DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 4.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Silver Wreath

Gehaakte trui in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gehaakt, met ronde pas, dubbele hals, bobbels, reliëfpatroon en kantpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 237-34
DROPS Design: Patroon sk-172
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
300-350-350-400-450-500 g kleur 02, parelgrijs

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 4.5 MM.

STEKENVERHOUDING:
16 stokjes in de breedte en 8 toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 4.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 29.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:
-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Elke toer van stokjes begint met 3 lossen (vervangt niet het eerste stokje) en eindigt met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.
Elke toer van vasten begint met 1 losse (vervangt niet de eerste vaste) en eindigt met 1 halve vaste in de eerste losse.

LOSSE:
Als u aan het uiteinde van de haaknaald haakt, is de losse vaak te strak; 1 losse zou even lang moeten zijn als 1 dubbel stokje/stokje breed is.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder 1 stokje door 2 stokjes in dezelfde steek te haken.

TIP VOOR HET MINDEREN (mouwen):
Begin gelijk na de markeerdraad en haak 1 stokje, haak de volgende 2 stokjes samen als volgt: * 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de volgende steek, neem de draad op, 1 omslag en haal het door de eerste 2 lussen op de haaknaald *, haak van *-* 1 keer, 1 omslag en haal het door alle 3 lussen op de haaknaald (1 steek geminderd). Haak tot er 3 steken over zijn op de toer, haak de volgende 2 stokjes samen zoals hierboven en haak 1 stokje in de laatste steek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gehaakt, van boven naar beneden en vanaf midden achter. De pas wordt verdeeld voor het lijf en de mouwen, welke apart verder worden gebreid in de rondte.

HALS:
Haak 84-86-90-92-96-100 lossen met haaknaald 4.5 mm en DROPS Sky. Vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse. Haak 1 stokje in elke steek – lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN en LOSSE! Haak zo voor 12 cm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de toer (midden achter), de pas wordt gemeten vanaf deze markeerdraad!

PAS:
Haak A.1 over alle steken.
Op toer 2 in A.1 meerdert u 32-38-38-40-40-44 stokjes verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 116-124-128-132-136-144 steken.
Haak A.2 over alle steken.
Op toer 3 in A.2 meerdert u 28-36-36-36-36-40 stokjes verdeeld = 144-160-164-168-172-184 steken.
Op toer 4 in A.2 meerdert u 26-25-31-32-38-41 stokjes verdeeld = 170-185-195-200-210-225 steken. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Haak A.3 over alle steken.
Op toer 4 in A.3 meerdert u 25-25-35-35-40-40 stokjes verdeeld = 195-210-230-235-250-265 steken.
Op toer 9 in A.3 meerdert u 16-17-16-29-31-34 stokjes verdeeld = 211-227-246-264-281-299 steken.
Op de laatste toer in A.3 meerdert u 13-17-14-28-27-33 stokjes verdeeld = 224-244-260-292-308-332 steken.
Haak 1 stokje in elke steek tot de pas 21-23-24-26-27-29 cm meet vanaf de markeerdraad.
Verdeel nu het werk voor het lijf en de mouwen als volgt:
Haak 1 stokje in elk van de eerste 34-38-40-44-48-52 steken (helft van het achterpand), sla 44-46-50-58-58-62 steken over voor de mouw en haak 8-8-10-10-12-12 lossen onder de mouw, haak 1 stokje in elk van de volgende 68-76-80-88-96-104 steken (voorpand), sla 44-46-50-58-58-62 steken over voor de mouw en haak 8-8-10-10-12-12 lossen onder de mouw, haak 1 stokje in elk van de laatste 34-38-40-44-48-52 steken (helft van het achterpand).

LIJF:
= 152-168-180-196-216-232 steken. Ga verder met 1 stokje in elke steek en op de eerste toer in elke losse onder de mouw.
Als het lijf 20-20-21-21-22-22 cm meet vanaf de scheiding, haak dan A.4 over alle steken. Als A.4 klaar is in de hoogte, ga dan verder met 1 stokje in elke steek tot het lijf 5 cm meet vanaf de eerste toer in A.4.
Knip en hecht de draad af. De trui meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUWEN:
Haak over de overgeslagen steken aan een kant van het werk als volgt:
Haak 1 halve vaste in de 4e-4e-5e-5e-6e-6e losse onder de mouw, 3 lossen, haak 1 stokje in elk van de volgende 3-3-4-4-5-5 lossen, 1 stokje in elk van de volgende 44-46-50-58-58-62 overgeslagen steken, 1 stokje in elk van de laatste 4-4-5-5-6-6 lossen onder de mouw = 52-54-60-68-70-74 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 lossen onder de mouw. Begin op de markeerdraad en haak in de rondte met 1 stokje in elke steek voor 3 cm.
Minder nu 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN!
Minder zo iedere 5-4-3½-2-2-2 cm in totaal 6-6-8-12-12-13 keer = 40-42-44-44-46-48 steken.
Als de mouw 35-33-33-31-31-29 cm meet vanaf de scheiding, haak dan A.4 over alle steken. Als A.4 klaar is in de hoogte, ga dan verder met 1 stokje in elke steek tot de mouw 5 cm meet vanaf de eerste toer in A.4. Knip en hecht de draad af. Haak de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Vouw de hals dubbel naar de binnenkant en naai een steek aan elke kant om het op de plaats te houden.

Telpatroon

symbols = deze toer is reeds gehaakt; het laat zien hoe de volgende toer in/om de steken wordt gehaakt
symbols = 1 stokje in de steek hieronder
symbols = 1 stokje om de steek hieronder (haak niet in de lussen maar om het stokje zelf) als volgt: 1 omslag, voeg de haaknaald om de volgende steek vanaf de achterkant, dus de bovenste lus van de vorige toer ligt op de goede kant, en haak het stokje
symbols = meerdernaald – uitgelegd in tekst
symbols = een bobbel: * Maak 1 omslag, voeg de haaknaald in bij de steek hieronder, maak 1 omslag en haal het door de steek, maak beide omslagen groter (om te voorkomen dat de bobbel te klein en te compact wordt, is het belangrijk om eraan te trekken tot het uit zichzelf stopt, dus 1 stokje in de hoogte) *, haak van *-* in totaal 7 keer, maak 1 omslag en haal het door alle 15 lussen op de haaknaald
symbols = 1 vaste om de steek hieronder (haak niet in de lussen maar om het stokje zelf) als volgt: Voeg de haaknaald in om de volgende steek vanaf de achterkant, dus de bovenste lus van de vorige toer ligt op de goede kant, en haak de vaste
symbols = 1 stokje om de losse hieronder
symbols = 1 losse
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 237-34

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (17)

country flag Linda wrote:

Hello, no answer in CZ so far...? I have a question: a 10 cm test sample should have 16 DS. I'm crocheting a stand, size XL - 92 starting DCs. In the size drawing of the sweater, the stand should be 21 cm (i.e. 42 cm in total) = according to the test sample, it comes out to 67.2 DS, not 92...? The result is that I have a stand about 27 cm wide (total circumference 54 cm) instead of the stated 21 cm (or 42 cm). Can you clarify this for me? Thank you. 02/07/2024 - 08:54

18.03.2024 - 21:52

DROPS Design answered:

Dear Linda, the 21 cm in the chart are for the width of neck, when jumper lies flat, the 92 sts will measure approx 58 cm circomference but these also include the shoulders (4 cm shoulders). So that you get: 58 - 16 cm shoulder / 2 = 21 cm. Happy crocheting!

19.03.2024 - 11:11

country flag Dagmar wrote:

Again trying to get the Silver Wreath going smoothly...... Was there a reason you decided not to include "in written pattern of yoke" all changes in pattern such as bobbles and mesh? Yes you have it on diagram IF you can understand it. However the Written pattern (especially yoke) does "not" match the picture. How very disappointing.....

10.02.2024 - 02:33

country flag Dagmar wrote:

Whew! All morning I have struggled with Silver Wreath pattern. What in the heck does "dc around stitch below mean"?? Your verbal explanation is not clear. And I looked for a tutorial but you have none. This is extremely frustrating!!

08.02.2024 - 23:32

country flag Dagmar wrote:

In conclusion in would be "far" more efficient rather than all the written and short videos to do "One Complete Video Tutorial" for sweater pattern as so many other people do. Sectioned off with time stamps for "particular stitches". To visually see is by far more efficient. I've spent hours on end trying to figure your instructions.

08.02.2024 - 21:34

country flag Dagmar wrote:

Your English interpretation is not clear and too complicated to understand. I am struggling with your patterns. It doesn't translate if you are thinking in your language and translating to English. Best to have an English speaker who speaks your language to do the translating.

08.02.2024 - 21:08

country flag Linda wrote:

Dobrý den, mám dotaz: zkušební vzorek 10 cm má mít 16 DS. Háčkuji stojáček, vel. XL - 92 počátečních ŘO. V nákresu velikosti svetru má mít stojáček 21 cm (tzn. celý 42 cm) = podle zkušebního vzorku to vychází 67, 2 DS, nikoli 92...? Výsledkem je, že mám stojáček široký asi 27 cm (celý obvod 54 cm) místo uvedených 21 cm (resp. 42 cm). Můžete mi to vyjasnit? Děkuji.

07.02.2024 - 08:54

country flag Gillian wrote:

Hi, I have 195 stitches after row 1 of A3 which is correct for size L. I then work the two shell rounds (2 trebles/chain/2 trebles) over 5 stitches, followed by the third round of A3 (5 trebles across each shell inc chain) with increases, but end up with 380 stitches instead of 230.

17.01.2024 - 18:47

DROPS Design answered:

Dear Gillian, A.3 is worked over 5 sts, this means you will repeat A.3 a total of 39 times in width, work A.3 as follows on 2nd row:( skip 2 sts, (2 tr, 1 ch, 2 tr) in the next st, skip 2 sts), repeat from (to) to the end of the round, you will have a total of 39 tr groups (1 in each repeat). On 4th round in A.3, work 1 tr in each stitch (= still 5 sts in each A.3) but increase evenly 35 sts = 195+35=230 sts. Hope it can help. Happy crocheting!

18.01.2024 - 08:48

country flag Eimante wrote:

Hello, I chained 84 stitches and joined them in a ring, and since it is supposed to be a neck, how can it be enough? My head doesn't fit. How loose the foundation chain is supposed to be?

18.11.2023 - 18:43

DROPS Design answered:

Dear Eimante, make sure you get the correct tension; then make sure the foundation chain will not be too tight, use a larger crochet if needed making sure this is loose enough, if you increase the number of stitches, the neck edge will be then too large around your own neck. Happy crocheting!

20.11.2023 - 10:12

country flag Esperanz wrote:

El jersey queda perfecto hasta la última vuelta de A.3. Después he hecho 14 vueltas para acabar el canesú pero, al no haber más aumentos, los hombros quedan encajados, no hay movilidad para los brazos. Debería ir aumentando puntos en esas 14 vueltas??

12.10.2023 - 13:50

DROPS Design answered:

Hola Esperanza, comprueba que la tensión del tejido esté correcta. Si se mantiene la tensión del tejido indicada arriba, después de A.3, deberían quedarte alrededor de 3 vueltas para que el canesú llegue a la medida final, antes de dividir. Ten en cuenta que la tensión es : 8 filas = 10cm, así que si trabajaras 14 vueltas significa que estás trabajando aprox. 20cm más, cuando el canesú debe medir entre 21 y 29cm (dependiendo de la talla) en total.

15.10.2023 - 23:49

country flag Nienke wrote:

Moet ik aan het begin van de trui doorgaan met 1 stokje per steek tot een hoogte van 12 cm? En dan aan de pas beginnen?

13.09.2023 - 17:01

DROPS Design answered:

Dag Nienke,

Ja klopt, je haakt 12 cm in de hoogte voor de hals en dan begin je aan de pas.

13.09.2023 - 20:09