DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.15 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Jodi

Gebreide DROPS top in ribbelst met korte mouwen en kantpatroon van ”Cotton Light”. Maat: S - XXXL.

DROPS 148-11
DROPS design: Model nr. cl-018
Garengroep B
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS COTTON LIGHT van Garnstudio
300-300-350-350-400-450 gr. kleur nr. 25, licht lila

DROPS RONDBREINLD 4 mm (80 cm) - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 21 st x 28 nld in tricotst = 10 x 10 cm en 21 st x 42 nld in ribbelst = 10 x 10 cm. 17 st in patroon volgens A.2 = 10 cm breed.
DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 3.5 mm - voor kantpatroon in aan onderkant van lijf.

----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Cotton Light
DROPS Cotton Light
50% katoen, 50% polyester
vanaf 1.15 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 6.90€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

RIBBELST (in de rondte op rondbreinld):
* brei 1 nld recht en brei 1 nld av *, herhaal van *-*.
1 ribbel = 2 nld.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. De telpatronen worden in de rondte gebreid.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 st door 2 st in dezelfde st te breien.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor minderen op mouwen):
Alle minderingen worden gemaakt aan goede kant!
Minder als volgt voor markeerder en voor kant st: 2 st r samen.
Minder als volgt na markeerder en kant st: 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh.

----------------------------------------------------------

TOP:
Zet 156-174-192-216-240-264 st op met rondbreinld 3.5 mm en Cotton Light. Brei 1 nld recht, brei dan boordsteek = 3 st r/3 st av. Brei als boordsteek 3 cm meet in patroon volgens telpatroon A.1. Brei bij een hoogte van ongeveer 21-22-23-24-25-26 cm (stop na 1 nld met gaatjes) 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 8-10-12-14-14-14 st gelijkmatig = 148-164-180-202-226-250 st. Brei 1 nld av, brei 1 nld recht en brei 1 nld av. Brei 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 28-36-36-42-42-42 st gelijkmatig = 120-128-144-160-184-208 st. Wissel naar rondbreinaald 4 mm en brei dan in patroon volgens telpatroon A.2. Brei als A.2 klaar is 1 nld recht en meerder TEGELIJKERTIJD 28-36-36-42-42-44 st gelijkmatig = 148-164-180-202-226-252 st. Brei 1 nld av. Plaats 1 markeerder aan begin van nld en 1 markeerder na 74-82-90-101-113-126 st (= zijkanten) – MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei nu door in RIBBELST in de rondte op rondbreinld - zie uitleg boven.
Meerder bij een hoogte van 3 cm 1 st aan elke kant van beide markeerders – LEES TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 st meerder). Herhaal dit meerderen bij een hoogte van 6 en 9 cm = 160-176-192-214-238-264 st.
Kant bij een hoogte van 10 cm - pas zo aan dat volgende nld een av nld is - 8-10-12-16-20-24 st af aan elke kant voor armsgaten (dus kant 4-5-6-8-10-12 st af aan elke kant van beide markeerders) = 72-78-84-91-99-108 st over op voorpand en achterpand.

ACHTERPAND:
= 72-78-84-91-99-108 st.
Begin met r aan goede kant en kant af aan begin van nld aan elke kant als volgt: 1-1-2-2-2-2 keer 2 st aan elke kant = 68-74-76-83-91-100 st over, knip de draad af.
Brei nu de mouwkoppen op het achterpand als volgt (1e nld = goede kant):
Zet 30-30-32-34-36-38 st op, plaats 1 markeerder, brei de 68-74-76-83-91-100 st van het achterpand, plaats 1 markeerder en zet 30-30-32-34-36-38 st op = 128-134-140-151-163-176 st.
Ga verder in ribbelst heen en weer op rondbreinld 4 mm. Minder TEGELIJKERTIJD in volgende nld aan goede kant als volgt - LEES TIP VOOR HET MINDEREN:

Minder 1 st aan begin en einde van nld naast de kant st: minder elke 4e nld (dus om de nld aan goede kant) in totaal 12-12-13-13-14-14 keer.

Minder TEGELIJKERTIJD aan elke kant op mouwen (dus voor 1e markeerder en na 2e markeerder gezien aan goede kant): minder elke 4e nld (dus om de nld aan goede kant): 12-12-13-13-14-14 keer 1 st.

Minder TEGELIJKERTIJD aan elke kant op achterpand (dus na 1e markeerder en voor 2e markeerder gezien aan goede kant): minder om de nld (dus elke nld aan goede kant): 0-2-2-4-7-9 keer 1 st.

MINDEREN VOOR HALS:
Kant TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 48-50-52-54-56-58 cm de middelste 34-34-36-37-37-38 st af aan goede kant voor de hals en eindig elke schouder apart.

RECHTER SCHOUDER:
Ga verder met minderen op mouwkop als hiervoor. Na laatste mindering staan er nog 23-24-24-27-28-32 st op de nld (dus 17-18-18-19-20-22 schouder st en 6-6-6-8-8-10 st aan bovenkant op mouwkop). Brei 1 nld recht aan verkeerde kant en zet de buitenste 6-6-6-8-8-10 st van mouwkop op een hulpdraad. Ga verder in ribbelst heen en weer over de 17-18-18-19-20-22 schouder st en brei TEGELIJKERTIJD st van mouwkop samen met st op nld als volgt: brei 1 nld recht aan goede kant tot er 1 st overblijft op linker nld, zet laatste st over op rechter nld zonder deze te breien, zet eerste en tweede st van hulpdraad terug op linker nld, zet afgehaalde st van rechter nld terug op linker nld en brei deze 3 st samen, keer, trek de draad aan en brei 1 nld recht aan verkeerde kant, * brei 1 nld recht aan goede kant tot er 1 st overblijft op linker nld, zet laatste st over op rechter nld zonder deze te breien, zet volgende st van hulpdraad terug op linker nld, zet afgehaalde st van rechter nld terug op linker nld en brei deze 2 st r samen, keer, trek de draad aan en brei 1 nld recht aan verkeerde kant *, herhaal deze 2 nld van *-* tot alle st op hulpdraad samen zijn gebreid met laatste st op nld, kant losjes alle st af.
Pas meet ongeveer 25-26-27-28-29-30 cm vanaf markeerder en hele top meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm.

LINKER SCHOUDER:
Brei als rechter schouder maar zet na laatste mindering buitenste 6-6-6-8-8-10 st van mouwkop op een hulpdraad. Begin aan verkeerde kant en brei 1 nld recht tot er 1 st overblijft op linker nld, zet laatste st over op rechter nld zonder deze te breien, zet eerste en tweede st van hulpdraad terug op linker nld, zet afgehaalde st van rechter nld terug op linker nld en brei deze 3 st r samen, keer, trek de draad aan en brei 1 nld recht aan goede kant, herhaal dan de 2 nld van *-* als op rechter schouder (maar begin aan verkeerde kant) tot alle st op hulpdraad samen zijn gebreid met laatste st op nld, kant dan losjes alle st af.

VOORPAND:
= 72-78-84-91-99-108 st.
Brei als achterpand en zet st op voor mouwkoppen aan elke kant als op achterpand = 128-134-140-151-163-176 st. Minder dan op voorpand en mouwkoppen als op achterpand maar kant bij een hoogte van 40-42-44-46-48-50 cm de middelste 34-34-36-37-37-38 st af voor hals en eindig elke schouder apart. Ga verder met minderen en brei dan rechter en linker schouder als op achterpand. Pas meet ongeveer 25-26-27-28-29-30 cm vanaf markeerder en hele top meet ongeveer 52-54-56-58-60-62 cm.

AFWERKING:
Naai schoudernaden samen en naar beneden langs mouwkoppen - naai in de buitenste lusjes van de buitenste st om een dikke naad te voorkomen

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 22.08.2014
Onder TOP (nieuwe tekst):....= 120-128-144-160-184-208 st. Wissel naar rondbreinaald 4 mm en brei dan in patroon volgens telpatroon A.2. MEET NU HET WERK VANAF HIER! Brei nu door in RIBBELST in de rondte op rondbreinld - zie uitleg boven.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = av
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
symbols = 1 st r afh, 2 st r samen, afgeh st overh
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 148-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (62)

country flag Nicole Miller wrote:

Is this top joined in the round right after the case on before the ribbing is worked? Also ate there any edge stitches before chart is started?

20.06.2022 - 05:56

DROPS Design answered:

Dear Mrs Miller, top is worked bottom up, first in the round to the armholes (so that there are no edge stitches when working the diagrams), then you divide piece and finish back and front piece back and forth separately - you will then sew shoulder and sleeve seams. Happy knitting!

20.06.2022 - 08:10

country flag Jackie wrote:

I just sent a question but will do so again as this page reappeared and I don't know if it went through the first time. I love this pattern - the boatneck and cap sleeves - however, I am not advanced enough to make the lacing nor have I ever followed a diagram. Would it be possible for you to send me a correction using only the garter st all the way through? Thank you.

09.09.2020 - 19:01

DROPS Design answered:

See answer below :)

10.09.2020 - 09:28

country flag Jackie wrote:

Hello. I love the shape of this top - the boatneck and the cap sleeves - and have been looking for a pattern exactly like this one. However, I am not advanced enough to make the lacing and have never followed a diagram before. Would it be possible for you to send me a correction, continuing with the garter st all the way through? Thank you. By the way, your patterns are all lovely.

09.09.2020 - 18:58

DROPS Design answered:

Dear Jackie, we are unfortunately not able to adjust every pattern to every single request - you can will find how to read knitting diagrams here - should you need any individual assistance, your DROPS store can help you even per mail or telephone. Happy knitting!

10.09.2020 - 09:27

country flag Giorgia wrote:

Grazie , mi sono accorta solo ora della vostra rapida risposta che mi ha tolto il dubbio. Avevo dimenticato che il punto legaccio lavorato in tondo é il risultato di 1 ferro a diritto e 1 a rovescio.

12.10.2019 - 00:58

country flag Giorgia wrote:

Lavorando in tondo coi ferri circolari e quindi lavorando sempre sul dritto del lavoro, come si fa a capire se si è il giro successivo sul rovescio del lavoro quando si devono intrecciare le maglie per gli scalfi?

12.10.2019 - 00:45

country flag Giorgia wrote:

Cosa intendete quando nel paragrafo finale del TOP scrivete:" quando il lavoro misura 10 cm,assicurarsi che il giro successivo sia un giro a rovescio" se lavorando invece in tondo coi ferri circolari si lavora solo sul dritto del lavoro? Come si fa a capire se il giro successivo é a rovescio?

10.10.2019 - 21:55

DROPS Design answered:

Buongiorno Giorgia. Quando lavora il legaccio in tondo (quindi sempre sul diritto del lavoro), lavora un giro a diritto e un giro a rovescio. Deve intrecciare le maglie su un giro lavorato a rovescio. Buon lavoro!

11.10.2019 - 08:25

country flag Giorgia wrote:

Grazie per i vostri bellissimi modelli! Non riesco a capire cosa intendete quando scrivete nelle ultime righe del paragrafo del TOP "Quando il lavoro misura 10 cm – assicurarsi che il giro successivo sia un giro a rov, " Ma lavorando in tondo coi ferri circolari non si lavora sempre sul diritto del lavoro? Come faccio a capire allora se il giro seguente è a rovescio per gli scalfi? Grazie per la vostra risposta

10.10.2019 - 20:05

DROPS Design answered:

Buongiorno Giorgia. Abbiamo modificato leggermente il testo. Il giro deve essere lavorato a rovescio. Buon lavoro!

10.10.2019 - 21:42

country flag Carine wrote:

Is niet mooi wanneer af is Valt veel groter uit zelfs na proeflapje Is precies een zak jammer

06.06.2015 - 16:47

country flag Lisa wrote:

I have knit up several tops in the medium size. I am trying to make sure I select the correct size for me. I am normally a Medium, But the bust size for this pattern seams small for a medium. Would I select the larger size according to the finished bust size? or would that turn out to be too big because the top would stretch out?

01.06.2015 - 16:31

DROPS Design answered:

Dear Lisa, you will find at the bottom of the pattern a measurement chart with all measurements in cm taken flat from side to side. Compare these to a similar garment you have and like the shape to find out the matching size, depending also on how many tight/loose you prefer. convert here cm into inch. Happy knitting!

01.06.2015 - 16:37

country flag Carine wrote:

Graag antwoord op mijn vorige vraag

01.06.2015 - 16:29