DROPS Cloud
DROPS Cloud
72% alpaca, 21% polyamide, 7% Wool
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 166-10
DROPS design: Model nr. co-020
Garengroep E of C en C
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS CLOUD van Garnstudio
600-650-700-750-850-900 gr. kleur nr. 02, tarwe

Of gebruik:
DROPS AIR van garnstudio
650-700-750-800-850-1000 g kleur nr 02, tarwe

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 9 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 10 st x 14 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 8 mm - voor de ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cloud
DROPS Cloud
72% alpaca, 21% polyamide, 7% Wool
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET METEN:
Meet alle maten terwijl u het werk omhoog houdt op de naald.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder met 1 omsl, brei de omsl gedraaid in de volgende nld om gaatjes te voorkomen. Brei de gemeerderde st in patroon A.1.
----------------------------------------------------------

ACHTERPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 57-59-63-69-75-81 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 8 mm en 1 draad Cloud of 2 draden Air. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 9 mm. Brei dan als volgt aan de goede kant: 1 kant st in ribbelst, A.1 (= 2 st) tot er 2 st over zijn, 1 r, 1 kant st in ribbelst. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Kant bij een hoogte van 51-52-53-54-55-56 cm – LEES TIP VOOR HET METEN –5 st af voor de armsgaten aan het begin van de volgende 2 nld = 47-49-53-59-65-71 st. Brei A.1 als hiervoor tot het werk 66-68-70-72-74-76 cm meet.
Kant nu af voor de hals als volgt: brei A.1 over de eerste 19-20-21-24-26-29 st als hiervoor, kant de volgende 9-9-11-11-13-13 st af en brei A.1 over de laatste 19-20-21-24-26-29 st als hiervoor. Eindig nu elke schouder apart. Kant in de volgende nld langs de hals 1 st af = 18-19-20-23-25-28 st over op de schouder. Brei bij een hoogte van 67-69-71-73-75-77 cm 1 ribbel over alle st. Kant alle st af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

RECHTERVOORPAND:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 51-53-57-63-69-75 st op (incl. 1 kant st aan de zijkant en 2 voorbies st middenvoor) met rondbreinld 8 mm en 1 draad Cloud of 2 draden Air. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven. Ga verder met rondbreinld 9 mm. Brei dan als volgt aan de goede kant: 2 voorbies st in ribbelst, A.1 (= 2 st) tot er 1 st overblijft, 1 st in ribbelst. Brei de voorbies st in ribbelst tot het werk klaar is. Kant bij een hoogte van 51-52-53-54-55-56 cm 5 st af voor het armsgat aan het begin van de nld aan de verkeerde kant = 46-48-52-58-64-70 st. Brei tot een hoogte van 67-69-71-73-75-77 cm - pas zo aan dat de volgende nld aan de verkeerde kant is – en brei 1 ribbel in ribbelst over de eerste 18-19-20-23-25-28 st, A.1 tot er 2 st over zijn op de nld en eindig met 2 voorbies st in ribbelst. Kant dan de eerste 18-19-20-23-25-28 st af in de volgende nld aan de verkeerde kant (= schouder) = 28-29-32-35-39-42 st over de voor sjaalkraag. Zet in de volgende nld aan de goede kant 6-6-7-7-8-8 st op aan het einde van de nld = 34-35-39-42-47-50 st.

Brei 1 ribbel over de nieuwe st, brei de overgebleven st in A.1, brei de voorbies in ribbelst. Brei dan 2 voorbies st in ribbelst middenvoor en brei de overgebleven st in A.1. Brei bij een hoogte van 4 cm vanaf waar de nieuwe st zijn opgezet - pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant – en brei dan * 3 nld r, meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 3-3-3-4-4-4 st gelijkmatig * = 37-38-42-46-51-54 st. Brei 2 voorbies st in ribbelst middenvoor en A.1 over de overgebleven st, tot het werk 9 cm meet (vanaf waar de nieuwe st zijn opgezet), pas zo aan dat de volgende nld aan de goede kant is en herhaal dan van *-* = 40-41-45-50-55-58 st. Kant alle st af.

LINKERVOORPAND:
Brei als het rechtervoorpand maar in spiegelbeeld. Kant af voor het armsgat aan het begin van de nld aan de goede kant. Kant st af voor de schouder aan het begin van de nld aan de goede kant en zet nieuwe st op aan het einde van de nld aan de verkeerde kant.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de nld.
Zet 26-26-28-28-30-30 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 8 mm en 1 draad Cloud of 2 draden Air. Brei 2 ribbels. Ga verder met rondbreinld 9 mm. Brei A.1 met 1 kant st in ribbelst aan elke kant van het werk. Ga zo verder. Meerder bij een hoogte van 8 cm 1 st naast 2 st aan elke kant van het werk - LEES TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen elke 9½-8-8-6-6-4½ cm nog 4-5-5-6-6-7 keer = 36-38-40-42-44-46 st. Kant af bij een hoogte van 51-51-50-48-46-44 cm (minder cm voor de grotere maten, want deze hebben bredere schouders). Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen. Naai de kraag samen middenachter en naai hem langs de hals. Naai de mouwen in het vest. Naai de mouw- en zijnaden samen naast de kant st.

STRIKBANDEN:
Knip 3 draden van Cloud of 6 draden van Air, ongeveer 70 cm lang, rijg ze halverwege door de zijkant van het vest en ongeveer 15 cm naar beneden vanaf het armsgat (pas het vest aan voor de beste plek), maak dan een vlecht van ongeveer 22 cm lang en leg een knoopje in de uiteinden; het overgebleven garen wordt een kwastje. Doe hetzelfde middenvoor ongeveer 40 cm naar beneden (gemeten vanaf de sjaalkraag).

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = r aan de verkeerde kant
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 166-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (59)

Irina wrote:

Dear Drops Team, I've finished the jacket, however I cannot figure out the purpose of the ties and how they should work. In my understanding coronet that I should end up with 4 vertical ties: 2 x at either side of the jacket where the back and front pieces are sawn together; 2 x in the middle of the right and left front piece. So I have 4 braids with tassels hanging... How does it work next? How do I tie them? Thank you for some more explanation to this. Bests, Irina

03.11.2015 - 22:42

DROPS Design answered:

Dear Irina, there are only 2 braids for the jacket: first one is sewn on the side of the jacket below the armhole (at the seam between back and front piece), and 2nd one is sewn on the edge of front piece. Each braid consists on 3 strands of yarn 70 cm each that are thread halfway on the side/an the edge of front piece and braided together (make a braid with the 6 strands of yarn). Happy knitting!

04.11.2015 - 09:17

country flag Lea wrote:

Hallo, ich verstehe das Muster nicht. Was bedeutet der Punkt für die Hinreihe? Stricke ich: je 2 M rechts in der Hinreihe und je 1 M links - 1 M rechts in der Rückreihe? Vielen Dank!

24.10.2015 - 22:06

DROPS Design answered:

Der Punkt taucht ja immer nur in der 2. R, also in der Rück-R auf. Diese M stricken Sie in der Rück-R re, sodass sie auf der Vorderseite als Linksmasche erscheint. Sie haben es richtig verstanden, die Hin-R besteht nur aus rechten M und in der Rück-R stricken Sie abwechselnd 1 M re, 1 M li.

27.10.2015 - 22:48

country flag Svenja wrote:

Hallo DROPS-Team, ich bin fertig mit meiner Jacke und verstehe leider nicht wo genau ich die Bänder hin sollen (leider hat das Modell die Arme an der Stelle). Bitte eine besser erklärung... LG Svenja

21.10.2015 - 17:44

DROPS Design answered:

Das eine Zopfband befindet sich an der Seite der Jacke, das andere am vorderen Rand, beide auf gleicher Höhe, am besten probieren Sie sie an, um die besten Stelle zu finden. Die Jacke kann somit seitlich zusammengebunden werden. Wenn Sie genau hinschauen, sehen Sie auf dem Foto an der rechten Seite der Jacke eine Quaste hängen, dort befindet sich also das andere Zopfband.

30.10.2015 - 10:17

country flag Isabel wrote:

Olá tricotei este modelo em andes e ficou muito bem. Não percebo como se passam os cordões pode explicar melhor? Ficam a meio do casaco tipo cinto? Não consigo perceber.

03.10.2015 - 12:56

DROPS Design answered:

Parabéns por ter terminado um modelo tão bonito! Um dos cordões passa-se pela parte de fora do lado da frente esquerda (onde deveria ser a "costura") e o outro cordão passa-se pelo rebordo da frente direita. Quando atar os cordões fica com um casaco assertoado ou com as frentes sobrepostas, uma por cima da outra. Continuação de bom tricô!

06.10.2015 - 12:30

country flag Isabel wrote:

Olá tricotei este modelo em andes e ficou muito bem. Não percebo como se passam os cordões pode explicar melhor? Ficam a meio do casaco tipo cinto? Não consigo perceber.

03.10.2015 - 12:56

DROPS Design answered:

Parabéns por ter terminado um modelo tão bonito! Um dos cordões passa-se pela parte de fora do lado da frente esquerda (onde deveria ser a "costura") e o outro cordão passa-se pelo rebordo da frente direita. Quando atar os cordões fica com um casaco assertoado ou com as frentes sobrepostas, uma por cima da outra. Continuação de bom tricô!

06.10.2015 - 12:30

country flag TAFFOREAU wrote:

Bonjour, je suis intéressée pour réaliser la veste en point texturé col châle, modèle drops 166-10, mais je vois le croquis mais pas le diagramme, à l’intérieur de celui çi qui me permettrai de faire le point texturé que vous mentionner car je ne le connait pas ce point là pourriez vous me renseigner. vous en remerciant par avance, Cordialement Mme TAFFOREAU PS: j'ai reçu ce matin mon colis je vous en remercie.

23.09.2015 - 16:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Tafforeau, le diagramme A.1 est un tout petit diagramme sur 2 m et 2 rangs qui se trouve entre la légende et le schéma des mesures. Pour remercier votre magasin, cliquez ici pour accéder à ses coordonnées. Bon tricot!

24.09.2015 - 09:15

country flag Marijke Wauman wrote:

Kunt u eens verduidelijken waar die strikbanden moeten komen want ik begrijp de uitleg niet.

06.08.2015 - 12:30

DROPS Design answered:

Hoi Marijke. Je hebt 2 strikbanden. De ene monteer je aan de zijkant ongeveer 15 cm onder het armsgat - op de foto zit die aan de zijkant tussen achterpand en linker voorpand. De tweede monteer je middenvoor (dus aan het rechter voorpand op de foto) ongeveer 40 cm van de bovenkant.

06.08.2015 - 14:43

Hallgunnur Skaptason wrote:

Hvordan kan det være at masken pa rygst. ar 57 - 59 - 63.... men hojre och venstre forstykke har næsten det samme, det passer ikke.....rygstykket ma have flere masker eller hur?

24.07.2015 - 11:14

DROPS Design answered:

Hej Hallgunnur, jo det stemmer, hvis du kigger i måleskitsen, så kan du se at forstykkerne er ret så brede. God forøjelse!

29.07.2015 - 14:33

country flag Miriam Fliegel wrote:

Elegant and cozy looking. Easy to put on during a cold winter day.

19.06.2015 - 17:32

country flag Milena Pagni wrote:

Semplice ed elegante e soprattutto pratico!,,

09.06.2015 - 18:19