Dots and Drops Jacket |
|||||||||||||
|
|
||||||||||||
Gebreid vest in DROPS Muskat. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met ronde pas, gestippeld patroon en ¾-lengte mouwen. Maten XS - XXL.
DROPS 213-10 |
|||||||||||||
UITLEG VOOR HET PATROON: ------------------------------------------------------- RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid): Brei alle naalden recht. 1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht. PATROON: Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1 en A.2). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien. TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld): Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 103 steken) minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 20) = 4.7. In dit voorbeeld, meerdert u aan de goede kant door 1 omslag te maken na afwisselend elke 4e en 5e steek (ongeveer). Meerder niet over de biezen. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten van het lijf en midden onder de mouwen): Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken) 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd). KNOOPSGATEN: Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en brei de laatste steek recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat. Het eerste knoopsgat wordt gebreid als de hals ongeveer 2 cm meet. Brei dan de andere 5-5-6-6-6-6 knoopsgaten met ongeveer 8½-9-8-8½-8½-9 cm tussen elk. TIP VOOR HET AFKANTEN: Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds te strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 8e steek terwijl u tegelijkertijd afkant en de omslagen worden als normale steken afgekant. ------------------------------------------------------- BEGIN HET WERK HIER: ------------------------------------------------------- VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK: De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald vanaf midden voor en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid met rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden. HALS: Zet 103-107-111-119-123-127 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) met rondbreinaald 3mm en Muskat. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant). De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 1 recht, 1 averecht *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn op de naald, 1 recht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 2 cm – denk om de knoopsgaten op de rechter voorbies – lees beschrijving hierboven. Als de boordsteek klaar is, brei dan 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 20-26-32-34-45-56 steken verdeeld meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 123-133-143-153-168-183 steken. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid en de biezen in ribbelsteek). Voeg 1 markeerdraad in na de voorbies op het begin van de volgende naald; de pas wordt vanaf deze markeerdraad gemeten! Brei dan de pas zoals beschreven hieronder. PAS: Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei de eerste naald aan de goede kant als volgt: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.1 (= 3 steken), A.2 tot er 5 steken over zijn op de naald (= 22-24-26-28-31-34 herhalingen van 5 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon en meerder zoals te zien is in A.2. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 en A.2 klaar zijn, zijn er 233-253-273-293-323-353 steken op de naald. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de goede kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, brei A.3 (= 3 steken), A.4 tot er 5 steken over zijn op de naald (= 22-24-26-28-31-34 herhalingen van 10 steken) en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met dit patroon en meerder zoals te zien is in A.4. Na de laatste meerdering in A.4 zijn er 277-301-325-349-385-421 steken op de naald. Brei verder tot het werk 18-20-22-24-26-28 cm meet vanaf de markeerdraad op de hals – LET OP: In de kleinste maat, zijn A.3 en A.4 nog niet klaar op dit punt en in de andere maten, moeten A.x en A.y herhaald worden tot de juiste lengte (de patronen lopen verder op het lijf en de mouwen). Verdeel nu het werk voor het lijf en mouwen op de volgende naald als volgt: Brei 43-47-52-55-61-68 steken in ribbelsteek en patroon zoals hiervoor (= voorpand), plaats de volgende 57-61-64-70-77-81 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-10-10-10 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei 77-85-93-99-109-123 steken in patroon zoals hiervoor (= achterpand), plaats de volgende 57-61-64-70-77-81 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-8-10-10-10 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 43-47-52-55-61-68 steken in patroon en ribbelsteek zoals hiervoor (= voorpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN! LIJF: = 179-195-213-229-251-279 steken. Voeg 1 markeerdraad in, 47-51-56-60-65-72 steken vanaf elke kant (= 85-93-101-109-121-135 steken tussen de markeerdraden op het achterpand). Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het minderen aan elke kant van het lijf. Ga nu verder met het patroon terwijl u TEGELIJKERTIJD mindert in de zijkanten van het lijf zoals beschreven hieronder: Brei A.x en A.y heen en weer zoals hiervoor met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant richting midden voor en zorg ervoor dat u verder gaat op de juiste naald in het telpatroon na de pas en zorg ervoor dat de stippen worden gebreid boven de stippen op de pas. De 8-8-8-10-10-10 opgezette steken onder elke mouw worden gebreid in tricotsteek. Als het werk ongeveer 6 cm meet vanaf de scheiding in alle maten, eindig dan A.x en A.y na 1 naald van stippen. Ga dan verder met tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant. Minder TEGELIJKERTIJD, als het werk 6 cm meet vanaf de scheiding, in alle maten 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 6 cm in totaal 3 keer aan elke kant = 167-183-201-217-239-267 steken. Brei verder tot het werk 25 cm meet vanaf de scheiding in alle maten (er is 2 cm over tot de gewenste lengte; u kunt het vest passen en breien tot de gewenste lengte). Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 16-18-20-20-24-26 steken verdeeld meerdert – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN = 183-201-221-237-263-293 steken (dit meerderen voorkomt dat de boordsteek te strak wordt). Ga verder met rondbreinaald 3 mm. De volgende naald wordt als volgt gebreid aan de verkeerde kant: 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn op de naald, 1 averecht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 2 cm. Kant af met ribbelsteek over ribbelsteek, recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN! Het vest meet ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm vanaf de schouder naar beneden. MOUW: Plaats de 57-61-64-70-77-81 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-8-10-10-10 opgezette steken onder de mouw = 65-69-72-80-87-91 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8-8-8-10-10-10 steken onder de mouw en neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt bij het minderen midden onder de mouw. Ga nu verder in patroon terwijl u TEGELIJKERTIJD mindert midden onder de mouw als volgt: Begin de naald bij de markeerdraad en brei A.y in de rondte, zorg ervoor dat u verder gaat op de juiste naald in het telpatroon na de pas en dat de stippen boven de stippen op de pas worden gebreid. De 8-8-8-10-10-10 opgezette steken onder de mouw worden gebreid in tricotsteek. Als de mouw 12 cm meet vanaf de scheiding in alle maten, eindig dan A.y na een naald van stippen. Ga verder met tricotsteek in de rondte over alle steken. Minder TEGELIJKERTIJD als het werk 2-2-2-2-3-3 cm meet vanaf de scheiding, 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 3½-3-2½-1½-1-1 cm in totaal 7-8-9-12-14-15 keer = 51-53-54-56-59-61 steken. Brei verder tot het werk 28-26-25-23-21-20 cm meet vanaf de scheiding (er is 2 cm over tot de gewenste lengte; u kunt het vest passen en breien tot de gewenste lengte). LET OP: Kortere afmetingen in de grotere maten vanwege een bredere hals en een langere pas. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm en brei 1 naald recht terwijl u 1-1-0-0-1-1 steken verdeeld mindert = 50-52-54-56-58-60 steken. Brei dan boordsteek in de rondte (= 1 recht / 1 averecht) voor 2 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De mouw meet ongeveer 30-28-27-25-23-22 cm vanaf de scheiding. Brei de andere mouw op dezelfde manier. AFWERKING: Naai de knopen op de linker voorbies. |
|||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
|||||||||||||
|
|||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (42)
Tineke Van Der Veer wrote:
In de teltekening A1/A2 zit bij de pijl een fout tussen de meerderingen zit 1 steek en geen twee zoals het patroon aangeeft, je eindigt voor de 5 rechte steken van de bais wel met twee steken.
01.04.2020 - 09:56Selma Van Tartwijk wrote:
Vielen Dank Birgit. De oplossing van mijn probleem is re vinden in het commentaar bij het patroon van de vergelijkbare trui. De beschrijving van het meerderen in dit patroon is onvolledig. Voor en na de knoop van drie steken moet je nl. Anders meerderen. Dit is te zien in de video bij het patroon voor de trui.
23.03.2020 - 16:01DROPS Design answered:
Dag Selma,
Fijn om te horen dat je er nu uit bent gekomen en bedankt voor de terugkoppeling.
27.03.2020 - 13:41Selma Van Tartwijk wrote:
Sorry, maar ik zie de oplossing niet. Als ik begin met 111 steken, dan meerder tot 143 vervolgens A1 en A2 brei heb ik na de eerste nld waarin meerderingen staan toch 26keer een steek gemeerderd waardoor ik op 169 steken kom? Ik kom nog steeds niet verder. Het klopt toch dat ik 26 keer A2 per nld brei en een keer A1 om de nld te beginnen?
23.03.2020 - 10:12Selma Van Tartwijk wrote:
Heeft u enig idee hoe lang het nog duurt voor ik antwoord krijg? Ik wacht nu al 15 werkdagen.
13.03.2020 - 14:43Selma Van Tartwijk wrote:
Ik loop vast in het patroon voor maat medium. Aan het eind van de naald patroon A.2 waar het pijltje voor staat houd ik na het patroon en dus voor de vijf steken van de bies drie steken over. Voordat ik de meerderingen van die naald toepas heb ik 169 steken op de naald. Heb ik een fout gemaakt? Hoe moet ik verder?
23.02.2020 - 14:39DROPS Design answered:
Dag Selma,
Op de naald met de pijl in A.1/A.2 zitten er 2 steken in A.1, dan herhaal je steeds A.2 steeds waarbij je in de steken met de ruitjes meerderingen maakt. tussen de laatste en de eerstevolgende meerdering zitten dus steeds 2 steken. Als je het op die manier doet zou je uit moeten komen. Op het moment dat je de naald met de pijl breit, zou je, als ik het goed berekend heb 157 steken op de naald moeten hebben, dus er is mogelijk ergens anders iets mis gegaan.
22.03.2020 - 18:16Birgit wrote:
Ich habe das gleiche Problem wie Sylvie. Bei dem Pfeil stricke ich in A 1 nur 2 M. Dann stricke ich A2. Bei dem 1. Rapport ist der Knoten über dem darunterliegenden. Bei jedem weiteren Rapport ist doch eine Masche zuviel? Der Knoten versetzt sich immer um 1M weiter, da man immer auf 6M nun 7M strickt.
21.02.2020 - 11:23Birgit answered:
Hallo. Ich habe die Lösung in den Kommentaren zu Drops 213-9 gefunden. In dem Video ist es prima zu sehen. In der Anleitung beschreibt ihr die Zunahmen (3. Symbol )aber anders.
21.02.2020 - 11:42Maia wrote:
What cast on method did you use?
02.02.2020 - 16:24DROPS Design answered:
Dear Maia, we used the continental cast on. Happy knitting!
03.02.2020 - 10:18Ylva wrote:
Jag undrar också över varvet med pil. Stickar i storlek M. Gör jag en ökning efter knuten blir hela mönstret förskjutet. Hur ska det vara?
26.01.2020 - 11:29DROPS Design answered:
Hei Ylva. Om du ser på diagrammene er ikke knutene rett over hverandre hele veien, men litt forskyvet og husk ved 2. gangs økning (i A.2) strikkes det bare 2 masker av A.1. God Fornøyelse!
10.02.2020 - 13:14Thomas Sylvie wrote:
Bonjour je ne comprends pas comment suivre la charte des augmentations de ce joli gilet Taille M je suis A1 et ensuite A2 sur le même rang ça ça va mais la flèche noir ? Je pense 2 mailles une augm le point sur 3 mailles une augm 2 mailles ? C'est celà ? D'avance merci Mm Thomas
19.01.2020 - 10:05DROPS Design answered:
Bonjour Mme Thomas, au rang avec la flèche, les augmentations se font avec le symbole losange: vous augmentez dans la 3ème de A.1 = l a 1ère m tricotée = la dernière m de A.1, la 2ème m tricotée = la 1ère m de A.2 et on augmente ensuite 1 m dans A.2 après la diminution. Bon tricot!
06.03.2020 - 10:07Cristina wrote:
Se avessi lo schema lo farei sicuramente. Particolare e molto bello.
07.01.2020 - 20:34