DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 62.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

First in Line

Gebreid DROPS vest in ribbelst met kantpatroon van ”Alpaca” en ”Kid-Silk”. Maat: S - XXXL.

DROPS 156-25
DROPS design: Model nr. z-680
Garengroep A en A of C
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
450-500-550-600-650-750 gr. kleur nr. 9020, licht parelgrijs
en gebruik:
DROPS KID-SILK van Garnstudio
200-200-225-250-275-300 gr. kleur nr. 22, asgrijs

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 22 nld in tricotst met 1 draad van elk garen = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 4 mm – voor de rand in ribbelst.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.05 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 62.10€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
Brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.
LET OP: het telpatroon past niet in de hoogte als u het herhaalt, maar ga verder met de diagonale gaatjesrand in de hoogte als ervoor en begin TEGELIJKERTIJD met een nieuwe gaatjesrand elke 20e nld aan elke kant van het werk. Dus de 1e gaatjesrand in A.1 begint 4 nld voor de andere.
----------------------------------------------------------

VEST:
Zet 228-228-252-276-300-300 st op met rondbreinld 4 mm en 1 draad van elk garen (= 2 draden).
Brei 10 cm in RIBBELST – zie uitleg boven. Ga in de volgende nld aan de goede kant verder met rondbreinld 5 mm en brei als volgt: brei 6 st in ribbelst, PATROON A.1B (= 12 st) – zie uitleg boven, over de volgende 108-108-120-132-144-144 st (= 9-9-10-11-12-12 patroonherhalingen in de breedte), A.1A (= 12 st) over de volgende 108-108-120-132-144-144 st (= 9-9-10-11-12-12 patroonherhalingen in de breedte) en eindig met 6 st in ribbelst. Telpatroon A.1 verschuift 1 st richting middenachter elke nld aan de goede kant. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in dit patroon tot het werk 40-41-42-42-43-44 cm meet. Pas zo aan dat de laatste nld aan de verkeerde kant is. Brei de volgende nld als volgt - aan de goede kant: brei 6 st in ribbelst, brei in patroon als hiervoor over de volgende 72-72-78-90-96-96 st, ribbelst over de volgende 11 st, in patroon als hiervoor over de volgende 50-50-62-62-74-74 st, ribbelst over de volgende 11 st, in patroon als hiervoor over de volgende 72-72-78-90-96-96 st en eindig met 6 st in ribbelst. Brei zo 3 nld en kant TEGELIJKERTIJD in de laatste nld de middelste st af in elke 11 st ribbelst = 226-226-250-274-298-298 st.

Splits nu het werk voor de armsgaten.

RECHTERVOORPAND:
Zet de laatste 143-143-161-173-191-191 st op een hulpdraad, brei alleen over de eerste 83-83-89-101-107-107 st. Ga verder in patroon as hiervoor, dus brei als volgt aan de goede kant: 6 st in ribbelst, A.1B als hiervoor en eindig met 5 st in ribbelst. Brei tot het werk 17-18-19-20-21-22 cm meet vanaf waar het werk gesplitst is. LET OP: pas zo aan dat de laatste nld aan de verkeerde kant is. Zet de st op een hulpdraad en brei het linkervoorpand.

LINKERVOORPAND:
Zet de laatste 83-83-89-101-107-107 st terug op de nld, brei als het rechtervoorpand, brei A.1A in plaats van A.1B. LET OP: pas zo aan dat de laatste nld aan de verkeerde kant is. Zet de st op een hulpdraad en brei de teruggaande nld.

ACHTERPAND:
Zet de overgebleven 60-60-72-72-84-84 st terug op de nld. Ga verder in patroon, brei de 5 st aan elke zijkant in ribbelst. Brei tot het achterpand 17-18-19-20-21-22 cm meet na het splitsen van het werk – pas zo aan dat de laatste nld aan de verkeerde kant is en pas aan de voorpanden aan – en zet dan alle delen terug op dezelfde rondbreinld 5 mm.
Brei nu als volgt: brei in ribbelst en patroon als hiervoor over het eerste voorpand tot de 5 st in ribbelst, brei 5 st in ribbelst, zet 1 nieuwe st op, 5 st in ribbelst, patroon over achterpand als hiervoor tot de 5 st in ribbelst, brei 5 st in ribbelst, zet 1 nieuwe st op, 5 st in ribbelst, patroon en ribbelst over het andere voorpand als hiervoor = 228-228-252-276-300-300 st op de nld.
Brei 2 ribbels in totaal over de 11 st tussen elk voorpand en het achterpand. Ga verder in patroon met 6 kant st in ribbelst aan elke kant van het werk tot het werk 75-77-79-81-83-85 cm meet in totaal. Ga verder met rondbreinld 4 mm. Brei in ribbelst. Kant af bij een hoogte van 85-87-89-91-93-95 cm.

MOUW:
Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 32-35-37-38-39-41 st op (incl. 1 kant st aan elke kant van het werk) met rondbreinld 4 mm en 1 draad van elk garen (= 2 draden). Brei 4 ribbels. Ga verder met rondbreinld 5 mm. Ga nu verder in tricotst. Meerder bij een hoogte van 9 cm 1 st naast de kant st aan elke kant van het werk. Herhaal dit meerderen elke 3-3-3-2½-2½-2½ cm nog 13-13-14-15-16-17 keer = 60-63-67-70-73-77 st op de nld. Brei in tricotst tot het werk 52-53-54-55-56-57 cm meet. Kant de kant st aan elke kant van het werk af aan het begin van de volgende 2 nld = 58-61-65-68-71-75 st over op nld. Kant dan af voor de mouwkop aan elke kant van het werk aan het begin van elke nld als volgt: 5 keer 4 st = 18-21-25-28-31-35 st over op de nld. Kant de overgebleven st af. Het werk meet ongeveer 57-58-59-60-61-62 cm.

AFWERKING:
Naai de mouwen in het vest. Naai de onderarmnaden samen naast de kant st.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 1 omsl, 1 r afh, 1 r, afgeh st overh
symbols = 2 r samen, 1 omsl
symbols = breirichting
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 156-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (61)

country flag Isabelle wrote:

Dans ce modèle on nous dit de commencer un nouveau rang ajouré tous les 20 rangs or le diagramme est sur 18 rangs, que fait on du rang manquant ?

01.03.2024 - 19:20

DROPS Design answered:

Bonjour Isabelle, on continue simplement le motif ajouré pour que les diagonales continuent comme avant, mais il faudra 20 rangs pour pouvoir commencer un nouveau motif en largeur. Bon tricot!

04.03.2024 - 07:20

country flag Chey wrote:

Bonjour, quand est-ce qu'on arrête de tricoter avec les 2 fils différents comme dit dans la VESTE et pour les MANCHES ? : "VESTE : Monter 228-228-252-276-300-300 m avec l'aiguille circulaire 4 et 1 fil de chaque qualité (= 2 fils tricotés ensemble). " et "MANCHES : [...] Monter 32-35-37-38-39-41 m (y compris 1 m lis de chaque côté) avec l'aiguille circulaire 4 et 1 fil de chaque qualité (= 2 fils tricotés ensemble). "

23.10.2022 - 19:16

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Chey, cette veste se tricote entièrement avec 1 fil de chacune des deux qualités, autrement dit avec 1 fil Alpaca + 1 fil Kid-Silk et 17 mailles x 22 rangs jersey = 10 x 10 cm. Bon tricot!

24.10.2022 - 08:45

country flag Bouvard Plunet Catherine wrote:

Oui j ai bien compris qu il fallait recréer un dessin mais je ne sais pas à quel moment Merci pour votre réactivité Très cordialement Cath

22.11.2021 - 09:13

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bouvard Plunet et désolée pour la réponse tardive, il semble que votre question n'a pas été vue; lorsque vous divisez l'ouvrage en 3 parties, vous continuez les motifs exactement comme avant sur le nombre de mailles restantes pour que les diagonales continue comme elles le faisaient avant et continuez à répéter le motif en hauteur tout comme auparavant également. Bon tricot!

19.01.2022 - 10:44

country flag Bouvard Plunet Catherine wrote:

Bonjour Lorsque le tricot est séparé en 3 morceaux dois je reconstituer le dessin du dos et si oui à quel moment Merci Cordialement Cath

22.11.2021 - 08:14

DROPS Design answered:

Bonjour Cath, tout à fait, vous devez continuer le point fantaisie du dos comme avant. La 2ème photo pourra probablement vous éclairer. Bon tricot!

22.11.2021 - 08:49

country flag Louise Linding wrote:

Hej Jeg forstår ikke forklaringen - der står at der startes på en ny hulrække for hver 20. Pind, men der er kun 18 pinde i diagrammet? Derudover står der, at 1.hulrække i A.1 starter 4 p før den anden - det forstår jeg heller ikke… Håber i kan hjælpe mig…

24.10.2021 - 17:31

DROPS Design answered:

Hej Louise, det vil ske automatisk når du starter det hvor der står JAKKE: Slå op og strik MØNSTER A.1B på første halvdel og A.1A over den anden halvdel. God fornøjelse!

25.10.2021 - 12:27

country flag Rumposch wrote:

GLEICHZEITIG beginnt in jeder 20. R auf jeder Seite der Arb eine neue Lochreihe d.h. die 1.Lochreihe von A.1 beginnt 4 R vor den anderen.----der Abstand der Reihen stimmt doch dann nicht oder sehe ich das falsch? Danke für Ihre Hilfe. Rumposch

20.04.2021 - 21:22

DROPS Design answered:

Liebe Frau Rumposch, ein neues Rapport von A.1 können Sie beginnen wenn Sie wenigstens 8 Maschen + 2 M (für das 1. Lochmuster) + 1 M davor = 11 Maschen vor dem Umschlag im ersten A.1 und nach dem Umschlag von letzen A.2. Bei dieser Reihe können Sie nur 1 Loch stricken im ersten A.1 und letzten A.2, bei der nächsten Hinreihe haben Sie dann genügend Maschen um die beiden Löcher zu stricken. Viel Spaß beim stricken!

21.04.2021 - 07:50

country flag Luiza wrote:

Lindo adorei ,vou fazer um desse pra mim parabéns pra quem criou esse belo trabalho.👏👏❤

13.03.2021 - 04:22

country flag Jackie wrote:

Loved this item but have never knitted from a chart before and am struggling a bit to follow - am I right in saying that by the time I have knitted 44cm I will have reduced my stitches? If so I am unable to see where! Is it possible to get the pattern row by row rather than a chart?

14.02.2021 - 11:18

DROPS Design answered:

Dear Jackie, after you cast on and knit the first 44 rows, your number of stitches does not change. In the pattern for ever decrease there is a corresponding yarnover. Unfortunately there is no written out explanation for the pattern itself, but HERE is a lesson, that might help you make sense of the charts. Happy Knitting!

14.02.2021 - 13:30

country flag Nelli wrote:

Ich möchte dieses Modell in Drops Air nacharbeiten, wie viel Gramm bräuchte ich für Gr. XXXL? Danke:)

16.08.2019 - 17:05

DROPS Design answered:

Liebe Nelli, Sie können unseren Garnumrechner benutzen, oder hier finden Sie wie man die neue Garnmenge kalkuliert. Viel Spaß beim stricken!

19.08.2019 - 08:37

country flag BOUVARD PLUNET wrote:

Bonjour j ai bien compris qu il fallait recommencer un nouveau dessin tout les 20 rangs mais je n ai pas assez de mailles pour créer le point fantaisie Merci beaucoup Cath bouvard plunet

07.07.2019 - 08:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bouvard Plumet, pour répéter les motifs en hauteur, on continue d'abord les diagonales de A.1B et A.1A aux rangs suivants, jusqu'à ce que vous ayez 11 m endroit en début de rang avant le 1er A.1B et après le dernier A.1A, vous pouvez maintenant commencer un nouveau motif en largeur sur ces 11 premières et dernières mailles (= 1 jeté, 1 diminution, 10 m end pour A.1B - 10 m end, 1 jeté, 1 dim pour A.1A) (soit 4 rangs en continuant les diagonales comme avant, avant de pouvoir commencer une nouvelle diagonale ajourée). Bon tricot!

08.07.2019 - 09:58