DROPS Silke Alpaca
DROPS Silke Alpaca
20% zijde, 80% babyalpaca
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS SS24
DROPS 99-21
Maat: S/M – L – XL
Materialen: DROPS Silke-Alpaca van Garnstudio
350-400-500 gr nr. 6208, lichtgrijs/blauw

DROPS Haaknld 6mm – of de haaknld, die u nodig heeft om de volgende steekverhouding te krijgen: 3 toeren van een gehaakt vierkant is 6½ cm en 11 dstk x 3 toeren van het structuur patroon = 10 x 10 cm

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Silke Alpaca
DROPS Silke Alpaca
20% zijde, 80% babyalpaca
Uit het assortiment
find alternatives

Instructies voor het patroon

Haak info: Vervang het eerste dstk van elke toer door 4 l. Vervang de eerste v van de toer door 1 l. Eindig de toer met 1 hv in het begin van de toer.

Picot: 1 picot = 3 l, 1 hv in de 3e l vanaf de haaknld.

Structuur patroon:
1e toer: 1 v in elk dstk.
2e toer: 1 dstk in elke v.
1e en 2e toer = 1 patroonherhaling van het structuur patroon.

Tips voor het afkanten (geldt voor de hals):
Kant af aan het begin van de toer als volgt:
Haak 3 hv op de 3 eerste v.
Kant af aan het eind van de toer als volgt:
Keer het werk als er nog 3 v over zijn.

Haak eerst 2 vierkanten en zet ze aan elkaar = onderste deel van de top.
Maat S/M haak t/m de 7e toer.
Maat L haak t/m de 8e toer. Maat XL haak t/m de 9e toer.
Haak vervolgens een rand rondom de vierkanten en haak dan het bovenstuk van de top op de bovenkant van de 2 vierkanten.

ONDERSTE DEEL:
Gehaakt vierkant: Haak 4 l en sluit deze tot een ring met 1 hv in de eerste l.
1e toer: Lees de Haak tip! Haak 8 v in de ring.
2e toer: Haak 3 dstk in elke v = 24 dstk.
3e toer: Haak 1 dstk, *3 l, sla 1 dstk over, 1 dstk in het volgende dstk*, herhaal van*-* en eindig met 3 l en 1 hv in het begin van de toer = 12 dstk.
4e toer: Haak 3 dstk in het eerste dstk, *3 l, sla 3 l over, 3 dstk in het volgende dstk*, herhaal van*-* en eindig met 3 l, sla 1 dstk over en 1 hv in het begin van de toer = 36 dstk.
5e toer: Haak 1 dstk in elk dstk en 3 dstk in elk l boogje = 72 dstk. Het vierkant is nu 20 cm breed en hoog.
6e toer: Haak 1 dstk in het eerste dstk, *3 l, sla 1 dstk over, 1 dstk in het volgende dstk*, herhaal van*-* en eindig met 3 l, sla 1 dstk over en 1 hv in het begin van de toer = 36 dstk.
7e toer: *1 dstk en 3 l in elk van de 8 eerste dstk, 1 dstk in het volgende dstk, 3 l, 1 dstk in hetzelfde dstk, (= hoek), 3 l *, herhaal van *-* in totaal 4 keer en eindig met 1 hv in het begin van de toer = 40 dstk. Maat S/M is hier klaar.
8e toer: *1 dstk en 3 l in elk van de 8 eerste dstk, 2 dstk in het volgende dstk, 3 l, 2 dstk in het volgende dstk, (= hoek), 3 l *, herhaal van *-* in totaal 4 en eindig met 1 hv in het begin van de toer = 48 dstk. Maat L is nu klaar.
9e toer: *1 dstk en 3 l in elk van de 8 eerste dstk , 2 dstk in het volgende dstk, 1 dstk in het volgende dstk, 3 l, 1 dstk in het volgende dstk, 2 dstk in het volgende dstk (= hoek), 3 l*, herhaal van *-* in totaal 4 keer en eindig met 1 hv in het begin van de toer = 56 dstk. Maat XL is nu klaar.

Laatste toer (om alle maten te voltooien): 1 dstk in elk dstk en 1 dstk in elk l boogje . Haak elke hoek als volgt: 2 dstk in elk van de 1-2-3 eerste dstk, 3-5-7 dstk in het l boogje, 2 dstk in elk van de volgende 1-2-3 dstk = 96-120-144 dstk. Haak nog 1 vierkant.

Picotrand: Haak een picotrand aan 2 kanten tegenover elkaar aan elk vierkant – zie figuur 1. Begin in het midden van de hoek. Haak als volgt: 1 v in het eerste dstk, *1 picot – volg de uitleg hierboven, sla 1 dstk over, 1 v in het volgende dstk *. Herhaal van *-* 12-15-18 keer in totaal = 12-15-18 picots. Keer het werk en haak terug als volgt: Haak hv tot de 2e l van de laatste picot, *6 l, 1 v in de 2e l van de volgende picot*, herhaal van *-*. Hecht af. Het vierkant is ca 39-43-47 cm breed en hoog.

Aan elkaar zetten: Leg de vierkanten op elkaar en haak ze samen – zie Figuur 1. Haak de vierkanten aan elkaar aan de kant van de picotranden. Haak 1 v in het eerste boogje aan het ene vierkant, 2 l, 1 v in het eerste boogje aan het andere vierkant, *3 l, 1 v in het volgende boogje van het ene vierkant, 2 l, 1 v in het volgende boogje van het andere vierkant* herhaal van *-* totdat alle vierkanten samen gehaakt zijn tot een cilinder die de onderkant van het voor- en achterpand is.

BOVENSTUK:
Haak vervolgens het bovenstuk: Haak langs de bovenkant van de vierkanten als volgt:
1e toer: Haak 1 dstk in het eerste dstk, *3 l, sla 1 dstk over, 1 dstk in het volgende dstk*, herhaal van*-* en eindig met 3 l. Haak als volgt tussen de vierkanten: 1 dstk, *3 l, sla ca 1 cm over, 1 dstk *, herhaal van *-* in totaal 4 keer, eindig met 3 l = 34-40-46 dstk met steeds 3 l ertussen.
2e toer: Haak 1 v in het eerste dstk, *1 picot, sla 3 l over, 1 v in het volgende dstk * herhaal van *-* op de hele toer = 34-40-46 picots.
3e toer: haak hv naar het l boogje van de eerste picot, 2 dstk in de 2 l in van elke picot, eindig met 1 hv in het eerste dstk = 68-80-92 dstk.
4e toer: *1 v in het eerste dstk, 2 v in het volgende dstk*, herhaal van *-* en eindig met 1 hv in het eerste dstk = 102-120-138 v.
Deel het werk in tweeën en haak en voor- en achterpand afzonderlijk verder.

Voorpand: = 51-60-69 v. Middenvoor valt boven de naad van de aan elkaar gehaakte vierkanten. Het midden van de vierkanten zitten aan weerskanten van het voor- en achterpand.
Haak de volgende toer op de verkeerde kant. Haak dstk in elk van de middelste 41-48-55 v (haak niet op de 5-6-7 v aan weerskanten = armsgat) = 41-48-55 dstk. Haak vervolgens het structuur patroon – zie de beschrijving hierboven. Haak 3-4-5 patroonherhalingen en deel het werk dan in tweeën.

Linker voorpand: Haak op de 1e toer van de 4e-5e-6e patroon herhaling v op de eerste 17-19-22 dstk. Keer het werk. Kant daarna 2 x 3 dstk af voor de hals op het middenvoor (d.w.z. aan het begin van de toer met dstk) – lees de tip voor het afkanten = 11-13-16 dstk/v over voor de schouder. Hecht af na 7-8-9 patroonherhalingen.

Rechter voorpand: Haak in de 1e toer van de 4e-5e-6e patroonherhaling v op de eerste 17-19-22 dstk (haak vanaf het midden naar de zijkant.) Keer het werk. Kant nu 2 x 3 dstk af op het middenvoor voor de hals (d.w.z. aan het begin van de toer met dstk) – lees de tips voor het afkanten = 11-13-16 dstk/v over voor de schouder. Hecht af na 7-8-9 patroon herhalingen.
Het bovenstuk heeft een hoogte van ca. 21-24-27 cm.

Achterpand: = 51-60-69 v. Haak 1 dstk in elk van de middelste 41-48-55 v (haak niet op de 5-6-7 v aan weerskanten = armsgat) = 41-48-55 dstk. Haak 6-7-8 patroon herhalingen van het structuurpatroon, en haak dan 1 laatste patroon herhaling op de 11-13-16 buitenste v/dstk aan weerskanten (haak niet op de middelste 19-22-23 v/dstk = hals.) Hecht af na 7-8-9 patroon herhalingen.

Afwerking: Sluit de schoudernaden.

Gehaakte randen: Haak langs de onderkant van de top als volgt:
1e toer: Haak 1 dstk in het eerste dstk, *2 l, sla 3 dstk over, 1 dstk in het volgende dstk*, herhaal van*-* en eindig met 2 l en 1 hv in het eerste dstk.
2e toer: 2 dstk in het eerste dstk, *4 l, 2 dstk in hetzelfde dstk, 1 l, 2 dstk in het volgende dstk *, herhaal van *-* en eindig met 4 l, 2 dstk in hetzelfde dstk, 1 l en 1 hv in het eerste dstk.
Haak langs de hals als volgt: 1 v, *4 l, sla ca 2 cm over, 1 v*, herhaal van *-* eindig met 4 l en 1 hv in de eerste v.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 20.02.2009
Haak eerst 2 vierkanten en zet ze aan elkaar = onderste deel van de top. (ipv 4 vierkanten).

Telpatroon

diagram measurements
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 99-21

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (50)

country flag Cathy wrote:

Ich verstehe nicht, wie die Maschenprobe anzufertigen ist. Könntet ihr mir das bitte einmal ausführlicher erklären? Dankeschön.

12.02.2013 - 16:29

DROPS Design answered:

Liebe Cathy, Sie häkeln die ersten 3 Rd des in der Anleitung beschriebenen Vierecks, diese 3 R sollen dann 6,5 cm sein. Die zweite Maschenprobe soll im Strukturmuster gehäkelt werden: wenn 11 Doppel-Stb 10 cm breit sind, ist Ihre Maschenprobe in Ordnung.

16.02.2013 - 19:12

country flag Maria wrote:

Beste lezer,hartelijk dank voor de antwoorden.de trui heb ik klaar is echt mooi geworden in zwart.soms vond ik de beschrijving ingewikkeld,kan eenvoudiger beschreven worden.Maar toch mijn dank voor jullie hulp vriendelijke groet Maria

06.07.2012 - 05:04

country flag Maria wrote:

Beste,helaas bgrijp ik niet wat jullie bedoelen bij picot rand.de picotsteek begrijp ik maardan er staat keer het werk en dan met hv.tot aan de 2e picot rand 6lmet hv,dus dit zijn boogjes over de picot rand? en dit alleen bij 2picotranden?? of gaan hv.over de picotrandgehaakt worden??bvd

28.06.2012 - 13:23

DROPS Design answered:

Er staat in het patroon: Keer het werk en haak terug als volgt: Haak hv tot de 2e l van de laatste picot, *6 l, 1 v in de 2e l van de volgende picot*, herhaal van *-*. Hecht af. Je haakt dus hv tot de 2e van de laatst gehaakte picot. Dan herhaal je de beschrijving tussen de sterretjes langs de net gehaakte picotrand. Dit doe je aan beide picotranden (zie ook figuur 1).

29.06.2012 - 12:02

country flag Maria wrote:

Bij vierkant klaar 39 cm.krijg maar 29 cm.dezelfde dikte haaknaald en garen?bovenstuk haken aan de twee vierkanten is duidelijk maar wat bedoelt u tussen de vierkanten is dit de zijnaad .hartelijk dank

19.06.2012 - 12:56

DROPS Design answered:

Zie ook mijn antwoord hieronder. Is uw vierkant kleiner dan moet u met een dikkere haaknld haken. Het is altijd belangrijk om de juiste verhoudingen te krijgen: DROPS Haaknld 6mm OF de haaknld, die u nodig heeft om de volgende steekverhouding te krijgen. Met een verkeerde verhouding wordt het model te klein/te groot of kan gaan lubberen en zo voort.

20.06.2012 - 10:36

country flag Maria wrote:

Sorry vergeten het staat bij de beschrijving van picotrand haken,nadat je het vierkant gehaakt hebt.en structuur patroon is dat ook vd picotrand?het lijkt mij niet mooi/goed om op de picotrant hv.te haken bvhdank maria

18.06.2012 - 12:13

DROPS Design answered:

Bovenaan staat algemene informatie over picot en structuurpatroon. In het patroon verderop staat beschreven wanneer u dit haakt. Deze picots worden inderdaad met halve vasten gehaakt. Met tussen de vierkanten wordt precies dat bedoelt: de overgang van het ene vierkant naar het andere waar de vierkanten aan elkaar zijn gehaakt.

20.06.2012 - 10:34

country flag Maria wrote:

Beste lezer,wat bedoeld men bij de picot keren en dan hv erover haken,of is het de kant waar geen picot steek komt groetjes maria

18.06.2012 - 09:37

DROPS Design answered:

Beste. Zou u willen aangeven waar in het patroon u dit tegenkomt. Alvast bedankt.

18.06.2012 - 11:45

country flag DROPS Design NL wrote:

Beste Aline. Je hebt helemaal gelijk. Het patroon is nu gewijzigd. Bedankt en veel haakplezier. Gr. Tine

20.02.2009 - 13:55

country flag DROPS Design NL wrote:

Beste Aline. Je hebt helemaal gelijk. Het patroon is nu gewijzigd. Bedankt en veel haakplezier. Gr. Tine

20.02.2009 - 13:52

country flag Aline wrote:

In de nederlandstalige versie staat er dat je 4 vierkanten moet haken maar het zijn er toch maar 2?

19.02.2009 - 21:29

country flag DROPS Design wrote:

Robin, double dc is tr, now corrected. Diagram is just an illustration, not showing the exact numbers of loops, each size has different numbers.

13.02.2009 - 03:14