Blue Serenade

Gebreide DROPS tuniek met ¾ mouwen in ribbelst en golvenpatroon van ”Delight”.

DROPS 121-12
Maat S - XXL.
DROPS design: Model nr. DE-033
--------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL
Materiaal: DROPS DELIGHT
350-400-400-450-500 gr. kleur nr. 07, beige/blauw mix

DROPS BREINLD ZONDER KNOP en RONDBREINLD (40 en 80 cm) 3 mm - of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 st x 48 nld in ribbelst = 10 x 10 cm en 28 st in golvenpatroon = 10 cm breed.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Delight
DROPS Delight
75% wol, 25% polyamide
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

PATROON:
Zie telpatronen M.1 tot en met M.4. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer.
Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

RIBBELST (heen en weer gebreid op de nld):
brei alle nld recht.

RIBBELST (in de rondte): brei 1 nld recht, brei 1 nld av.
TIP VOOR HET MINDEREN:
Maak alle minderingen in een rechte nld. Minder als volgt voor en na de markeerdraad: 2 st recht samen.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Maak alle meerderingen in een av nld.
Meerder 1 st door 1 omsl te maken, brei in de volgende nld de omsl achter in de st om een gaatje te voorkomen.
--------------------------------------------------------

LIJF:
Wordt in de rondte gebreid.
Zet 288-306-324-360-396 st op met rondbreinld 3 mm en Delight. Brei 1 nld recht en brei 1 nld av, minder TEGELIJKERTIJD 6-17-18-20-22 st gelijkmatig in de laatste nld = 272-289-306-340-374 st. Ga verder in M.1 over alle st (16-17-18-20-22 herhalingen over de nld) tot het werk ongeveer 8-8-9-9-10 cm meet (eindig na een volledige verticale herhaling). Brei nu M.2 over alle st = 240-255-270-300-330 st. Brei na 1 verticale herhaling van M.2, 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 16-11-10-20-14 st gelijkmatig = 224-244-260-280-316 st. Brei 1 nld av. Plaats 1 markeerdraad aan het begin van de nld en 1 markeerdraad na 112-122-130-140-158 st (= om de zijkanten aan te geven). MEET NU HET WERK VANAF HIER. Ga verder in RIBBELST - zie boven.

Plaats bij een hoogte van 6 cm vanaf de markeerders 4 nieuwe markeerders, markeerdraad-1 na 32-35-37-41-48 st, markeerdraad-2 na 80-87-93-99-110 st (= 48-52-56-58-62 st tussen de markeerders op het voorpand), markeerdraad-3 na 144-157-167-181-206 st en markeerdraad-4 na 192-209-223-239-268 st (= 48-52-56-58-62 st tussen de markeerders voor het achterpand). Ga verder in ribbelst, minder TEGELIJKERTIJD voor de figuurnaden als volgt: Minder 1 st voor en na iedere markeerdraad op het voorpand en achterpand (= 8 st geminderd) - Zie TIP VOOR HET MINDEREN! Herhaal dit minderen iedere 7 cm in totaal 4 keer = 192-212-228-248-284 st.
Verdeel bij een hoogte van 30 cm vanaf de markeerders het werk aan de zijkant en brei het voorpand en achterpand apart verder. Het werk meet in totaal ongeveer 38-38-39-39-40 cm.

ACHTERPAND:
= 96-106-114-124-142 st. Ga verder heen en weer gebreid op de nld in RIBBELST - zie boven – meerder TEGELIJKERTIJD in de eerste nld 1 st aan iedere kant (= kant st) = 98-108-116-126-144 st. Kant bij een hoogte van 8-9-10-11-13 cm vanaf waar het werk gesplitst is 3 st af aan iedere kant voor de armsgaten en kant af voor de armsgaten aan het begin van iedere nld aan iedere kant: 1-2-3-5-9 x 2 st en 0-1-2-2-2 x 1 st = 88-92-94-96-98 st. Ga verder tot een totale hoogte van 25-27-29-31-34 cm vanaf waar het werk gesplitst is en brei nu de middelste 42-42-46-46-52 st als volgt (= aan de goede kant): 1 omsl, * 2 st recht samen, 1 omsl *, herhaal van *-* en eindig met 2 st recht samen – brei de overige st als hiervoor. Kant in de volgende nld de middelste 38-38-42-42-48 st af voor de hals = 25-27-26-27-25 st over voor iedere schouder.

RECHTER SCHOUDER:
Ga verder met 1 omsl en 2 st recht samen aan het einde van iedere nld aan de goede kant richting de hals, brei aan de verkeerde kant alle st recht. Kant bij een hoogte van 27-29-31-33-36 cm vanaf waar het werk gesplitst is losjes af. Het werk meet in totaal ongeveer 65-67-70-72-76 cm.

LINKER SCHOUDER:
Ga verder met 2 st recht samen en 1 omsl aan het begin van iedere nld aan de goede kant van de hals, brei aan de verkeerde kant alle st recht. Kant af als beschreven voor de linker schouder. Het werk meet in totaal ongeveer 65-67-70-72-76 cm.

VOORPAND:
= 96-106-114-124-142 st. Zet 20-22-24-26-31 st op aan het begin van de nld, brei de st op de nld recht en zet 20-22-24-26-31 st op aan het einde van de nld = 136-150-162-176-204 st. Plaats een markeerdraad 20-22-24-26-31 st vanaf iedere zijkant. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant over alle st. Minder in de volgende nld aan de goede kant 1 st aan iedere kant van de st met de markeerdraad (= 4 st geminderd), en herhaal om de nld in totaal 29-34-36-41-47 keer.

Zet TEGELIJKERTIJD na ongeveer 1 cm nieuwe st op aan het einde van iedere nld aan iedere kant: 1-2-2-3-4 x 2 st en 0-2-5-8-14 x 1 st. Zet nu 43-42-41-39-33 st op aan iedere kant. Ga verder heen en weer met minderen aan iedere kant van de markeerders als hiervoor. Als alle minderingen gedaan zijn, staan er in totaal 110-110-118-118-126 st op de nld, 38-38-42-42-48 st middenvoor tussen de markeerders en 36-36-38-38-39 st aan iedere zijkant. Knip de draad af. Hou de 38-38-42-42-48 st middenvoor op de nld en zet de st aan iedere zijkant op aparte hulpdraden.

MIDDENDEEL VOORPAND:
Brei 1 nld recht aan de goede kant over de 38-38-42-42-48 st en meerder TEGELIJKERTIJD 8-8-4-4-9 st gelijkmatig = 46-46-46-46-57 st. Brei 1 nld recht aan de verkeerde kant en ga verder in M.3 (= 4-4-4-4-5 herhalingen over de nld) met 1 kant st aan iedere kant. Ga ongeveer 5 cm verder in M.3 (pas zo aan dat u eindigt na een volledige verticale herhaling). Kant losjes af.

LINKER SCHOUDER:
Zet de st van de hulpdraad aan de linkerkant van het werk terug op de nld = 36-36-38-38-39 st. Ga verder als volgt (aan de goede kant): * 2 st recht samen, 1 omsl *, herhaal van *-* over de eerste 24-24-26-26-28 st, brei dan de overgebleven st op de nld recht. Kant in de volgende nld losjes af (kant de omsl af als st).

RECHTER SCHOUDER:
Zet de st van de hulpdraad aan de rechterkant van het werk terug op de nld = 36-36-38-38-39 st. Ga verder als volgt (goede kant): Brei 12-12-12-12-11 st recht, * 1 omsl, 2 st recht samen* herhaal van *-* tot het einde. Kant in de volgende nld losjes af (kant de omsl af als st).

MOUW:
Wordt in de rondte gebreid. Zet 96-96-108-108-108 st op met breinld zonder knop 3 mm en Delight. Brei 1 nld recht en brei 1 nld av, minder TEGELIJKERTIJD 8-8-9-9-9 st gelijkmatig = 88-88-99-99-99 st. Ga verder in M.3 over alle st (= 8-8-9-9-9 herhalingen) tot het werk ongeveer 4-4-5-5-6 cm meet (eindig na een volledige verticale herhaling). Brei nu M.4 over alle st = 72-72-81-81-81 st. Brei na 1 verticale herhaling van M.4, 1 nld recht en minder TEGELIJKERTIJD 8-4-11-9-7 st gelijkmatig = 64-68-70-72-74 st. Plaats een markeerdraad in de st aan het begin van de nld (= midden onder de mouw). MEET NU HET WERK VANAF HIER.

Brei 1 nld av en ga verder in RIBBELST - zie boven. Meerder TEGELIJKERTIJD bij een hoogte van 3 cm vanaf de markeerdraad 1 st aan iedere kant van de st met de markeerdraad - Zie TIP VOOR HET MEERDEREN! Herhaal dit meerderen elke 3-3-2-1.5-1 cm in totaal 8-8-10-12-15 keer = 80-84-90-96-104 st. Kant bij een hoogte van 29-28-27-26-24 cm vanaf de markeerdraad (minder cm voor de de grotere maten voor een kortere mouwkop en bredere schouders) 7 st af midden onder de mouw en brei het werk verder heen en weer op de nld. Ga verder in ribbelst en kant TEGELIJKERTIJD af voor de mouwkop aan het begin van iedere nld aan iedere kant: 3-2-2-2-1 x 2 st en 9-12-16-18-25 x 1 st, dan 2 st aan iedere kant tot het werk 35 cm meet vanaf de markeerdraad. Kant nu 1 x 3 st af aan iedere kant en kant de overgebleven st af. Het werk meet ongeveer 36 cm vanaf de markeerdraad en 40-40-41-41-42 cm in totaal.

AFWERKING:
Naai de zijnaadjes aan iedere kant dicht naast 1 kant st. Naai de schoudernaden dicht. Naai de mouwen in het lijf. Naai het werk middenvoor aan de zijkanten van de hals naast 1 kant st tot de bovenkant van de golvenrand.


Telpatroon

symbols = Recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = 2 st recht samen
symbols = 1 omsl tussen 2 st
symbols = Averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Laat een opmerking achter voor DROPS 121-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (26)

country flag Annelies Rennert wrote:

Hallo, habe mal kopiert was ich nicht verstehe. Bitte um genaue Erklärungen 1. Markierung nach 32-35-37-41-48 M., 2. Markierung nach 80-87-93-99-110 M. (= 48-52-56-58-62 M. zwischen den Markierungen am Vorderteil), 3. Markierung nach 144-157-167-181-206 M. und 4. Markierung nach 192-209-223-239-268 M. (= 48-52-56-58-62 M. zwischen den Markierungen am

10.01.2024 - 22:41

DROPS Design answered:

Liebe Frau Rennert, die Markierungen werden beim Vorder- und Rückenteil mit je 48-52-56-58-62 Maschen dazwischen ersetzt; die 1. Markierung nach den ersten 32-35-37-41-48 M, und die letzte nach 192-209-223-239-268 M, so sind es 32-35-37-41-48 Maschen bis zum Anfang der Runde und 48-52-56-58-62 Maschen zwischen der letzten Markierung und dem Rundbeginn. Viel Spaß beim stricken!

11.01.2024 - 08:11

country flag Annelies Rennert wrote:

Danke für Info, leider verstehe ich es nicht.. M1 und M2 ist doch für Vorder und rückenteil und M3 für Ärmel. Sie beschreiben M3. Wieviel mal M1 und M2 in der Höhe. Bitte erklären Sie es mir. Lg ,

04.01.2024 - 13:57

DROPS Design answered:

Liebe Frau Rennert, M.1 und M.2 werden am Anfang Rumfpteil gestrickt: M.1 bis die Arbeit ca 8, 9 oder 10 cm misst (siehe Größe), dann stricken Sie M.2 einmal in der Höhe (die Maschenanzahl wird so abnehmen); und M.3 wird dann später beim Vorderteil gestrickt, siehe VORDERTEIL... VERZIERUNG VORNE: und auch bei den Ärmeln. Bei den Ärmeln stricken Sie zuerst M.3 dann M.4 um die Maschenanzahl abzunehmen. Viel Spaß beim stricken!

04.01.2024 - 15:55

country flag Annelies Rennert wrote:

Hallöchen, wieviel mal in der Höhe muss das Diagramm M1 gestrickt werden. Auf dem Foto sind es doch mindestens 3 oder 4x Wellen. MFG Annelies Rennert

04.01.2024 - 12:21

DROPS Design answered:

Liebe Frau Rennert, M. 3 wird über die nächsten 5 cm gestrickt - nach einem gesamten Rapport in der Höhe aufhören. Viel Spaß beim stricken!

04.01.2024 - 13:14

country flag Annelies Rennert wrote:

Wie verstehe ich bei Rundstricken Vorderseite links, ok, aber hinterseite rechts und dann umgekehrt.? Bei h in und her stricken ist es klar. Sind es beim Diagramm 1 dann die Anzahl der Reihen doppelte Reihen Zahl? Bitte erklären Sie es mir. Danke liebe Grüße Annelies

31.12.2023 - 13:25

DROPS Design answered:

Liebe Frau Rennert, bei Krausrippe strickt man abwechslungsweise 1 Runde rechts, 1 Runde links, bei Glattrechts wird man alle Runde rechts stricken. Für die Diagramme strickt man genauso wie bei der Zeichenerklärung erklärt. Alle Diagramme sind im Diagram gezeichnet. Viel Spaß beim stricken!

02.01.2024 - 11:02

country flag Silke wrote:

Danke, das stimmt... man muss es stricken, dann kapiert man es... Schulter ist dann nicht gleich Schulter....

05.07.2013 - 19:23

country flag Silke wrote:

Beim Größe L hat die Schulter beim Rückenteil 24 Maschen, beim Vorderteil 38 Maschen. Da kann doch etwas nicht stimmen,allerdings verstehe ich die Anleitung beim Vorderteil auch nicht so richtig.

03.07.2013 - 13:46

DROPS Design answered:

Haben Sie gesehen, dass die Schulterpartie des Vorderteils von "aussen nach innen" gestrickt wird? Die Strickrichtung ist also im rechten Winkel, daher die unterschiedliche Maschenzahl.

04.07.2013 - 16:09

country flag Louise wrote:

Håller på med denna tröja nu. Jag ser att tyska Karin hittat ett fel i receptet. Fast min tyska är inte vass nog att förstå hur man ska göra istället. Kan någon översätta till sv/no/dk? Tack från Louise

29.10.2012 - 10:12

DROPS Design answered:

Hej Louise. Det var endast i den tyska översättningen det var fel, den svenska ska vara korrekt.

29.10.2012 - 11:25

Françoise wrote:

J'y suis arrivée en Delight 14 l'encolure est très seyante en suivant correctement les explications . Merci à Nathalie et à Drops

18.09.2010 - 16:42

country flag DROPS Deutsch wrote:

Das wahr ein Fehler: Nach 8-9-10-11-13 cm von dort wo die Arbeit geteilt wurde, auf beiden Seiten 3 M. abk. Weiter wie folgt abn. 2 M. 1-2-3-5-9 Mal und 1 M. 0-1-2-2-2 Mal = 88-92-94-96-98 M.

02.09.2010 - 11:32

country flag Karin wrote:

Hallo, ich versuche dieses Modell nach zu arbeiten. Nachdem ich die Arbeit geteilt habe und die Randmaschen angeschlagen habe, habe ich für Größe M 108 Maschen auf der Nadel. Nach den Abnahmen am Rand sollen es 92 M sein, wenn ich aber 2x2 und 1x1 lt. Anweisung abnehme, dann komme ich auf 98 M und nicht wie in der Anleitung angegeben auf 92 M. Da ist irgendwas falsch, oder ich zu doof. Danke für Eure Hilfe, weiter so! Gruß Karin

01.09.2010 - 21:30