DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.95€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Dusk Rose Jacket

Gebreid vest in DROPS Air. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met zadelschouders, v-hals en kabels op de mouwen. Maten XS - XXL.

DROPS 226-13
DROPS Design: Patroon nr. ai-350
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
250-300-300-350-350-400 g kleur 29, oudroze

DROPS KNOPEN, Marmer NR 629: 4 stuks in alle maten.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de boordsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van lengte 80 cm in elke maat.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 24.95€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Kies het telpatroon voor uw maat. Het telpatroon toont alle naalden in het patroon aan de goede kant.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 152 steken) minus de biezen (dus 12 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 23) = 6.1.
In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 6e steek. Meerder niet op de biezen. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (aan de goede kant):
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad op te nemen tussen 2 steken van de vorige naald, neem de draad op vanaf de achterkant en brei recht in de voorste lus.
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting links.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei recht in de achterste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (aan de verkeerde kant):
VOOR DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting rechts.
Gebruik de linker naald om de draad tussen 2 steken van de vorige naald op te nemen, neem de draad op vanaf de voorkant en brei averecht in de achterste lus.
NA DE MARKEERDRAAD:
De nieuwe steek draait richting links.
Gebruik de linker naald tot neem de draad tussen 2 steken vanaf de vorige naald, neem de draad op vanaf de achterkant en brei averecht in de voorste lus.

TIP VOOR HET MEERDEREN-4 (V-hals):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gemaakt!
Meerder 1 steek aan de binnenkant van de 6 voorbiessteken door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen. De nieuwe steken worden in tricotsteek gebreid.

TIP VOOR HET BREIEN (V-hals):
Om een hiaat aan de onderkant van de V-hals te voorkomen als de meerderingen klaar zijn, breit u een extra ribbel over de biezen nadat de meerderingen klaar zijn. Doe dit op elke voorbies als volgt: Begin aan de goede kant, brei de 6 steken op de linker voorbies recht, keer het werk, trek de draad aan en brei de 6 steken aan de verkeerde kant recht, keer het werk en brei de hele naald zoals hiervoor, keer het werk, brei de 6 steken op de rechter voorbies recht, keer het werk, trek de draad aan en brei de 6 steken aan de goede kant recht, keer het werk en brei een hele naald zoals hiervoor aan de verkeerde kant.

KNOOPSGATEN:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei het knoopsgat als er 4 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en 2 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid ongeveer 1 cm nadat de meerderingen voor de V-hals klaar zijn. De andere 3 knoopsgaten worden gebreid met ongeveer 7-7-7½-8-8½-8½ cm tussen elk.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (2 steken geminderd).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 6e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Begin met het breien van 2 aparte delen voor de hals. Deze worden daarna samen geplaatst op de rondbreinaald en er worden steken opgezet voor de achterkant van de hals zoals beschreven in de tekst. Later wordt de hals samen genaaid op de achterkant en aan de halslijn genaaid.
Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. De pas wordt heen en weer gebreid met de rondbreinaald, vanaf midden voor, terwijl er tegelijkertijd steken worden gemeerderd voor de V-hals, schouders, de mouwen en de pas. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald.

RECHTER HALS/VOORBIES (op het rechter voorpand als het vest gedragen wordt):
Zet 6 steken op met breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en DROPS Air (gebruik 2 breinaalden zonder knop – de steken staan op één naald en worden met de andere naald gebreid).
Brei RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven tot de hals/voorbies ongeveer 18-19-19-21-22-23 cm meet – eindig na een rechte naald aan de verkeerde kant. Plaats deze steken op een hulpdraad of een extra naald en leg terzijde.

LINKER HALS/VOORBIES (op het linker voorpand als het vest gedragen wordt):
Zet 6 steken op met breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en DROPS Air. Brei ribbelsteek tot de hals/voorbies ongeveer 18-19-19-21-22-23 cm meet – eindig na een rechte naald aan de verkeerde kant. Plaats nu de 2 hals/voorbies delen samen zoals beschreven hieronder.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 5.5 mm. Brei de 6 steken van de linker hals/voorbies recht, zet 68-72-72-80-82-86 nieuwe steken op en brei de 6 steken van de rechter hals/voorbies recht = 80-84-84-92-94-98 steken.
Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (de biezen worden in ribbelsteek gebreid).
Voeg een markeerdraad in na de voorbies op het begin van de naald. Deze markeerdraad wordt gebruikt bij het opmeten van de pas!
Voeg daarnaast 4 andere markeerdraden in zonder de steken te breien en voeg elke markeerdraad in tussen 2 steken. Deze markeerdraden worden gebruikt bij het meerderen voor de zadelschouders.
Markeerdraad 1: Begin aan de goede kant en tel 6 steken (= voorbies), voeg de markeerdraad in voor de volgende steek.
Markeerdraad 2: Tel 23-23-23-27-27-27 steken vanaf markeerdraad 1 (= schouder), voeg de markeerdraad in voor de volgende steek.
Markeerdraad 3: Tel 22-26-26-26-28-32 steken vanaf markeerdraad 2 (= achterpand), voeg de markeerdraad in voor de volgende steek.
Markeerdraad 4: Tel 23-23-23-27-27-27 steken vanaf markeerdraad 3 (= schouder), voeg de markeerdraad in voor de volgende steek.
Er zijn 6 steken over op het voorpand na markeerdraad 4.
Neem deze markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; u meerdert bij al deze markeerdraden.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Nu breit u in patroon, meerdert u voor de zadelschouders, de mouwen en de pas, terwijl u tegelijkertijd meerdert voor de V-hals. Lees PATROON, MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDERS, V-HALS, MEERDERINGEN VOOR DE MOUWEN en MEERDERINGEN VOOR DE PAS voordat u verder gaat!

PATROON:
Het werk wordt verder gebreid in tricotsteek met 6 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor en A.1 over de 23-23-23-27-27-27 schoudersteken aan elke kant (tussen markeerdraden 1 en 2 en tussen markeerdraden 3 en 4).

MEERDERINGEN VOOR DE ZADELSCHOUDERS (meerder op iedere naald):
TEGELIJKERTIJD op de eerste naald aan de goede kant meerdert u 4 steken voor de schouders als volgt:
Meerder VOOR markeerdraden 1 en 3 en NA markeerdraden 2 en 4 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. U meerdert alleen op de voor- en achterpanden; het aantal steken dat over is op de schouders blijft hetzelfde.
Meerder op de volgende naald aan de verkeerde kant 4 steken voor de schouders als volgt:
Meerder VOOR markeerdraden 2 en 4 en NA markeerdraden 1 en 3 – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3.
U meerdert op IEDERE naald en verschillend aan de goede en de verkeerde kant zodat de steken netjes liggen. De gemeerderde steken worden in tricotsteek gebreid.
Ga verder met het patroon en meerder op iedere naald in totaal 22-22-24-26-26-26 keer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Na de laatste meerdering meet het werk ongeveer 11-11-12-13-13-13 cm vanaf de markeerdraad.

V-HALS:
TEGELIJKERTIJD als u 2 naalden van meerderingen voor de zadelschouders heeft gebreid, en de volgende naald is aan de goede kant, begin dan met meerderen voor de V-hals aan elke kant richting midden voor – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-4. Meerder voor de V-hals iedere 4e naald in totaal 6 keer in alle maten, dan iedere 2e naald in totaal 5-7-7-7-8-10 keer aan elke kant.

MEERDERINGEN VOOR DE MOUWEN:
Als de meerderingen voor de zadelschouders klaar zijn, begin dan met meerderen voor de mouwen op de volgende naald aan de goede kant. Ga verder met tricotsteek en 6 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant en A.1 over de schoudersteken zoals hiervoor (en ga verder met meerderen voor de V-hals).
Meerder 4 steken voor de mouwen als volgt:
Meerder NA markeerdraden 1 en 3 en VOOR markeerdraden 2 en 4 – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2.
U meerdert alleen op de mouwen; het aantal steken op de voor- en achterpanden dat over is, is hetzelfde. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek (A.1 wordt verder over de middelste 23-23-23-27-27-27 steken op de mouwen gebreid zoals hiervoor).
Meerder zo iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal 5-6-5-3-3-2 keer.
Het werk meet ongeveer 16-17-17-16-16-15 cm vanaf de markeerdraad. Meerder nu voor de pas zoals beschreven hieronder.

MEERDERINGEN VOOR PAS:
Verplaats de 4 markeerdraden zodat elke markeerdraad in de buitenste steek zit aan elke kant van de voor- en achterpanden. Er zijn 33-35-33-33-33-31 steken tussen de markeerdraden op elke mouw.
Meerder de volgende naald aan de goede kant 8 steken voor de pas door zowel voor als na alle 4 markeerdraadsteken te meerderen – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2.
U meerdert nu op de voor- en achterpanden en op de mouwen. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek.
Meerder zo iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal 3-3-5-6-8-10 keer.
Lees TIP VOOR HET BREIEN en DENK OM HET KNOOPSGATEN op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven.

VERDELEN VOOR HET LIJF EN DE MOUWEN:
Na alle de meerderingen voor de zadelschouders, de V-hals, de mouwen en de pas zijn er 234-246-266-282-302-322 steken op de naald en meet het werk ongeveer 19-20-22-22-24-25 cm vanaf de markeerdraad op de hals.
Als het werk korter is dan dit, brei dan verder zonder verdere meerderingen tot de juiste lengte.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald als volgt: Brei 38-40-44-46-49-53 steken zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 47-49-51-55-59-61 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-10-12-14 nieuwe steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei 64-68-76-80-86-94 steken zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 47-49-51-55-59-61 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6-8-8-10-12-14 nieuwe steken op (= in de zijkant onder de mouw), brei de laatste 38-40-44-46-49-53 steken zoals hiervoor (= voorpand).
Het lijf en mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 152-164-180-192-208-228 steken. Ga verder met tricotsteek en 6 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 21-22-22-23-23-24 cm meet vanaf de scheiding. Er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste lengte; pas het vest en brei tot de gewenste lengte.
Om te voorkomen dat de boordsteek te strak wordt, meerdert u nu steken als volgt:
Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 23-25-27-29-31-35 steken verdeeld meerdert – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 175-189-207-221-239-263 steken.
Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant: 6 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 7 steken over zijn op de naald, 1 averecht en 6 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 3 cm.
Kant af met ribbelsteek over ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN!
Het vest meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Plaats de 47-49-51-55-59-61 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 5.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 6-8-8-10-12-14 opgezette steken onder de mouw = 53-57-59-65-71-75 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6-8-8-10-12-14 nieuwe steken onder de mouw.
Begin de naald op de markeerdraad en brei in tricotsteek in de rondte, met A.1 over de middelste 23-23-23-27-27-27 steken op de bovenkant van de mouw zoals hiervoor .
Als de mouw 3 cm meet vanaf de scheiding in alle maten, minder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3-3-3-3-2½-2½ cm in totaal 3-3-3-4-5-6 keer = 47-51-53-57-61-63 steken.
Brei verder zonder verdere minderingen tot de mouw 42-42-41-42-40-39 cm meet vanaf de scheiding (kortere afmetingen in de grotere maten vanwege bredere schouders).
Er is ongeveer 3 cm over tot de gewenste lengte; pas het vest en brei tot de gewenste lengte.
Brei 1 naald recht terwijl u 7-7-7-9-9-9 steken verdeeld meerdert = 54-58-60-66-70-72 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm en brei boordsteek (1 recht, 1 averecht) voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN! De mouw meet ongeveer 45-45-44-45-43-42 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de hals samen midden achter met de naad naar de verkeerde kant. Naai de hals aan de halslijn – rek de hals ietwat op tijdens het vast naaien.
Naai de knopen op de linker voorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 13.10.2021
Telpatroon A.1 gecorrigeerd.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 recht in de steek eronder volgende steek
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald achter het werk, 1 recht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, 1 recht van de kabelnaald
symbols = breirichting
symbols = meerderingen voor de zadelschouders
symbols = meerderingen voor de mouwen
symbols = meerderingen voor de pas
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 226-13

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Lena wrote:

Jag uppskattar både Drops garner och stickbeskrivningar som jag ofta stickar efter. Däremot uppskattar jag inte er fotograf. Nästan alla bilder är på plaggens framsida och tagna snett från vänster. Till denna beskrivning finns 4 bilder tagna på det sättet och modellen håller armarna framför sig så det inte går att se axelskärningen ordentligt. Kan ni inte byta till en fotograf som själv stickar och som förstår vad vi stickare vill se?

04.01.2023 - 22:44

DROPS Design answered:

Hei Lena. Takk for ditt innspill, vi vil ta det videre. mvh DROPS Design

06.01.2023 - 12:45

country flag Anne Lise Weigand wrote:

Hallo 1 Reihe tiefe reinstecken, wird dann aus diese Masche dann zwei Maschen?

30.12.2022 - 11:35

DROPS Design answered:

Liebe Frau Weigand, dieses Video zeigt, wie man so eine Masche strickt. Viel Spaß beim stricken!

02.01.2023 - 13:18

country flag Lorraine wrote:

Dusk rose jacket - increase to the very neck says to increase INSIDE the 6 band stitches, BUT increase tip 1 says NOT to increase on bands. ???

29.12.2022 - 04:18

DROPS Design answered:

Hi Lorraine, Inside the band stitches means: Increase after the first band and increase before the last band. Happy festive season!

29.12.2022 - 10:00

country flag Lorraine wrote:

I am using a 5mm circular needle and have pureled all stitches and placed my markers. (YOKE). I BELIEVE I NOW HAVE TO DO 6 GARTER STITCHES, THEN THE FIRST INCREASE AND THEN FOLLOW A1 for the shoulder stitches, etc. My dilemma is - the wrong side of the garter band is facing me. Is this how it should be? My working yarn is coming from the right. If this is wrong, how do I fix it? I look forward to your early reply. Thank you. Lorraine

27.11.2022 - 23:49

DROPS Design answered:

Dear Lorraine, last row on both neck band is worked from the wrong side, then you work from the right side both neck band pieces together casting on sts between both of them, you work the next row from the wrong side knitting the 6 sts on each side and purling all remaining stitches. Happy knitting!

28.11.2022 - 10:21

country flag Lorraine wrote:

I understand that there is a correction to the Dusk Rose jacket pattern knit in DROPS Air yarn. Please tell me what the correction is and where I might find it. Thank You? Lorraine

17.11.2022 - 00:44

DROPS Design answered:

Dear Lorraine, this correction only applies if you printed the pattern before the date of the correction, if you didn't, then correction is included. Happy knitting!

17.11.2022 - 10:08

country flag Kirsten Asmussen wrote:

Hej. ja jeg er kommet til delingen og hvis jeg vælger at ændre i udtagninger, skal jeg pille op men at tage m fra forstykke med til ærme må have betydning for design. Jeg kan ikke helt gennemskue det. Skal cardiganen falde i folder på forstykket så man ikke ser den anderledes ærmeudtagning?

27.09.2022 - 12:15

DROPS Design answered:

Hej Kirsten, det er rigtig nok, sådan gør vi når vi strikker sadelskulder, se også på måleskitsen hvordan det ser ud. Jeg synes du skal prøve :)

27.09.2022 - 13:56

country flag Kirsten Asmussen wrote:

Hej igen. Jeg spørger videre til ærmemasker på tråd: Vil det sige at nogle af hvad vi traditionelt kalder forstykkemasker bliver til ærmemasker, så udtagningslinjen fra saddelskulder og ned til deling ikke markerer delingen? Det ved jeg ikke om jeg visuelt kan leve med, det vil jo se "forkert" ud. Hvis de fem masker jeg mangler til ærmem. skal komme fra forstykket kunne jeg da lige så godt tage dem ud til ærme i stedet og få et pænt udtryk? Vh Kirsten

27.09.2022 - 10:40

DROPS Design answered:

Hej igen Kirsten, Hvis du tager alle masker ud ifølge opskriften, så vil også nogle af "udtagningerne til bærestykket" også være en del af ærmerne... så du bør ikke komme til at mangle, men er du kommet dertil hvor du sætter ærmemaskerne på en tråd?

27.09.2022 - 10:44

country flag Kirsten Asmussen wrote:

Hej. Jeg kan ikke få udtagninger til ærme til at passe. Jeg strikker str. xl. og har 27 saddelskulder masker, tager 2x3=6 m ud til ærme og senere 8x2 m = 16 ærmeudtagning ialt 49 m men skal sætte 59 m på tråd til ærme. Jeg mangler at tage 10 m ud, hvor er de? Venlig hilsen Kirsten Asmussen

26.09.2022 - 10:42

DROPS Design answered:

Hej Kirsten, du har 27 skuldermasker, tager ud på hver side af sadelskulderen 26 gange, og tager ud til V-hals og ærme samtidigt. Inden du deler stykket skal du have 302 masker på pinden. Når du har det kan du dele op så de 49+49+59 (+dem du slår op i hver side under ærmet) danner for & bagstykke. Du vil da have 59 masker i hver side som skal være ærmer (uanset hvor mange du har taget ud just til ærmer) :)

27.09.2022 - 10:26

country flag Marie-Andrée Gratton wrote:

Bonjour Astuce tricot (encolure V ): combien de fois faut-il répéter la côte mousse mentionnée à la fin des augmentations empiècement Merci J'apprécie beaucoup votre site

11.08.2022 - 16:04

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gratton, ces rangs raccourcis ne se tricotent qu'une seule fois de chaque côté: tricotez 2 rangs sur les 6 premières, vu sur l'endroit, tricotez toutes les mailles sur l'endroit comme avant (augmentez si besoin, etc.), tricotez 2 rangs sur les 6 premières mailles, vu sur l'envers, tricotez toutes les mailles sur l'envers comme avant. Et continuez comme avant. Bon tricot!

11.08.2022 - 16:34

country flag Marie-Andrée Gratton wrote:

Bonjour, augmentation manche marteau. comment augmenter avant ou après le marqueur si celui-ci est entre les 2 mailles. Merci pour votre aide

27.07.2022 - 15:09

DROPS Design answered:

Bonjour Marie-Andrée, regarde la video ICI. Bon tricot!

27.07.2022 - 21:05