DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Super Sale
DROPS 147-12
DROPS design: Model nr. oo-098
Garengroep C
-----------------------------------------------------------
Maat: S - M - L - XL - XXL - XXXL
Materiaal:
DROPS VIVALDI van Garnstudio
100-100-100-100-150-150 gr. kleur nr. 15, pink

DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 5 mm – of de maat die u nodig hebt voor een stekenverhouding van 13 st in kantpatroon volgens A.1 = 10 cm breed. 1 herhaling in A.2/A.3 = 10 cm in breedte.
DROPS RONDBREINLD (60 of 80 cm) 4 mm - voor de randen.
DROPS PARELMOER KNOPEN NR. 521: 2 stuks voor alle maten
----------------------------------------------------------

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Vivaldi
DROPS Vivaldi
56% mohair, 30% polyamide, 14% wol
Uit het assortiment
find alternatives

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

RIBBELST (heen en weer op rondbreinld):
brei alle nld recht. 1 ribbel = 2 nld r.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot en met A.3. De telpatronen geven de goede kant van het werk weer. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

KNOOPSGAT:
Maak knoopsgaten op rechter voorbies. 1 knoopsgat = brei tweede en derde st vanaf kant samen en maak 1 omsl.
Maak knoopsgaten bij een hoogte van:
MAAT S: 29 en 35 cm
MAAT M: 31 en 37 cm
MAAT L: 32 en 39 cm
MAAT XL: 32 en 39 cm
MAAT XXL: 33 en 41 cm
MAAT XXXL: 35 en 43 cm
----------------------------------------------------------

VEST:

ACHTERPAND:
Houd rondbreinld 4 en 5 mm samen en zet 54-58-64-70-78-86 st op (incl. 1 kant st aan elke kant) over beide nld met Vivaldi. Schuif rondbreinld 4 mm voorzichtig uit de st en brei 2 ribbels in RIBBELST - zie uitleg boven - op rondbreinld 5 mm (dit doet u om een strakke opzetrand te voorkomen). Brei in de volgende nld na ribbels (= goede kant) in patroon volgens telpatroon A.1 met 1 kant st in ribbelst aan elke kant. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Zet bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm nieuwe st op voor mouwen aan einde van elke nld aan elke kant als volgt: 3-3-3-3-4-5 keer 2 st, 2-2-2-2-1-0 keer 4 st en dan 1 keer 10-8-8-6-6-6 st = 102-102-108-110-114-118 st op de nld – LET OP: Brei de gemeerderde st mee in patroon A.1. Ga na laatste meerdering verder in patroon als hiervoor maar brei buitenste 5 st aan elke kant in ribbelst (= mouwranden). Brei tot een hoogte van 43-45-47-49-51-53 cm - pas zo aan dat volgende nld aan goede kant is – en ga dan verder met rondbreinld 4 mm. Brei in ribbelst heen en weer over alle st en meerder TEGELIJKERTIJD in 1e nld (= goede kant) 46-50-50-52-52-54 st gelijkmatig = 148-152-158-162-166-172 st. Kant bij een hoogte van 44-46-48-50-52-54 cm de middelste 34-34-36-36-38-38 st af voor hals en eindig elke schouder apart. Ga verder en kant 2 st af in volgende nld langs hals = 55-57-59-61-62-65 st over op schouder. Kant losjes af bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm.

RECHTER VOORPAND:
Houd rondbreinld 4 en 5 mm samen en zet 34-36-40-42-46-52 st op (incl. 5 voorbies st middenvoor en 1 kant st aan de zijkant) over beide nld. Schuif rondbreinld 4 mm uit de st en brei 2 ribbels in ribbelst op rondbreinld 5 mm (1e nld = goede kant). Brei volgende nld als volgt aan goede kant: 5 voorbies st in ribbelst, brei telpatroon A.2 (= 16 st), brei dan in patroon volgens telpatroon A.1 tot er 1 st overblijft op nld, eindig met 1 kant st in ribbelst. Ga zo verder in patroon. Zet bij een hoogte van 21-22-23-24-25-26 cm nieuwe st op aan einde van elke nld richting de zijkant als op het achterpand = 58-58-62-62-64-68 st - LET OP: Brei de gemeerderde st in patroon A.1. Ga na laatste meerdering verder in patroon als hiervoor maar brei de buitenste 5 st aan zijkant in ribbelst (= mouwrand). Denk om KNOOPSGATEN op voorbies - zie uitleg boven. Zet in eerste nld aan goede kant na laatste knoopsgat eerste 11-11-11-11-13-15 st aan begin van nld op een hulpdraad voor hals (brei st voordat u ze op hulpdraad zet). Ga verder en kant af voor hals aan begin van elke nld langs hals als volgt: 3 keer 2 st en 3 keer 1 st = 38-38-42-42-42-44 st over op schouder. Ga verder in patroon als hiervoor met 1 kant st in ribbelst richting hals en 5 st in ribbelst richting mouw. Brei tot een hoogte van 43-45-47-49-51-53 cm - pas zo aan dat volgende nld aan goede kant is – en ga dan verder met rondbreinld 4 mm. Brei in ribbelst heen en weer over alle st en meerder TEGELIJKERTIJD 17-19-17-19-20-22 st gelijkmatig in 1e nld = 55-57-59-61-62-66 st. Kant losjes af bij een hoogte van 46-48-50-52-54-56 cm.

LINKER VOORPAND:
Zet op en brei 2 ribbels als op rechter voorpand. Brei volgende nld als volgt aan goede kant: 1 kant st in ribbelst, brei patroon volgens telpatroon A.1 tot er 21 st over zijn, brei A.3 (= 16 st) en eindig met 5 voorbies st in ribbelst. Ga zo verder in patroon en brei als rechter voorpand maar in spiegelbeeld. LET OP: maak geen knoopsgaten op linker voorpand, dus zet st op hulpdraad voor hals bij een hoogte van 36-38-40-40-42-44 cm.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen naast afkantrand. Naai onderarm- en zijnaden samen naast kant st. Naai de knopen aan.

HALSRAND:
Neem ongeveer 105 tot 115 st op langs de hals (incl. st op hulpdraden aan voorpanden) met rondbreinld 4 mm en Vivaldi. Brei 1 nld recht aan verkeerde kant en brei 1 nld recht aan goede kant. Kant af met rechte st aan verkeerde kant.

Telpatroon

symbols = recht aan goede kant, av aan verkeerde kant
symbols = av aan goede kant, recht aan verkeerde kant
symbols = 2 omsl op nld, laat in de volgende nld een omsl van de nld glijden en brei de andere omsl av
symbols = 1 omsl op nld
symbols = 2 st r samen
symbols = 1 st r afh, 1 st r, afgeh st overh
diagram
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 147-12

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (74)

country flag Brigitte wrote:

Bonjour, peut-on recevoir les explications en français ? Merci pour votre réponse, cordialement.

12.08.2023 - 16:01

DROPS Design answered:

Bonjour Brigitte, vous pouvez volontiers modifier la langue de tous nos modèles, ils sont tous disponibles en français: cliquez sur le menu déroulant sous la photo et choisissez "français". Bon tricot!

14.08.2023 - 09:13

country flag Sigrid Majchrzak wrote:

Hallo, ich möchte gerne Cutie Stricken. Mein Problem ist das ich keine Wolle oder Alpaka Mohair usw. vertrage. Es geht nur Baumwolle. Können Sie mir helfen. Vielen Dank und bleiben Sie gesund Sigrid Majchrzak

17.01.2022 - 11:55

DROPS Design answered:

Liebe Frau Majchrzak, Vivaldi war Garngruppe C; Sie können dann eine Baumwolle von dieser Gruppe benutzen oder 2 Garne der Gruppe A - hier lesen Sie mehr; bitte nur beachten, daß das Ergbenis etwas unterschiedlich aussehen wird, da die beide Garne unsterschiedlich sind. Viel Spaß beim stricken!

17.01.2022 - 15:23

country flag Beena Dahal wrote:

Do you have a video for this pattern pls 😀

26.12.2020 - 06:03

DROPS Design answered:

Dear Beena. This pattern doesn’t have a step by step video. You can see below the pattern videos that may help you while making this piece. Happy knitting!

02.01.2021 - 18:07

country flag Roberta wrote:

I would like to make this in a light cotton or synthetic yarn for summer rather than a wool mohair type yarn. Since it calls for a "c" weight yarn, it looks like it would not look lacy in the alternatives since they are thicker yarns. What yarn would you recommend? Thanks.

14.05.2016 - 18:13

DROPS Design answered:

Dear Roberta, for any further personnal assistance choosing an alternative you are welcome to contact your DROPS Store even per telephone or per mail, they will provide you individual assistance. Happy knitting!

17.05.2016 - 09:19

country flag Catherine wrote:

Bonjour, A quelle hauteur faut-il commencer les diminutions pour l'encolure de devant ? cordialement Catherine

31.10.2013 - 17:55

DROPS Design answered:

Bonjour Catherine, au 1er rang sur l'end après la dernière boutonnière, vous mettez en attente pour l'encolure les 11-15 premières m (cf taille) et rabattez ensuite 3x 2 m et 3x 1 m pour l'encolure. Bon tricot!

31.10.2013 - 17:59

Vee wrote:

Cutie by DROPS Design Knitted DROPS jacket with lace pattern in ”Vivaldi”. Size: S - XXXL.Materials: DROPS VIVALDI from Garnstudio 100-100-100-100-150-150 g It says i only need 150 gms for the large size.this can't be right

01.08.2013 - 01:40

DROPS Design answered:

Dear Vee, on the basis of the indicated tension, you should need 150 g Vivaldi in largest size, DROPS Vivaldi is 50 g/280 m approx. Happy knitting!

01.08.2013 - 10:20

Nashwa Ahmed wrote:

I am sorry but diagram A.1 is only 8 sts not 13 i can't figure it out

23.06.2013 - 12:07

DROPS Design answered:

Dear Mrs Nasha Ahmed, A.1 can be repeated on how many sts you'll need, you just need an even number of sts to cast on, eg 14 sts + 1 edge st each side. Happy knitting!

24.06.2013 - 09:15

Nashwa Ahmed wrote:

How to check gauge for this pattern ?

21.06.2013 - 18:26

DROPS Design answered:

Dear Mrs Nasha Ahmed, you have to work a swatch in A.1 and then get 13 sts = 10 cm in width + 1 time diagrams A.2/A.3 should be 10 cm in width. Happy knitting!

22.06.2013 - 09:47

country flag Delattre wrote:

Je ne comprends pas l'explication du devant droit. Commence-t-on les boutonnières directement après les augmentations de la manche? Si oui, combien de mailles et comment?

17.06.2013 - 10:08

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Delattre, toutes les indications pour les boutonnières figurent au début des explications, ainsi la 1ère se situe entre 29 et 35 cm en fonction de la taille choisie. Bon tricot!

17.06.2013 - 10:40

Francesca wrote:

I am working the back and have reached the sleeve increases but I find that both sides are sloped - in opposite directions. Is this right and to be remedied when I block the piece or have a made some kind of mistake?

12.06.2013 - 01:26

DROPS Design answered:

Dear Francesca, maybe some yos have been missed or added after casting on for sleeves ? It is very easy to go wrong with yo when increasing at the same time. Make sure you have always the same amount of 2 tog and yo + inc and keep no of sts right. Happy knitting!

13.06.2013 - 08:49