opgezette steken onder elke mouw worden in tricotsteek gebreid).
Als het lijf 23-24-24-25-26-25 cm meet vanaf de scheiding – met 2 of 4 naalden na de laatste kabel en de volgende naald aan de verkeerde kant, verdeel dan het werk voor de split aan elke kant en eindig elke deel apart.

RECHTER VOORPAND:
= 62-66-70-74-79-85 steken. Brei aan de verkeerde kant als volgt: 8 voorbiessteken in ribbelsteek, 33-36-39-41-44-48 averecht en meerder 5-6-7-5-6-6 steken verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN, brei A.4 over A.3, 3-4-5-7-9-11 averecht en meerder 0-3-2-4-2-4 steken verdeeld over deze steken, 1 steek in ribbelsteek = 67-75-79-83-87-95 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei dan als volgt aan de goede kant:

MAAT XS:
2 steken in ribbelsteek, 2 recht, A.4, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* 8 keer, 2 recht en 8 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 6 cm. Kant ietwat losjes af. De top meet ongeveer 56 cm vanaf de schouder.

MATEN S, M, L, XL en XXL:
2 steken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 1-1-2-2-3 keer, 2 recht, A.4, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 10-11-11-12-13 keer, 2 recht en 8 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 6 cm. Kant ietwat losjes af. De top meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder.

LINKER VOORPAND:
= 62-66-70-74-79-85 steken. Brei aan de verkeerde kant als volgt: 1 steek in ribbelsteek, 3-4-5-7-9-11 averecht en meerder 0-3-2-4-2-4 steken verdeeld over deze steken, A.4, 33-36-39-41-44-48 averecht en meerder 5-6-7-5-6-6 steken verdeeld over deze steken, 8 voorbiessteken in ribbelsteek = 67-75-79-83-87-95 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei dan als volgt aan de goede kant:

MAAT XS:
8 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* 8 keer, 2 recht, A.4, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 6 cm. Kant ietwat losjes af.

MATEN S, M, L, XL en XXL:
8 voorbiessteken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 10-11-11-12-13 keer, 2 recht, A.4, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 1-1-2-2-3 keer, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 6 cm. Kant ietwat losjes af.

ACHTERPAND:
= 108-116-124-132-142-154 steken. Brei aan de verkeerde kant als volgt: 1 steek in ribbelsteek, 3-4-5-7-9-11 averecht en meerder 0-3-2-4-2-4 steken verdeeld over deze steken, A.4, 66-72-78-82-88-96 averecht en meerder 8-10-12-12-14-14 steken verdeeld over deze steken, A.4, 3-4-5-7-9-11 averecht en meerder 0-3-2-4-2-4 steken verdeeld over deze steken, 1 steek in ribbelsteek = 116-132-140-152-160-176 steken.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei dan als volgt aan de goede kant:

MAAT XS:
2 steken in ribbelsteek, 2 recht, A.4, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* 17 keer, 2 recht, A.4, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 6 cm. Kant ietwat losjes af.

MATEN S, M, L, XL en XXL:
2 steken in ribbelsteek, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 1-1-2-2-3 keer, 2 recht, A.4, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 20-22-23-25-27 keer, 2 recht, A.4, * 2 recht, 2 averecht *, brei van *-* in totaal 1-1-2-2-3 keer, 2 recht en 2 steken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek heen en weer gebreid voor 6 cm. Kant ietwat losjes af.

MOUWEN:
Plaats de 56-62-68-68-68-68 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-10-12-16-20-24 opgezette steken onder de mouw = 64-72-80-84-88-92 steken. Voeg een markeerdraad in midden onder de mouw.
Begin op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte.
Als de mouw 4-4-3-3-2-2 cm meet, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 8-4-3-2½-2½-2 cm in totaal 4-7-10-11-12-13 keer = 56-58-60-62-64-66 steken. Brei verder tot de mouw 34-34-33-32-32-30 cm meet vanaf de scheiding.
Brei 1 naald recht en meerder 12-14-16-18-16-18 steken verdeeld – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN = 68-72-76-80-80-84 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei boordsteek (2 recht, 2 averecht) voor 8 cm. Kant ietwat losjes af. De mouw meet ongeveer 42-42-41-40-40-38 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linker voorbies.
Als u een dubbele halsrand wilt, vouw de boordsteek dan naar de binnenkant en naai naar beneden vast met een aantal steken in elke raglanlijn.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken welke gedraaid wordt gebreid op de volgende naald om een gaatje te voorkomen.
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 244-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Anneke Meier wrote:

Jammer dat de fout in de berekening van de hals niet is gecorrigeerd! Hopelijk wordt dit alsnog gedaan en hoeven de volgende breisters het niet uit te halen zoals ik nu heb moeten doen.

19.12.2023 - 13:59

country flag Julia wrote:

Thank you. i am trying to know what is considered the front piece and the back piece there are 8 raglan increase places, but which are the 2 front and the 2 back...it is hard to tell after which parts?..

12.12.2023 - 17:34

DROPS Design answered:

Dear Julia, you work from one band to the other band. So the first stitches are the left front piece, 1st raglan line, left sleeve stitches, 2nd raglan line, back piece, 3rd raglan line, right sleeve stitches, 4th raglan line, right front piece. The increases are worked on each side of A.2. So, the increases for the body would be: before A.2 in the 1st raglan line (left front piece), after A.2 in the 2nd raglan line (= back piece), before A.2 in the 3rd raglan line (= back piece), after A.2 in the 4th raglan line (= right front piece). Happy knitting!

17.12.2023 - 17:59

country flag Julia wrote:

Hello, I am knitting the yoke and am at "Continue to increase for raglan every 2nd row but every 2nd increase is only on the front and back pieces, i.e., increase on the front and back pieces every 2nd row and on the sleeves every 4th row (alternately 4 and 8 increased stitches). " where is the delineation of front and the back .... i know the sleeves are where the "increases for raglan" are done but where do i do the increases for front and back only every 2nd row? thx

12.12.2023 - 15:16

DROPS Design answered:

Daer Julia, you will continue increasing for raglan just as before, but you will now increase alternately 4 sts (front pieces and back piece only) and 8 sts (front pieces, sleeves and back piece, just as before). This means for body increase at the end of left front piece and back piece and increase at the beg of back piece and right front piece. Happy knitting!

12.12.2023 - 17:08

country flag Marieke Venema wrote:

De berekening bij de hoge hals klopt niet. Er staat een rekenfout in de vertaling. Hierdoor missen ee 8 steken. Daar waar staat dat *-* 4 x herhaald moet worden staat in de originele versie dat dit 5x herhaald moet worden. In dat geval klopt het wel.

06.10.2023 - 18:53

country flag Birgit wrote:

Hallo, ich verstehe leider nicht wo die Vorderteile bzw. das Rückenteil anfängen bzw. aufhören. Und deshalb verstehe ich auch das nicht: "Dann die Raglanzunahmen in jeder 2. Reihe weiterarbeiten, aber bei jedem 2. Mal, wenn zugenommen wird, nur an den Vorderteilen/am Rückenteil zunehmen. D.h. an den Vorderteilen/am Rückenteil wird weiter in jeder 2. Reihe zugenommen und an den Ärmeln nur noch in jeder 4. Reihe". Ist vor A3 jede 2. Reihe und nach A3 jede 4. Reihe?

04.10.2023 - 14:19

country flag Jun wrote:

I don't know where I'm getting this wrong but the starting point on the neck doesnt add up. There's only 122sts following the written pattern for xs~m size pattern and I keet getting 8 sts left. 8garter+6rib+11(a1)+18rib+11(a1)+14rib+11(a1)+18rib+11(a1)+6rib+8garter=122st

12.09.2023 - 02:15

DROPS Design answered:

Dear Jun, between A.1 you shouldn't have 18 sts for sleeve but 22 sts instead: work*k2, p2* and repeat 4 more times = 5 times in total = 20 sts + K2 = 22 sts in total. Happy knitting!

12.09.2023 - 09:35

country flag Lígia Rodrigues wrote:

Juliet

07.08.2023 - 10:12

country flag Petra wrote:

Caroleen

03.08.2023 - 22:55

country flag Mariela wrote:

Climbing Fern

03.08.2023 - 14:26