DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 2.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 172-44
DROPS design: Model nr. bm-030
Garengroep A
----------------------------------------------------------
MUTS:
Maat: S/M – L/XL
Hoofdomtrek: ongeveer 54/56 - 56/58 cm
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van Garnstudio
100 gr voor beide maten in kleur nr. 41, pruim

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 cm) 2,5 mm – voor de boordsteek.
DROPS KABELNLD - voor de kabels.

HALSWARMER:
Maat: S/M – L/XL
Omtrek aan de bovenkant: ongeveer 44-52 cm
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van Garnstudio
100 gr voor beide maten in kleur nr. 34, heide

DROPS RONDBREINLD (40 cm) 3 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 24 st x 32 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (40 cm) 2,5 mm – voor de boordsteek.
DROPS KABELNLD - voor de kabels.

HANDSCHOENEN:
Maat: één maat
Materiaal:
DROPS BABY MERINO van Garnstudio
100 gr voor beide maten in kleur nr. 41, pruim

DROPS BREINLD ZONDER KNOP 2,5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 26 st x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS KABELNLD - voor de kabels.

VOOR DE HELE SET:
200-250 gr Baby Merino in de gewenste kleur.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 2.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 11.60€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

MUTS:

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2.
----------------------------------------------------------

MUTS:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop van boven naar beneden, ga verder met de rondbreinld indien nodig.
Zet 14-16 st op met breinld zonder knop 3 mm en pruim en brei als volgt:
NLD 1: r en meerder 14-16 st door 1 omsl te maken na elke st = 28-32 st.
NLD 2: brei alle st recht (brei de omsl altijd gedraaid om gaatjes te voorkomen).
NLD 3: r en meerder 14-17 st gelijkmatig (meerder met omsl) = 42-49 st.
NLD 4: * 2 r, 1 av, 2 r, 1-2 av *, herhaal van *-* 7 keer in totaal (brei de omsl gedraaid om gaatjes te voorkomen).
Brei dan in patroon in de rondte als volgt: * A.1 (= 6 st), 0-1 av *, herhaal van *-* de hele nld (= 7 patroonherhalingen met A.1 en 0-1 av tussen elke herhaling). Als A.1 klaar is, staan er 182-189 st op de nld.

Ga verder in de rondte volgens telpatroon A.2 op dezelfde manier met 0-1 av tussen elke herhaling. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.2 een keer in de hoogte is gebreid, meet de muts ongeveer 20 cm vanaf de bovenkant. Minder 1 st in elk av-deel (minder 1 st door de laatste twee st in elk av-deel av samen), brei daarnaast de 4 r st in de middelste kabel in elke herhaling gedraaid 2 aan 2 samen = 140-147 st over op de nld. Ga verder met rondbreinld 2,5 mm en boordsteek in de rondte met recht boven recht en averecht boven averecht tot de muts ongeveer 23-24 cm meet vanaf de bovenkant. Kant dan losjes af met rechte boven recht en averecht boven averecht.

AFWERKING:
Rijg een draad op en neer door de st aan de bovenkant van de muts, trek de draad aan en zet vast.

----------------------------------------------------------
HALSWARMER:

PATROON:
Zie telpatronen A.3 tot en met A.5.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 1 omsl te maken, brei op de volgende nld de omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen - LET OP: om te zorgen dat de meerderingen minder opvallen kunt u ze het best maken aan het einde van elk av-deel.
----------------------------------------------------------

HALSWARMER:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinld, van boven naar beneden.
Zet 170-204 st op met rondbreinld 2,5 mm en heide. Brei 1 nld recht. Brei dan volgens telpatroon A.3 (= 5-6 patroonherhalingen van 34 st). Als A.3 klaar is, ga dan verder met rondbreinld 3 mm. Ga dan verder in patroon in de rondte volgens telpatroon A.4. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Als A.4 klaar is, ga dan verder met rondbreinld 2,5 mm. Plaats 1 markeerder, MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei in de rondte volgens telpatroon A.5, als A.5 een keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met recht boven recht en av boven av. Brei tot een hoogte van 2 cm vanaf de markeerder, meerder 1 st in elk av-deel - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN = 210-252 st. Meerder zo elke 4e nld in totaal 4 keer = 330-396 st. Als de boordsteek 6-7 cm meet vanaf de markeerder, kant dan losjes af met rechte boven recht en averecht boven averecht. De halswarmer meet ongeveer 16-17 cm vanaf de bovenkant naar beneden.

----------------------------------------------------------
HANDSCHOENEN:

PATROON:
Zie telpatronen A.6 tot en met A.8.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de duimspie):
Meerder 1 st door 1 omsl te maken. Brei op de volgende nld de omsl gedraaid r om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

LINKERHANDSCHOEN:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 56 st op met breinld zonder knop 2,5 mm en pruim. Brei 1 nld recht. Brei de volgende nld als volgt: brei A.6A 2 keer in totaal (= 2 patroonherhalingen van 28 st). Ga zo verder in boordsteek. Brei tot een hoogte van 10 cm, brei dan A.6B over de eerste 28 st en A.6A over de laatste 28 st. Als A.6B een keer in de hoogte is gebreid, staan er 60 st op de nld. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei de volgende nld als volgt: brei A.7A over de eerste 32 st (=bovenkant van de hand), 1 av, 26 st in tricotst en 1 av (= 28 st onderkant van hand). DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Plaats 1 markeerder in de een na laatste st in tricotst op de onderkant van de hand (dus in derde laatste st op de nld) = duim st. Brei tot een hoogte van 1,5 cm vanaf de boordsteek en begin dan met meerderen voor de duimspie en meerder als volgt: meerder 1 st aan elke kant van de st met de markeerder - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo elke 3e nld 7 keer in totaal = 15 st voor de duimspie (er zijn 2 st meer tussen de omsl elke keer dat u meerdert). Brei tot een hoogte van 7 cm, zet dan de 15 duim st op 1 hulpdraad. Zet op de volgende nld 1 nieuwe st op achter de duim st = 60 st op de nld. Ga verder met in patroon en tricotst als hiervoor tot A.7A klaar is - het werk meet ongeveer 8 cm. Brei dan A.7B over de 32 st op de bovenkant van de hand, ga verder over de overgebleven 28 st op de onderkant van de hand als hiervoor.
Brei tot een hoogte van 9 cm, zet dan de eerste 25 st op 1 hulpdraad (=bovenkant van hand), houd de volgende 15 st op de nld en zet de overgebleven 20 st op 1 hulpdraad (= onderkant van hand).

PINK:
= 15 st, zet nog 1 nieuwe st op richting de hand = 16 st. Brei in de rondte als volgt: brei av boven av en recht boven recht over de eerste 8 st, brei in tricotst over de volgende 6 st en brei de laatste 2 st av. Brei als de vinger 6 cm meet alle st 2 aan 2 r samen = 8 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

HAND:
Zet de st van de hulpdraden terug op de nld, neem nog 2 st op richting de pink = 47 st. Brei 2 nld recht boven recht en averecht boven averecht - LET OP: brei de nieuwe st naast de bovenkant van de hand av en brei de nieuwe st naast de onderkant van de hand r. Houd de 2 st die opgenomen zijn richting de pink en 9 st op de bovenkant van de hand en 5 st van de onderkant van de hand op de nld. Zet de overgebleven 31 st terug op de hulpdraden.

RINGVINGER:
= 16 st, zet nog 2 nieuwe st op richting de hulpdraden = 18 st. Brei in de rondte met av boven av en recht boven recht over de 9 st op de bovenkant van de hand, 1 av richting de pink op de bovenkant van de hand en brei de overgebleven 8 st in tricotst. Brei als de vinger 7,5 cm meet alle st 2 aan 2 r samen = 9 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

MIDDELVINGER:
Zet 8 st van de hulpdraad op de bovenkant van de hand en 7 st van de onderkant van de hand terug op de nld, neem nog 3 st op richting de ringvinger en zet 2 nieuwe st op richting de st op de hulpdraad = 20 st. Brei in de rondte met av boven av en recht boven recht over de 8 st midden op de bovenkant van de vinger, 1 av richting de ringvinger op de bovenkant van de hand en brei de overgebleven 11 st in tricotst. Brei als de vinger 8 cm meet alle st 2 aan 2 r samen = 10 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

WIJSVINGER:
Zet de overgebleven 16 st van de hulpdraden terug op de nld, neem nog op 4 st op richting de middelvinger = 20 st. Brei in de rondte met av boven av en recht boven recht over de 8 st midden op bovenkant van vinger, 2 av richting middelvinger op bovenkant van hand en brei de overgebleven 10 st in tricotst. Brei als de vinger 7 cm meet alle st 2 aan 2 r samen = 10 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

DUIM:
Zet de st van de duimspie terug op de nld en neem nog 3 st op langs de rand achter de duim st = 18 st. Brei in tricotst in de rondte. Als de duim 6 cm meet, brei dan alle st 2 aan 2 r samen = 9 st. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast.

RECHTERHANDSCHOEN:
Brei als de linkerhandschoen maar in spiegelbeeld – dus brei in patroon volgens telpatroon A.8A/A.8B (in plaats van A.7A/A.7B) en meerder voor de duimspie aan elke kant van de derde st aan het begin (in plaats van de derde laatste st op de nld).

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 24.10.2016
Correctie: telpatroon A.1 aangepast
Gewijzigd online: 30.03.2017
Telpatroon A.2 aangepast (de sterretjes zijn van rij 1 naar rij 2 verplaatst).

Telpatroon

symbols = r
symbols = av
symbols = brei 1 st r in voorste en achterste lus van dezelfde st (= 1 st gemeerderd)
symbols = geen steek, sla dit vierkant over
symbols = 1 omsl tussen 2 st, brei op de volgende nld de omsl gedraaid av om gaatjes te voorkomen
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 r, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 2 av van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 2 av, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 av, 2 r van de kabelnld
symbols = zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 r, 1 av van de kabelnld
symbols = zet 1 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 r, 1 r van de kabelnld
symbols = 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 172-44

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Eva Linde wrote:

På andra varvet på mönstret ska man göra en avig maska! Gör man en ny då? Det har jag provat men mönstret går inte jämt ut! Det gäller mössan! MVH Eva

04.11.2020 - 20:28

DROPS Design answered:

Hej Eva. På varv 1 i diagram A.1 ökar du 2 maskor genom att göra omslag på 2 ställen (den symbolen som ser ut som en oval ring). Det är dessa omslag som gör att det blir fler maskor på varv 2 i diagrammet. Mvh DROPS Design

05.11.2020 - 08:56

country flag Eva Linde wrote:

Förstår inte mönstret från början på mönstret! Ska den extra maskan som ska var avig inte räknar in i mönstret på andra varvet?

04.11.2020 - 20:17

country flag SUSANNA GOLOMER wrote:

Hello, why is the tension in this pattern different for the neck warmer and the gloves (24 stitches vs 26), please? Is that intentional? Thank you.

20.12.2019 - 11:45

DROPS Design answered:

Dear Mrs Golomer, yes, gloves are worked with smaller needles (= size 2,5 mm), so that they are more tight/warm. Happy knitting!

20.12.2019 - 16:20

country flag Petra Stammkötter wrote:

Hallo, erstmal danke für die super schnelle Antwort. Ich glaube, ich habe das falsch ausgedrückt. In Reihe 26 (Reihe 2 von A2) sollen die 2 M heraus gestrickt werden. Aus welcher Masche werden diese heraus gestrickt? Wenn ich die aus den beiden rechten M heraus stricke, komme ich auf 4 statt wie in R 3 von A2 8 rechte M. An der Stelle hakt es irgendwie. Nochmal vielen Dank. Petra Stammkötter

17.12.2018 - 17:53

DROPS Design answered:

Liebe Frau Stammkötter, es war etwas nicht richtig im Diagram, eine neues Diagram werden wir bald hochladen, Danke für den Hinweis. Viel Spaß beim stricken!

18.12.2018 - 14:44

country flag Petra Stammkötter wrote:

Hallo, ich verstehe bei der Mütze den Wechsel von A1 auf A2 nicht. In welchen Maschen werden die Maschen zugenommen? Die ersten Maschen sind 2 linke, dann folgen 2 rechte. Nach meinem Verständnis fehlen dort 2 Maschen, der Wechsel kommt nicht hin. Können Sie mir das freundlicherweise erklären? Ich finde die Mütze sehr schön und würde diese gerne zu Ende stricken, komme an der Stelle aber nicht weiter. Vielen Dank und viele Grüße Petra Stammkötter

17.12.2018 - 09:37

DROPS Design answered:

Liebe Frau Stammkötter, diese 2 Maschen sind sicher die 2 Sternchen in der 2. Reihe in A.2 (am Anfang), die Sie dann zunehmen. Viel Spaß beim stricken!

17.12.2018 - 10:25

country flag Christel wrote:

Suite à mon commentaires précédent,l’erreur semble se trouver à la ligne 2 de A2.Il ya deux mailles endroits qui n’exiStaient pas dans le rang précédent

12.12.2017 - 18:35

DROPS Design answered:

Bonjour Christel, tout à fait, on doit augmenter 2 m, 1 m à chaque étoile au rang 2 de A.2, on a ainsi 28 m pour le rang suivant. Bon tricot!

13.12.2017 - 10:16

country flag Chrytye wrote:

Bonjour.j’ai un souci avec la transition entre A1 et A2.le nombre de mailles ne correspond pas. Merci pour votre aide

12.12.2017 - 18:09

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Chrytye, au dernier rang de A.1 tout comme au 1er rang de A.2 vous avez 26 m. Au 2ème rang de A.2, on augmente 2 m (cf étoile), on a ainsi 28 m à ce niveau, le 3ème rang de A.2 se tricote ensuite sur 28 m. Bon tricot!

13.12.2017 - 10:12

country flag Christel wrote:

Bonjour. Pour les augmentations du pouce(pour les gants). Il est dit 7 fois au total tous les 3 tours. 3 tours on compte 3 tours et le 4eme on augmente ou on augmente au 3eme tour?

28.11.2017 - 18:34

DROPS Design answered:

Bonjour Christel, on augmente au 3ème tour (= 2 tours sans augmentations, 1 tour avec augmentations). Bon tricot!

29.11.2017 - 08:58

country flag Arkadiusz Kunowski wrote:

Jest błąd w przejściu ze schematów A1 do A2. Rozumiem ze chyba powinno się odjąć z zewnątrz schematu 2 oczka lewe, aby wszystko było w porządku, ale trudno mi to zrozumieć. Zreszta w schemacie A2 rzędy maja raz 26 a raz 28 oczek.

08.10.2017 - 15:07

DROPS Design answered:

Witaj Arkadiuszu, zarówno schematy A.1 jak A.2 były korygowane i są poprawne. Wydrukuj raz jeszcze schematy, aby mieć pewność, że są to te właściwe. POWODZENIA!

10.10.2017 - 06:53

country flag Annbjørg Sandtorv wrote:

Hei. Holder på med luen. Er ferdig med mønster A1 og får ikke A2 til å stemme. Linje en har 26 masker og linje 2 har 28 masker. på linje 2 skal det økes i maske 3 som jeg ikke kan se er med på mønsteret. Er det feil i mønsteret eller gjør jeg noe galt? Finner ikke at det stemmer på slutten av linjen heller.

18.06.2017 - 16:20

DROPS Design answered:

Hei Annbjørg, Har du husket 0-1 vrang maske mellom rapportene av A.1 og A.2? Det kan være det som får det til å ikke stemme når du strikker..... Med vennlig hilsen, Deirdre

21.06.2017 - 12:49