Angel Kissed |
|||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||
DROPS Doopjurk, mutsje en broekje met kantpatroon in DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS Baby 11-15 |
|||||||||||||||||||||||||
Steekverhouding: 25 st x 34 nld met breinld 2.5 mm in tricotst = 10 x 10 cm. NB! In het blaadjespatroon zitten op 10 cm meer nld. Ribbelst (heen en weer): Alle nld r breien. Gerstekorrel: 1e nld: *1 r, 1 av*, herhaal van *-*. 2e nld: r boven av, av boven r. Herhaal de 2e nld. Naaldplooitje: Brei 1 nld av op de goede kant en vervolgens 4 nld tricotst. Brei de volgende nld als volgt op de verkeerde kant: *Neem het bovenste deel van de st onder de av nld op, zet het lusje op de rechter, 1 av, haal het lusje over de av st *, herhaal van *-*. Brei 2 nld tricotst tussen elk naaldplooitje. Tips voor het minderen I (geldt voor de pas van de jurk): Minder naast de 2 kantst in ribbelst op de goede kant. 1e mindering (mindering met gaatje): Na 2 kantst: 1 r afh, 2 r samenbr, afgeh st overh. Voor de 2 kantst: 1 omsl, 3 r samenbr. 2e mindering (mindering zonder gaatje): Na 2 kantst: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. Voor de 2 kantst: 2 r samenbr. Tips voor het minderen II (geldt voor het middenvoor van het broekje): Minder aan weerskanten van de 2 r als volgt: Voor de 2 st: 1 r afh, 2 r samenbr, afgeh st overh. Na de 2 st: 2 st r samenbr. Blaadjespatroon: 1e nld: (= VK): * 5 r, 5 av*, herhaal van *-* en eindig met 5 r. 2e nld: (= GK): 2 av, * 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 2 av, 5 r, 2 av*, herhaal van *-* tot er nog 3 st over zijn. Brei deze als volgt: 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 2 av. 3e -5e – 8e – 9e – 11e – 13e – 16e – 17e nld: r boven r, av boven av. Brei alle omsl av. 4e nld: 2 av, *1 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 1 r, 2 av, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, 1 r, 2 r samenbr, 2 av*, herhaal van *-* tot er nog 5 st over zijn. Brei deze als volgt: 1 r, 1 omsl,1 r, 1 omsl, 1 r en 2 av. 6e nld: 2 av, * 2 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 2 r, 2 av, 1 r afh, 2 r samenbr, afgeh st overh, 2 av*, herhaal van *-* tot er nog 7 st over zijn. Brei deze als volgt: 2 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 2 r en 2 av. 7e nld: 2 r, *7 av, 5 r, *herhaal van *-* tot er nog 9 st over zijn. Brei deze als volgt: 7 av, 2 r. 10e nld: 2 av, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, 3 r, 2 r samenbr, 2 av, * 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 2 av, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, 3 r, 2 r samenbr, 2 av*, herhaal van *-*. 12e nld: 2 av, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, 1 r, 2 r samenbr, 2 av, *1 r, 1 omsl,1 r, 1 omsl, 1 r, 2 av, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, 1 r, 2 r samenbr, 2 av*, herhaal van *-*. 14e nld: 2 av, 1 r afh, 2 r samenbr, afgeh st overh, 2 av, *2 r, 1 omsl, 1 r, 1 omsl, 2 r, 2 av, 1 r afh, 2 r samenbr, afgeh st overh, 2 av*, herhaal van *-*. 15e nld: 5 r, *7 av, 5 r*, herhaal van *-*. 18e nld: 5 av, *1 r afh, 1 r, afgeh st overh, 3 r, 2 r samenbr, 5 av*, herhaal van *-*. 19e nld: r boven r en av boven av. Meerder tegelijkertijd in de 5 r st tussen elk blaadje als volgt: (meerder door het draadje tussen de linker en rechter breinld van de vorige toer op te nemen en verdraaid te breien) 1 r, 1 st meerderen, 3 r, 1 st meerderen, 1 r. 20e nld: Alle st av behalve de st van de blaadjes . Brei deze als volgt: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, 1 r, 2 r samenbr. 21e nld: brei de 3 st van de blaadjes av en brei alle andere st r. Meerder tegelijkertijd tussen elk blaadje als volgt: (meerder zoals hierboven beschreven) 1 r, 1 st meerderen, 5 r, 1 st meerderen. 22e nld: Alle st av behalve de st van de blaadjes. Brei deze als volgt: 1 r afh, 2 r samenbr, afgeh st overh. Patroon M.1 – M.7: Zie de teltekeningen. Alle nld van de teltekeningen geven het patroon weer op de goede kant . De Nederlandse vertaling van de symbolen in de teltekeningen staan onderaan dit patroon, en ze staan in dezelfde verticale volgorde als de symbolen naast de teltekening. DOOPJURK: Jurk: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld vanaf het middenachter. Zet losjes 378-412 st op met rondbreinld 2.5 mm. Brei M.1 (1e nld = GK) maar brei 2 kantst aan weerskanten in ribbelst tot de vereiste afmetingen. Brei na M.1 1 nld tricotst en Maak vervolgens 2 naaldplooitjes – zie de beschrijving hierboven. Brei nu de 4 eerste nld van M.2 (brei de st die niet in het patroon passen in tricotst) en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 11-13 st in de eerste nld = 367-399 st. Brei de volgende 9 nld van M.2 als volgt: 2 kantst in ribbelst, *1 herhaling met gaatjes, 3 herhalingen zonder gaatjes (= 24 nld in tricotst)*, herhaal van *-* tot er nog 13 st over zijn. Brei deze als volgt: 1 herhaling met gaatjes, 3 st tricotst en 2 kantst in ribbelst (op het stukje met 24 st zonder gaatjes kunt u eventueel de naam van de dopeling borduren). Brei vervolgens de laatste 4 nld van M.2 over alle st (brei de st die niet in het gaatjespatroon vallen in tricotst). Ga nu verder met het blaadjespatroon – zie de beschrijving hierboven – en minder tegelijkertijd in de eerste nld 18-20 st = 349-379 st. Brei na het blaadjespatroon M2 met 2 kantst aan weerskanten in ribbelst, en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 6-4 st = 343-375 st. Brei 1 nld tricotst, en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 18-20 st = 325-355 st. Brei 2 naaldplooitjes en 1 nld tricotst, en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 21-31 st = 304-324 st. Ga verder met M.3 tot een hoogte van ca 63-72 cm – d.w.z. na een volledige herhaling. Brei de volgende nld als volgt op de VK: 2 kantst in ribbelst, *2 av samenbr*, herhaal van *-* over alle st en eindig met 2 kantst in ribbelst = 154-164 st. Brei 2 nld tricotst (1e nld = GK), en minder tegelijkertijd, gelijkmatig verdeeld 18-14 st in de laatste nld = 136-150 st. Brei nu 4 naaldplooitjes en 1 nld tricotst. Brei de volgende nld als volgt op de VK: 38-42 r, 60-66 av, 38-42 r. Kant 36-40 st af aan weerskanten in de volgende nld. Het werk heeft een hoogte van ca 68-77 cm. Voorpand: = 64-70 st. Lees het onderstaande eerst goed door voordat u verder gaat! Brei tricotst met M.5 op de 4 middelste st. Minder tegelijkertijd voor het armsgat aan weerskanten in elke 2e nld in totaal 10 keer – zie Minder tips hierboven. Wissel de 1e en 2e mindering af. Als alle minderingen voltooid zijn, brei dan gaatjes in elke 4e nld (op de GK) langs de armsgaten als volgt: Na de 2 st in ribbelst: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, 1 omsl. Voor de 2 st in ribbelst: 1 omsl, 2 r samenbr. Hals: Kant tegelijkertijd bij een hoogte van ca 4 cm vanaf het begin van het voorpand (d.w.z. na 3 of 4 gaatjes van M.5) de middelste 2 st af voor de hals – kant av af op de GK. Zet de st van de linkerkant (bij het dragen) op een hulpdraad. Rechterkant: Mindering 11-13 x 1 st aan de halskant in elke 2e nld – zie de Minder tips hierboven. Maak om en om de 1e en 2e mindering. Als alle minderingen voor het armsgat en de hals voltooid zijn = 10-11 st resteren voor de schouder (= 2 st ribbelst, 6-7 st tricotst, 2 st ribbelst). Brei verder over deze 11 st (= schouderbandje) en brei gaatjes in elke 4e nld (op de GK) zoal beschreven voor het armsgat. Kant af bij een hoogte van ca 28-32 cm vanaf het begin van het voorpand. Linkerkant: Zet de st van de hulpdraad terug op de breinld en brei zoals het rechterdeel in spiegelbeeld. Afwerking: Knoopsgatlusjes: Haak langs de naaldplooitjes op het rechter achterdeel als volgt (begin bovenaan en haak naar de onderkant van de jurk): 9 v. Haak de volgende toer als volgt: *1 hv, 5 l, sla 1 v over, 1 hv in de volgende st*, herhaal van *-* tot er 3 lusjes zijn. Naai 3 knoopjes aan de naaldplooitjes van de linkerkant. Meet het bandje voor de juiste lengte voor de baby en haak op de goede kant op de goede kant een lusje op de goede kant van het bandje. 1 lusje = 1 hv, 5 l en 1 hv in dezelfde st (de rest van het bandje zit aan de binnenkant van de jurk ). Naai de knoopjes aan de boven kant op 3-4 cm vanaf het middenachter. Satijnband: Knip 3 linten met elk een lengte van 170 cm en rijg ze elk door de bovenste 3 nld gaatjes van M.2 (d.w.z. 2 boven en 1 onder het blaadjespatroon). Bevestig de uiteinden aan de binnenkant van de jurk. Knip 1 lint met een lengte van 50 cm en rijg het door de nld gaatjes aan weerskanten van de hals en de bandjes. BROEKJE: Brei de beide pijpjes afzonderlijk, zet ze aan elkaar, brei het lijfje en eindig met de mouwen. Linker pijpje: zet 32-40 st op met sokkenbreinld 2.5 mm. Brei 5-6 cm gerstekorrel. Brei 1 nld tricotst, en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 8 st = 40-48 st. Brei volgende nld als volgt: *2 r samenbr, 1 omsl*, herhaal van *-*. Brei 1 nld tricotst, en meerder tegelijkertijd gelijkmatig verdeeld 8 st = 48-56 st. Brei verder volgens M.2 en ga dan verder met tricotst. Meerder tegelijkertijd in de 1e nld tricotst gelijkmatig verdeeld 12 st = 60-68 st. Plaats een merkdraad aan het begin van de toer = binnen been. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 11-12 cm 6 x 1 st aan weerskanten van de merkdraad in elke 4e nld = 72-80 st. Deel het werk bij een hoogte van 18-21 cm bij de merkdraad in tweeën en brei heen en weer (het is makkelijker om de pijpjes op dezelfde rondbreinld zetten om het lijfje te breien ). Zet 1 st op aan weerskanten voor de naadtoeslag = 74-82 st. Kant bij een hoogte van 20-23 cm 5 st af aan weerskanten = 64-72 st. Leg het werk terzijde en brei het rechterpijpje op dezelfde manier. Voor- en achterpand: Zet het rechter- en linkerpijpje op dezelfde rondbreinld = 128-144 st. Plaats een merkdraad in de overgang tussen de pijpjes op het middenvoor en middenachter . Brei 3 nld in tricotst. Brei verder in tricotst en Meerder 8 x 1 st aan weerskanten van de 2 middelste st van het middenachter in elke 2e nld , en minder 8 x 1 st aan weerskanten van de 2 middelste st van het middenvoor in elke 2e nld – zie de Minder tips hierboven = 128-144 st. Kant bij een hoogte van 30-40 cm de 8 st van het middenachter af (= opening) en brei verder heen en weer op de breinld = 120-136 st. Brei bij een hoogte van 39-48 cm M.6 (1e nld = VK en brei 1 kantst aan weerskanten in ribbelst). Brei tegelijkertijd in de laatste nld van M.6 de 2 middelste st samen = 119-135 st. Brei de volgende nld als volgt: 1 kantst, M.7A (= 9 st), M.7B over 96-112 st, M.7C (= 12 st) en 1 kantst. Brei tegelijkertijd bij een hoogte van 45-54 cm de volgende nld als volgt op de GK: 25-29 st r(= linker achterpand), Kant 6 st af voor het armsgat, 57-65 st (= voorpand), Kant 6 st af voor het armsgat, 25-29 st (= rechter achterpand). Brei elk deel afzonderlijk verder. Rechter achterpand: = 25-29 st. Brei M.7, en kant tegelijkertijd af voor het armsgat aan de zijkant in elke 2e nld: 1-1 x 2 st en 3-4 x 1 st = 20-23 st. NB! Brei tricotst op de st langs het armsgat als ze niet in het gaatjespatroon passen. Kant bij een hoogte van 53-63 cm de 5-6 st van het middenachter af voor de hals en kant daarna 2 x 1 st af aan de halskant in elke 2e nld = 13-15 st voor de schouder. Kant af bij een hoogte van 55-65 cm. Linker achterpand: Brei als het rechter achterpand in spiegelbeeld. Voorpand: = 57-65 st. Brei M.7, en kant tegelijkertijd af voor de armsgaten zoals beschreven voor het achterpand = 47-53 st. Kant bij een hoogte van 51-60 cm de middelste 11-13 st af voor de hals en minder hierna langs de hals in elke 2e nld: 1 x 2 st en 3 x 1 st = 13-15 st voor elke schouder. Kant af bij een hoogte van ca 55-65 cm – gelijk aan het achterpand. Mouwen: Zet losjes 68-68 st Op met sokkenbreinld 2.5 mm. Brei M.4 en minder in de laatste nld gelijkmatig verdeeld 28-20 st = 40-48 st. Brei M.2 en eindig de mouw met M.7. Meerder tegelijkertijd vanaf een hoogte van 8 cm 5-4 x 2 st op de middenondermouw in elke 6-9 nld = 50-56 st – brei de gemeerderde st in tricotst. Kant bij een hoogte van 17-19 cm 6 st af op het midden ondermouw en brei de rest van de mouw heen en weer. Minder voor de mouwkop in elke 2e nld: 2-3 x 2 st, 5-3 x 1 st en dan steeds 2 st aan weerskanten tot een hoogte van 23-25 cm. Kant af. Brei nog een mouw. Afwerking: Sluit de schoudernaden. Linkerkant: Neem ca 60-65 st op langs het middenachter met breinld 2.5mm. Brei heen en weer als volgt: 1 nld r op de VK, brei 2.5 cm gerstekorrel, kant af. Rechterkant: Neem de st op en brei zoals de linkerkant maar maak gelijkmatig verdeeld 5 knoopsgaatjes na 1 cm. 1 knoopsgaatje = kant 2 st af en zet in de volgende nld 2 nieuwe st op. Leg de rechter- over de linkerkant en sluit de onderkant van de biesjes. Ajourkraag: Neem ca 55 tot 65 st op langs de VK nld van de hals met breinld 2.5 mm (neem geen st op boven d biesjes op het achterpand). Brei 4 nld ribbelst en 1 nld tricotst, en meerder in deze laatste nld gelijkmatig verdeeld naar 123 st. Brei vervolgens M.4 – begin bij de 3e nld van de teltekening – met 2 kantst aan weerskanten in ribbelst. Kant na M.4 losjes af. Haak rondom de kraag met haaknld 2.5 mm als volgt: 1 hv in de eerste st, *4 l, sla 2 st over, 1 hv in de volgende st*, herhaal van *-*. Zet de mouwen in. Sluit de naad tussen de pijpjes en onder de voet. Zet de knoopjes aan de achterkant. Knip 2 linten van 20 cm en rijg ze door de gaatjes van de mouwen. Knip 2 linten van 60 cm en rijg ze door de onderste gaatjes van beide pijpjes. MUTSJE: Voor een hoofdomtrek van: ca 40/42 – 44/46 cm Zet 87-104 st op (incl. 1 kantst aan weerskanten, die tot de vereiste afmetingen in ribbelst wordt gebreid) met breinld 2.5 mm. Brei M.1 tot een hoogte van 10-12 cm. Brei vervolgens een naaldplooitje – zie de beschrijving hierboven – en minder tegelijkertijd voor maat 6/9 maanden 1 st in de 1e nld van het naaldplooitje = 87 -103 st. Kant vervolgens 28-36 st af aan weerskanten = 31 st resteren (= middenstukje van de achterkant). Meet het werk verder vanaf hier! Ga verder als volgt: 1 kantst, M.7A (= 9 st), M.7B (= 8 st), M.7C (=12 st) en 1 kantst. Kant af als het middenstukje een hoogte van11-14 cm heeft. Naai het aan de zijstukjes. Neem ca 86 tot 98 st op (deelbaar door 4+2 om een even aantal gaatjes te krijgen voor het lint) langs de voorkant met breinld 2.5 mm en brei M.6 met 1 kantst aan weerskanten. Kant av af (op de GK). Knip een lint van ca 80 cm en rijg dit door de gaatjes. |
|||||||||||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (68)
HELENE wrote:
Bonsoir, pour la robe de baptême, je suis arrivée aux diminutions pour les emmanchures : pour la 2ème diminution on dit : 2m lisières, 1m glissée, 2m ens end puis passer la m glissée par dessus la m tricotée donc on diminue 2m. Mais ensuite on dit : avant les 2m lisières faire 2m ens donc ici on diminue seulement 1m. Est-ce normal ? D'habitude on diminue le même nombre de mailles à gauche et à droite. Merci pour votre réponse.
12.06.2016 - 21:50DROPS Design answered:
Bonjour Hélène, on alterne 2 types de diminutions, 1 avec jour et 1 sans jour. Pour la 1ère diminution, on va diminuer 2 m (= glisser 1 m à l'end, 2 m ens à l'end, passer la m glissée par-dessus la m tricotée) et on fait 1 jeté pour compenser la 2ème diminution, ainsi, on ne diminue qu'une seule maille en début de rang, à la fin du rang, on tricote 1 jeté et 3 m ens à l'end = 1 seule diminution. Bon tricot!
13.06.2016 - 09:31HELENE wrote:
Bonsoir, Grand merci pour la vidéo de démonstration. Encore une fois grand merci.
26.05.2016 - 23:08HELENE wrote:
Bonjour, après M1 j'ai fait un rang de jersey env sur l'env. Ensuite pour les nervures j'ai fait un rg env sur l'end mais pour les 4 rgs de jersey suivants comment dois-je procéder ? Merci beaucoup de votre aide. Bonne journée.
26.05.2016 - 10:19DROPS Design answered:
Bonjour Hélène, la vidéo ci-dessous montre comment faire les nervures. Bon tricot!
26.05.2016 - 10:41HELENE wrote:
Merci beaucoup de votre aide si précieuse. Bonne journée.
25.05.2016 - 17:46Hélène wrote:
Bonjour, j'ai commencé la robe de bâptème il y a une semaine déjà. Je n'arrive pas à avancer car je bloque sur le M1. Le symbole en x dit maille envers sur l'end et m end sur l'env. Mais quand et où dois-je faire le point de riz ? Merci de bien vouloir m'aider. J'aime beaucoup vos modèles et j'en ai déjà tricoté pour moi-même. Bonne journée à vous et merci beaucoup.
25.05.2016 - 09:43DROPS Design answered:
Bonjour Hélène, il n'y a pas de point de riz dans M.1 - les cases avec une "x" sont des mailles qui se tricotent soit à l'env quand vous êtes sur un rang end, soit à l'end quand vous tricotez un rang sur l'envers de l'ouvrage. La feuille au milieu de M.1 par ex se tricote en jersey envers (entre les surjets/2 m ens à l'end). Bon tricot!
25.05.2016 - 10:16Christina Hansel wrote:
Hallo. Ich bin gerade beim Oberteil des Taufkleides und habe folgende Frage. Es soll in jeder 2. Reihe einmal mit und einmal ohne Loch abgekettet werden. Beim Tipp zum Abnehmen ist dies jedoch anders beschrieben wie dann in der Anleitung selbst. Einmal heißt es beim Tipp mit Loch: 1 M. re abh., 2 re zusammen, abgehobene überziehen. In der Anleitung beim Oberteil nur: 1 M re abh., 1 M re, abgehobene überziehen. Liegt da nun ein Fehler vor? Würde mich sehr über eine aufklärende Antwort freuen.
16.04.2016 - 14:25DROPS Design answered:
Liebe Christina, es wird abwechselnd mit und ohne Loch abgenommen - aber Sie nehmen immer nur 1 Masche ab. Bei der Abnahme mit Loch stricken Sie zusätzlich 2 Maschen zusammen, um den Umschlag (=ergibt das Loch) auszugleichen.
18.04.2016 - 08:48Annelies wrote:
Goedemiddag, ik heb 2 naaldplooitjes van de doopjurk gebreid,en heb 1 naald geminderd naar 399 steken. nu moet ik M2 gaan breien maar zoals ik het nu gebreid heb brei ik dus het patroon aan de verkeerde kant. moet ik nu 1 naald av breien op de verkeerde kant? en dan met M2 beginnen? m.v.g. Annelies
23.03.2016 - 14:34DROPS Design answered:
Hoi Annelies. Ik ben met je eens dat er iets hier niet klopt. Ik zou zeggen dat M.2 moet beginnen van de goede kant, dus brei een nld av terug en begin met M.2. Ik heb het doorgegeven aan DROPS Design en wacht eventuele correcties af - maar dan kan je in ieder geval verder
24.03.2016 - 15:04Irene wrote:
Taufkleid: Laut Einleitung (nach der Abnahme von 13 Maschen= 399 M.) sollte ich mit den ersten 4 Reihen von M.2 anfangen. Da steht allerdings, dass die Maschen, die nicht ins Lochmuster aufgehen, glatt gestrickt werden sollen (das heißt Reihe 1,2 u. 4). Aber laut M.2 werden diese Reihen nicht glatt gestrickt. Oder habe ich was falsch verstanden? Könnten Sie mir helfen? Danke.
24.11.2015 - 18:06DROPS Design answered:
Es soll bedeuten, dass M.2 nicht ganz in die 399 M passt - in der 3. R von M.2 stricken Sie im Wechsel 2 M re zusammen und 1 Umschlag, dabei bleibt dann am Ende 1 M übrig, da Sie ja eine ungerade M-Zahl haben, diese M stricken Sie glatt re. Ansonsten stricken Sie die 4 R von M.2 wie im Diagramm angegeben.
29.11.2015 - 21:47Maria wrote:
Jeg er nået til 2. pind i bladmønsteret. Der er en del slå om, men ingen indtagninger på denne pind, kan dette passe? Eller læser jeg mønsteret forkert?
19.11.2015 - 23:16DROPS Design answered:
Hej Maria. Det er sandt du tager ud her, men i de sidste p af bladmönstret tager du ind igen.
20.11.2015 - 15:26S Gail Miller wrote:
Re: BabyDROPS 11-31 You instructions say CO 378 -412; what do you mean by this range of CO stitches because I cannot find different sizing that would represent casting on a different number of stitches. Please respond, as I am going to knit this up for a friend for a baptism, and she fell in love with this pattern! I am an experienced knitter, USA. Many thanks.
20.08.2015 - 05:26DROPS Design answered:
Dear Mrs Miller, the set is given in 2 sizes: 1/3 months and 6/9 months (see size and finished measurements under tab "Materials" on the right side of the picture). For smallest size, you cast on 372 sts for the dress and for the larger size you cast on 412 sts. Happy knitting!
20.08.2015 - 13:51