DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 33.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Maren

Gebreide trui met kantpatroon en raglan, wordt van boven naar beneden gebreid van DROPS Cotton Merino. Maat: S - XXXL

DROPS 176-27
DROPS design: Patroon cm-066
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio (hoort bij garengroep B)
450-500-550-600-650-700 gr. kleur 01, naturel

DROPS BREINAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 60 of 80 cm) 4 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 steken en 28 naalden in tricotsteek = 10 cm breed en 10 cm hoog.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 33.75€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELSTEEK (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBELSTEEK (heen en weer):
1 ribbel = 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien.

RAGLAN:
Meerder voor de raglan aan elke kant van A.1 + 1 steek in tricotsteek aan elke kant (dus aan elke kant van 21 steken). Meerder 1 steek door 1 omslag te maken, brei op de volgende naald de omslag gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde steken in tricotsteek. LET OP: Meerder verschillend op lijf en mouwen zoals staat uitgelegd in het patroon.

TIP VOOR HET MINDEREN:
Minder midden onder de mouw als volgt: begin 3 steken voor de markeerdraad en 2 recht samen, 1 recht (markeerdraad is in deze steek), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal afgehaalde steek over gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor het meerderen aan de zijkanten van het lijf):
Begin 1 steek voor de steek met de markeerdraad, 1 omslag, 3 recht (steek met markeerdraad is middelste van deze 3 steken), 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------


TRUI:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald van boven naar beneden.

PAS:
Zet 102-102-102-102-106-106 steken op met rondbreinaald 4 mm en Cotton Merino. Brei 2 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg boven. Brei 1 naald recht en meerder 14 steken gelijkmatig voor alle maten = 116-116-116-116-120-120 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei de volgende naald als volgt: 1 omslag, 15 steken in tricotsteek, 1 omslag (= linkermouw), 1 steek in tricotsteek, A.1 (= 19 steken), 1 steek in tricotsteek, 1 omslag, 1-1-1-1-3-3 steken in tricotsteek, 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, A.1, 1 steek in tricotsteek (= voorpand), 1 omslag, 15 steken in tricotsteek, 1 omslag (= rechtermouw), 1 steek in tricotsteek, A.1, 1 steek in tricotsteek, 1 omslag, 1-1-1-1-3-3 steken in tricotsteek, 1 omslag, 1 steek in tricotsteek, A.1, 1 steek in tricotsteek (= achterpand). De eerste keer meerderen voor de RAGLAN is nu klaar. Ga verder in de hoogte met deze verdeling in patroon en tricotsteek. Meerder voor de raglan als zoals boven staat uitgelegd. LET OP: meerder verschillend op het lijf en de mouwen als volgt:

VOORPAND EN ACHTERPAND:
Meerder 4 steken elke nld 0-0-0-5-10-16 keer in totaal, dan om de naald 18-22-30-30-30-30 keer in totaal en tot slot elke 4e nld 4-4-0-0-0-0 keer in totaal.

MOUWEN:
Meerder 4 steken elke nld 0-0-2-1-0-0 keer in totaal, dan om de naald 20-24-29-32-35-35 in totaal en tot slot elke 4e naald 3-3-0-0-0-2 keer in totaal.

Na alle meerderingen staan er 296-328-360-388-420-452 steken op de naald. Het werk meet ongeveer 22-24-25-27-29-31 cm vanaf de schouder (19-21-22-24-26-28 cm vanaf de opzetrand). Brei nu als volgt: Zet 7 nieuwe steek op de naald (plaats 1 markeerdraad in de middelste steek), zet de eerste 61-69-77-81-85-89 steken op een hulpdraad (= mouw), brei in patroon en in tricotsteek als hiervoor over de volgende 87-95-103-113-125-137 steken (= achterpand), zet de volgende 61-69-77-81-85-89 steken op een hulpdraad, zet 7 nieuwe steken op onder de mouw, (plaats 1 markeerdraad in de middelste steek), brei in patroon en in tricotsteek als hiervoor over de overgebleven 87-95-103-113-125-137 steken (= voorpand). MEET NU HET WERK VANAF HIER.

LIJF:
= 188-204-220-240-264-288 steken.
Ga verder met A.1 en in tricotsteek als hiervoor. Brei tot een hoogte van 3 cm, meerder 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd), brei de gemeerderde steken in tricotsteek. Meerder elke 4 cm 7 keer in totaal = 216-232-248-268-292-316 steken. Ga verder in tricotsteek en A.1 tot het werk 34-34-35-35-35-35 cm meet, pas zo aan dat de volgende naald een laatste naald in A.1 is. Brei de laatste naald van A.1 en pas TEGELIJKERTIJD het aantal steken tussen A.1 en A.1 in het midden op het voorpand en in het midden op het achterpand aan naar 47-59-71-71-83-95 steken (= 220-240-264-264-288-312 steken in totaal). Brei dan als volgt - vanaf begin van naald: A.2 (= 11 steken), 1 averecht, A.2, A.1 als hiervoor, *A.2, 1 averecht *, brei van *-* 3-4-5-5-6-7 keer in totaal, A.2, A.1 als hiervoor, A.2, 1 averecht, A.2, A.1 als hiervoor, *A.2, 1 averecht *, brei van *-* 3-4-5-5-6-7 keer in totaal, A.2, A.1 als hiervoor. Brei A.1/A.2 een keer in de hoogte, brei dan 1 ribbel en kant af.

MOUW:
Zet de steken van de mouw terug op een korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop 4 mm, neem 1 steek op in elke van de 7 steken die zijn opgezet onder de mouw = 68-76-84-88-92-96 steken. Plaats 1 markeerdraad in de middelste nieuwe steek onder de mouw – MEET NU HET WERK VANAF HIER. Brei in tricotsteek in de rondte op de rondbreinaald/breinaalden zonder knop. Brei tot een hoogte van 3 cm, minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 3-2-2-1½-1½-1½ cm 13-16-19-20-21-22 keer in totaal. Als alle minderingen zijn gemaakt, staan er nog 42-44-46-48-50-52 steken op de naald. Als de mouw 42-41-41-40-38-37 cm meet, pas dan het aantal steken aan naar 48 voor alle maten. Brei dan als volgt: * A.2, 1 averecht *, brei van *-* 4 keer in totaal. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, brei dan 1 ribbel en kant alle st af. De mouw meet ongeveer 46-45-45-44-42-41 cm in totaal. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal afgehaalde steek over gebreide steek
symbols = 2 recht samen
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = 1 steek recht afhalen, 2 recht samen, haal afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 176-27

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (37)

country flag Silvana wrote:

Scusatemi di nuovo, ma nelle spiegazioni, dopo (manica sinistra) c'è scritto :"1 maglia rasata, A1, 1 maglia rasata , 1 gettato...." non c'è il gettato all'inizio di A1 !!!! scusatemi ma sono in totale confusione.....

13.09.2017 - 10:02

DROPS Design answered:

Buongiorno Silvana. Il gettato lo trova prima della maglia rasata:..1 gettato (= manica sinistra), 1 maglia a maglia rasata, A.1 (= 19 maglie), 1 maglia a maglia rasata, 1 gettato... Il gettato prima della manica sinistra è un aumento sulla manica, il gettato dopo A.1 e la maglia rasata è un aumento sul davanti. Buon lavoro!

13.09.2017 - 10:31

Silvana wrote:

Grazie.... quindi aumento 4 maglie ogni volta? due per ogni diagramma?

13.09.2017 - 09:49

DROPS Design answered:

Buongiorno Silvana. Se deve aumentare sia sul davanti/dietro che sulle maniche, gli aumenti saranno 8 e aumenta sia prima che dopo le 21 maglie. Se deve aumentare solo sul davanti /dietro, gli aumenti sono 4 e aumenterà solo dal lato delle 21 maglie sul davanti/dietro. Buon lavoro!

13.09.2017 - 11:00

country flag Silvana wrote:

Buona sera, non mi è chiaro l aumento del dietro e del davanti. Dopo il marcapunti che indica la fine della manica destra debbo fare un dritto , un gettato, e poi comincio il diagramma A1? Se devo aumentare 4 maglie (2 per il davanti e 2 per il dietro) il gettato di aumento lo devo ripetere alla fine , vicino al m.p. del raglan prima della manica sinistra? Insomma gli aumenti maniche dietro e davanti, sono sempre prima e dopo i 4 m.punti? Grazie di cuore

13.09.2017 - 00:10

DROPS Design answered:

Buongiorno Silvana. Deve prendere come riferimento le maglie del diagramma A.1 + la maglia rasata che precede + la maglia rasata che segue A.1 (21 maglie in tutto). Quindi: gettato, 1 maglia rasata, A.1, 1 maglia rasata, gettato. Non si aumenta sempre sia sul davanti/dietro che sulle spalle. Buon lavoro!

13.09.2017 - 08:26

country flag Loredana wrote:

Buonasera, gli aumenti per le maniche vanno fatti ad inizio giro? Grazie Loredana

25.05.2017 - 14:15

DROPS Design answered:

Buongiorno Loredana. Gli aumenti per il raglan sulle maniche vanno fatti prima/dopo le maglie di A1 (19 m) + la maglia rasata che precede e segue queste maglie (quindi in tutto 21 maglie). Buon lavoro!

25.05.2017 - 14:30

country flag Marise wrote:

Me revoilà avec mon tricot que j'avais mis de côté. Quand vous écrivez : augmenter 4 m 0 fois au total tous les tours, est-ce que cela veut dire que je n'augmente pas pour un rang et qu'au rang suivant j'augmente 18 fois tous les deux rangs, puis 4 fois tous les 4 tours. Je fais grandeur petit. Merci de me guider dans ces augmentations de 0 fois. :-)

20.04.2017 - 03:54

DROPS Design answered:

Bonjour Marise, en taille S, vous augmentez simplement pour le devant et le dos: 18 fois tous les 2 tours et 4 fois tous les 4 tours et pour les manches 20 fois tous les 2 tours et 3 fois tous les 4 tours. Bon tricot!

20.04.2017 - 10:21

country flag Leila Ojala wrote:

Hei! Vielä yksi kysymys mallin 176-26 ohjeesta. Hihan osuus pitäisi aloittaa ja päättää langankierrolla. Toisaalta pitäisi koristeraita päättää yhdellä oikealla ja sen jälkeen yksi langankierto. Tällöin joka toisella kerroksella pitäisi tehdä kaksi langankiertoa peräkkäin??? Jotakin olen varmaan ymmärtänyt väärin. Ystävällisin terveisin Leila

26.03.2017 - 15:41

DROPS Design answered:

Kun katson ohjetta, en näe tuossa kohtaa, jossa langankiertoja tulisi 2 peräkkäin, jokaisen langankierron (raglanlisäyksen) vieressä on aina joko oikea tai nurja silmukka. Piirroksen A.1 reunoissahan on aina nurja silmukka.

29.03.2017 - 16:56

country flag Leila Ojala wrote:

Malli 176/27 raglanlisäykset. Ohjeessa kehotetaan lisäämään aluksi joka kerroksella 21:n silmukan koristeraidan molemmin puolin ja todetaan, että silmukat lisääntyvät 4/kerros. Mielestäni silmukat lisääntyvät 8:lla, koska koristeraitoja on neljä, siis kaksi etukappaleessa ja kaksi takakappaleessa. Olen varmaan ymmärtänyt jotakin väärin. Ystävllisin terveisin Leila

26.03.2017 - 12:53

DROPS Design answered:

Silmukoita lisätään aluksi jokaisella kerroksella yhteensä 8, mutta lisäykset tehdään eri tavoin miehustassa ja hihoissa, joten nämä kohdat on selitetty erikseen ohjeessa.

29.03.2017 - 16:50

country flag Monika Steinbach wrote:

Liebes Drops-Team. genau so hatte ich mir das gedacht, nur leider steht es nicht so in der Anleitung. Jetzt kann ich ja fröhlich weiterstricken. Ganz herzlichen Dank und liebe Grüße!

20.02.2017 - 14:12

country flag Monika Steinbach wrote:

Liebes Drops-Team, genauso dachte ich mir das, aber leider ist es anders beschrieben. Nun kann es ja munter weiter gehen. Ganz herzlichen Dank!

20.02.2017 - 13:51

country flag Monika Steinbach wrote:

Danke, es ging genau um den Zunahmetipp bei den Rumpfzunahmen an der Seite. Also, von 7 M. die ersten beiden stricken, dann den Umschlag, dann die Masche vor der Markierungsmasche, dann die Markierungsmasche, dann den nächsten Umschlag? Dann ist die Markierungsmasche aber nicht in der Mitte der 7 Maschen. Bitte, bitte dringend klären. Ganz lieben Dank im Voraus!

20.02.2017 - 12:05

DROPS Design answered:

Liebe Frau Steinbach, der Markierungsfaden muß in der mittleren Maschen sein, so können Sie wie folgt zunehmen: 1 Umschlag, 1 Masche, 1 Masche mit Markierungsfaden, 1 Masche, 1 Umschlag. Hinweis wurde unser Design Team weitergeleitet. Viel Spaß beim stricken!

20.02.2017 - 13:17