DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Vintage lace

Gebreid DROPS vest met korte mouwen, kantpatroon en zakken van ”Alpaca”. Maat: S - XXXL.

DROPS 146-30
DROPS design: Model nr. z-644
Garengroep A
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS ALPACA van Garnstudio
400-450-500-550-600-650 gr. kleur nr. 2110, maïsgeel

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (80 cm) 2.5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 26 st x 34 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS RONDBREINLD (80 cm) 3 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 27 st in kantpatroon volgens telpatroon A.3 = 10 cm breed.
DROPS PARELMOER KNOPEN NR. 521: 5 stuks voor alle maten.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Alpaca
DROPS Alpaca
100% alpaca
vanaf 3.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 26.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGAT:
Maak knoopsgaten op rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei derde en vierde st vanaf kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 26, 33, 40, 47 en 54 cm
MAAT M: 26, 33, 41, 48 en 56 cm
MAAT L: 26, 34, 42, 50 en 58 cm
MAAT XL: 28, 36, 44, 52 en 60 cm
MAAT XXL: 26, 35, 44, 53 en 62 cm
MAAT XXXL: 28, 37, 46, 55 en 64 cm
----------------------------------------------------------

VEST:

LIJF:
Wordt heen en weer gebreid op rondbreinld van middenvoor naar middenvoor.
Zet 272-301-324-353-376-428 st op (incl. 6 voorbies st aan elke kant middenvoor) met rondbreinld 2.5 mm en Alpaca. Brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven (1e nld = goede kant). Brei dan 1 nld recht aan goede kant en meerder TEGELIJKERTIJD 50-63-64-71-72-86 st gelijkmatig = 322-364-388-424-448-514 st. Brei volgende nld als volgt aan verkeerde kant: 6 voorbies st in ribbelst, * 1 st av, 2 st r *, herhaal van *-* tot er 7 st over zijn en eindig met 1 st av en 6 voorbies st in ribbelst. Ga zo verder in boordsteek. Minder bij een hoogte van 5 cm 50-63-64-71-72-86 st gelijkmatig (minder niet over de voorbiezen) = 272-301-324-353-376-428 st. Brei dan in tricotst maar brei de 6 voorbies st aan elke kant in ribbelst (tot minderen voor hals begint). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Brei bij een hoogte van 26 cm (voor alle maten) volgende nld als volgt aan goede kant:
MAAT S en L en XXL en XXXL: 6 voorbies st, brei A.1b tot er 6 st over zijn op nld en eindig met 6 voorbies st.
MAAT M en XL: 6 voorbies st, brei A.1a (= 8 st), brei A.1b tot er 14 st over zijn op nld, brei A.1c (= 8 st) en eindig met 6 voorbies st.
ALLE MATEN: ga zo verder in patroon - denk om KNOOPSGATEN op voorbies - zie uitleg boven. Als A.1 een keer in de hoogte is gebreid, staan er 232-255-276-299-320-364 st op de nld. Plaats nu 1 markeerder 61-67-72-78-83-94 st vanaf elke kant middenvoor om de zijkanten aan te geven (= 110-121-132-143-154-176 st tussen de markeerders voor het achterpand) – neem de markeerders gaandeweg mee naar boven.
Brei volgende nld als volgt aan goede kant:
MAAT S en L en XXL en XXXL: 6 voorbies st, brei A.2b tot er 6 st over zijn op nld en eindig met 6 voorbies st.
MAAT M en XL: 6 voorbies st, brei A.2a (= 6 st), brei A.2b tot er 12 st over zijn op nld, brei A.2c (= 6 st) en eindig met 6 voorbies st.
ALLE MATEN: Ga zo verder in patroon (er zijn nu 5-5½-6-6½-7-8 patroonherhalingen op elk voorpand tot markeerders aan zijkant en 10-11-12-13-14-16 patroonherhalingen op achterpand tussen de 2 markeerders). Ga bij een hoogte van 36 cm (in alle maten) verder met rondbreinld 3 mm en brei volgende nld aan goede kant als volgt:
MAAT S en L en XXL en XXXL: 6 voorbies st, brei A.3b tot er 6 st over zijn op nld en eindig met 6 voorbies st.
MAAT M en XL: 6 voorbies st, brei A.3a (= 6 st), brei A.3b tot er 12 st over zijn op nld, brei A.3c (= 6 st) en eindig met 6 voorbies st.
ALLE MATEN: Ga zo verder in patroon (er zijn nog steeds 5-5½-6-6½-7-8 patroonherhalingen op elk voorpand tot markeerders aan zijkant en 10-11-12-13-14-16 patroonherhalingen op achterpand tussen de 2 markeerders).
Splits bij een hoogte van 43-44-45-45-45-45 cm werk bij de markeerders en brei voorpanden en achterpand apart verder.

ACHTERPAND:
= 110-121-132-143-154-176 st.
Brei patroon heen en weer op nld als hiervoor. Zet TEGELIJKERTIJD nieuwe st op voor mouwen aan einde van elke nld aan elke kant als volgt: 1 keer 12 st, 2-2-2-2-2-1 keer 11 st in totaal en dan 1 keer 22 st = 222-233-244-255-266-266 st – LET OP: brei de gemeerderde st in A.3 maar brei buitenste st aan elke kant in ribbelst. Ga als alle st opgezet zijn verder in patroon als hiervoor met 1 kant st in ribbelst aan elke kant.
Kant bij een hoogte van 62-64-66-68-70-72 cm de middelste 38-27-38-27-38-38 st af voor hals en eindig elke schouder apart. Kant dan 2 st af in volgende nld langs hals = 90-101-101-112-112-112 st over op nld. Ga verder in patroon met 1 kant st in ribbelst aan elke kant tot werk 64-66-68-70-72-74 cm meet, kant dan losjes alle st af. Herhaal op andere schouder.

RECHTER VOORPAND:
= 61-67-72-78-83-94 st.
Brei in patroon heen en weer op de nld als hiervoor. Zet TEGELIJKERTIJD nieuwe st op voor mouw aan einde van elke nld richting zijkant als op achterpand = 117-123-128-134-139-139 st. Ga verder in patroon met 1 kant st in ribbelst richting mouw en 6 voorbies st in ribbelst als hiervoor. Brei tot een hoogte van ongeveer 54-56-58-60-62-64 cm - pas zo aan dat er maar 1 nld is gebreid na laatste knoopsgat – en zet dan buitenste 18-13-18-13-18-18 st op een hulpdraad voor hals (brei st voordat u ze op de hulpdraad zet). Kant dan af aan begin van elke nld langs hals: 3 keer 2 st en 3 keer 1 st = 90-101-101-112-112-112 st over op nld. Ga zo verder in patroon met 1 kant st in ribbelst aan elke kant tot werk 64-66-68-70-72-74 cm meet, kant dan losjes alle st af.

LINKER VOORPAND:
Brei als rechter voorpand maar in spiegelbeeld (maak geen knoopsgaten op linker voorpand).

AFWERKING:
Naai schoudernaden samen. Naai onderarmnaden samen naast de kant st. Naai de knopen aan.

HALSRAND:
Neem aan goede kant ongeveer 100 tot 120 st op langs hals (incl. st op hulpdraden op voorpand) met rondbreinld 2.5 mm en Alpaca. Brei 4 nld r heen en weer op rondbreinld en kant dan losjes af met rechte st aan verkeerde kant.

MOUWRAND:
Neem aan goede kant naast de kant st ongeveer 100 tot 140 st op aan onderkant langs mouw met breinld zonder knop 2.5 mm en Alpaca. Brei 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD (of minder) gelijkmatig tot 120-126-132-144-156-168 st. Brei dan in boordsteek (= 1 st r/2 st av) tot rand ongeveer 3 cm meet, kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht.

ZAK:
Zet 36-36-36-47-47-47 st op met rondbreinld 3 mm en Alpaca. Brei 2 nld recht, brei dan volgende nld als volgt aan goede kant: 6 st in ribbelst, 1 st in tricotst, brei A.3b 2-2-2-3-3-3 keer in totaal, 1 st in tricotst en eindig met 6 st in ribbelst. Ga zo verder in patroon. Brei tot zak ongeveer 15-15-15-19-19-19 cm meet – eindig patroon als laatste nld in herhaling overblijft – en brei dan 4 nld r (1e nld = verkeerde kant) en kant dan losjes af met rechte st aan verkeerde kant. Brei nog een zak. Naai 1 zak op elk voorpand met maassteken, plaats zak net boven boven boordsteek aan onderkant van vest en ongeveer 7 tot 9 cm vanaf rand van voorpand (pas het vest aan voor de beste plaats).

Telpatroon

symbols = recht aan goede kant, av aan verkeerde kant
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 146-30

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (16)

country flag Lorraine Bruce wrote:

I am having difficulty working cast on stitches for sleeves into the pattern in the back piece. Where should I start the pattern in each set of cast on stitches?

27.03.2023 - 07:11

DROPS Design answered:

Dear Mrs Bruce, you have to work them following diagrams A.3, ie at the beg of row from RS work the new stitches as an extension of the pattern towards the right = work the new sts as in diagram A.3c, then A.3b etc.. and at the end of the row from RS work them starting with A.3a, A.3b.. happy knitting!

27.03.2023 - 09:45

country flag Maren Ursin Ingebrigtsen wrote:

Kan denne strikkes sammen med vivaldi? og i så fall hvor mye garn trenger jeg?

19.06.2015 - 14:06

DROPS Design answered:

Hej. Nej du kan inte sticka denna med Vivaldi. Vivaldi tillhör garngrupp C och detta mönster passar garn i garngrupp A. Under "Garnalternativer" kan du se vilka garn denna kan stickas med. Lycka till!

24.06.2015 - 13:25

country flag Gunilla Lindblad wrote:

OK, jag listade ut det! Mönster A1B har 13 maskor. Det var lite förvillande med siffran 11. Det är väl självklart att det blir 2 maskor mindre på nästa varv när man har minskat 2!Det kanske inte hade behövt skrivas ut.

10.06.2013 - 16:47

country flag Gunilla Lindblad wrote:

Har svårt att få ihop minskningsvarvet efter 26 cm. Varför står det 6 resp 8 vid A1A och C, och 11 resp 13 vid A1B? Jag stickar stl M och har rätt antal m = 301. Om jag stickar 8 m A1A och sedan A1B över 11 m blir det 16 m kvar på slutet i st f 14.

10.06.2013 - 14:02

Doris wrote:

Very nice and comfortable will knit it ,unfortunate that I m from Malaysia could not order yarn.

06.03.2013 - 10:10

SUSANA wrote:

Confort.

11.02.2013 - 02:35

country flag Al Laham wrote:

On se sent bien même en regardant cette veste que je mettrais volontiers pour les brises nocturnes de l'été

09.01.2013 - 13:33

country flag Domi wrote:

Il est magnifique !!!

29.12.2012 - 18:03

country flag Domi wrote:

Il est magnifique !!!

29.12.2012 - 18:03

country flag Maud wrote:

Jättefin

20.12.2012 - 18:04