DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Pink Straw

Gebreide top in DROPS Belle. Het werk wordt gebreid met structuurpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 223-18
DROPS Design: Patroon nr. vs-075
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BELLE van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-250-300-300-350-350 g kleur 16, mauve

STEKENVERHOUDING:
22 steken in de breedte en 26 naalden in de hoogte met structuurpatroon = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 60 cm of 80 cm voor structuurpatroon.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 60 cm voor de randen.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Belle
DROPS Belle
53% katoen, 33% viscose, 14% linnen
vanaf 2.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.50€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 recht naalden.

PATROON:
Zie telpatroon A.1. Het telpatroon laat alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 6 steken in patroon zoals hiervoor (de markeerdraad zit tussen deze 6 steken) maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd).
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in A.1.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de armsgaten):
Minder aan de binnenkant van de 4 kantsteken in ribbelsteek. Alle minderingen worden aan de goede kant gebreid!
MINDER NA DE 4 KANTSTEKEN:
2 averecht gedraaid samen.
MINDER VOOR DE 4 KANTSTEKEN:
Begin 2 steken voor de 4 kantsteken en brei deze 2 steken averecht samen.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TOP – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald van onder naar boven, tot de armsgaten. De voor- en achterpanden worden apart heen en weer gebreid.

LIJF:
Zet ietwat losjes 162-180-198-222-246-276 steken op met rondbreinaald 3.5 mm en Belle. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei 2 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm en brei 2 naalden tricotsteek.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en 1 markeerdraad na 81-90-99-111-123-138 steken (= zijkanten van lijf). Neem de markeerdraden gaandeweg mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het meerderen in de zijkanten.
Brei A.1 in de rondte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als het werk 8-8-8-8-10-10 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN (= 4 steken gemeerderd). Meerder zo iedere 7-7-8-8-8-8 cm in totaal 3 keer = 174-192-210-234-258-288 steken – brei de nieuwe steken in A.1.
Als het werk 29-30-31-32-33-34 cm meet, brei dan 2 ribbels over 14-16-18-22-26-30 steken aan elke kant (dus 7-8-9-11-13-15 steken aan elke kant van beide markeerdraden – de andere steken worden gebreid zoals hiervoor).
Als de 2 ribbels klaar zijn, kant dan af voor de armsgaten op de volgende naald als volgt: Kant 3-4-5-7-9-11 steken af, brei zoals hiervoor tot er 3-4-5-7-9-11 steken over zijn voor de volgende markeerdraad, kant 6-8-10-14-18-22 steken af, brei zoals hiervoor tot er 3-4-5-7-9-11 steken over zijn op de naald en kant de laatste 3-4-5-7-9-11 steken af. Knip de draad af en haal het door de laatste steek. Het achterpand en de voorpanden worden apart verder gebreid.

ACHTERPAND:
= 81-88-95-103-111-122 steken. Ga verder met A.1 heen en weer gebreid met rondbreinaald 3.5 mm en 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant voor de armsgaten.
Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder voor de armsgaten zo iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal 8-10-12-13-17-18 keer = 65-68-71-77-77-86 steken.
Brei verder tot het werk 44-46-48-50-52-54 cm meet, maar pas zo aan dat u nog steeds in een deel met ribbelsteek bent. Kant op de volgende naald af voor de hals als volgt: Brei de eerste 13-13-13-16-16-19 steken zoals hiervoor, kant de volgende 39-42-45-45-45-48 steken af (met recht boven recht en averecht boven averecht), brei de laatste 13-13-13-16-16-19 steken zoals hiervoor. Elk schouderbandje wordt apart verder gebreid.
Ga verder met A.1 heen en weer gebreid zoals hiervoor, met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant en 3 kantsteken in ribbelsteek richting de hals, tot het bandje 4 cm meet. De top meet ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm vanaf de schouder naar beneden. Kant af. Brei het andere bandje op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 81-88-95-103-111-122 steken. Ga verder met A.1 heen en weer gebreid met rondbreinaald 3.5 mm en 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant voor de armsgaten.
Minder TEGELIJKERTIJD op de volgende naald aan de goede kant 1 steek aan elke kant op dezelfde manier als het achterpand. Minder zo iedere 2e naald (elke naald aan de goede kant) in totaal 8-10-12-13-17-18 keer = 65-68-71-77-77-86 steken.
Brei verder tot het werk 40-42-43-45-46-48 cm meet, maar pas aan zodat u nog steeds in een deel met ribbelsteek bent. Kant op de volgende naald af voor de hals als volgt: Brei de eerste 13-13-13-16-16-19 steken zoals hiervoor, kant de volgende 39-42-45-45-45-48 steken af (met recht boven recht en averecht boven averecht) en brei de laatste 13-13-13-16-16-19 steken zoals hiervoor. Elk schouderbandje wordt apart verder gebreid.
Ga verder met A.1 heen en weer gebreid zoals hiervoor met 4 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant en 3 kantsteken in ribbelsteek richting de hals, tot het bandje 8-8-9-9-10-10 cm meet. De top meet ongeveer 48-50-52-54-56-58 cm vanaf de schouder naar beneden. Kant af. Brei het andere bandje op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de afkantranden.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 16.08.2021
Correctie TIP VOOR HET MEERDEREN (voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, brei 6 steken in patroon zoals hiervoor (de markeerdraad zit tussen deze 6 steken)...

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 223-18

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (18)

country flag Lene Andreasen wrote:

I forklaringen står der retstrik - strikkes rundt og frem og tilbage, hvordan kan man se hvornår det er den ene eller anden metode ?

31.07.2023 - 19:57

DROPS Design answered:

Hej Lene, når du strikker rundt på rundpind, bruger du den ene metode og når du strikker stropperne frem og tilbage bruger du den anden metode :)

07.08.2023 - 11:58

country flag Ursel wrote:

Hallo! Ich bin mit dem Rumpfteil fertig und fange jetzt mit dem Rücken an. Muss ich gar keine Randmaschen stricken? Viele Grüße

01.11.2022 - 08:45

DROPS Design answered:

Liebe Ursel, beim Rückenteil stricken Sie jetzt in Hin- und Rückreihen im Muster wie zuvor mit je 4 Maschen kraus rechts beidseitig - es sind keine extra Randmaschen, die 4 ersten + die 4 letzten Maschen stricken Sie kraus rechts, und die restlichen wie zuvor. Viel Spaß beim stricken!

01.11.2022 - 10:34

country flag Ursel wrote:

Ich bin beim Rumpfteil und habe nach 8 cm das erste mal zugenommen. Jetzt soll ich in der nächsten Runde die zugenommenen Maschen in das Muster A1 einarbeiten. Wie geht das?

01.10.2022 - 14:38

DROPS Design answered:

Liebe Ursel, die neue Masche vor der Markierung stricken Sie wie die nächste Masche von einem neuen Rapport (lesen Sie das Diagramme rechts nach links), die neue Masche nach der Markierung stricken Sie wie die letzte Masche von einem neuen Rapport (lesen Sie das Diagramm links nach rechts). So lange Sie nicht 3 Maschen beidseitig der Markierungen zugenommen haben, wir A.1 nicht in der Runde passen, einfach die neuen Maschen wie eine "Dehnung" vom Muster je beim Rücken- und Vorderteil stricken. Viel Spaß beim stricken!

03.10.2022 - 08:36

country flag Katrin B wrote:

Diagrammet som ska upprepas varvet ut består av tre maskor. Vid ökning ökas två maskor i varje sida vilket blir totalt fyra maskor på ett varv vilket jag inte får ihop med diagrammet på tre maskor. Tacksam för en förklaring då jag inte förstår.

08.07.2021 - 10:42

DROPS Design answered:

Hej Katrin. De ökade maskorna stickas fortlöpande in i A.1. Det kommer alltså inte alltid vara en hel mönsterrapport i sidorna. Mvh DROPS Design

09.07.2021 - 09:29

country flag Kari Blask wrote:

Vielen lieben Dank! Ich habe abketten mit abnehmen verwechselt. Liebe Grüße Kari

28.06.2021 - 19:49

country flag Kari Blask wrote:

Hallo alle Strikern, kann mir BITTE jemand erklären beim Anfang vom Rückenteil muss ich Maschen an der Innenseite abnehmen und die KRAUSEN WEITERSTRICKEN- wie? Ich Danke Euch! LG Kari

28.06.2021 - 16:08

country flag Kari Blask wrote:

Guten Morgen, ich bin jetzt beim Rückenteil und muss abnehmen und verstehe das 4 krause Maschen bleiben müssen! Komme nicht recht damit. Tut mir leid für die Mühe die ich Ihnen mache. Liebe Grüße

28.06.2021 - 09:29

DROPS Design answered:

Liebe Frau Blask, wenn Sie jetzt Rückenteil stricken (= die Maschen für die Armausschnitte wurden jetzt abgekettet), dann stricken Sie so: 4 Maschen kraus rechts (= recht bei Hin- sowie Rückreihen), Muster wie zuvor (beachen Sie, daß das Muster in der Höhe passt), und 4 Maschen kraus rechts. dh, die 4 ersten und 4 letzten Maschen werden jetzt immer kraus rechts gestrickt un die mittleren Maschen wie zuvor. Gleichzeitig, nach den 4 Maschen und vor den 4 Maschen nehmen Sie wie unter ABNAHME TIPP erklärt. Kann es Ihnen weiter helfen? Viel Spaß beim stricken!

28.06.2021 - 16:02

country flag Kari Blask wrote:

Guten Morgen, BACK PIECE: = 81-88-95-103-111-122 stitches. Continue A.1 back and forth with circular needle size 3.5 mm and 4 edge stitches in garter stitch on each side for the armholes. AT THE SAME TIME, on the next row from the right side decrease 1 stitch on each side – read DECREASE TIP. Decrease for the armholes like this every 2nd row (each row from the right side) a total of 8-10-12-13-17-18 times = 65-68-71-77-77-86 stitches. ?

28.06.2021 - 09:00

country flag Kari Blask wrote:

Hallo, ich Anfängerin schon wieder! Beim Armausschnitt beidseitig Maschen abnehmen aber muss auch die 4 krasse Maschen beibehalten? Es ist so ein schönes Oberteil! Vielen Dank für Ihre Mühe! Liebe Grüße

26.06.2021 - 09:46

DROPS Design answered:

Liebe Frau Blask, die Zunahmen entstehen beidseitig von de 6 Maschen beidseitig (siehe ZUNAHMETIPP), dh vor diesen 6 M, 1 Umschlag, die 6 M wie zuvor stricken, 1 Umschlag (bei der 2. Markierung wiederholen). Die Umschläge stricken Sie bei der nächsten Runde verschränkt um Löcher zu vermeiden - in A.1, Das Muster wird nicht mehr in der Runde zusammenpassen, aber muss beim Vorder- bzw Rückenteil passen, mit den 6 M beidseitig wie zuvor. Viel Spaß beim stricken!

28.06.2021 - 07:32

country flag Kari Blask wrote:

I verstehe nicht welche 4 Maschen ich anfangs abketten muss. Vor dem Leitfaden oder danach? Danke!

22.06.2021 - 21:23

DROPS Design answered:

Liebe Frau Blask, für die Armlöcher ketten Sie die ersten 4 Maschen der Runde (= nach dem 1. Markierungsfaden), dann die 4 Maschen vor dem nächsten Markierungsfaden + die 4 Maschen nach diesem Markierungsfaden (= 8 M insgesamt) und dann die letzten 4 M der Runde - es sind jetzt 8 Maschen beidseitig abgekettet und je 88 Maschen übrig in M für Rücken- bzw Vorderteil. Viel Spaß beim stricken!

23.06.2021 - 07:51