DROPS Big Merino
DROPS Big Merino
100% wol
vanaf 3.36 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 40.32€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Prairie Rose Sweater

Gebreide trui in DROPS Big Merino. Het werk wordt van onder naar boven gebreid, met split in de zijkanten. Maten S - XXXL.

DROPS 231-19
DROPS Design: Patroon nr. mb-065
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BIG MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep C)
600-700-750-800-900-1000 g kleur 01, naturel

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
De techniek MAGIC LOOP kan gebruikt worden – in dat geval heeft u alleen een rondbreinaald nodig van 80 cm in elke maat.

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
LET OP: De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Big Merino
DROPS Big Merino
100% wol
vanaf 3.36 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 40.32€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor het lijf en de mouwen):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (minder 1 steek bij de hals):
Minder aan de goede kant, aan de binnenkant van de 3 tricotsteken.
NA DE 3 TRICOTSTEKEN:
1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
VOOR DE 3 TRICOTSTEKEN:
Brei tot er 5 steken over zijn midden voor, 2 recht samen, brei de laatste 3 steken in tricotsteek (= 1 steek geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het achter- en voorpand worden apart heen en weer gebreid en van onder naar boven tot de split klaar is. Het lijf wordt dan verder gebreid in de rondte tot de armsgaten. Het achter- en voorpand worden dan apart heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid, van onder naar boven. De hals wordt op het einde gebreid.

ACHTERPAND:
Zet 95-105-113-127-141-153 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Big Merino. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan boordsteek (1 recht, 1 averecht) over alle steken – LET OP: De eerste en laatste steken op de naald worden aan de goede kant recht gebreid en averecht aan de verkeerde kant. Brei deze boordsteek voor 6 cm, eindig na een naald aan de verkeerde kant. Laat het werk rusten.

VOORPAND:
Zet 95-105-113-127-141-153 steken op met rondbreinaald 4 mm en DROPS Big Merino. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant. Brei dan boordsteek (1 recht, 1 averecht) over alle steken zoals op het achterpand. Brei deze boordsteek voor 6 cm, eindig na een naald aan de verkeerde kant. Voeg nu de delen samen zoals beschreven hieronder.

LIJF:
Plaats de voor- en achterpanden op dezelfde rondbreinaald 5 mm = 190-210-226-254-282-306 steken. Brei 1 naald recht en minder 50-54-58-66-74-78 steken verdeeld op deze naald = 140-156-168-188-208-228 steken.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 70-78-84-94-104-114 steken (zijkanten van het lijf). Neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien; ze worden gebruikt bij het meerderen in de zijkanten.

Brei in tricotsteek in de rondte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 10 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Herhaal dit meerderen als het werk 20-20-21-21-22-22 cm meet = 148-164-176-196-216-236 steken.
Als het werk 28-29-30-31-32-33 cm meet, brei dan de armsgaten als volgt: Begin 2-2-2-4-6-8 steken voor de markeerdraad op het begin van de naald, kant 4-4-4-8-12-16 steken af voor het armsgat, brei 70-78-84-90-96-102 steken (voorpand), kant 4-4-4-8-12-16 steken af voor het armsgat, brei 70-78-84-90-96-102 steken (achterpand). Eindig de voor- en achterpanden apart.

ACHTERPAND:
= 70-78-84-90-96-102 steken. Ga verder met tricotsteek heen en weer gebreid tot het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet. Kant dan op de volgende naald de middelste 26-28-28-30-30-32 steken af voor de hals en eindig elke schouder apart.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Minder voor de hals en plaats steken op een hulpdraad voor de schouder als volgt. Lees HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat.

HALS:
Minder 3 keer 1 steek voor de hals op elke naald aan de goede kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN.

DIAGONALE SCHOUDER:
Zet de buitenste steken bij het armsgat op een hulpdraad, maar om te voorkomen dat u de draad af moet knippen, breit u de steken voordat u ze op de hulpdraad zet. Plaats 3 keer 5-5-6-7-7-8 steken op de hulpdraad, zet dan de laatste 4-7-7-6-9-8 steken op de hulpdraad. Alle steken zijn nu of geminderd of op een hulpdraad gezet.
Zet de 19-22-25-27-30-32 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant maar, maar om een gaatje te voorkomen waar u keert in het midden van het werk, neemt u de draad op tussen 2 steken en brei deze averecht samen met de eerste steek op de linker naald. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de opzetrand tot de bovenkant van de schouder.
Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 70-78-84-90-96-102 steken. Ga verder met tricotsteek heen en weer gebreid tot het werk 44-46-47-49-50-52 cm meet. Plaats op de volgende naald de middelste 22-24-24-24-24-26 steken voor de hals op een hulpdraad en eindig elk schouder apart.

SAMENVATTING VAN HET VOLGENDE DEEL:
Minder voor de hals en zet steken op een hulpdraad voor de schouder als volgt. Lees HALS en DIAGONALE SCHOUDER voordat u verder gaat.

HALS:
Minder 5-5-5-6-6-6 keer 1 steek voor de hals op elke naald aan de goede kant – denk om TIP VOOR HET MINDEREN.

DIAGONALE SCHOUDER:
TEGELIJKERTIJD als het werk 46-48-50-52-54-56 cm meet, zet u de buitenste steken richting het armsgat op een hulpdraad op dezelfde manier als op het achterpand. Als alle steken of zijn geminderd of op de hulpdraad zijn gezet, zet dan de 19-22-25-27-30-32 steken van de hulpdraad terug op rondbreinaald 5 mm. Brei 1 naald averecht aan de verkeerde kant op dezelfde manier als op het achterpand, kant dan losjes af met recht aan de goede kant. Het werk meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de opzetrand tot de bovenkant van de schouder.
Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUWEN:
Zet 36-38-38-40-42-42 steken op met breinaalden zonder knop maat 4 mm en DROPS Big Merino.
Brei 1 naald recht. Brei dan boordsteek (1 recht, 1 averecht) in de rondte voor 8 cm.
Brei 1 naald recht en meerder 2-2-2-4-4-4 steken verdeeld = 38-40-40-44-46-46 steken.
Ga verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 19-20-20-22-23-23 steken. Deze markeerdraden geven het midden onder de mouw en het midden boven de mouw aan. Neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien; ze worden gebruikt bij het meerderen.
Brei tricotsteek. Als u 3 naalden heeft gebreid, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 4e naald in totaal 6-6-7-7-7-8 keer = 62-64-68-72-74-78 steken (ga verder met korte rondbreinaald 5 mm als u genoeg steken heeft).
Ga verder met tricotsteek tot de mouw 51-49-49-47-44-42 cm meet.
Ga nu verder heen en weer gebreid met tricotsteek vanaf midden onder de mouw tot de mouw 52-50-50-49-48-47 cm meet (een split van 1-1-1-2-4-5 cm). Kant af.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.
Naai de mouwkop aan het armsgat aan de binnenkant van de buitenste steek op het lijf. Naai dan de split aan de onderkant van het armsgat dicht – zie tekening.

HALS:
Begin op een schouder en neem aan de goede kant 78 tot 92 steken op rondom de hals (inclusief de steken van de hulpdraad aan de voorkant) met korte rondbreinaald 4 mm. Brei 1 naald recht terwijl u meerdert naar 94-98-100-104-106-110 steken. Brei 4 cm boordsteek (1 recht, 1 averecht). Kant ietwat losjes af.

Telpatroon

symbols = de mouwkop wordt aan het armsgat genaaid: Naai a tegen A en b tegen B
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 231-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (5)

country flag Catherine Maes wrote:

Como hacer hombros diagonal

28.01.2024 - 17:45

DROPS Design answered:

Hola Catherine, para hacer la forma diagonal de los hombros, primero deslizas los puntos como en el siguiente video: https://www.garnstudio.com/video.php?id=301&lang=es. Por ejemplo, para la talla más pequeña, trabajar y deslizar los primeros 5 pts a un gancho auxiliar. Repetir esto en las siguientes 2 filas hasta haber deslizado los puntos 3 veces en total. Ahora deslizar los últimos 4 pts al gancho auxiliar. Pasa todos los puntos del gancho auxiliar de vuelta a la aguja y continuar trabajando como se indica. En aquellos puntos en los que quedan agujeros por los giros y deslices de puntos coge el hilo entre 2 puntos y trabájalo retorcido para evitar que se formen agujeros.

30.01.2024 - 00:04

country flag Phi wrote:

Bonjour, Quand l'ouvrage mesure 10 cm, augmenter 1 maille de chaque côté des 2 marqueurs – voir AUGMENTATIONS (= on augmente 4 mailles). Les 10cm c’est à partir du début des côtes qu’il faut mesurer ou après les côtes? Merci d’avance! Phi

25.10.2023 - 22:41

DROPS Design answered:

Bonjour Phi, mesurez à partir du rang de montage, autrement dit, y compris la partie tricotée en allers et retours. Bon tricot!

26.10.2023 - 06:58

country flag Maureen Taylor wrote:

Thank you for answering my last question, very clear instructions, thank you. I am about to start sewing up my sweater and doing the neck. I am knitting the second size. The patterns says knit up 78 to 92 stitches around the neck, how many is it for the second size please? Thank you

08.02.2023 - 17:30

DROPS Design answered:

Hi Maureen, The number of stitches can be anything between 78 and 92, depending on how loose a neck you wish to work. For the second size we would suggest approx. 82 stitches, which will then be increased to 98 evenly on the knitted round. Happy knitting!

09.02.2023 - 06:55

country flag Maureen Taylor wrote:

For the diagonal shoulder and the second size, when placing 5 stitches on a thread 3 times, does this mean on 3 separate rows? So I would knit 5 -place on thread - then knit remaining stitches. Next row work the row, place the last 5 stitches on a thread and so on. Do all stitches go on the same thread? Thanks for your help

23.01.2023 - 17:20

DROPS Design answered:

Dear Mrs Taylor, this will be worked on 3 separate rows from the same side (right or wrong side), this means, starting from the armhole, work the first 5 stitches and slip them on a thread, work to the end of the row, turn and work return row. Repeat these 2 rows a total of 3 times (= there are 15 sts on the same thread), then slip the remaining stitches on a thread and work 1 row over all stitches. Happy knitting!

24.01.2023 - 12:00

country flag Claudia Carolina wrote:

Buongiorno Spett.le Drops, grazie per i modelli fantastici; Non comprendo dove si applicano i 6 bottoni della taglia xxxl; grazie ancora. Claudia

17.06.2022 - 14:28

DROPS Design answered:

Buonasera Claudia, grazie per la segnalazione, era un refuso: abbiamo corretto il testo, non servono bottoni per questo maglione. Buon lavoro!

17.06.2022 - 21:23