DROPS Lima
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.06 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.66€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Golden Fairy

Gebreide trui in DROPS Lima of DROPS Cotton Merino. Het werk wordt gebreid met ronde pas en kantpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 195-22
DROPS Design: Patroon nr. li-097
Garengroep B
-------------------------------------------------------

Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS LIMA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
550-600-650-700-800-850 g kleur 2923, oker

Of gebruik:
DROPS COTTON MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep B)
500-550-600-650-700-800 g kleur 15, mosterdgeel

-------------------------------------------------------
BENODIGDHEDEN VOOR HET WERK:

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
1 herhaling van A.2 (18 steken) meet ongeveer 7½ cm in de breedte.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek en kantpatroon.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: lengte 40 cm en 80 cm voor de boordsteek en de rand in ribbelsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Lima
DROPS Lima
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.06 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.66€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1 en A.4).
De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert/meerdert, neemt u het totaal aantal steken op de naald (dus 216 steken) en deel deze door het aantal te maken minderingen/meerderingen (dus 4) = 54.
In dit voorbeeld, mindert u door elke 53e en 54e steek samen te breien.
Bij het meerderen maakt u 1 omslag na elke 54e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de zijkanten van het lijf):
Begin 3 steken voor de markeerdraad in de zijkant, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor midden onder de mouw):
Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de gemeerderde steken in tricotsteek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van onder naar boven tot de armsgaten. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van onder naar boven. Dan worden het lijf en de mouwen samengevoegd en de pas wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald tot de gewenste lengte.

LIJF:
Zet 196-216-238-252-280-300 steken op met rondbreinaald 4 mm en Lima. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei 2 RIBBELS – lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei 2 naalden tricotsteek. Brei dan A.1 in de rondte (= 14-18-17-21-20-25 herhalingen van 14-12-14-12-14-12 steken). Ga verder met dit patroon. Als A.1 klaar is, ga dan verder met tricotsteek. Minder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald 0-0-6-0-4-0 steken verdeeld op de naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 196-216-232-252-276-300 steken DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 8-8-8-8-10-10 cm meet, voeg dan 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 98-108-116-126-138-150 steken (= zijkanten). Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt als u mindert in de zijkanten
Minder op de volgende naald 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - lees TIP VOOR HET MINDEREN (= 4 steken geminderd). Minder zo iedere 8-8-8-9-9-9 cm in totaal 3 keer aan elke kant = 184-204-220-240-264-288 steken. Brei verder tot het werk ongeveer 31-30-32-34-33-35 cm meet (gemeten vanaf de onderkant van een van de golven in A.1).
Brei de volgende naald als volgt: Kant 2-3-3-3-5-6 steken af voor het armsgat, brei de volgende 88-96-104-114-122-132 steken recht en meerder TEGELIJKERTIJD 2-12-4-12-4-12 steken verdeeld over deze steken – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN (= voorpand), kant 4-6-6-6-10-12 steken af voor het armsgat, brei de volgende 88-96-104-114-122-132 steken en meerder TEGELIJKERTIJD 2-12-4-12-4-12 steken verdeeld over deze steken (= achterpand), kant de overgebleven 2-3-3-3-5-6 steken af voor het armsgat. Er zijn nu 90-108-108-126-126-144 steken op de voor- en achterpanden. Laat het werk rusten en brei de mouwen zoals beschreven hieronder.

MOUW:
Zet 48-52-56-56-60-60 steken op met breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en Lima. Brei 1 naald recht. Brei dan 3 cm boordsteek in de rondte (= 2 recht / 2 averecht). Brei 1 naald recht terwijl u 6-8-10-10-10-8 steken verdeeld op de naald mindert = 42-44-46-46-50-52 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei in tricotsteek in de rondte. Als het werk 10-8-11-11-9-9 cm meet, voeg dan 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden onder de mouw). Deze markeerdraad wordt gebruikt bij het minderen midden onder de mouw.
Meerder op de volgende naald 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 2½-2½-1½-1½-1½-1½ cm in totaal 13-13-19-19-19-19 keer = 68-70-84-84-88-90 steken (ga verder met korte rondbreinaald indien nodig). Brei verder tot de mouw 40-38-38-38-36-36 cm meet (de meerderingen midden onder de mouw zouden nu klaar moeten zijn. De afmetingen voor de grotere maten zijn korter vanwege een langere pas). Brei 1 naald recht terwijl u 8-8-12-12-12-12 steken verdeeld op de naald meerdert – lees TIP VOOR HET MEERDEREN/MINDEREN = 76-78-96-96-100-102 steken. Brei de volgende naald als volgt: Brei 2-3-3-3-5-6 steken tricotsteek, brei A.2 over de volgende 72-72-90-90-90-90 steken (= 4-4-5-5-5-5 herhalingen van 18 steken) en eindig met 2-3-3-3-5-6 steken tricotsteek. Ga verder met dit patroon tot alleen de laatste naald in A.2 over is. De laatste naald wordt als volgt gebreid: kant 2-3-3-3-5-6 steken af voor het armsgat, brei de laatste naald in A.2 over de volgende 72-72-90-90-90-90 steken en kant de overgebleven 2-3-3-3-5-6 steken af voor het armsgat. De mouw meet ongeveer 44-42-42-42-40-40 cm van boven naar beneden. Laat het werk rusten en brei de andere mouw op dezelfde manier.

PAS:
Plaats de mouwen op dezelfde rondbreinaald 4 mm als het lijf (zonder de steken te breien), waar u steken heeft afgekant voor de armsgaten = 324-360-396-432-432-468 steken op de naald. Brei A.3 in de rondte (= 18-20-22-24-24-26 herhalingen van 18 steken). Als A.3 klaar is, zijn er 252-280-308-336-336-364 steken op de naald. Brei A.4 in de rondte (= 18-20-22-24-24-26 herhalingen van 14 steken). Ga verder met dit patroon. Als A.4 klaar is, zijn er 126-140-154-168-168-182 steken op de naald.
Brei 1 naald recht terwijl u 30-40-50-56-56-62 steken verdeeld op de naald mindert = 96-100-104-112-112-120 steken over op de naald. De pas meet nu ongeveer 19-22-22-22-25-25 cm vanaf waar het lijf en de mouwen zijn samen geplaatst. Brei dan de hals zoals beschreven hieronder.

HALS:
Ga verder met korte rondbreinaald 3.5 mm. Brei 3 cm boordsteek in de rondte (= 2 recht / 2 averecht).
Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met naald 4 mm. De trui meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

AFWERKING:
Naai de openingen onder de mouwen dicht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 05.12.2019
Schematekening bijgewerkt.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen en haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Golden Fairy

@ms_blueberry, Germany

Golden Fairy

Jill, United Kingdom

Laat een opmerking achter voor DROPS 195-22

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (31)

country flag Christine PRADEL wrote:

Bonjour, j'ai juste besoin d'une petite mise au point. Dans la légende des diagrammes, vous dites que le triangle noir correspond à : glisser 1 m à l'endroit, tricoter 2 m ensemble à l'endroit et passer la m glissée par dessus les m tricotées ensemble. ok. Classique. Sauf que dans les commentaires (21/01/2020 Mme Marterer) vous dites q ce serait plutôt : glisser 2 m ensemble, tricoter la 3eme à l'endroit puis rabattre les 2 m glissées sur la 3eme. Je dois faire quoi ? Merciiii bcp

19.04.2024 - 12:22

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Pradel, il semble que la réponse de 2020 était erronée, conformément aux explications originales, on a bien ici un surjet double: on glisse 1 m à l'endroit, on tricote les 2 m suivantes ensemble à l'endroit et on passe la maille glissée par-dessus les mailles tricotées ensemble. Bon tricot!

19.04.2024 - 12:37

country flag Jan Steele wrote:

I have joined the sleeves to the body of the garment (second size 360 stitches. I am about to commence the pattern at \"Work A.3 in the round..... When A.3 has been completed thee ae 280 stiches on the needle.\" \r\nAs I read A.3 graph I can\'t see where I am required to make reductions. Can you please explain the process as in A.4 I can clearly see reductions in stitches .\r\nregards Jan

20.12.2023 - 11:08

DROPS Design answered:

Dear Mrs Steele, if you look at diagram A.3 you start with 18 sts and work the lace pattern (2 yarn overs compensated by one double decrease in the middle of diagram), but on row 15 and on next ot last row in diagram you will only decrease without making the both yarn overs, this means the number of sts in each A.3 decrease first to 16 sts then 14 sts in each A.3 x 20 repeats in 2nd size = 280 sts. Work then 20 repeats of A.4 (14 sts), and again decrease just as shown in diagram on rows 9, 17 and 23 , there are now 7 sts in each A.4 x 20 repeats = 140 sts left. Happy knitting!

20.12.2023 - 16:03

country flag Margaret wrote:

Hi, Prachtige sweater! ik begrijp niet hoe er word er geminderd in de pas van 432 naar 336 steken? Patron drops 195-22

19.12.2023 - 14:46

DROPS Design answered:

Dag Margaret,

Als je het telpatroon gewoon volt, minder je automatisch, want daarin zijn de minderingen al opgenomen.

20.12.2023 - 18:57

country flag Hannie Weststrate wrote:

Klopt het dat A2 wel op de mouwen maar niet op het lijf gebreid wordt?

01.03.2023 - 14:17

DROPS Design answered:

Dag Hannie,

Ja, dat klopt; A.2 wordt alleen op de mouwen gebreid.

01.03.2023 - 20:22

country flag Golden Fairy 195-22 wrote:

Eg lurer på om det er rett i oppskriften. På armen så står det at ein skal strikka vrangbord, men etter vrangborden så skal ein fella 10 maskar. Er det rett? Ein bruker jo heller å øke maskar då. Mitt spørsmål

24.10.2022 - 11:04

DROPS Design answered:

Hei Golden Fairy, Vi anbefaler flere masker i vrangborden slik at den ikke er stram. Disse er felt av når man begynner på resten av ermet. God fornøyelse!

25.10.2022 - 07:11

country flag Susanne wrote:

Hej jeg er i gang med at strik model nr 097 i Lima garn jeg kan ikke få mønste til at passer jeg har pille op i gen igen jeg slut med to m hvor jeg skal have 4 m til bage

19.06.2020 - 08:01

DROPS Design answered:

Hei Susanne. Vi skal hjlpe deg så god vi kan, men hvilken størrelse strikker du og hvor i diagrammet mener du mønstret ikke passer? mvh DROPS design

22.06.2020 - 11:18

country flag LOPEZ Marie Claude wrote:

Je ne vois pas à quel endroit tricoter le diagramme numéro 2 ?

07.03.2020 - 18:56

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Lopez, le diagramme A.2 se tricote en haut de la manche, après avoir ajusté le nombre de mailles à 76-102 (cf taille). Bon tricot!

09.03.2020 - 10:52

country flag Louise wrote:

I have knitted this pattern but the yoke part looks like a bigger size than the bottom half. The patterned yoke is much fuller and looks like it’s been gathered. What have I done wrong? I’m thinking of re-knitting from the patterned part on a smaller needle and size - what do you think? I can send a photo.

31.01.2020 - 15:00

DROPS Design answered:

Dear Louise, lace patterns , with yarnovers can become a little looser, than stockinett stitch. Everyone knits differently, if the difference is too big and bothers you, it is a good idea to knit it with smaller needles. Happy Crafting!

31.01.2020 - 15:24

country flag Danielle Marterer wrote:

Je viens d’envoyer une question et puis j’ai vu les photos en bas de page... j’ai pu agrandir ces photos et voir le détail du point : c'est juste parfait ! Ce modèle est vraiment superbe . Je le réalise en Alpaca drops coloris jean mix (vu que le fil est chiné on voit peut-être moins le point). Merci en tout cas pour votre site : c’est une vraie mine pour une tricoteuse au long cours dans mon genre : j’ai 73 ans et j’ai dû commencer vers 7-8 ans ! Cordialement

21.01.2020 - 23:18

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Marterer, oups la réponse est partie avant la lecture de votre deuxième message, merci encore et bonne continuation!

22.01.2020 - 09:42

country flag Danielle Marterer wrote:

Dans le diagramme le point figuré par un triangle noir : ne serait -ce pas plutôt : glisser 2m ensemble, tricoter la 3eme endroit, rabattre les 2m glissée sur la 3eme ? Il me semble que cela ferait plus une « lugne » verticale (on ne voit pas bien le motif sur la photo - on ne peut pas l’agrandir) merci de votre avis !

21.01.2020 - 23:08

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Marterer, c'est bien ainsi que cette diminution doit être faite, mais si vous préférez la faire autrement, vous pouvez tout à fait, vous pouvez essayer les deux techniques sur un échantillon pour bien voir la différence avant de vous décider. Bon tricot!

22.01.2020 - 09:17