Summer Evening Jumper

Gebreide trui met ronde pas, kantpatroon en ¾-lengte mouwen, van boven naar beneden gebreid. Maten S - XXXL. Het werk wordt gebreid in DROPS BabyAlpaca Silk.

DROPS 191-24
DROPS Design: Patroon nr. bs-136
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maten: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS BABYALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
350-350-400-450-500-500 g kleur 7219, pistache

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
"Alternatief garen (Garengroep A)" – zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 + 60 of 80 cm) MAAT 3 MM – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 32 naalden tricotsteek is 10 cm breed en 10 cm hoog.

DROPS RONDBREINAALD (60 of 80 cm) MAAT 2.5 MM – voor de halsrand.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1:
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 116 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 28) = 4.1.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 4e steek; brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. Kies het telpatroon voor uw maat (geldt voor A.1). De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan aan elke kant van de 4 markeerdraden in elke overgang tussen het lijf en de mouwen als volgt: Begin 1 steek voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 2 recht (de markeerdraad zit in het midden van deze 2 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen recht zodat er gaatjes ontstaan.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Begin 6 steken voor de markeerdraad in de zijkant, maak 1 omslag, 2 recht, ga verder met A.3 (de markeerdraad zit in het midden van A.3), 2 recht en maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw):
Begin 2 steken voor A.3, 2 recht samen, brei A.3 (= 8 steken), haal de volgende steek recht af, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).
----------------------------------------------------------

TRUI:
Het werk wordt in de rondte gebreid met rondbreinaald en van van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALSRAND:
Zet 116-120-124-132-136-144 steken op met korte rondbreinaald 3 mm en BabyAlpaca Silk. Ga verder met rondbreinaald 2.5 mm en brei 6 naalden tricotsteek voor de rand. Brei dan de volgende naald als volgt: * 2 recht samen, maak 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald. U heeft nu een vouwrand gebreid.
Brei 5 naalden tricotsteek en meerder TEGELIJKERTIJD 28-32-36-28-32-32 steken verdeeld op de laatste naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 144-152-160-160-168-176 steken. Brei dan de pas zoals beschreven hieronder.

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 3 mm. Brei A.1 in de rondte (= 18-19-20-20-21-22 herhalingen van 8 steken). Ga zo verder in patroon en meerder zoals te zien is in het telpatroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 klaar is, zijn er 216-228-240-280-294-308 steken op de naald en meet het werk ongeveer 15-15-15-17-17-17 cm vanaf de vouwrand in de hals. Brei 1 naald recht terwijl u 24-28-32-24-34-32 steken verdeeld meerdert op de naald = 240-256-272-304-328-340 steken.
Voeg nu 4 markeerdraden in het werk zonder de steken te breien: De eerste markeerdraad wordt ingevoegd na de eerste 36-38-40-46-51-55 steken (= ½ achterpand), de 2e markeerdraad na de volgende 48-52-56-60-62-60 steken (= mouw), de 3e markeerdraad na de volgende 72-76-80-92-102-110 steken (= voorpand) en de 4e markeerdraad wordt ingevoegd na de volgende 48-52-56-60-62-60 steken (= mouw). Er zijn nu 36-38-40-46-51-55 steken na de laatste markeerdraad voor de helft van het achterpand.
Ga verder met tricotsteek in de rondte. Meerder TEGELIJKERTIJD op de eerste naald voor de raglan – zie uitleg hierboven (= 8 steken gemeerderd). Ga verder met meerderen voor de raglan iedere 2e naald tot u in totaal 10-13-15-15-16-18 keer aan elke kant van de 4 markeerdraden heeft gemeerderd = 320-360-392-424-456-484 steken.
Brei verder zonder te meerderen voor de raglan, maar om te voorkomen dat de lijn van gaatjes over elke raglanlijn verbreekt, breit u A.2 in elke overgang tussen het lijf en de mouwen (de markeerdraad zit in het midden van A.2).
Als het werk 22-24-26-28-30-32 cm meet, brei dan de volgende naald als volgt: Brei 46-51-55-61-67-73 steken tricotsteek (= ½ achterpand), plaats de volgende 68-78-86-90-94-96 steken op 1 hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei 92-102-110-122-134-146 steken tricotsteek (= voorpand), plaats de volgende 68-78-86-90-94-96 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-14 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de laatste 46-51-55-61-67-73 steken in tricotsteek (= ½ achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid.
HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
= 200-220-240-264-292-320 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-14 opgezette steken onder de mouwen aan elke kant. Ga verder met tricotsteek en brei daarnaast A.3 over de middelste 8 steken aan elke kant (de markeerdraad zit in het midden van A.3).
Als het werk 5-5-5-3-3-3 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van A.3 aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 5 cm in totaal 5-5-5-6-6-6 keer aan elke kant = 220-240-260-288-316-344 steken. Als het werk 31 cm meet vanaf de scheiding, brei dan 3 ribbels in de rondte over alle steken. Kant dan af met recht, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, maakt u 1 omslag na ongeveer iedere 8e steek, terwijl u tegelijkertijd afkant (de omslagen worden als normale steken afgekant). De trui meet ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop of korte rondbreinaald 3 mm en neem daarnaast nog 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-14 steken midden onder de mouw = 76-86-96-100-106-110 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-14 steken onder de mouw. Brei A.3 over de middelste 8 steken onder de mouw, de andere steken worden gebreid in tricotsteek. Als het werk 2-2-2-1-1-1 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van A.3 – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo in totaal 8-11-15-16-17-17 keer in Maat S: Iedere 6e naald, in Maat M: Iedere 4e naald, in Maat L: Afwisselend iedere 2e en 3e naald en in Maten XL + XXL + XXXL: Iedere 2e naald = 60-64-66-68-72-76 steken.
Brei verder tot de mouw 17-16-14-12-11-11 cm meet vanaf de scheiding, maar pas zo aan dat de minderingen midden onder de mouw klaar zijn (LET OP: kortere lengtes in de grote maten vanwege een bredere hals en een langere pas).
Meerder op de volgende naald 10-6-4-12-8-4 steken verdeeld op de naald = 70-70-70-80-80-80 steken. Brei dan A.4 in de rondte (= 7-7-7-8-8-8 herhalingen van 10 steken). Als A.4 klaar is, zijn er 84-84-84-96-96-96 steken op de naald. Brei 6 naalden tricotsteek. Brei de volgende naald als volgt: * 2 recht samen, maak 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= vouwrand). Brei 6 naalden tricotsteek en kant af met recht, maar om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, maakt u 1 omslag na ongeveer iedere 6e steek terwijl u tegelijkertijd afkant (de omslagen worden als normale steken afgekant). Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Vouw de rand op de hals in richting de verkeerde kant en naai naar beneden netjes met kleine losse steken. Doe hetzelfde op de onderkant van beide mouwen.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
symbols = breirichting
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 191-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (9)

country flag Sólyom-Fekete Dóra wrote:

A nyak 7. sora után 32 szemet kell szaporitanom. A 12.körben szaporítom a 32 szemet, vagy a 8-12.sorok mindegyikében 6-7 szemet úgy, hogy összesen 32 szemmel legyen több, mire a 12. sort befejezem?

22.10.2023 - 16:44

country flag Lisa wrote:

Would it be possible to add a few short rows to this pattern to make the back sit a little higher up than the front? If so, where would you recommend that I add them? I've made this pattern twice and am about to start the third, but if it could sit up a little in the back, I think I'd like it even more, but don't know if it's possible. Thank you!

17.08.2022 - 18:04

DROPS Design answered:

Dear Lisa, you can add some short rows to get an elevation on back piece - you can take inspiration from similar garment with same tension - and work them just before starting yoke. Happy knitting!

18.08.2022 - 08:55

country flag Gitte wrote:

Hej igen, nej jeg mener de masker der skal tages ud imellem mønsterrapporterne. Med hensyn til raglanudtagningerne, står der at maskerne skal strikkes ret, ikke drejet, hvad er korrekt der? Hullerne kan da ses på billedet.

22.04.2020 - 22:13

DROPS Design answered:

Hej Gitte, alle omslag i diagrammerne skal strikke ret, der skal blive hul. Og nu kan jeg se at det samme står under Raglan, der skal også blive hul ifølge opskriften. Men du bestemmer selvfølgelig selv ;)

24.04.2020 - 10:07

country flag Gitte wrote:

De 2 masker hvor der tages ud imellem mønsterdelene, skal de strikke drejet ret eller bare ret så der kommer et hul?

17.04.2020 - 21:52

DROPS Design answered:

Hej Gitte, mener du raglan udtagningerne? De skal strikkes drejet, så der kun bliver et lille hul :)

21.04.2020 - 14:42

country flag Fillastre wrote:

J'ai tricoter A1 et je n'ai que 238 mailles au lieu de 294

22.03.2019 - 10:55

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Fillastre, en taille XXL vous avez tricoté 21 fois A.1 (= 8 m au 1er tour) sur les 168 m. Quand A.1 est terminé, vous avez 14 m dans chaque A.1, soit 21 x 14 m = 294 m. Bon tricot!

22.03.2019 - 13:44

country flag Sylvie Deguire wrote:

Bonjour, je suis bloqué. Je suis rendue à 26 cm, donc je dois faire ce qui suit (tricoter le tour suivant ainsi: 55 m. jersey (= ½ dos), glisser les 86 m. suivantes en attente sur 1 fil pour la manche, monter 10 m. (= côté, sous la manche), tricoter 110 m. jersey (= devant)), mais je ne sais pas comment glisser mes 86 mailles sur un fil et réussir à reprendre mon tricot, car mon fil est resté avant mes 86 m. glissées. Merci de votre aide.

30.09.2018 - 02:43

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Deguire, cette vidéo montre comment tricoter un pull de haut en bas - avec des emmanchures raglan (la technique qui nous intéresse ici sera la même): à partir du time code 6:30: on montre d'abord l'ensemble de l'empiècement puis vous voyez comment glisser les mailles des manches en attente sur un fil et monter les mailles sous les manches. Bon tricot!

01.10.2018 - 10:03

Alejandra wrote:

Gracias por añadir patrones para mujeres de mayor edad. 🤗

18.07.2018 - 23:27

Me wrote:

How nice to see a real woman for a change! Yes, some patterns are only suited to the very young - but many are not.

09.01.2018 - 12:18

country flag Beti wrote:

Eine traumhaftes Modell. Ich würde es gern nacharbeiten.

22.12.2017 - 19:40