DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

Diamonds in Lace

Top met kantpatroon, raglan en A-lijn, gebreid van boven naar beneden. Maat: S - XXXL Het werk wordt gebreid in DROPS Safran.

DROPS 187-30
DROPS design: Patroon e-273
Garengroep A
----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS SAFRAN van garnstudio (behoort tot garengroep A)
250-250-300-300-350-350 g kleur 17, wit

Het werk kan tevens gebreid worden met garen van:
“Alternatief garen (garengroep A)” - zie link hieronder.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 80 cm) MAAT 3.5 mm – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 23 steken en 30 naalden in tricotsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.

DROPS NAALDEN ZONDER KNOP EN RONDBREINAALD (40 en 80 cm) MAAT 3 mm voor de randen in ribbelsteek – of de maat die u nodig heeft voor een stekenverhouding van 24 steken en 48 naalden in ribbelsteek = breedte 10 cm en 10 cm in de hoogte.
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 7.85€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

INFORMATIE VOOR HET PATROON:

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, gebruik het aantal steken op de naald (dus 110 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 44) = 2.5.
In dit voorbeeld meerdert u door een omslag te maken na afwisselend ongeveer iedere 2e en 3e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

RAGLAN:
Meerder in iedere overgang tussen het lijf en de mouwen (= 8 steken gemeerderd op de naald).
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd). Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er gaatjes ontstaan. Brei dan de nieuwe steken recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN (geldt voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag. Herhaal aan de andere kant (= 4 steken gemeerderd op de naald). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen.
----------------------------------------------------------

BOVENKANT:
Wordt in de rondte gebreid op de rondbreinaald, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid op de naalden zonder knop.

PAS:
Zet 110-115-120-125-130-137 steken op de rondbreinaald 3 mm met Safran. Brei 3 ribbels in RIBBELSTEEK - zie uitleg hierboven. Brei 1 naald recht en meerder 44-39-38-41-56-65 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld) = 154-154-158-166-186-202 steken. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm. Voeg 4 markeerdraden in het werk zonder de steken te breien als volgt: Voeg een markeerdraad in op het begin van de naald (= in de overgang tussen de mouw en het achterpand), voeg de volgende markeerdraad in na 53-53-55-59-69-77 steken, (= achterpand), voeg de volgende markeerdraad in na een andere 24 steken (= mouw), voeg de volgende markeerdraad in na een andere 53-53-55-59-69-77 steken (= voorpand), er zijn 24 steken (= mouw) over na de laatste markeerdraad.
De naald begint in de overgang tussen de mouw en het achterpand. Brei nu in patroon als volgt: 2 recht, maak 1 omslag, brei 0-0-1-3-8-12 recht, brei de middelste 49 steken in A.1 (dus sla de buitenste 4 steken aan elke kant van het telpatroon over), brei 0-0-1-3-8-12 recht (= achterpand), maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag, 20 recht (= mouw), maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze steken), maak 1 omslag, 11-11-12-14-19-23 recht, A.2 (= 27 steken), 11-11-12-14-19-23 recht, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad is in het midden van deze 4 steken), maak 1 omslag, 20 recht (= mouw), maak 1 omslag, 2 recht. DENK OM DE STEKENVERHOUDING. De eerste meerdering voor de RAGLAN – zie uitleg hierboven, is nu klaar (= 8 steken gemeerderd op de naald). Ga zo verder in patroon en meerder om de naald 20-24-28-31-33-36 keer in totaal (inclusief de eerste meerderingen uitgelegd hierboven) = 314-346-382-414-450-490 steken. LET OP! Voor iedere meerdering voor de raglan is er ruimte voor nog een steek van het patroon A.1 richting de raglanlijnen op het achterpand. Als er genoeg steken zijn gemeerderd om alle steken in het telpatroon A.1 te breien, zijn er 16-20-24-27-29-32 meerderingen over voor de raglan – brei deze steken recht. Herhaal telpatroon A.1 in de hoogte tot de gewenste afmetingen. Brei A.2 een keer in de hoogte, brei dan in tricotsteek over de steken in A.2.
Als alle meerderingen klaar zijn, meet het werk 15-17-20-22-23-25 cm vanaf de opzetrand midden voor. Ga verder zonder meerderingen voor de raglan tot het werk 19-20-21-22-23-25 cm meet vanaf de opzetrand midden voor (als de stekenverhouding in de hoogte klopt, dan is deze afmeting al bereikt in maat XL, XXL, en XXXL). Brei de volgende naald als volgt: Brei de eerste 93-101-111-121-135-149 steken (= achterpand), zet de volgende 64-72-80-86-90-96 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-8-10-10-10 nieuwe steken op in de zijkant onder de mouw, brei de volgende 93-101-111-121-135-149 steken (= voorpand), zet de volgende 64-72-80-86-90-96 steken op een hulpdraad (= mouw), zet 8-8-8-10-10-10 nieuwe steken op in de zijkant onder de mouw. MEET NU HET WERK VANAF HIER!

LIJF:
= 202-218-238-262-290-318 steken. Voeg een markeerdraad in aan elke kant, dus in het midden van de 8-8-8-10-10-10 nieuw opgezette steken aan elke kant onder de mouwen (= 101-109-119-131-145-159 steken op zowel het achter- als het voorpand). Ga verder in de rondte met patroon A.1 op het achterpand zoals hiervoor en brei in tricotsteek over de overgebleven steken op de naald. Meerder bij een hoogte van 4 cm, 2 steken aan elke kant - lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo ongeveer iedere 3-3-3-4-4-4 cm 9 keer in totaal = 238-254-274-298-326-354 steken. Als het werk ongeveer 34-35-36-37-38-38 cm meet vanaf de scheiding, ga dan verder met rondbreinaald 3 mm. Brei 3 ribbels. Kant af. Om een strakke afkantrand te voorkomen kunt u afkanten met een naald in een maat groter. De top meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Zet de 64-72-80-86-90-96 steken van de hulpdraad aan een kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem daarnaast 1 steek op in elk van de 8-8-8-10-10-10 nieuw opgezette steken onder de mouw = 72-80-88-96-100-106 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-8-10-10-10 nieuwe steken onder de mouw. Begin de naald hier en brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 2 cm meet vanaf de scheiding, brei dan verder met breinaalden zonder knop maat 3 mm. Brei 3 ribbels. Kant af. Om een strakke afkantrand te voorkomen, kant u af met een naald in een maat groter. Brei de andere mouw op dezelfde wijze.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken. Brei op de volgende naald de omslag recht zodat er gaatjes ontstaan
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek
symbols = haal 1 steek recht af, brei 2 steken recht samen, haal de afgehaalde steek over de samengebreide steken
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Diamonds in Lace

Bianca, Austria

Diamonds in Lace

Khairieh Amr, Jordan

Laat een opmerking achter voor DROPS 187-30

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (29)

country flag Cheryl Bonner wrote:

How to do the sts. in diagram A1 not understanding please explain the pattern id diamonds in lace

21.05.2024 - 03:34

DROPS Design answered:

Hi Cheryl, Each square in the diagram has the explanation for its symbol above the size chart. Taking row 1 in A.1 as an example (diagrams are read from bottom right to left and upwards when working in the round): K5, K2 tog, 1 YO, K2 tog, 1 YO, K2 tog, 1 YOK5, 1 YO, (slip 1 knitwise, K1, pass slipped stitch over), 1 YO, (slip 1 knitwise, K1, pass slipped stitch over), 1 YO, (slip 1 knitwise, K1, pass slipped stitch over), K3 etc. Hope this helps and happy knitting!

21.05.2024 - 06:35

country flag Yriana wrote:

Ich glaube ich habe da etwas missverstanden: die Arbeit wird von Anfang an in der Runde gestrickt, d.h. es gibt keine Hin- und Rückreihen zur Formung des Ausschnitts, ist das korrekt? Danke!

10.04.2024 - 14:20

DROPS Design answered:

Liebe Yriana, ja genau - und die Diagramme lesen Sie jede Runde rechts nach links. Viel Spaß beim Stricken!

10.04.2024 - 15:38

country flag Yriana wrote:

Hallo, werden die Randmaschen immer rechts gestrickt, am Anfang und am Ende der Reihe? Dankeschön!

10.04.2024 - 14:12

DROPS Design answered:

Liebe Yriana, die ganze Arbeit wird in der Runde von oben nach unten gestrickt, so sind es kaine Randmaschen. Viel Spaß beim Stricken!

10.04.2024 - 15:37

country flag Pauline wrote:

Bonjour. Après avoir augmenté 41 mailles (taille XL), faut il faire un rang endroit afin de tricoter torse les jetés ? Car si je pars sur le diagramme , je vais avoir des trous là où j'ai fait mes augmentations. Merci

28.07.2023 - 14:20

DROPS Design answered:

Bonjour Pauline, vous pouvez mais les augmentations avec des jetés vont être tricotées torse au tour suivant, donc on ne devrait pas les voir. Bon tricot!

28.07.2023 - 15:29

country flag Sharlene Currin wrote:

I have started this pattern and had to pull it out 6 times - by the time I get to row 9 every time I realize it is not correct. I really need help. The instructions for the first raglan row are very clear & it is fine but then as I increase every other row the stitches are different & I cannot get the design right. I get stuck knowing where to start A2 when there are more than 12 stitches to knit first. How do I know where to start each diagram row when there are more stitches on the needle?

30.07.2022 - 15:06

DROPS Design answered:

Dear Sharlene, A.2 is always worked in the front only, over the same 27 stitches where you worked A.2 in the first raglan row. The increases should not affect the diagrams; the increased stitches are worked in stocking stitch between the raglan stitches and the diagrams. Happy knitting!

31.07.2022 - 17:50

country flag Susanne Berglund wrote:

Ska man alltid sticka 2 r, omslag, 3 r, Mönster A1 (49 maskor)3 r, omslag, 2 r på bakstycket. Eller ska man utöka mönstret allt eftersom det ökas med raglan?

01.03.2022 - 13:29

DROPS Design answered:

Hei Susanne. Bakstykket strikkes slik (i str. XL) : 2 masker rett, lag 1 kast om pinnen, strikk 3 masker rett, strikk de midterste 49 maskene i A.1 (dvs hopp over de ytterste 4 maskene i hver side av diagrammet), strikk 3 masker rett. Første økning til RAGLAN på bakstykket er nå ferdig (= 4 masker økt på Bakstykket). Fortsett mønsteret slik på bakstykket og øk til raglan på hver 2.omgang totalt 31 ganger. mvh DROPS Design

07.03.2022 - 11:46

country flag Gabriele Belz wrote:

Vielen Dank für die schnelle Antwort dann kann ich meine Nadeln wieder zum Glühen bringen. Es hat mich nur etwas verwirrt weil in der Anleitung -in jeder Runde - steht. Liebe Grüße und eine gute Zeit, Gabriele

10.06.2021 - 10:14

country flag Gabriele wrote:

Hallöchen liebes Drops-Team! Ich verstehe das mit den Raglanzunahmen nicht so richtig! Nehme ich tatsächlich in jeder Runde zu,oder nur in jeder 2.,in der ich dann den vorherge- gangenen Umschlag rechts stricke? Ich möchte mich für euere Hilfe im Vorraus vielmals bedanken!!! Liebe Grüße, Gabriele

09.06.2021 - 23:34

DROPS Design answered:

Liebe Gabriele, die Raglanzunahmen stricken Sie in jeder 2. Runde (= 1 Runde mit insgesamt 8 Umschläge, 1 Runde ohne Zunahmen = die Umschläge werden rechts gestrickt, um Löcher zu bilden). Viel Spaß beim stricken!

10.06.2021 - 08:23

country flag Robi wrote:

Buonasera, domanda da inesperta,non ho ben chiara una cosa:il centro del lavoro è sul lato tra manica e dietro???

28.05.2021 - 00:41

DROPS Design answered:

Buongiorno Robi, l'inizio del giro è sotto la manica. Buon lavoro!

29.05.2021 - 14:29

country flag Robi wrote:

Buonasera,potrei fare le maniche più lunghe?

25.05.2021 - 21:57

DROPS Design answered:

Buonasera Robi, si, certo, può apportare le modifiche che desidera alla parte delle maniche. Buon lavoro!

25.05.2021 - 23:30