DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Honey Blossom

Trui met kantpatroon, wordt van boven naar beneden gebreid met ¾-lange mouwen van DROPS Merino Extra Fine. Maten S - XXXL.

DROPS 176-5
DROPS Design: Patroon nr. me-101
Garengroep B

----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS MERINO EXTRA FINE van Garnstudio (hoort bij garengroep B)
400-450-500-550-600-650 gr. kleur 24, lichtgeel

DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP OF RONDBREINAALD (40 en 80 cm) 4 MM – of de maat breinaalden die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden in tricotsteek is 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 28.80€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBEL/RIBBELSTEEK (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.5. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien.

RAGLAN:
MOUW:
De meerderingen op de mouwen maken deel uit van telpatronen A.1, A.2 en A.4. Meerder 1 steek aan elke kant van elke mouw elke 2e naald, brei de omslagen recht op de volgende naald, er ontstaan zo gaatjes.

LIJF:
Meerder 1 steek aan elke kant van het voorpand en 1 steek aan elke kant van het achterpand als volgt (= in totaal 4 steken gemeerderd):
Meerder als volgt, begin 2 steken voor A.1: maak 1 omslag, 2 recht, brei A.1, 2 recht, maak 1 omslag. Herhaal voor en na de volgende A.1. Brei op de volgende naald de omslagen recht, er ontstaan zo gaatjes.

Als u elke 4e naald meerdert, meerder dan als volgt:
NAALD 1, begin 2 steken voor A.1: maak 1 omslag, 2 recht, brei A.1, 2 recht, maak 1 omslag. Herhaal voor en na de volgende A.1.
NAALD 2: brei de omslagen recht, er ontstaan zo gaatjes.
NAALD 3, begin 4 steken voor A.1: 2 recht samen, maak 1 omslag, 2 recht, brei A.1, 2 recht, maak 1 omslag, 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek – er zijn geen meerderingen, maar brei de naald met gaatjes verder als hiervoor. Herhaal voor en na de volgende A.1.
NAALD 4: Brei de omslagen recht, er ontstaan zo gaatjes.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad staat tussen deze steken), maak 1 omslag. Brei de omslagen gedraaid recht op de volgende naald.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Begin 3 steken voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad staat tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal afgehaalde steek over gebreide steek. Brei de steken die niet in het patroon passen midden onder de mouw in tricotsteek.
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het werk wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, vanaf middenachter en van boven naar beneden.
Zet 94-98-102-106-110-114 steken op met rondbreinaald 4 mm en Merino Extra Fine. Brei 2 RIBBELS – zie uitleg boven, meerder op de laatste naald van de ribbels 20 steken gelijkmatig op de naald = 114-118-122-126-130-134 steken. Ga verder als volgt: brei 19-20-21-22-23-24 steken in tricotsteek (= helft van het achterpand), 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, A.1 (= 17 steken) (= rechtermouw), 1 steek in tricotsteek, 1 omslag, 38-40-42-44-46-48 steken in tricotsteek (= voorpand), 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, A.1 (= linkermouw), 1 steek in tricotsteek, 1 omslag, 19-20-21-22-23-24 steken in tricotsteek (= helft van het achterpand). De eerste meerdering voor de RAGLAN is nu klaar. Ga zo verder in de hoogte in patroon en tricotsteek. Meerder voor de raglan zoals boven staat beschreven – meerder op de mouw elke 2e naald 22-26-29-31-32-33 keer en op het lijf elke naald 0-0-0-0-0-6 keer, dan elke 2e naald 14-16-17-32-30 keer en tot slot elke 4e naald 4-5-6-3-0-0 keer.

LET OP! Als A.1 is klaar, ga dan verder als volgt (over de steken op de mouwen): A.2 (= 8 steken), A.3 (= 12 steken), A.4 (= 7 steken). Als A.2, A.3 en A.4 een keer in hoogte zijn gebreid, brei dan als volgt: A.2, A.3 over de volgende 36 steken (= 3 herhalingen), A.4. Elke keer dat A.2 tot en met A.4 een keer in de hoogte zijn gebreid, gaat u verder met 2 extra herhalingen van A.3 tussen A.2 en A.4. Eindig A.2, A.3 en A.4 als u in totaal 22-26-29-31-32-33 keer hebt gemeerderd op de mouwen en in totaal 18-21-23-28-32-36 keer op het voorpand en achterpand.

Na alle meerderingen zijn er 61-69-75-79-81-83 steken voor elke mouw en 76-84-90-102-112-122 steken op het voorpand en achterpand = 274-306-330-362-386-410 steken in totaal. Brei de volgende naald als volgt:

Brei 38-42-45-51-56-61 steken (= helft van het achterpand), plaats de volgende 61-69-75-79-81-83 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op, brei de volgende 76-84-90-102-112-122 steken (= voorpand), plaats de volgende 61-69-75-79-81-83 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op, brei de laatste 38-42-45-51-56-61 steken (= helft van het achterpand).

LIJF:
Er zijn nu 168-184-200-224-248-272 steken op het lijf. Ga verder in tricotsteek. Plaats een markeerdraad aan elke kant, in het midden tussen de 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken die zijn opgezet. HET WERK WORDT NU GEMETEN VANAF HIER. Meerder bij een hoogte van 3 cm 1 steek aan elke kant van elke markeerdraad (= 4 steken gemeerderd), meerder elke 7 cm in totaal 4 keer – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! = 184-200-216-240-264-288 steken. Brei bij een hoogte van 27-26-26-26-27-29 cm A.5 over alle steken, kant dan alle st af. Het werk heeft een hoogte van ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de opzetrand.

MOUW:
Plaats de steken van de hulpdraad terug op breinaalden zonder knop 4 mm en neem al breiend 1 steek op in elke van de 8-8-10-10-12-14 steken die zijn opgezet onder de mouw = 69-77-85-89-93-97 steken. Plaats 1 markeerdraad in het midden tussen de nieuwe steken = midden onder de mouw. Ga verder met A.3 en brei de steken die niet in het patroon passen midden onder de mouw in tricotsteek. Ga verder in patroon. Minder bij een hoogte van 3-3-3-5-5-5 cm 1 steek aan elke kant van de markeerdraad, minder elke 3-2-1½-1½-1-1 cm in totaal 9-12-15-16-17-18 keer – LEES TIP VOOR HET MINDEREN = 51-53-55-57-59-61 steken. Brei bij een hoogte van 33-30-29-28-28-28 cm A.5 over alle steken. Kant af als A.5 een keer in hoogte is gebreid, de mouw meet ongeveer 36-33-32-31-31-31 cm. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 15.09.2017
Meerder op de mouw iedere 2e naald 22-26-29-31-32-33 keer, meerder op het lijf iedere naald 0-0-0-0-0-6 keer, dan iedere 2e naald 14-16-17-25-32-30 keer, en tot slot iedere 4e naald 4-5-6-3-0-0 keer.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 176-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (39)

country flag Frøydis Andersen wrote:

Jeg har kommet til omgang 19 på genseren, og nå får jeg ikke hullmønsteret på ermene til å stemme. Jeg har prøvd flere ganger. Det virker som det er en maske for lite til at mønsteret går opp på denne omgangen. Noen som kan hjelpe?

21.02.2017 - 14:41

DROPS Design answered:

Hej Frøydis, for at det skal stemme må du have et omslag for hver indtagning, og 1 maske imellem hver indtagning/kast - husk udtagningen i hver side. God fornøjelse!

22.02.2017 - 08:36

country flag Laura wrote:

Grazie dell'aiuto!

12.02.2017 - 23:30

country flag Laura wrote:

Buongiorno! Sto sviluppando il modello in taglia M. La mia domanda è:gli aumenti del corpo vanno iniziati insieme a quelli delle maniche (quindi allo schema A.1) oppure si inziano allo schema A.2 ? In entrambi i casi, facendo il calcolo, terminerei prima gli aumenti delle maniche e continuerei solo con gli aumenti del corpo, ma come lo lavoro lo schema delle maniche senza aumentare le maglie fino a quando non termino anche gli aumenti del corpo?

12.02.2017 - 17:50

DROPS Design answered:

Buongiorno Laura. Gli aumenti sul corpo iniziano insieme a quelli sulle maniche; seguono poi una cadenza diversa. Gli aumenti sulle maniche e sul corpo dovrebbero finire sullo stesso giro: 52 giri per gli aumenti sulle maniche e 16x2 + 5x4 = 52 giri sul corpo. Metterà poi le maglie delle maniChe in sospeso e in un secondo momento le lavorerà seguendo il diagramma A.3 mantenendolo incolonnato con la parte già lavorata. Buon lavoro!

12.02.2017 - 18:37

country flag Prüfer wrote:

Warum,bitte,kann ich keine Anleitung direkt ausdrucken,es ist nur das Bild vom Modell zu sehen und die Musterzeichnung,mehr wird mir nicht ausgedruckt,jetzt habe ich schon so viel Papier verschwendet,da ich dachte es klappt doch irgendwann!!!! MfG Gudrun Prüfer

02.02.2017 - 17:56

DROPS Design answered:

Liebe Frau Prüfer, Schauen Sie mal die Einstellungen von Ihrem Drucker, es sollte klappen. Viel Spaß beim stricken!

03.02.2017 - 09:12

country flag Roberta wrote:

Confermo quanto scrive la signora francese sopra, c'è un errore nel paragrafo MAGLIONE perché A1 sono 19 maglie e non 17, e se si aumenta con quanto indicato avanzano al secondo giro 4 maglie. Potete cortesemente verificare? Grazie

29.01.2017 - 20:17

country flag Martine wrote:

Bonjour, Je suis scrupuleusement les explications dès le début du travail : 2 côtés mousse + 20 augmentations. Tout est parfait. Cependant une fois terminé le 5eme rang (1ère augmentation raglan comme indiqué et avec diagramme A1) au lieu d'obtenir 8 mailles supplémentaires, j'en ai 12 soit 4 de trop ! Pensant m'être trompée j'ai recommencé et obtient le même résultat ! Où est l'erreur ? Merci de votre aide ! Martine.

29.01.2017 - 10:22

DROPS Design answered:

Bonjour Martine, pour les manches, on va augmenter tous les 2 tours, mais pour le dos et le devant, on va augmenter à un rythme différent en fonction de la taille, on aura parfois des augmentations juste sur les manches et pas sur le dos/le devant, regardez bien les indications pour votre taille. Bon tricot!

30.01.2017 - 11:49

country flag Judith wrote:

Sehr geschmackvoll, schlichter schnitt aber tolles Design

18.01.2017 - 06:43

country flag Monika wrote:

Ein schöner Schnitt, ein schönes Muster und eine sonnige Farbe - animiert zum Nachstricken!

21.12.2016 - 08:13

country flag Karin wrote:

Sehr apart!

15.12.2016 - 11:20