DROPS 151-29
DROPS design: Model nr. de-100
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS DELIGHT van Garnstudio
400-450-500-550-600-650 gr. kleur nr. 05, beige/grijs/roze

DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3.5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 23 st x 46 nld in ribbelst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP MET GATEN, NR. 522: 2 stuks.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

SCHEMATISCHE TEKENING: Zie tekeningen A.1 en A.2.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

DOMINOVIERKANT 1:
Plaats 1 markeerder in de middelste st.
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): brei recht tot er 1 st overblijft voor de st met markeerder, 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh, brei de rest van de nld recht.
Herhaal nld 1 en 2 maar brei elke 14e-16e-16e-18e-20e-22e nld als volgt – aan de goede kant:
Brei recht tot er 3 st over zijn voor de st met de markeerder, 2 st r samen, 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh, 1 st r afh, brei 1 st r, afgeh st overh, brei de rest van de nld recht (in deze nld zijn 4 st geminderd in plaats van 2).
Ga zo verder in patroon, dus minder 2 st in het midden van het vierkant om de nld en 4 st in het middelste van het vierkant elke 14e-16e-16e-18e-20e-22e nld tot er 1 st overblijft op de nld, knip de draad af en haal deze door de st.

DOMINOVIERKANT 2:
Plaats 1 markeerder in de middelste st.
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): brei recht tot er 1 st overblijft voor de st met de markeerder, 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh, brei de rest van de nld recht.
Herhaal de 1e en 2e nld, dus minder 2 st in het midden van het vierkant om de nld tot er 1 st overblijft, knip de draad af en haal deze door de overgebleven st.

HALF DOMINOVIERKANT:
Plaats 1 markeerder in de middelste st.
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): brei de eerste 2 st op de nld recht samen, brei tot er 1 st overblijft voor de st met de markeerder, 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh, brei tot er 2 st over zijn, brei de laatste 2 st r samen.
Herhaal 1e en 2e nld, dus minder 2 st in midden van vierkant en 1 st aan elke kant van vierkant om de nld tot er 3 st over zijn op de nld, brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over de 3 st.
Brei in de volgende nld (= goede kant) als volgt: 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh. Knip de draad af en haal deze door de laatste st.

KWART DOMINOVIERKANT:
8 voorbies st worden in ribbelst gebreid tot het kwart vierkant klaar is.
VIERKANT 5 en 8:
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): 8 st r, 2 st r samen, brei tot er 2 st over zijn, 2 st r samen.
Herhaal 1e en 2e nld, dus minder 1 st aan elke kant van het vierkant om de nld tot er 1 st (en 8 voorbies st) overblijft.
VIERKANT 6 en 7:
Nld 1 (= verkeerde kant): brei alle st recht.
Nld 2 (= goede kant): 2 st r samen, brei tot er 10 st over zijn, 2 st r samen, 8 st r.
Herhaal 1e en 2e nld, dus minder 1 st aan elke kant van het vierkant om de nld tot er 1 st (en 8 voorbies st) overblijft.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies als u vierkant 5 breit. 1 knoopsgat = brei de derde en vierde st vanaf middenvoor samen en maak 1 omsl.
Maak een knoopsgat als er 31 st over zijn op de nld (incl. voorbies st) en herhaal dit als er 13 st over zijn op de nld.
----------------------------------------------------------


VEST:
Begin met opzetten voor vierkant 1 en 2, brei dan een en een vierkant heen en weer in ribbelst. Alle st worden opgenomen aan de goede kant. Tekening A.1 en A.2 hoe de vierkantjes gebreid worden. Brei vierkantjes heen en weer op de rondbreinld zodat alle st goed op de nld passen.

VIERKANT 1 en 2: zet 342-362-390-430-474-510 st op met rondbreinld 3.5 mm en Delight. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant. Brei DOMINOVIERKANTJES 1 - zie uitleg boven - over de eerste 171-181-195-215-237-255 st – begin in de 2e nld. (Houd de overgebleven st op de nld.) Brei als Vierkant 1 klaar is, Dominovierkant 1 over de laatste 171-181-195-215-237-255 st op de nld (= vierkant 2).

VIERKANT 3:
Neem 75-80-87-97-108-117 st op langs een kant van vierkant 1, neem 1 st op tussen vierkant 1 en vierkant 2 en neem 75-80-87-97-108-117 st op langs een kant van vierkant 2 – ZIE TEKENING A.1 = 151-161-175-195-217-235 st. Brei een HALF DOMINOVIERKANT - zie uitleg boven.

VIERKANT 4:
Neem 85-90-97-107-118-127 st op langs een onderkant van vierkant 2, neem 1 st op tussen vierkant 2 en vierkant 1 en neem 85-90-97-107-118-127 st op langs een onderkant van vierkant 1 = 171-181-195-215-237-255 st. Brei een half dominovierkant.

VIERKANT 5:
Zet 8 nieuwe st op de nld (= voorbies), neem 75-80-87-97-108-117 st op langs de andere kant van vierkant 1 = 83-88-95-105-116-125 st. Brei een KWART DOMINOVIERKANT - zie uitleg boven. Denk om de knoopsgaten - zie uitleg boven. Knip de draad af en haal deze door de laatste st van het dominovierkant en zet de 8 voorbies st op een hulpdraad.

VIERKANT 6:
Neem 75-80-87-97-108-117 st op langs de andere kant van vierkant 2, zet 8 nieuwe st op aan het einde van de nld (= voorbies) = 83-88-95-105-116-125 st. Brei een kwart dominovierkant. Knip de draad af en haal deze door de laatste st van het dominovierkant en zet de 8 voorbies st op een hulpdraad.

VIERKANT 7:
Neem 85-90-97-107-118-127 st op langs de andere onderkant van vierkant 1, neem 1 nieuwe st op in elke van de 8 st van de voorbies = 93-98-105-115-126-135 st. Brei een kwart dominovierkant. Kant de laatste 9 st af.

VIERKANT 8:
Neem 1 st op in elke van de 8 st in de voorbies, neem 85-90-97-107-118-127 st op langs de andere onderkant van vierkant 2 = 93-98-105-115-126-135 st. Brei een kwart dominovierkant. Kant de laatste 9 st af.

VIERKANT 9:
Zet 53-58-62-69-76-83 nieuwe st op de nld. Brei 10 cm in ribbelst over deze st, eindig met 1 nld aan de goede kant (= mouw). Neem 1 st op in de bovenkant van vierkant 2, 53-58-62-69-76-83 st van vierkant 6, zet de 8 voorbies st terug op de nld = 115-125-133-147-161-175 st. De eerste 8 st (gezien aan de verkeerde kant) zijn de voorbies en ze worden elke nld recht gebreid, brei DOMINOVIERKANT 2 over de laatste 107-117-125-139-153-167 st. Ga verder met minderen in DOMINOVIERKANT 2 en minder TEGELIJKERTIJD als er 25-35-43-57-71-85 nld zijn gebreid 1 st naast 8 voorbies st middenvoor, 2 st r samen aan de goede kant. Herhaal dit minderen middenvoor elke 4e nld 14 keer in totaal, dus tot de voorbies tegen het minderen in het Dominovierkant aankomt. Kant alle st af in het dominovierkant op een nld aan de goede kant en ga 12 cm verder in ribbelst over de 8 voorbies st. Kant alle st af.

VIERKANT 10:
Zet 53-58-62-69-76-83 nieuwe st op de nld. Brei 10 cm in ribbelst over deze st, eindig met 1 nld aan de verkeerde kant (= mouw). Zet st op een hulpdraad.
Zet de 8 voorbies st terug op de nld, neem 53-58-62-69-76-83 st op van vierkant 5, neem 1 st op van de bovenkant van vierkant 1 en brei de 53-58-62-69-76-83 st van de hulpdraad terug op de nld = 115-125-133-147-161-175 st. Ga verder en brei over alle st (1e nld = verkeerde kant). Brei dominovierkant 2 over de eerste 107-117-125-139-153-167 st (gezien aan de verkeerde kant), de laatste 8 st zijn voorbies st en worden elke nld recht gebreid. Ga verder met minderen in Dominovierkant 2, minder TEGELIJKERTIJD als er 25-35-43-57-71-85 nld zijn gebreid 1 st naast 8 voorbies st middenvoor, minder door 2 st r samen te breien aan de goede kant. Herhaal dit minderen middenvoor elke 4e nld 14 keer in totaal, dus tot de voorbies tegen het minderen in het Dominovierkant aankomt. Kant alle st af in het Dominovierkant op een nld aan de verkeerde kant, ga 12 cm verder in ribbelst over de 8 voorbies st. Kant alle st af.

VIERKANT 11:
Zet 53-58-62-69-76-83 nieuwe st op de nld. Brei 10 cm in ribbelst over deze st, eindig met 1 nld aan de goede kant (= mouw). Neem 1 st op van de bovenkant van vierkant 1, 53-58-62-69-76-83 st van de eerste helft van vierkant 3 = 107-117-125-139-153-167 st. Brei dominovierkant 2.

VIERKANT 12:
Zet 53-58-62-69-76-83 nieuwe st op de nld. Brei 10 cm in ribbelst over deze st, eindig met 1 nld aan de verkeerde kant (= mouw). Zet de st op een hulpdraad.
Neem 53-58-62-69-76-83 st op van de laatste helft van vierkant 3, neem 1 st op van de bovenkant van vierkant 2 en brei de 53-58-62-69-76-83 st van de hulpdraad terug op de nld = 107-117-125-139-153-167 st. Ga verder en brei over alle st (1e nld = verkeerde kant). Brei dominovierkant 2.

AFWERKING:
Naai vierkant 11 en 12 samen middenachter. Naai de mouw/schouder samen tot de hals – de hals op het achterpand moet ongeveer 12 cm breed zijn, pas aan het voorpand aan – zodat de schoudernaden op het voorpand en achterpand aansluiten. Naai de naden onder de mouwen dicht. Naai de voorbiezen samen middenachter en naai ze langs de hals. Naai de knopen op het linkervoorpand.

Telpatroon

diagram measurements
diagram measurements
diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 151-29

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Doris Kubena Linder wrote:

Hej, 4 år senare förstår jag fortfarande inte mönstret! Kan man få prata med någon? Mönster 151-29 070-314 15 46.

03.05.2017 - 04:24

DROPS Design answered:

Hej Doris, jag kan se att vi har försökt att förklara tidigare. Du får bättre hjälp om du tar med din stickning till en DROPS butik om du har köpt garnet där. Titta även på videoen nederst i mönstret om hur man stickar domino! Lycka till!

03.05.2017 - 13:52

country flag Maryse wrote:

Bonjour, je n'ai pas compris quand changer de couleurs dans ce magnifique modèle .

27.05.2016 - 20:28

DROPS Design answered:

Bonjour Maryse, on ne change pas de couleur en tricotant, c'est la laine qui comporte des changements de couleurs qui forment les rayures, vous trouverez le nuancier de Delight ici. Bon tricot!

30.05.2016 - 08:42

country flag Christine Poetsch wrote:

Ich habe diese Jacke in 2 Farben (safran,rost und marineblau) gestrickt und es ist ein absuluter Hingucker

22.06.2014 - 09:54

country flag Doris Kubena Linder wrote:

Jag fattar ingenting av mönstret. Kan jag få hjälp. Har stickat ruta 1, antar att jag nu ska göra ruta 3? där står sticka upp 97 m på översidan av ruta ett och 97 m längs översidan av ruta 2 som ska stickas efter ruta 9, jag har kört fast.

17.02.2014 - 18:16

DROPS Design answered:

Hej Doris. Du skal rigtig nok strikke ruta 3 som du strikker op fra 97 paa oversiden af ruta 1, 1 m mellem ruta 1 og 2 og 97 m fra oversiden af ruta 2 (se överste diagram A.1). 1 og 2 er de to hele dominorutar og nummer 3 er en HALV DOMINORUTA, du kan laese hvordan du skal strikke den överst ogsaa.

19.02.2014 - 14:56

country flag Gerda wrote:

Hallo Zusammen, habe das Modell nachgearbeitet- EINFACH SUPER!! Beachten sollte man jedoch unbedingt: Großes Probemuster stricken, da man danach erst beurteilen kann, welche Größe/Maschenzahl man stricken muss - danach unbedingt an die Musterangaben halten, sonst klappt es nicht.

31.01.2014 - 14:09

country flag Doris Kubena Linder wrote:

Ska inte Dominoruta 2 stickas lika som Dominoruta 1, med extra avmaskningar, tex var 16:e varv?

25.11.2013 - 17:06

DROPS Design answered:

Ruta 1 och 2 stickas som DOMINORUTA-1 med extra avmaskningar.

27.11.2013 - 10:48

country flag Doris Kubena Linder wrote:

Undrar om mönster 151-29, ska inte dialogruta 2 stickas som ruta 1? Alltså med minskning med 4 m vart 18:e varv stl XL?

14.11.2013 - 07:22

DROPS Design answered:

RUTA 1 och 2 stickas enligt beskrivningen för DOMINORUTA-1 med extra minskning på varv 18. DOMINORUTA-2 stickar du först när du kommer till RUTA 9 i beskrivningen

15.11.2013 - 09:11

country flag Gerda wrote:

Super Modell, habe mir das Garn bestellt und kann kaum erwarten zu beginnen; ich hoffe, dass die Jacke nicht nur an schlanken Damen gut aussieht!

15.09.2013 - 13:33

Kerstin wrote:

Ha-ha, ich muß meine Augen untersuchen lassen! ;)

18.06.2013 - 17:04

country flag Sissel wrote:

Godt varmt plagg,i glade farger, må vel stemmes inn.. Kunne vært,til fordel m kort og, lang arm.

16.06.2013 - 12:56