DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.86€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 142-15
DROPS design: Model nr. ne-090
Garengroep C
-----------------------------------------------------------
Maat: S/M - L/XL - XXL/XXXL
Materiaal:
DROPS NEPAL van Garnstudio
700-800-950 gr. kleur nr. 7139, grijsgroen

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40, 60 en 80 cm) 5 mm - of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 17 st x 25 nld in gerstekorrel en 17 st x 22 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.86€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon geeft de goede kant van het werk weer. Het telpatroon wordt in de rondte gebreid.

GERSTEKORREL:
NLD 1: * 1 st r, 1 st av *, herhaal van *-*.
NLD 2: recht boven av en av boven recht.
Herhaal steeds nld 2.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor als telpatroon A.1 gebreid is):
Meerder 1 st bij elke markeerder elke keer dat u meerdert (dus 12 st gemeerderd per nld) – meerder de eerste keer voor alle markeerders, de tweede keer na alle markeerders, etc. en wissel dit steeds af - meerder door 1 omsl te maken – brei de omsl in de volgende nld gedraaid recht, dus brei achter in de st in plaats van voor in de st om een gaatje te voorkomen.
----------------------------------------------------------

VEST:
Wordt in de rondte gebreid in een cirkel vanuit middenachter. Gebruik breinld zonder knop en ga verder met een langere rondbreinld indien nodig.

Zet 12 st op met Nepal en verdeel ze over 4 breinld zonder knop 5 mm. Plaats 1 markeerder in de eerste st op de nld = midden boven richting de hals. Brei 1 nld recht en brei TEGELIJKERTIJD 2 st in alle st = 24 st. Brei 1 nld recht zonder te meerderen. Brei in de volgende nld als volgt: * 1 st r, 2 st r in de volgende st *, herhaal van *-* = 36 st. Brei dan volgens telpatroon A.1 (= 6 patroonherhalingen in de rondte).
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1 gebreid is, staan er 216 st op de nld en meet het werk ongeveer 20 cm vanuit het midden naar buiten. Plaats 1 markeerder in de eerste st (= midden boven richting de hals), en dan 1 markeerder in elke 18e st de hele nld (zie pijlen in het telpatroon voor waar de markeerders komen) = 12 markeerders met 17 st tussen elke markeerder.
LEES ALLE ONDERSTAANDE AANWIJZINGEN DOOR VOOR U VERDER GAAT!
Ga verder in tricotst over alle st – meerder TEGELIJKERTIJD in de 3e nld 1 st bij alle markeerders – ZIE TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen elke 3e nld. Kant TEGELIJKERTIJD als meerderen 1-3-5 keer gedaan is (= 228-252-276 st op de nld) af voor de schouders en armsgaten in de volgende nld als volgt: kant de eerste 28-30-33 st af voor de hals/schouder, plaats 1 markeerder (gebruik een andere kleur dan die van de andere markeerders in het werk, deze markeerders worden alleen gebruikt als de kraag aan de schouder wordt genaaid) en kant de volgende 32-35-39 st af voor het armsgat, brei 109-123-133 st (= achterpand naar beneden), kant de volgende 32-35-39 st af voor het armsgat, plaats 1 markeerder en kant de laatste 27-29-32 st af voor schouder/hals, knip de draad af.
Zet 32-35-39 st op met rondbreinld 5 mm, brei dan de 109-123-133 st op de nld aan de verkeerde kant en zet tot slot nog 32-35-39 st op aan de andere kant = 173-193-211 st. Brei dan werk heen en weer op de nld in tricotst – plaats de markeerders voor het meerderen in de nieuwe st op dezelfde plek als de markeerders in de st die afgekant zijn voor de armsgaten. Ga verder met meerderen bij elke markeerder elke 3e nld als hiervoor – zet TEGELIJKERTIJD 2 st aan het einde van elke nld op een hulpdraad zonder ze eerst te breien. Zet bij een hoogte van ongeveer 26-29-32 cm vanaf het midden gemeten de middelste 67-71-77 st op een hulpdraad (= onderkant van achterpand). MEET NU HET WERK VANAF HIER! Eindig elk voorpand apart.

VOORPAND:
Ga verder in tricotst en blijf meerderen als hiervoor over de overgebleven st op de nld – zet TEGELIJKERTIJD 2 st aan het einde van elke nld op de hulpdraden aan elke kant (zet richting de onderkant de st op dezelfde hulpdraad als waar de 67-71-77 st aan de onderkant van het achterpand op staan) tot er 10-15-21 cm is gebreid op het voorpand. Zet de overgebleven st op nog 1 van de hulpdraden. Brei het andere voorpand op dezelfde manier.

RAND:
Brei alle st recht aan de goede kant terug op de rondbreinld 5 mm – neem tussen elke keer waar st op de hulpdraden zijn gezet aan elke kant de draad op en zet deze gedraaid op de nld (dus tussen de st, om gaatjes in de overgangen te voorkomen), en meerder gelijkmatig zodat er 308-356-404 st in totaal op de nld staan. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en plaats TEGELIJKERTIJD 17 markeerders in het werk als volgt: brei 2 st, plaats 1 markeerder, * brei 19-22-25 st, plaats 1 markeerder *, herhaal van *-* tot er 2 st over zijn na de laatste markeerder, brei deze. Brei 1 nld recht aan de goede kant. Brei de volgende nld als volgt (aan de verkeerde kant): 1 st in RIBBELST – zie uitleg boven, * 2 st r (dus 1 st aan elke kant van de markeerder worden r gebreid), 17-20-23 st in gerstekorrel *, herhaal van *-* nog 3 keer, ** 2 st av (dus 1 st aan elke kant van de markeerder wordt av gebreid), 17-20-23 st in gerstekorrel **, herhaal van **-** nog 7 keer, 2 st av, *** 17-20-23 st in gerstekorrel, 2 st r ***, herhaal van ***-*** nog 3 keer, eindig met 1 st in ribbelst. Brei in de volgende nld aan de goede kant 1 st av aan elke kant van de eerste 4 en laatste 4 markeerders, en 1 st r st aan elke kant van de andere 9 markeerders – meerder TEGELIJKERTIJD in deze nld 1 st aan elke kant van de laatste 4 en eerste 4 markeerders – meerder aan elke kant van de 2 av st door 1 omsl te maken die gedraaid in gerstekorrel wordt gebreid in de volgende nld. Ga verder en meerder elke 6e nld tot het werk klaar is. Brei als de rand 13-15-17 cm meet verkorte toeren aan een kant richting middenachter voor de kraag. Brei als volgt (brei en meerder als hiervoor met gerstekorrel en tricotst - begin middenachter): Brei 36-38-40 st, keer en brei de teruggaande nld, brei 34-36-38 st, keer en brei de teruggaande nld, brei 32-34-36 st, keer en brei de teruggaande nld, ga zo verder en brei steeds 2 st minder in totaal 10-11-12 keer, brei dan 3 st minder in totaal 5 keer, knip de draad af en brei op dezelfde manier aan de andere kant. Brei dan 1 nld recht over alle st en kant losjes af met rechte st.

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 42-44-48 st op met breinld zonder knop 5 mm en Nepal. Plaats 1 markeerder aan het begin van de nld = midden onder de mouw. Brei 1 nld av en brei 1 nld recht. Ga verder in GERSTEKORREL - zie uitleg boven. Brei bij een hoogte van 12 cm 1 nld recht en brei 1 nld av, ga verder in tricotst tot het werk klaar is. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 15 cm 1 st aan elke kant van de markeerder midden onder de mouw. Herhaal dit meerderen elke 5-4-3 cm nog 6-8-10 meer keer = 56-62-70 st. Kant bij een hoogte van 49 cm 6 st af midden onder de mouw en brei heen en weer tot het werk klaar is. Kant dan af voor de mouwkop aan het begin van elke nld aan elke kant: 2 keer 2 st en 5 keer1 st, kant dan 2 st af aan elke kant tot het werk 58 cm meet, kant dan 1 keer 3 st af aan elke kant. Kant de overgebleven st af, de mouw meet ongeveer 59 cm.

AFWERKING:
Naai een kraagdeel aan de helft van schouder/hals aan het achterpand en naai het andere kraagdeel aan de andere helft van de schouder/hals – begin bij aan de markeerder die geplaatst is tussen armsgat en schouder en trek de kraag wat aan als u naait zo dat de kraagdelen samen komen middenachter. Naai dan de rest van de 2 kraagdelen samen met de zijkanten tegen elkaar– zie de pijlen op de tekening.
Naai de mouwen in het vest. Sluit het vest met een speld of broche.


Telpatroon

symbols = recht
symbols = av
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = 1 omsl, zet 2 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 st av, 2 st r van de kabelnld
symbols = zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 2 st r, 1 st av van de kabelnld, 1 omsl
symbols = 1 omsl, zet 1 st op een kabelnld en houd deze voor het werk, 1 st av, 1 st r van de kabelnld
symbols = zet 1 st op een kabelnld en houd deze achter het werk, 1 st r, 1 st av van de kabelnld, 1 omsl
symbols = 1 BOBBEL: Brei 5 st in 1 st door afwisselend voor en achter in de st te breien, brei 4 nld in tricotst heen en weer over deze 5 st. De st staan nu op de rechter nld, haal de tweede st over de eerste, de derde st over de eerste, vierde st over de eerste en tot slot vijfde st over eerste = 1 st over
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 142-15

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (85)

country flag Defrance wrote:

Bonjour je suis arrivée à la bordure et je ne sais pas quoi faire quand vous dites : "attraper le fil et le placer torse sur l'aiguille" j'ai bien compris où il fallait le faire mais s'agit-il de passer le fil venant de la pelote (comme un jeté) ou laors d'attraper le fil entre 2 mailles et le placer sur l'aiguille? merci

04.11.2015 - 15:22

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Defrance, il s'agit ici d'attraper le fil entre 2 m (au niveau des rangs raccourcis) et de le placer torse sur l'aiguille (pour éviter un trou au tour suivant). Bon tricot!

04.11.2015 - 17:10

country flag Maggie wrote:

At the start of Edge the pattern states 'between every time sts where slipped on stitch holders in each side get the thread and twist it before slipping it on needle'. I'm not sure what you mean by this. Does it mean to pick up the thread in the gap between the pairs of stitches, ie to make a stitch, which would be part of the increases?

26.10.2015 - 09:43

DROPS Design answered:

Dear Maggie, you do this to avoid holes at the transition between short rows, work these st twisted, and repeat this and inc evenly to get the required number of sts for your size. Happy knitting!

26.10.2015 - 12:19

country flag Magda Blok wrote:

Prachtig vest. Goede beschrijving van het patroon. Goed gelukt, ik vond het een uitdaging. Ben er blij mee.

20.03.2015 - 15:17

country flag Sabine Geim wrote:

Achso dass heisst ich nehme nur bei den ersten 4 und letzten 4 Markierer zu. Dann habe ich es falsch gemacht

10.11.2014 - 12:19

DROPS Design answered:

Ja genau, die Zunahmen erfolgen nur an den ersten 4 und den letzten 4 Markierern.

10.11.2014 - 20:26

country flag Geim wrote:

In der nächsten Hin-R beidseitig der ersten 4 Markierer und beidseitig der letzten 4 Markierer je 1 M li stricken, beidseitig der verbleibenden 9 Markierer je 1 M re stricken – GLEICHZEITIG in dieser R beidseitig der ersten 4 Markierer und beidseitig der letzten 4 Markierer je 1 M zunehmen – d.h. beidseitig der 2 li M je 1 Umschlag arbeiten, der in der nächsten R verschränkt in das Perlmuster eingearbeitet wird. Warum zweimal erklärt?

08.11.2014 - 21:30

DROPS Design answered:

Es wird nicht zweimal erklärt - im ersten Teil des Satzes wird erklärt, dass Sie beidseitig jedes Markierers 1 M li bzw. re stricken, im 2. Teil wird erklärt, dass Sie außerdem Zunahmen machen, neben den 2 li-M.

09.11.2014 - 22:31

country flag Geim Sabine wrote:

Warum ist das mit der Zunahme am Rand zweimal in der Reihe erklärt. Ich nehme an dass sich die Zunahme alle 6 R immer von den den 2 Re/bzw. 2li machen muss und dann in das Perlmuster einstricke. Richtig?

08.11.2014 - 21:24

DROPS Design answered:

Die Zunahmen erfolgen immer direkt vor und nach den 2 Links-M bei den ersten 4 Markieren und den letzten 4 Markierern und werden ins Perlmuster eingestrickt.

09.11.2014 - 22:24

country flag Nastjusha wrote:

Ich habe den Rand bis auf 14cm Breite gestrickt (habe mich zwischen zwei Größen eingependelt) und komme nun mit der Anleitung nicht klar. Wo muss ich mit den verkürzten Reihen beginnen? (hintere Mitte macht für mich hier keinen Sinn). Danke!

22.06.2014 - 23:58

DROPS Design answered:

Liebe Nastjusha, Sie haben oben am Nacken ja eine "Lücke" im Rand, denn Sie haben ja oben nicht mehr weiter rundum gestrickt. Die verkürzten R stricken Sie nun nacheinander an beiden Seiten des Randes, also an der rechten und linken Seite, beginnend am Anfang der R, die restl. M bleiben dabei ungestrickt. Die beiden verkürzte-R-Partien "treffen" sich an der hinteren Mitte. Sie können das gut auf der Maßskizze erkennen, der waagerechte Doppelpfeil zeigt auf die Partie mit verkürzten R.

23.06.2014 - 19:00

country flag Annika Brobak Nielsen wrote:

Jeg er nået til kanten og kan ikke få maskeantallet til at passe når jeg skal sætte mærker i. jeg har 308 m som man skal ifølge vejledningen. der skal sættes mærke efter de første 2 masker og derefter 19 som skal gentages. jeg har 2-19-2-19 hele vejen men slutter til sidst med 2-12 m og ikke med 2 som der står. er der beskrevet et forkert maskeantal imellem mørkerne eller hvad er der galt?

16.02.2014 - 20:57

DROPS Design answered:

Hej Annika. Du skal saette maerke 1 efter 2 masker, strik 19 masker: maerke 2, strik 19 masker: maerke 3, strik 19 masker: maerke 4 osv. Du har da 2 masker efter det sidste maerke.

19.02.2014 - 11:58

country flag Sandra wrote:

Ich bin nochmals etwas verwirrt beim Fertigen der Armkugel: ...Für die Armkugel beidseitig zu Beginn jeder R 2 x je 2 M und 5 x je 1 M abketten,... Heißt dass, ich am Beginn der R 2 M abkette, am Ende der R 2 M abkette, den Faden abschneide und eine neue R beginne, usw.?Danke für die Aufklärung.mfG

28.10.2013 - 08:50

DROPS Design answered:

Lieeb Sandra, nein, Sie müssen den Faden nicht abschneiden! Bei einer Armkugel kettet man immer zu Reihenbeginn ab, also in der Hinreihe und in der Rückreihe. Dies heisst dann "beidseitig zu Beginn jeder R".

29.10.2013 - 09:16

country flag Sandra wrote:

Lese ich unter den Abschnitt Jacke (Größe S/M) nach dem Muster A1 gestrickt wurde richtig: 3 R glatt re, 1 Rd mit Zunahmen plus 28 M Abketten+Marker, 32 M abketten, 109 M stricken, 32 M abketten+Marker, 27 M abketten. D.h. in diesem Fall wäre es nur eine Runde mit Zunahmen incl. Abketten?

15.10.2013 - 16:26

DROPS Design answered:

Liebe Sandra, es wird für Armloch und hinteren Halsausschnitt abgekettet, aber es muss weiterhin für die Form des wachsenden Kreises aufgenommen werden.

16.10.2013 - 07:38