DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Lobelia

Gebreid DROPS vest met raglan en kabels, wordt van boven naar beneden gebreid van ”Nepal”. Maat S-XXXL.

DROPS 171-14
DROPS design: Model nr. ne-235
Garengroep C of A en A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
800-850-950-1050-1150-1250 gr. kleur nr. 6314, denimblauw

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS BREINLD ZONDER KNOP EN RONDBREINLD (80 cm) 4,5 mm voor ribbelst - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 18 st x 23 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP ROND (blauw), NR. 612: 6 delen voor alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 1.95 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 31.20€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 nld. * brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (gelijkmatig verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden: neem het totale aantal st op de nld (bijv. 97 st), minus de voorbiezen (bijv. 8 st) en deel de overgebleven st door het aantal te meerderen st (bijv. 20) = 4,4. Dus in dit voorbeeld meerdert u 1 st afwisselend voor elke 4e en 5e st (en meerder niet over de voorbiezen).

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (lijf):
Alle meerderingen worden gemaakt aan de goede kant.
Meerder 1 av st door een omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl gedraaid r om gaatjes te voorkomen.

RAGLAN MOUW:
Meerder 1 st na/voor A.2 op de mouw door een omsl te maken (= 2 st gemeerderd op elke mouw). Brei in de volgende nld de omsl av om gaatjes te maken.

RAGLAN LIJF:
Meerder eerst 2 st voor/na A.2 op het voorpand en achterpand (= 8 st gemeerderd in totaal), meerder dan 1 st voor/na A.2 op het voorpand en achterpand (= 4 st gemeerderd in totaal).

Meerder 2 st voor A.2 als volgt:
Brei tot er 1 st overblijft voor A.2, 1 omsl, 1 r, 1 omsl.
Meerder 2 st na A.2 als volgt:
1 omsl, 1 r, 1 omsl.
LET OP: brei in de volgende nld de omsl die het dichtst bij A.2 is av om gaatjes te maken. Brei de andere omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen.

Meerder 1 st voor/na A.2 als volgt: meerder 1 st door een omsl te maken. Brei in de volgende nld de omsl av om gaatjes te maken.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (lijf):
Brei tot er 4 st over zijn voor de markeerder, 2 r samen, 4 r (markeerder staat tussen deze st), 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. Herhaal aan de andere kant (= 4 st geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (mouw):
Brei tot er 2 st over zijn voor A.2, 2 r samen, A.2, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh (= 2 st geminderd).

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechtervoorbies. Dus de voorbies aan het einde van de nld gezien aan de goede kant. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf de kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van (vanaf de opzetrand en langs de voorbies gemeten):
MAAT S: 2, 11, 20, 29, 38 en 47 cm.
MAAT M: 2, 11, 20, 29, 38 en 47 cm.
MAAT L: 2, 12, 21, 31, 40 en 50 cm.
MAAT XL: 2, 12, 21, 31, 40 en 50 cm.
MAAT XXL: 2, 12, 22, 32, 42 en 52 cm.
MAAT XXXL: 2, 12, 22, 32, 42 en 52 cm.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om een strakke afkantrand te voorkomen, kunt u afkanten met een breinaald die een halve maat groter is.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.

PAS:
Zet 97-99-103-109-111-117 st op (incl. 4 voorbies st in ribbelst aan elke kant) met rondbreinld 4,5 mm. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven en meerder 17-19-19-25-27-25 st gelijkmatig op de laatste nld aan de goede kant - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 114-118-122-134-138-142 st. Ga verder met rondbreinld 5 mm.
Brei nu een ronding op het achterkant in tricotst als volgt:
Brei de eerste 61-63-67-73-77-79 st, keer en brei 16-16-20-20-24-24 st, keer en brei 20-20-24-24-28-28 st, keer en brei 24-24-28-28-32-32 st, keer en brei de rest van de nld. Brei dan 1 nld av met 4 voorbies st in ribbelst aan elke kant. DENK OM DE KNOOPSGATEN!
Brei nu in PATROON als volgt aan de goede kant: 4 voorbies st in ribbelst, 1 av, A.1 (= 4 st) 2-2-2-3-3-3 keer, 1 av, 1-2-2-1-2-3 r (= linkervoorpand), A.2 (= 8 st op 1e nld), 14-14-16-16-16-16 r (= mouw), A.2, 1-2-2-1-2-3 r, 1 av, A.1 5-5-5-7-7-7 keer, 1 av, 1-2-2-1-2-3 r, (= achterpand) A.2, 14-14-16-16-16-16 r (= mouw), A.2, 1-2-2-1-2-3 r, 1 av, A.1 2-2-2-3-3-3 keer, 1 av, 4 voorbies st in ribbelst. Brei 1 nld aan de verkeerde kant op dezelfde manier. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Begin in de volgende nld aan de goede kant met meerderen voor de RAGLAN LIJF en RAGLAN MOUW – zie uitleg boven. LET OP: meerder verschillend op mouwen en lijf.
LIJF:
Meerder 2 st om de nld 4-4-5-6-7-9 keer en 1 st om de nld 11-14-14-14-15-14 keer (= 15-18-19-20-22-23 keer in totaal).
MOUWEN:
Meerder zo om de nld 15-18-19-20-22-23 keer in totaal.

Als alle meerderen klaar is, staan er 250-278-294-318-342-362 st op de nld. Brei nu als volgt aan de verkeerde kant: brei de eerste 38-42-44-49-53-57 st (= rechtervoorpand), zet de volgende 52-58-62-64-68-70 st op een hulpdraad (= mouw), zet 6-6-8-8-10-12 st op onder de mouw, brei de volgende 70-78-82-92-100-108 st (= achterpand), zet de volgende 52-58-62-64-68-70 st op een hulpdraad (= mouw), zet 6-6-8-8-10-12 st op onder de mouw, brei de overgebleven 38-42-44-49-53-57 st (= linkervoorpand). Het werk meet ongeveer 15-17-18-19-21-22 cm langs de voorbies.

LIJF:
Er zijn nu 158-174-186-206-226-246 st voor het lijf. MEET NU HET WERK VANAF HIER. Ga verder in patroon heen en weer als hiervoor en plaats 1 markeerder in het midden van de nieuwe st aan beide zijkanten onder de mouwen.
Minder dan aan elke kant en in patroon als volgt:
MINDER AAN DE ZIJKANTEN:
Brei tot een hoogte van 4 cm, minder dan 1 st aan elke kant van de markeerder aan elke zijkant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-1 (lijf). Herhaal dit minderen elke 8e nld 2 keer in totaal = 8 st geminderd in totaal.
MINDEREN IN PATROON:
Brei tot een hoogte van 6 cm, minder 1 st av door 2 av samen te breien in elk deel met av tussen 2 kabels = 6-6-6-10-10-10 st geminderd (dus minder 1-1-1-2-2-2 st op elk voorpand en 4-4-4-6-6-6 st op het achterpand).

Als alle minderen klaar is, staan er 144-160-172-188-208-228 st op de nld. Brei tot een hoogte van 15-15-16-16-16-16 cm, meerder dan 1 st av in elk deel av waar eerder st geminderd zijn – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 6-6-6-10-10-10 st gemeerderd) = 150-166-178-198-218-238 st.
Meerder in de volgende nld aan de goede kant 1 st av aan elke kant van elke kabel = 18-18-18-26-26-26 st gemeerderd op de nld. Meerder zo elke 10e-10e-10e-14e-14e-14e nld (= elke 5e-5e-5e-7e-7e-7e nld aan de goede kant) 7-7-7-5-5-5 keer in totaal = 276-292-304-328-348-368 st. Als alle meerderen klaar is, ga dan verder heen en weer in patroon. Brei tot een hoogte van 56-56-57-57-57-57 cm – pas zo aan dat u eindigt na een 4e of 8e nld in patroon, brei 2 nld in tricotst naast 4 voorbies st in ribbelst aan elke kant. Ga verder met rondbreinld 4,5 mm en brei 2 ribbels. Kant af - LEES TIP VOOR HET AFKANTEN.

MOUW:
Brei de mouwen in de rondte op breinld zonder knop.
Zet de 52-58-62-64-68-70 st van de hulpdraad op breinld zonder knop 5 mm en neem 1 st op in elke van de 6-6-8-8-10-12 nieuwe st die opgezet zijn onder de mouw = 58-64-70-72-78-82 st. Plaats een markeerder in het midden tussen de nieuwe st. MEET NU HET WERK VAN HIER.
Brei nu A.2 (= 8 st op 1e nld) midden onder de mouw (dus er zijn 4 st van A.2 aan elke kant van de markeerder), brei de overgebleven st op de nld in tricotst. Brei tot een hoogte van 4 cm, minder dan 1 st aan elke kant van A.2 - LEES TIP VOOR HET MINDEREN-2 (mouw). Minder zo elke 8e-6e-5e-4e-4e-4e nld 11-14-15-19-18-19 keer in totaal = 36-36-40-40-42-44 st. Als de mouw 48-47-46-45-44-44 cm meet, ga dan verder met breinld zonder knop 4,5 mm. Brei 2 ribbels. Kant alle st af. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de knopen op de linkervoorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 21.10.2016
Correctie: LIJF:
Er zijn nu 158-174-186-206-226-246 st voor het lijf. MEET NU HET WERK VANAF HIER. Ga verder in patroon heen en weer als hiervoor en plaats 1 markeerder in het midden van de nieuwe st aan beide zijkanten onder de mouwen.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei in de volgende nld de omsl r om gaatjes te maken.
symbols = 3 r, haal de eerst gebreide st over de 2 andere st zodat deze st om de onderkant van de laatste 2 st op de rechternld ligt (= 1 st geminderd)
symbols = brei op deze nld recht tussen de kabels (dus er komt een ribbel op deze nld) – dit doen we om te voorkomen dat het structuurpatroon in elkaar trekt
symbols = deze st is geminderd, sla dit vierkant over
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 171-14

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (80)

country flag Jacqueline Kentgens wrote:

Ik heb verkeerde lengte breinaalden besteld . kan ik die omruilen voor de juiste lengte? Zo ja hoe ontvang ik een retourformulier?

22.04.2020 - 11:58

DROPS Design answered:

Dag Jacqueline,

Hiervoor kun je het beste even contact opnemen met de winkel waar je de breinaalden gekocht hebt.

22.04.2020 - 20:24

country flag Tiina wrote:

Hei! Raglanlisäyksessä ongelma, etu- ja takakappale. Ensin lisätään 8 s. Kaarrokkeessa on 4* A2 mallikerta. Jos malli kerran MOLEMMIN puolin lisätään 2s. tulee tästä 16s, ei 8. Jatkossa lisätään 1s. molemmin puolin, ohjeen mukaan tulee 4s lisää, mutta 4*A2 molemmin puolin =8s. En ymmärrä.

17.02.2020 - 12:48

DROPS Design answered:

Kaarrokkeen raglanlisäykset tehdään miehustassa ja hihoissa eri tavalla. Tästä syystä ohjeessa on erikseen selitetty miehustan ja hihojen lisäykset. Eli miehustassa on tällöin 4 lisäyskohtaa ja hihoissa on 4 lisäyskohtaa.

24.02.2020 - 16:38

country flag Lita wrote:

Hi. I am very frustrated. I have ripped out and ripped out until I can rip out no more. I have done the math over and over and written out your diagrams in plain English, but no matter how I try I cannot get your pattern to fit my 118 stitches (med) I have 14 stitches remaining before I get to the 4 band garter. HELP! I am about to give up!

17.08.2019 - 00:38

DROPS Design answered:

Dear Lita, work the first row in pattern as follows: 4 sts in garter st, P 1, A.1 (= 4 sts) 2 times, P1, K2 (= left front piece), A.2 (= 8 sts on 1st row), K14 (= sleeve), A.2, K2, P1, A.1 5times, P1, K2, (= back piece) A.2, K14 (= sleeve), A.2, K2, P1, A.1 2 times, P1, 4 sts in garter st = 4+1+(2 x 4 sts)+1+2+8 +14+8+2+1+(5x4 sts)+1+2+8+14+8+2+1+(2x4 sts)+1+4 = 4+1+8+1+2+8+14+8+2+1+ 20+1+2+8+14+8+2+1+8+1+4 = 118 sts. but since you will work a yo in first row in A.1.A.2 you will have on needle: 4+1+(2x4 sts+4 yos)+1+2+8+14 +8+2+1+(5x4 sts+5yos)+1+2+8+14+8+2+1+(2x4 sts+2yos)+1+4, but the yarn overs in diagrams do not count in the total number of stitches on the row. Happy knitting!

19.08.2019 - 09:14

country flag Lita wrote:

The A1 diagram has 5 squares - so 5 stitches. The A2 diagram has 9 squares - so 9 stitches. Why are you saying there are 4 and 8? This pattern is terribly confusing!

16.08.2019 - 23:12

DROPS Design answered:

Dear Lita, the number of stitches in A.1 and A.2 will vary from 4 to 5 /8 to 9: you first work over 4-8 stitches, then make 1 YO on first row = there are now 5-9 sts in each repeat, on 3rd row, you decrease 1 st (= 4th symbol) = there are again 4-8 sts. see also this vdieo. Happy knitting!

19.08.2019 - 09:02

country flag Lita wrote:

YOKE - from where says now work pattern as follows from RS - This does. It seem to work out. I have 118 sts. If I follow the pattern I would need to have 131 sts. Can you please explain? What am I doing wrong?

14.08.2019 - 19:55

DROPS Design answered:

Dear Lita, in diagrams A.1 and A.2 you will make 1 yarn over in each diagram for the small cable so that the number of stitches will increase every time you will work this row (= there are now 5 sts in each A.1 instead of 4 and 9 sts in each A.2 instead of 8), but on 3rd and 4th rows in diagrams, you should have again 4 sts in each A.1 and 8 sts in each A.2. Happy knitting!

15.08.2019 - 09:54

country flag Kim Oliver wrote:

Hi, please help! I keep finding I have extra stitches at the beginning and end of DPNs. Am working the sleeves,

09.08.2019 - 13:32

country flag Kim Oliver wrote:

At body increases every 10th row - I have done the arithmetic and don't think these should include side increases, just those on either side of the cables? Thanks for your ongoing help, Kim

11.07.2019 - 14:29

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oliver, on body you increase first in the P-sections you first decreased (= 6 sts increased), then increase every 10th row on each side of the cables: 18 sts increased a total of 7 times. There were 144-160-172 sts + 6 + (18 sts x 7) = 276-292-304 sts in size S-M-L. Happy knitting!

11.07.2019 - 14:55

country flag Kim Oliver wrote:

Hallo again, just checking the pattern correction for the body. I cannot see what is different in the correction. Do I work straight for 4cm before beg my decreases? Many thanks, Kim

07.07.2019 - 13:46

DROPS Design answered:

Dear Kim, our pattern texts are updated immediately as there appears some correction - thats why you cant see any difference, i.e. pattern is correct, tab with correction details is for info what was corrected. Decreasing: after dividing piece you just continue with knitting pattern as before until piece measures 4 cm (from dividing); afterwards you start decreasing. Happy knitting!

07.07.2019 - 22:09

country flag Kim Oliver wrote:

Hello looking for advice with this pattern. I am knitting the smallest size and have charted the instructions starting at: ‘Now work pattern as follows from RS: 4 band sts in garter st, P 1, A.1 (= 4 sts) 2-2-2-3-3-3 times, P…’ the instructions that indicate where the garment is divided into sections, such as left front and then sleeve do not appear to be correct. Additionally, the instructions for increasing refer to A2 on raglan body and sleeve however if you read the pattern as

19.06.2019 - 15:10

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oliver, in size S you will work and increase for raglan as follows: 4 band sts in garter st, P1, A.1 (= 4 sts) 2 times, P1, K1, increase for raglan on front piece here (= left front piece), A.2 (= 8 sts on 1st row), increase on sleeve here, K14 increase on sleeve here (= sleeve), A.2, increase on back piece here K1, P1, A.1 5 times, P1, K1, increase on back piece here (= back piece), A.2, K14, increase on sleeve here (= sleeve), A.2, increase on front piece hereK1, P1, A.1 2 times, P1, 4 band sts in garter st. - see increase on body and sleeve for your size. Happy knitting!

19.06.2019 - 15:43

country flag Kim Oliver wrote:

Thank you. I understand the way to read the diagram - it is the stitches in between that I am unsure about. On the WS how should I interpret the pattern? Do I use the same instructions and repeat the stitches except for the changes to diagram stitches? Should I be purling where I previously knitted? Thanks! Kim.

06.05.2019 - 16:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Oliver, the stitches between diagrams should be worked with K over K and P over P, ie where you worked at the end of RS row: P1, band sts, you will work band sts, K1 - and the sts worked K from RS will be P from WS. Happy knitting!

06.05.2019 - 16:05