DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 175-11
DROPS design: Patroon nr. cm-065
Garengroep B
----------------------------------------------------------
Maten:
Breedte aan bovenkant: ongeveer 156 cm
Hoogte in het midden: ongeveer 75 cm
Materiaal:
DROPS COTTON MERINO van Garnstudio (hoort bij garengroep B)
300 gr. kleur nr. 29, zeegroen

DROPS HAAKNAALD 4 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 stokjes x 9 toeren = 10 cm in de breedte en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Merino
DROPS Cotton Merino
50% Wol, 50% Katoen
vanaf 3.75 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 22.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3.
----------------------------------------------------------

OMSLAGDOEK:
Begin met Cotton Merino en haaknaald 4 mm en haak in patroon in de rondte volgens telpatroon A.1. Haak een ring van lossen en haak de eerste vier toeren in de rondte, haak dan de rest van de omslagdoek heen en weer. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.1 klaar is, ga dan verder vanaf de eerste toer in de telpatronen als volgt:
Haak A.2a (3 lossen = 1 stokje en 3 lossen), haak A.2b, 3 patroonherhalingen in totaal in de breedte (dus 5 stokjes om elke van de eerste 9 lossenlussen), haak A.2c (= 3 lossen), haak dan de eerste 5 stokjes in A.2b om dezelfde lossenlus (dus de middelste lossenlus), ga dan verder met A.2b tot er 3 patroonherhalingen klaar zijn in totaal in de breedte (dus 5 stokjes om elke van de volgende 8 lossenlussen), haak A.2d om de laatste lossenlus = 46 stokjes aan elke kant van de middelste lossenlus. Ga verder heen en weer met A.2a tot en met A.2d. Als de telpatronen klaar zijn in de hoogte, zijn er 75 stokjes aan elke kant van de middelste lossenlus.

Ga nu verder als volgt:
TOER 1 (aan verkeerde kant): haak 7 lossen, 1 vaste om lossenlus, * haak 5 lossen, sla 5 stokjes over, 1 vaste *, herhaal van *-* nog 14 keer, maar haak laatste vaste om de middelste lossenlus op omslagdoek, 3 lossen, 1 vaste om dezelfde lossenlus, * haak 5 lossen, sla 5 stokjes over, haak 1 vaste *, herhaal van *-*nog 14 keer, haak 6 lossen, 1 vaste om laatste lossenlus. Er zijn nu 16 lossenlussen aan elke kant van lossenlus in midden van omslagdoek.
TOER 2: haak 7 lossen, * 5 stokjes om eerste/volgende lossenlus *, herhaal van *-* nog 15 keer, haak (5 stokjes, 3 lossen, 5 stokjes) om lossenlus in midden van omslagdoek, * haak 5 stokjes om eerste/volgende lossenlus *, herhaal van *-* nog 15 keer, haak 5 stokjes om laatste lossenlus, haak 4 lossen en 1 stokje om de laatste lossenlus op de toer. Er zijn nu 85 stokjes aan elke kant van lossenlus in midden van omslagdoek.
TOER 3: haak 11 lossen, 1 vaste om eerste lossenlus, * 6 lossen, sla 5 stokjes over, 1 vaste *, herhaal van *-* nog 15 keer, haak 6 lossen, A.3 om de middelste lossenlus. Ga verder met * 6 lossen, sla 5 stokjes over, 1 vaste *, herhaal van *-* nog 15 keer, haak 6 lossen, 1 vaste om laatste lossenlus, 8 lossen, 1 stokje om laatste lossenlus. Er zijn nu 18 lossenlussen aan elke kant van A.3.
TOER 4: haak 11 lossen, 1 vaste om eerste lossenlus, * 6 lossen, 1 vaste om volgende lossenlus *, herhaal van *-* tot lossenlus in midden van omslagdoek, haak 6 lossen, A.3 om lossenlus in midden van omslagdoek. Haak dan * 6 lossen, 1 vaste om volgende lossenlus *, herhaal van *-* tot laatste lossenlus, 6 lossen, 1 vaste om laatste lossenlus, 8 lossen, 1 stokje om laatste lossenlus.
Herhaal 4e toer nog 7 keer, maar herhaal elke toer van *-* 1 keer meer (dus elke toer is er 1 lossenlus meer aan elke kant van A.3) = 9 toeren in totaal met lossenlussen en 26 lossenlussen aan elke kant van A.3.

Haak nu in PATROON vanaf eerste toer in telpatronen A.2, op dezelfde manier als hiervoor, maar haak meer patroonherhalingen in de breedte als volgt:
Haak A.2a (3 lossen = 1 stokje en 3 lossen), haak A.2b, 9 patroonherhalingen in totaal in de breedte (dus 5 stokjes om elke van de eerste 27 lossenlussen), haak A.2c (= 3 lossen), haak dan de eerste 5 stokjes in A.2b om dezelfde lossenlus (dus de middelste lossenlus), ga dan verder met A.2b tot er 9 patroonherhalingen klaar zijn in totaal in de breedte (dus 5 stokjes om elke van de volgende 26 lossenlussen), haak A.2d om de laatste lossenlus = 136 stokjes aan elke kant van de middelste lossenlus. Ga verder heen en weer met A.2a tot en met A.2b. Als de telpatronen klaar zijn in de hoogte, zijn er 165 stokjes aan elke kant van de middelste lossenlus.

Ga nu verder als volgt:
TOER 1 (aan verkeerde kant): haak 7 lossen, 1 vaste om lossenlus, * haak 5 lossen, sla 5 stokjes over, 1 vaste *, herhaal van *-* nog 32 keer, maar haak laatste vaste om de middelste lossenlus op omslagdoek, 3 lossen, 1 vaste om dezelfde lossenlus, * haak 5 lossen, sla 5 stokjes over, haak 1 vaste *, herhaal van *-* nog 32 keer, haak 6 lossen, 1 vaste om laatste lossenlus. Er zijn nu 34 lossenlussen aan elke kant van lossenlus in midden van omslagdoek.
TOER 2: haak 7 lossen, * 5 stokjes om eerste/volgende lossenlus *, herhaal van *-* nog 33 keer, haak (5 stokjes, 3 lossen, 5 stokjes) om lossenlus in midden van omslagdoek, * haak 5 stokjes om eerste/volgende lossenlus *, herhaal van *-* nog 33 keer, haak 5 stokjes om laatste lossenlus, haak 4 lossen en 1 stokje om de laatste lossenlus op de toer. Er zijn nu 175 stokjes aan elke kant van meerderingen in midden van omslagdoek.
TOER 3: haak 11 lossen, 1 vaste om eerste lossenlus, * 6 lossen, sla 5 stokjes *, herhaal van *-* nog 33 keer, haak 6 lossen, A.3 om de middelste lossenlus. Ga verder met * 6 lossen, sla 5 stokjes over, 1 vaste *, herhaal van *-* nog 33 keer, haak 6 lossen, 1 vaste om laatste lossenlus, 8 lossen, 1 stokje om laatste lossenlus. Er zijn nu 36 lossenlussen aan elke kant van A.3.
TOER 4: haak 11 lossen, 1 vaste om eerste lossenlus, * 6 lossen, 1 vaste om volgende lossenlus *, herhaal van *-* tot lossenlus in midden van omslagdoek, haak 6 lossen, A.3 om lossenlus in midden van omslagdoek. Haak dan * 6 lossen, 1 vaste om volgende lossenlus *, herhaal van *-* tot laatste lossenlus, 6 lossen, 1 vaste om laatste lossenlus, 8 lossen, 1 stokje om laatste lossenlus.
Herhaal de 4e toer nog 7 keer, maar herhaal elke toer van *-* nog 1 keer extra (dus elke toer is er 1 lossenlus meer aan elke kant van de middelste lossenlus) = 9 toeren in totaal met lossenlussen en 44 lossenlussen aan elke kant van A.3.

Haak nu in PATROON vanaf eerste toer in telpatronen A.2, op dezelfde manier als hiervoor, maar haak meer patroonherhalingen in de breedte als volgt:
Haak A.2a (3 lossen = 1 stokje en 3 lossen), haak A.2b, 15 patroonherhalingen in totaal in de breedte (dus 5 stokjes om elke van de volgende 45 lossenlussen), haak A.2c (= 3 lossen), haak dan de eerste 5 stokjes in A.2b om dezelfde lossenlus (dus de middelste lossenlus), ga dan verder met A.2b tot er 15 patroonherhalingen klaar zijn in totaal in de breedte (dus 5 stokjes om elke van de volgende 44 lossenlussen), haak A.2d om de laatste lossenlus = 226 stokjes aan elke kant van de middelste lossenlus. Ga verder heen en weer met A.2a tot en met A.2d. Eindig na 4e toer in telpatronen. Hecht af.

Telpatroon

symbols = haak 4 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste
symbols = 1 losse
symbols = 1 vaste in lossenlus
symbols = 1 half stokje om lossenlus/om ruimte tussen drievoudige stokjes
symbols = 1 stokje om lossenlus
symbols = 1 stokje in steek
symbols = 1 dubbel stokje om lossenlus
symbols = 1 drievoudig stokje in steek
symbols = 1 drievoudig stokje om lossenlus
symbols = haak 2 stokjes samen om lossenring/lossenlus: haak 1 stokje maar wacht met de laatste doorhaling, haak nog 1 stokje haal bij de laatste doorhaling de draad door alle lussen op haak.
symbols = toer begint met 3 lossen en eindigt met 1 halve vaste in 3e losse aan begin van toer
symbols = toer begint met 2 lossen en eindigt met 1 halve vaste in 2e losse aan begin van toer, haak dan halve vasten tot eerste lossenlus
symbols = toer begint met 2 lossen en eindigt met 1 halve vaste in 2e losse aan begin van toer
symbols = Begin op deze toer
symbols = toer begint met halve vasten tot lossenlus, haak dan 4 lossen
symbols = toer begint met halve vasten tot lossenlus, haak dan 7 lossen
diagram
diagram
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 175-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (76)

country flag Chris wrote:

Bonjour Pourriez-vous m'expliquer comment débuter un rang et comment le terminer. Je trouve cela obscur sur le diagramme et dans les explications. Merci beaucoup. Christine

12.05.2019 - 07:02

DROPS Design answered:

Bonjour Chris, les diagrammes se lisent comme expliqué ici: au 1er rang de A.1 on lit le diagramme en rond, en commençant par le point noir sur le cercle, puis dans le sens inverse des aiguilles d'une montre. À la fin du 3ème tour, continuez en allers et retours en lisant de droite à gauche sur l'endroit et de gauche à droite sur l'envers. Bon crochet!

13.05.2019 - 09:20

country flag Alene wrote:

I have to agree with Marlene that this pattern is not for someone who has never worked from diagrams before. If I could even figure out how to make the 1st circle, I may be able to figure it out but would take me so much longer to complete this beautiful shawl. I bought this pattern as a kit online and I can't get to the store where it was purchased for help. I am frustrated that I bought this kit because I will have to give up on it.

28.04.2019 - 18:02

DROPS Design answered:

Dear Alene, you will find how to read crochet diagrams here - do not hesitate to contact your DROPS store - even per mail or telephone - for any further assistance reading diagrams. Happy crocheting!

29.04.2019 - 11:28

country flag Alena Cacáková wrote:

Začínám háčkovat tento model a protože nejsem příliš zdatná v pletení či háčkování podle schémat,mám dilema - schéma 2a,2b,2c,3 - háčkují se jen jednou,nebo se neustále opakují po celou řadu?děkuji za včasnou odpověď.

26.04.2019 - 13:32

DROPS Design answered:

Dobrý den, Aleno, v jedné řadě se střídá několik těchto vzorů, počet sekvencí je různý. Podrobný rozpis je uveden v psaném návodu. V tomto rozpisu jsou zpočátku uvedena všechna oka v řadě, takže vás navede, jak přesně postupovat. Kreslené schéma = 1 sekvence vzoru, pokud tedy máte vedle sebe uháčkovat 3 sekvence, uháčkujete 3x všechna oka v dané řadě ze schématu. Hodně zdaru! Hana

28.04.2019 - 12:12

country flag Simona wrote:

Scusate, ma io proprio non riesco ad avere 75 m alte... ho controllato e ricontrollato, sfilando e ricominciando due volte, con la paura di aver omesso qualche passaggio dei diagrammi, ma ottengo sempre 65 maglie alte. Quelle precedenti erano corrette, 45... quindi ho proseguito ...

11.04.2019 - 17:49

DROPS Design answered:

Buongiorno Simona. Dovrebbe avere (da ciascun lato dell’arco di catenelle centrale): 15 m alte alla fine di A.2A; 45 m.alte alla fine di A.2B e 15 m.alte alla fine di A.2C. In tutto 75 m.alte. Buon lavoro!

12.04.2019 - 20:06

country flag Yvonne wrote:

Waar begin je met a2 he is me niet duidelijk

04.03.2019 - 12:44

DROPS Design answered:

Dag Yvonne,

Je haakt eerst het telpatroon A.1, dat is het bovenste telpatroon (A.1 staat aangegeven in de cirkel een beetje onder in het midden.) Als A.1 helemaal klaar is, dan begin je met A.2 A.2 is opgesplitst in verschillende delen voor de hoeken, de lange kanten, de zijkanten, etc. In het patroon staat aangegeven wanneer je welk deel moet haken en hoeveel herhalingen.

05.03.2019 - 18:07

country flag Rachel Dissell wrote:

Where the pattern says "Work A.2a (3 chain stitches = 1 double crochet and 3 chain stitches)" does it actually mean (6 chain stitches = 1 double crochet and 3 chain stitches)? Thanks!

20.08.2018 - 01:28

DROPS Design answered:

Hi Rachel, Yes, there will be a total of 6 chain stitches. Happy crocheting!

21.08.2018 - 07:26

country flag Klettner Natascha wrote:

Am Anfang kam ich mit der Anleitung nicht klar, aber nach mittlerweile 3 Tüchern mit dem Muster läuft es fast wie von alleine. Hab Wolle gesucht und nebenbei die Anleitung in einem Drops Heft gefunden. Vielen Dank für eure kostenlosen Anleitungen.

19.08.2018 - 19:11

country flag Wanda wrote:

Is it is really hard to figure out next step after croche centre of shawl A1 moving to A2 for unexpirience person is really hard to understand concept. Very poor explanation to follow. Please help me to finish my project , maybe video idea would work to start next step of crochet.

13.08.2018 - 23:17

DROPS Design answered:

Dear Wanda, from RS start with A.2a, then repeat A.2b a total of 3 times, work then A.2c and repeaet A.2b (the 5 first dc are worked in the middle ch-space - see written pattern), and finish with A.2d in the last ch-space. From WS work: A.2d, repeat A.2b, work A.2c on the middle ch-space, repeat A.2b and finish with A.2a. You are welcome to contact the store where you bought your yarn for any further assistance reading diagrams - even per mail or telephone. Happy crocheting!

14.08.2018 - 08:04

country flag Marlene wrote:

This pattern is very confusing for those of us who do not read diagrams. Do you have this pattern in a non-diagram format? Thank you!

11.08.2018 - 06:16

DROPS Design answered:

Dear Marlene, there is only diagram to this pattern. Should you need any assistance reading diagram, please contact the store where you bought your yarn, even per mail or telephone so that you can get further assistance. Happy crocheting!

13.08.2018 - 10:48

MariaGR wrote:

Where is the diagram A.1 please?

04.08.2018 - 20:33

DROPS Design answered:

Dear MariaGR, it is the top chart. The A.1 sign is at the middle of the chart (the middle of the flower). You should start crocheting the shawl here. Happy Crafting!

04.08.2018 - 23:20