DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Miss Mossy

De set bevat: Gebreid vest en sokken in gerstekorrel voor baby en kinderen in DROPS Merino Extra Fine.

DROPS Baby 18-10
DROPS design: Model nr. ME-003-by
----------------------------------------------------------
Maat: 1/3 - 6/9 - 12/18 maanden (2 - 3/4) jaar
Maat in cm: 50/56- 62/68- 74/80 (86/92-98/104)
Materiaal: DROPS MERINO EXTRA FINE
VEST:
150-200-200 (250-250) gr kleur nr. 01, naturel
SOKKEN:
50-50-50 (100-100) gr kleur nr. 01, naturel
----------------------------------------------------------
VEST:
DROPS RONDBREINLD (60 cm) 4.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 20 st x 26 nld in tricotst = 10 x 10 cm.
DROPS PARELMOERKNOOP Z/GATEN NR. 523: 3 stuks.

SOKKEN:
DROPS BREINLD ZONDER KNOP 3 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 st x 32 nld in gerstekorrel = 10 x 10 cm.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Merino Extra Fine
DROPS Merino Extra Fine
100% wol
vanaf 3.60 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 14.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

VEST:

RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid op de nld):
Brei alle nld recht.

GERSTEKORREL:
Nld 1: * 1 st recht, 1 st av *, herhaal van *-*.
Nld 2: recht boven av en av boven recht. Herhaal nld 2.

KNOOPSGATEN:
Maak knoopsgaten op de rechter voorbies. 1 knoopsgat = kant de 3e st af vanaf middenvoor en zet 1 nieuwe st op in de teruggaande nld.
Maak de knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT 1/3 MAANDEN: 11, 16 en 21 cm.
MAAT 6/9 MAANDEN: 13, 18 en 23 cm.
MAAT 12/18 MAANDEN: 16, 21 en 26 cm.
MAAT 2 JAAR: 15, 21 en 27 cm.
MAAT 3/4 JAAR: 18, 24 en 30 cm.

----------------------------------------------------------
VEST: Begin met de voorpand delen, zet op voor de mouwen en brei het achterpand vanaf de schouders naar beneden.

RECHTER VOORPAND: Wordt heen en weer gebreid op de rondbreinld.
Zet 36-39-42 (45-48) st op (inclusief 1 kant st aan de zijkant en 12 voorbies st middenvoor) met nld 4.5 mm en Merino Extra Fine. Brei 4 nld ribbelst – ZIE BOVEN. Brei de volgende nld middenvoor als volgt: 12 voorbies st in gerstekorrel, 23-26-29 (32-35) tricotst en 1 kant st in ribbelst.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING.

Minder bij een hoogte van 5 cm 1 st aan de zijkant en herhaal dit minderen iedere 2-2½-3 (3-3½) cm in totaal 5 keer = 31-34-37 (40-43) st.
Denk om de knoopsgaten op de voorbies – ZIE BOVEN. Zet de st voor de mouw op bij een hoogte van 16-17-19 (20-22) cm aan het einde van iedere nld richting de zijkant: 1-1-2 (1-2) keer 4 st, 1-1-1 (1-1) keer 6 st, 1-1-1 (2-2) keer 8 st en 1 keer 17-19-19 (23-26) st = 66-71-78 (89-99) st. Brei verder in tricotst met 12 st gerstekorrel voor de voorbies en 10 st gerstekorrel aan de onderkant van de mouw. Zet bij een hoogte van 22-24-27 (28-31) cm de eerste 9-10-11 (12-12) st middenvoor op een hulpdraad voor de hals. Kant voor de hals af aan het begin van iedere nld vanaf middenvoor: 1 keer 2 st en 3 keer 1 st = 52-56-62 (72-82) st over voor iedere schouder/mouw. Plaats bij een hoogte van 26-28-31 (33-36) cm een markeerdraad in het werk (= midden van de schouder). Meet het werk vanaf hier. Brei nog 1 cm en laat het werk rusten.

LINKER VOORPAND: Zet op en brei als het rechter voorpand, maar in spiegelbeeld. Maak geen knoopsgaten in het linker voorpand!

ACHTERPAND: Brei de st van het linker voorpand terug op de nld, zet 16-18-20 (22-22) nieuwe st op (= achterkant hals) en brei de st van het rechter voorpand terug op de nld = 120-130-144 (166-186) st. Brei verder in tricotst met 10 st gerstekorrel aan iedere kant (= de mouwranden). Kant de mouw st af bij een hoogte van 7½-8½-8½ (9½-10) cm aan het begin van iedere nld aan iedere zijkant als volgt: 1 keer 17-19-19 (23-26) st, 1-1-1 (2-2) keer 8 st, 1-1-1 (1-1) keer 6 st en 1-1-2 (1-2) keer 4 st = 50-56-62 (68-74) st nog over op de nld. Ga verder in tricotst met 1 kant st in ribbelst aan iedere kant. Meerder bij een hoogte van 13-13-14 (16-17) cm 1 st aan iedere kant iedere 2-2½-3 (3-3½) cm in totaal 5 keer = 60-66-72 (78-84) st. Brei 4 nld ribbelst over alle st bij een hoogte van 25-27-30 (32-35) cm en kant alle st af.

HALS: Neem ongeveer 46 tot 66 st op rond de hals (inclusief de st op de hulpdraad aan de voorkant) met nld 4.5 mm en brei 3 nld in ribbelst heen en weer op de nld. Kant alle st af.

AFWERKING: Naai de mouw- en zijkantnaden dicht in de kant st. Naai de knopen zo aan dat deze in de knoopsgatenpassen. Vouw de mouwranden naar de goede kant om mocht dit nodig zijn.
----------------------------------------------------------
SOKKEN:
Voetlengte: 10-11-12 (14-16) cm

SOKKEN: Worden in de rondte gebreid op breinld zonder knop.
Zet 40-44-48-(48-52) st op met breinld zonder knop 3 mm en Merino Extra Fine. Brei 1 nld r en brei 6-7-7 (8-8) cm verder in boordsteek, 2 r/2 av. Brei 1 nld r, minder TEGELIJKERTIJD 6 st gelijkmatig over de nld = 34-38-42 (42-46) st.
Houdt nu de eerste 10-10-12 (12-14) st op de nld (= bovenkant van de voet) en zet de overgebleven 24-28-30 (30-32) st op een hulpdraad.

Brei 3-3½-4 (5-6) cm gerstekorrel – ZIE BOVEN – over de st van de bovenkant van de voet. Neem nu 7-8-9 (12-14) st op aan iedere kant van de bovenkant van de voet op en zet de st van de hulpdraad terug op de nld = 48-54-60 (66-74) st. Brei 1½-2-2½ (3-3½) cm in gerstekorrel over alle st en brei daarna 1 nld av. Kant alle st af behalve de 10-10-12 (12-14) st middenvoor. Brei 9-10-11 (13-14) cm gerstekorrel over deze st voor de zool en kant alle st af. Naai de zool vast aan de sokken, rand tegen rand om een dikke naad te voorkomen.

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS Baby 18-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (89)

country flag Lisa Hertel wrote:

I have knitted the right and left panels for this pattern and now am at a loss when making the back piece. Am I adding stitches at the neck edge? Will that have a back center seam? Help Please

25.02.2014 - 02:09

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hertel, when both front pieces are finished, knit all sts from left front piece, cast on 16-18-20 (22-22) sts for neckline on back piece and knit sts from right front piece = 120-130-144 (166-186) m on needle. Happy knitting!

25.02.2014 - 09:07

country flag Ellen wrote:

Heb ik voor dit patron rondbreinaalden nodig? het staat erbij in het begin, maar bij uitleg staat er heen en weer breien.

10.02.2014 - 17:00

DROPS Design answered:

Hoi Ellen. Voor dit patroon wordt er heen en weer gebreid op de rondbreinaalden, maar je kan hier ook gewoon rechte naalden gebruiken als je dat prettiger vindt.

11.02.2014 - 10:30

country flag Caro wrote:

Hallo. Ich komme an folgendem Punkt der Anleitung leider nicht weiter: "Nach 22-24-27 (28-31) cm die äussersten 9-10-11 (12-12) M. gegen den Hals auf einen Hilfsfaden legen." Wieso soll ich Maschen still legen? Das sind doch die ersten M des Perlmusters und durch das Stilllegen entsteht ein großes Loch? Kann ich denn nicht einfach die M normal für den Halsausschnitt abketten und das Stilllegen weg lassen (Denkfehler?)? Ich bin für jede Idee dankbar!

02.02.2014 - 16:14

DROPS Design answered:

Liebe Caro, man legt die Maschen still, damit nachher direkt das Halsbündchen angestrickt werden kann.

03.02.2014 - 08:55

country flag Ann Helen wrote:

Hvordan får jeg strikket 12 m perlestrikk etter at jeg har økt alt til arm, siden jeg har felt 5 ganger tidligere i oppskriften. da blir det skjevt i mønsteret med glassstrikk og perle. har jeg felt feil på knappestolpen?

29.10.2013 - 16:52

DROPS Design answered:

Men du feller ikke på knappestolpen, du feller kun i siden, altså samme side som du senere tager ud til ærme.

01.11.2013 - 09:34

country flag Cecilie wrote:

Jeg lurer på det samme som Josefine. Perlestrikken gjør at arbeidet trekker seg sammen, og dermed blir ikke lengden den samme på sidene. Jeg har lurer derfor også på hvor man skal måle lengden.

08.05.2012 - 14:04

DROPS Design answered:

Perlestrikken vil strekke sig ut når du blokker/bruker plagget till sist, så mål på det glattstrikket parti.

08.05.2012 - 23:45

country flag Diane Louw wrote:

I amgoing to try knitting this. THank you...

22.04.2012 - 19:31

country flag Josefine wrote:

Jeg vil bare høre om man skal måle ved forkanten eller ved siden? For på mit strikketøj er der forskel - ude ved siden, hvor der er glatstrik måler det længere end ved forkanten, hvor der er perlestrik, så hvilken side måler man ved? Hilsen Josefine

31.03.2012 - 16:15

DROPS Design answered:

Hvis du måler lige op, så skal arb måle det samme i siden som midt foran. God fornøjelse!

11.04.2012 - 15:09

country flag DROPS Design wrote:

Du skall lägga upp mot sidan, där själva ärmen är enligt mönster: När arb mäter 16-17-19 (20-22) cm läggs det upp m till ärmen. Lägg upp i slutet på varje v mot sidan: 4 m 1-1-2 (1-2) ggr, 6 m 1-1-1 (1-1) gång, 8 m 1-1-1 (2-2) ggr och 17-19-19 (23-26) m 1 gång = 66-71-78 (89-99) m Du börjar med 31 maskor i minsta strl: 31 m och när du har lagt upp enligt mönster 4+6+8+17 så har du 66 m på st.

19.09.2011 - 12:00

country flag Johanna wrote:

Hej! Jag ska nu lägga upp maskor till ärmen, då står det "Lägg upp i slutet på varje v mot sidan". Ska jag lägga upp maskor på varje varv, då blir det ju i slutet på det räta varvet och i början på det aviga. Eller ska jag bara lägga upp vartannat varv i slutet? MVH Johanna

18.09.2011 - 21:55

country flag DROPS Design wrote:

Hej Hanna, vi har två merino garner, och detta mönster är stickat i Merino Extra Fine, inte Baby Merino, det är olika stickfasthet på dessa garner.

12.03.2010 - 08:08