DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.93€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 216-10
DROPS Design: Patroon nr. ai-283
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS AIR van garnstudio (behoort tot garengroep C)
350-400-400-450-500-550 g kleur 01, naturel

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: Lengte 40 cm, 60 cm en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD – voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Air
DROPS Air
65% alpaca, 28% polyamide, 7% Wool
vanaf 4.99 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 34.93€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld mindert, tel het totaal aantal steken op de naald (dus 10 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 2.5.
In dit voorbeeld minder door afwisselend elke 1e en 2e steek en elke 2e en 3e steek recht samen te breien.

TIP VOOR HET MINDEREN-2:
Minder verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 door 2 steken averecht samen te breien waar averecht is gebreid of 2 steken recht samen te breien waar recht is gebreid.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 omslag. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De voor- en achterpanden worden apart heen en weer gebreid op de naald. De mouwen worden gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald tot de armsgaten. De mouwkop wordt dan verder heen en weer gebreid. De hals wordt heen en weer gebreid vanaf de bovenkant van de schouder.

ACHTERPAND:
Zet 99-107-115-123-139-147 steken op (inclusief 4 kantsteken aan elke kant) met rondbreinaald 4.5 mm en Air. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant).
Brei nu boordsteek als volgt:
4 steken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, boordsteek (= 2 recht, 2 averecht) over de volgende 12-16-20-24-32-36 steken, 2 recht, brei A.1 over de volgende 16 steken, A.2 over de volgende 31 steken, A.3 over de volgende 16 steken, boordsteek (= 2 recht, 2 averecht) over de volgende 12-16-20-24-32-36 steken, 2 recht en 4 steken in ribbelsteek.
Ga zo verder heen en weer gebreid en herhaal de eerste 2 naalden in de telpatronen tot de boordsteek 5 cm meet – pas aan zodat de volgende naald aan de goede kant is.
Ga nu verder met de volgende 2 naalden in A.1, A.2 en A.3, brei zoals hiervoor over de andere steken.
Als u klaar bent met de naald met de ster, ga dan verder met rondbreinaald 5.5 mm en brei in patroon als volgt aan de goede kant: 4 steken in ribbelsteek, tricotsteek over de volgende 10-14-18-18-26-30 steken, minder tegelijkertijd 4-5-5-5-8-8 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 6-9-13-13-18-22 steken in tricotsteek), averecht over averecht en recht over recht over de volgende 4-4-4-8-8-8 steken, ga verder met A.1, A.2 en A.3, recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 4-4-4-8-8-8 steken, tricotsteek over de volgende 10-14-18-18-26-30 steken, minder tegelijkertijd 4-5-5-5-8-8 steken verdeeld (= 6-9-13-13-18-22 steken in tricotsteek) en 4 steken in ribbelsteek.
Ga verder met dit patroon. Als de telpatronen klaar zijn in de hoogte, zijn er 95-101-109-117-127-135 steken op de naald. Brei nu A.4 over A.1, A.5 over A.2 en A.6 over A.3. De andere steken worden zoals hiervoor gebreid. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als de telpatronen klaar zijn, herhaal dan het patroon in de hoogte. Als het werk 35-36-37-38-39-40 cm meet, kant dan steken af voor de armsgaten aan elke kant als volgt: Kant 1 keer 3-4-5-6-6-7 steken af, 1-1-2-2-3-3 keer 2 steken en 1-1-1-2-3-4 keer 1 steek = 83-87-89-93-97-101 steken. Ga verder met het patroon met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet, brei dan de volgende naald aan de goede kant als volgt:
Brei zoals hiervoor over de eerste 26-28-29-30-32-34 steken, recht boven recht en averecht boven averecht over de volgende 31-31-31-33-33-33 steken, minder TEGELIJKERTIJD naar 23-23-23-25-25-25 steken – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2 (= 8 steken geminderd), brei zoals hiervoor over de volgende 26-28-29-30-32-34 steken = 75-79-81-85-89-93 steken.
Kant dan op de volgende naald de middelste 23-23-23-25-25-25 steken af voor de hals en elk schouder wordt apart verder gebreid. Kant op de volgende naald vanaf de hals 1 steek af voor de hals = 25-27-28-29-31-33 steken. Brei verder tot het hele werk 56-58-60-62-64-66 cm meet (het armsgat meet 21-22-23-24-25-26 cm). Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 4 steken verdeeld mindert = 21-23-24-25-27-29 steken. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
Zet op en brei op dezelfde manier als het achterpand. Als het werk 35-36-37-38-39-40 cm meet, kant dan steken af voor de armsgaten aan elke kant op dezelfde manier als het achterpand. Ga verder in patroon zoals hiervoor en brei 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 48-50-51-53-54-56 cm meet, brei dan de volgende naald aan de goede kant als volgt: Brei de eerste 31-33-34-35-37-39 steken zoals hiervoor, brei de volgende 21-21-21-23-23-23 steken zoals hiervoor terwijl u TEGELIJKERTIJD de steken verdeeld mindert naar 13-13-13-15-15-15 steken – denk om TIP VOOR HET MINDEREN-2 (= 8 steken geminderd), plaats deze 13-13-13-15-15-15 steken op een hulpdraad voor de hals en brei de laatste 31-33-34-35-37-39 steken zoals hiervoor. Elk schouder wordt apart verder gebreid. Ga verder met het patroon en kant steken af als volgt op elke naald vanaf de hals: Kant 2 keer 2 steken af en 2 keer 1 steek = 25-27-28-29-31-33 steken. Brei verder tot het hele werk 56-58-60-62-64-66 cm meet (het armsgat meet ongeveer 21-22-23-24-25-26 cm). Brei 1 naald recht aan de goede kant terwijl u 4 steken verdeeld mindert = 21-23-24-25-27-29 steken. Kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

MOUW:
Zet 60-60-64-64-68-72 steken op met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 4.5 mm en Air. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek (= 2 recht, 2 averecht) in de rondte voor 5 cm. Brei 1 naald recht terwijl u 10-9-11-10-12-14 steken verdeeld mindert = 50-51-53-54-56-58 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald 5.5 mm.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald en brei tricotsteek. Als het werk 9-9-9-9-8-8 cm meet, meerder dan 2 steken onder de mouw – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 5-4½-3½3-3-2½ cm in totaal 7-8-9-10-10-11 keer = 64-67-71-74-76-80 steken. Brei verder tot de mouw 43-43-42-40-38-36 cm meet. Ga nu verder heen en weer gebreid met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant, terwijl u TEGELIJKERTIJD steken afkant voor de mouwkop aan elke kant als volgt: Kant 1 keer 4-4-5-6-6-7 steken af, 2-2-2-2-1-1 keer 2 steken, 0-0-3-4-7-9 keer 1 steek, 3-3-2-2-2-2 keer 2 steken en 1 keer 4-4-4-3-3-2 steken = 28-31-31-32-32-32 steken. Kant de overgebleven steken af. De mouw meet ongeveer 50-50-51-50-50-50 cm.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de afkantrand. Naai de mouwen aan het lijf aan de binnenkant van de 1 kantsteek op het lijf en de afkantrand op de mouwen. Naai de zijnaden dicht in de buitenste lus van de buitenste steek zodat de naden plat worden – begin onder de mouw en brei naar beneden tot er ongeveer 17 cm over is (= split).

HALS:
Begin op het midden boven van de schouder met korte rondbreinaald 4.5 mm en Air en neem 72-80 steken op aan de goede kant rondom de hals (het aantal steken moet deelbaar zijn door 4). Brei boordsteek (= 2 recht, 2 averecht) in de rondte voor 11 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Vouw de boordsteek aan de bovenkant van de hals naar de verkeerde kant en naai naar beneden vast om een vouwrand te maken. Om te voorkomen dat de halsrand te strak wordt en naar beneden rolt moet de naad elastisch zijn.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 15.10.2020
Telpatroon A.5 aangepast.
Gewijzigd online: 08.11.2023
Telpatronen A.4 en A.6 zijn aangepast.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = dit vierkant heeft geen steek; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen
symbols = na deze naald gaat u verder met rondbreinaald 5.5 mm
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 2 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 2 recht, 2 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 3 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 1 steek op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, 1 averecht van de kabelnaald
symbols = plaats 4 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 3 recht, plaats de buitenste steek van de kabelnaald terug op de linker naald, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald.
symbols = plaats 4 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 3 recht, plaats de buitenste steek van de kabelnaald terug op de linker naald, 1 averecht, 3 recht van de kabelnaald.
symbols = plaats 6 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 4 recht, plaats de buitenste 2 steken van de kabelnaald terug op de linker naald, 2 averecht, 4 recht van de kabelnaald
symbols = plaats 6 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 4 recht, plaats de buitenste 2 steken van de kabelnaald terug op de linker naald, 2 averecht, 4 recht van de kabelnaald
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 216-10

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (28)

country flag Renée Fijlstra wrote:

Beste meneer/mevrouw, In het patroon staat dat ik een aantal steken recht boven recht en averecht boven averecht moet breien. Wat wordt daarmee bedoeld? Is dat de ribbelsteek? Groetjes, Renée Fijlstra

13.03.2024 - 06:03

DROPS Design answered:

Dag Renée,

Hiermee wordt bedoeld dat je rechte steken breit boven de steken die op de vorige naald ook recht waren gebreid en averecht over de steken die op de vorige naald ook averecht waren gebreid. (Dus je breit eigenlijk zoals de steken zich voordoen.)

14.03.2024 - 22:10

country flag Renée Fijlstra wrote:

Beste meneer/mevrouw, Ik heb een vraag over het patroon: DROPS Design: Patroon nr. ai-283, Seafarers heart. Het gaat om deze zin: Zet 99 steken op (inclusief 4 kantsteken aan elke kant) Wordt er bedoeld dat er 2 steken aan het begin van de naald afgehaald moeten worden en aan het einde van de naald 2 recht breien? Of moet ik een kantsteek extra maken en gelijk beginnen met het patroon? In mijn geval de boordsteek. Groetjes, Renée

28.02.2024 - 15:16

DROPS Design answered:

Dag Renée,

Nee, je zet 99 steken op in totaal en daar zitten de kantststeken bij in. Je hoeft dus geen extra steken te maken of steken eraf te halen.

28.02.2024 - 20:18

country flag Margaretaqn wrote:

Novost

17.11.2023 - 09:40

country flag Evarda wrote:

Med

15.11.2023 - 08:54

country flag Robebl wrote:

Novost

14.11.2023 - 19:28

country flag Eldardom wrote:

Coin

12.11.2023 - 09:35

country flag Karen Hayden wrote:

Can this be knitted with 4ply yarn ? How many skeins would it require?

30.10.2023 - 17:25

DROPS Design answered:

Dear Mrs Hayden, DROPS Air is a worsted yarn - ,read more here; you can use a 4ply yarn (= yarn group A) but you should then use 2 strands of yarn; use the yarn converter to see the alternatives and the new amount of yarn. Happy knitting!

30.10.2023 - 18:20

country flag Ann Steyn wrote:

The actual diagrams are correct in all the cables. I am referring to the diagram instructions. If you look at the instructions next to each diagram, the 4 cable (small one) instructions are opposite to the direction the cable should go. Eg in A.4 the first cable is to the right, but the instructions say to place the 2 sts on the cable needle at front which would result in left cable. Hope this helps explains better. Thank you for your awesome patterns.

02.10.2023 - 10:49

DROPS Design answered:

Dear Mrs Steyn, thanks for your feedback, I understand now - our design team will check. Happy knitting!

02.10.2023 - 16:05

country flag Ann Steyn wrote:

The diagram instructions for the 4 st cable in A.4 and A.5 are incorrect They have been switched so the first cable in A.4 would go left, when it should go right etc....

27.09.2023 - 14:25

DROPS Design answered:

Dear Mrs Steyn, in the large cable in A.4 you will cross the stitches to the right (slip stitches in front of piece) and in the large cable in A.5 they will be crossed to the left (slip sts behind piece) just as shown in diagram and in the last picture. Except if I'm misunderstanding your question.

02.10.2023 - 07:57

country flag Renée Fijlstra wrote:

Beste meneer /mevrouw, Ik wil graag het patroon DROPS 216-10 breien. Ik weet niet goed welke maat ik moet nemen. Ik heb mijn trui opgemeten. Die is 55 cm breed. Nu zou ik maat L moeten nemen. Maar mijn kledingmaat is maat XL. Ik hoop dat u mij kan helpen. Met vriendelijke groeten, Renée Fijlstra

31.08.2023 - 20:41

DROPS Design answered:

Dag Renée,

Dan zou je inderdaad maat L aan kunnen houden. Als je van oversized houdt, kun je maat XL aanhouden.

31.08.2023 - 21:35