Petit Lutin |
||||||||||||||||
|
|
|||||||||||||||
De set bevat: gebreid speelpak, sokken en mutsje/kerstmutsje in DROPS Cotton Merino. Maat 1 - 18 maanden.
DROPS Children 26-17 |
||||||||||||||||
SPEELPAK: TIP VOOR HET MINDEREN-1: Brei tot er 3 st over zijn voor de markeerder en minder als volgt: 2 r samen, 2 r (markeerder staat tussen deze 2 st), 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. TIP VOOR HET MINDEREN-2: Alle minderingen worden aan de goede kant gemaakt! Minder als volgt na 3 kant st in ribbelst: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. Minder als volgt voor 3 kant st in ribbelst: Begin 2 st voor de 3 kant st en brei 2 r samen. RIBBELST (heen en weer gebreid): Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r. PATROON: Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. ---------------------------------------------------------- SPEELPAK: Het werk wordt heen en weer gebreid in 2 delen, vanaf de onderkant naar boven tot de openingen voor de pijpen klaar zijn. Brei dan het werk in de rondte, splits het weer voor de taille en brei dan het voorpand verder heen en weer op de nld. ACHTERPAND: Zet 14-16-18 st op met rondbreinld 3,5 mm en Cotton Merino en brei in tricotst heen en weer. Zet TEGELIJKERTIJD 2 nieuwe st op aan het einde van elke nld, 9 keer in totaal aan elke kant = 50-52-54 st op de nld en het werk meet ongeveer 6 cm. Laat het werk rusten en brei het voorpand. VOORPAND: Zet 14-16-18 st op met rondbreinld 3,5 mm en Cotton Merino en brei 5 cm in tricotst heen en weer. Zet nu 6 nieuwe st op aan het einde van elke nld, 3 keer in totaal aan elke kant = 50-52-54 st op de nld en het werk meet ongeveer 7 cm. LIJF: Zet de st van het voorpand en het achterpand op dezelfde rondbreinld = 100-104-108 st. Plaats 1 markeerder aan elke zijkant (= 50-52-54 st tussen de markeerders) - MEET NU HET WERK VANAF HIER. Brei in tricotst in de rondte - begin van de nld = de zijkant. Minder bij een hoogte van 2-3-5 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders - LEES TIP VOOR HET MINDEREN 1 (= 4 st geminderd). Herhaal dit minderen elke 2 cm 4 keer in totaal = 84-88-92 st. Brei bij een hoogte van 10-11-14 cm vanaf waar de markeerders geplaatst zijn (het totale werk meet ongeveer 17-18-21 cm vanaf de opzetrand) een ronding op het achterpand als volgt: Brei recht als hiervoor over de eerste 42-44-46 st, dus tot de 2e markeerder (= voorpand – LET OP: brei geen ronding over deze st), brei dan recht tot er 5 st over voor de markeerder aan het begin van de nld, keer en brei av tot er 5 st over zijn tot de markeerder aan de andere kant, keer het werk. Brei recht tot er 10 st over zijn voor de markeerder, keer het werk en brei av tot er 10 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant, keer het werk. Brei recht tot er 15 st over zijn voor de markeerder, keer het werk en brei av tot er 15 st over zijn voor de markeerder aan de andere kant. Keer het werk en brei recht terug tot het begin van de nld (= de zijkant). Ga verder met rondbreinld 3 mm, brei 1 nld recht over alle st en pas TEGELIJKERTIJD het aantal st aan naar 80-88-96 - LET OP: neem om gaatjes te voorkomen bij de keerpunten steeds de lus op tussen 2 st en brei deze lus gedraaid samen met de volgende st op de nld. Brei dan in boordsteek als volgt: 1 r, * 2 av, 2 r *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn op de nld en eindig met 2 av en 1 r. Brei als de boordsteek 1½ cm meet een rand als volgt: 1 r, * 2 av samen, 1 omsl, 2 r *, herhaal van *-* tot er 3 st over zijn op de nld en eindig met 2 av samen, 1 omsl en 1 r. Brei tot er 1 nld over is voor de boordsteek 3 cm meet. Brei dan de volgende nld als volgt: brei boordsteek over de eerste 40-44-48 st (= voorpand), kant losjes de volgende 40-44-48 st af met recht boven recht en averecht boven averecht (= achterpand). VOORPAND: Plaats 1 markeerder – MEET NU HET WERK VANAF HIER. Ga verder met rondbreinld 3,5 mm en brei de eerste nld aan de goede kant als volgt: 3 kant st in RIBBELST - zie uitleg boven, 9-11-13 st in tricotst, brei in patroon volgens A.1 (= 16 st), 9-11-13 st in tricotst, 3 kant st in RIBBELST. Ga zo verder in patroon heen en weer. Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 1-0-0 cm 1 st aan elke kant - LEES TIP VOOR HET MINDEREN 2. Herhaal dit minderen elke 2e-4e-6e nld 7-7-6 keer in totaal = 26-30-36 st over op de nld. Brei bij een hoogte van 7-9-11 cm vanaf de markeerder (pas zo aan dat de volgende nld is aan de goede kant is) 3 ribbels heen en weer over alle st. Brei de volgende nld als volgt aan de goede kant: brei 8 r en zet deze st op een hulpdraad voor de schouderband, kant de volgende 10-14-20 st af en brei de laatste 8 st r (= schouderband). SCHOUDERBANDEN: Ga verder in ribbelst heen en weer tot de schouderband ongeveer 18-20 cm lang is (of brei tot de gewenste lengte). Kant af en herhaal aan de andere kant. AFWERKING: BOORDSTEEKRAND: Neem aan de goede kant ongeveer 50 tot 56 st op langs een opening voor de pijp met rondbreinld 3 mm en Cotton Merino. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en meerder TEGELIJKERTIJD gelijkmatig tot 58-62-66 st. Brei dan boordsteek 2 r/2 av heen en weer met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Brei tot de rand 2 cm meet en kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. Herhaal langs de andere pijp. Naai de opening tussen de pijpen dicht naast de kant st - dus naai een boordsteekranden aan elkaar, naai dan de naad tussen de pijpen aan elkaar en naai dan de andere boordsteekranden aan elkaar. Zet een knoop vast aan de onderkant van elke schouderband. Gebruik de gaatjes in de gaatjesrand als knoopsgaten. STRIKBAND: Knip 2 draden Cotton Merino van ongeveer 3 meter elk. Draai de draden tot ze gaan krullen, vouw ze dan dubbel en laat ze om elkaar heen krullen. Leg een knoopje in elk uiteinde. Rijg de strikband door de gaatjesrand in de taille, begin en eindig middenvoor. ---------------------------------------------------------- MUTSJE: Wordt heen en weer gebreid op de nld. Zet 75-81-85 (91-91) st op (incl. 1 kant st aan elke kant) met rondbreinld 3 mm en Cotton Merino. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant, brei dan boordsteek (= 1 r/1 av) met 1 kant st in ribbelst - ZIE UITLEG BOVEN - en 1 r naast de kant st aan elke kant (gezien aan de goede kant). Brei bij een hoogte van 3 cm 1 nld in tricotst en minder TEGELIJKERTIJD 10-10-10 (8-8) st gelijkmatig = 65-71-75 (83-83) st. Ga verder met rondbreinld 3,5 mm en brei in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Zet bij een hoogte van 11-12-13 (14-15) cm 3 st aan het begin van elke nld op een hulpdraad (brei de st eerst). Ga zo verder in tricotst en zet elke nld 3 nieuwe st op een hulpdraad. Ga zo verder tot er 30-33-33-39-39 st op de hulpdraden staan aan elke kant (= 5-5-9-5-5 st op de nld). Knip de draad af en zet alle st terug op de nld. Brei 1 nld recht aan de goede kant over alle st en kant in de volgende nld alle st af. Het werk meet ongeveer 19-20-21-24-25 cm. AFWERKING: Naai het mutsje samen middenachter met maassteken. Neem aan de goede kant ongeveer 44-60 st op langs de onderkant op het mutsje met rondbreinld 3,5 mm. Brei 1 nld av aan de verkeerde kant en meerder gelijkmatig tot 55-59-65-69-75 st. Brei 2 nld in tricotst met 1 st in ribbelst aan elke kant. Brei de volgende nld als volgt (aan de goede kant): 1 r, * 2 r samen, 1 omsl *, herhaal van *-* tot er 2 st over zijn, brei deze st r. Brei dan 3 nld in tricotst met 1 st in ribbelst aan elke kant, kant dan alle st af. Vouw de rand dubbel naar de verkeerde kant langs de gaatjesrand en zet de rand vast. STRIKBAND: Knip 3 draden Cotton Merino van ongeveer 2 meter elk. Draai de draden tot ze gaan krullen, vouw ze dan dubbel en laat ze om elkaar heen krullen. Leg een knoopje in elk uiteinde. Rijg de strikband door de omgevouwen rand. SOKKEN: ---------------------------------------------------------- PATROON: Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven. TIP VOOR HET MINDEREN: Minder als volgt voor de markeerder: begin 2 st voor de markeerder en brei 2 r samen. Minder als volgt na de markeerder: 1 r afh, 1 r, afgeh st overh. MINDEREN VOOR DE HIEL: Nld 1 (= aan de goede kant): brei tot er 5-5-5 (5-5-5) st over zijn, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, keer het werk. Nld 2 (= aan de verkeerde kant): brei tot er 5-5-5 (5-5-5) st over zijn, 1 av afh, 1 av, afgeh st overh, keer het werk. Nld 3: brei tot er 4-4-4 (4-4-4) st over zijn, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh, keer het werk. Nld 4: brei tot er 4-4-4 (4-4-4) st over zijn, 1 av afh, 1 av, afgeh st overh, keer het werk. Ga verder en minder zo met 1 st minder voor elke keer dat u mindert tot er 8-8-10 (10-12-12) st over zijn op de nld. ---------------------------------------------------------- SOKKEN: Worden in de rondte gebreid op breinld zonder knop. Zet 36-36-40 (40-44-44) st op met breinld zonder knop 3 mm en Cotton Merino en brei 2-2-2 (3-3-3) cm boordsteek 2 r/2 av. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld (= middenachter). Brei de volgende nld als volgt: 10-10-12 (12-14-14 ) st in tricotst, brei in patroon volgens telpatroon A.1 (= 16 st) en 10-10-12 (12-14-14) st in tricotst. Ga zo verder in patroon. Minder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 3-3-4 (4-5-6) cm 2 st middenachter - ZIE TIP VOOR HET MINDEREN. Herhaal dit minderen elke 4-4-3 (3-3-3) cm in totaal 2-2-3 (3-4-4) keer = 32-32-34 (34-36-36) st. Houd bij een hoogte van 9-10-12 (13-16-19) cm de middelste 16-16-18 (18-20-20) st middenachter op de nld voor de hiel en zet de middelste 16 st op 1 hulpdraad (= midden bovenkant voet). Brei 3-3½-4 (4½-5-5) cm in tricotst heen en weer over de hiel st. Plaats 1 markeerder in het middelste van het werk. Brei dan MINDEREN VOOR DE HIEL - zie uitleg boven! Neem hierna 7-8-9 (10-11-11) st op aan elke kant van de hiel en zet de st van de hulpdraad terug op de nld = 38-40-44 (46-50-50) st op de nld. Ga verder in de rondte in tricotst en A.1 over de middelste st op de bovenkant van de voet als hiervoor - minder TEGELIJKERTIJD aan elke kant van de 16 st op de bovenkant van de voet als volgt: brei de laatste 2 st voor de 16 st recht samen en brei de eerste 2 st na de 16 st gedraaid recht samen. Minder om de nld 6-6-7 (7-7-7) keer in totaal = 26-28-30 (32-36-36) st. Ga verder en brei tot het werk ongeveer 8-9-9½ (10½-11½-13) cm meet vanaf de markeerder op de hiel (ongeveer 2-2-2½ (2½-3½-4) cm nog te breien). Plaats 1 markeerder aan elke kant zodat er 13-14-15 (16-18-18) st zijn op de bovenkant van de voet en de onderkant van de voet. Minder voor de teen aan elke kant van beide markeerders - LEES TIP VOOR HET MINDEREN. Minder om de nld: 2-2-3 (3-5-6) keer en dan elke nld: 3-3-3 (3-2-1) keer = 6-8-6 (8-8-8) st over. Knip de draad af en haal deze door de overgebleven st, trek de draad aan en zet vast. De sok meet ongeveer 10-11-12 (13-15-18) cm. Brei nog een sok. |
||||||||||||||||
Uitleg van het telpatroon |
||||||||||||||||
|
||||||||||||||||
Heeft u deze of een van onze andere ontwerpen gemaakt? Tag uw afbeeldingen in social media met #dropsdesign, zodat we ze kunnen zien! Heeft u hulp nodig voor dit patroon?U vind instructievideo's, een commentaar/vragengedeelte en nog veel meer, als u naar het patroon gaat op garnstudio.com © 1982-2024 DROPS Design A/S. Alle rechten voorbehouden. Op dit document, inclusief alle subdocumenten, rust copyright. Lees meer over wat u kunt doen met onze patronen onderaan elk patroon op onze site |
Opmerkingen / Vragen (11)
Rehan wrote:
The diagram has problem with symbols. Please recheck the diagram
18.01.2016 - 11:55DROPS Design answered:
Dear Mrs Rehan, can you please explain more so that we can check? Thank you!
18.01.2016 - 15:22