DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 42.16€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Mikado Jacket

Gebreid vest met ronde pas in DROPS Sky. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met 2-kleurige Engelse patentsteek en Letse kabels . Maten S - XXXL.

DROPS 216-8
DROPS Design: Patroon nr. sk-097
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS SKY van garnstudio (behoort tot garengroep B)
250-250-300-300-350-350 g kleur 03, lichtbeige
50-50-50-50-50-50 g kleur 17, kerrie
50-50-50-50-50-50 g kleur 12, denimblauw
50-50-50-50-50-50 g kleur 13, licht denimblauw

STEKENVERHOUDING:
21 steken in de breedte en 28 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
20 steken in de breedte en 44 naalden in de hoogte met Engelse patentsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 80 cm voor de boordsteek en Engelse patentsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

DROPS KNOPEN, Eiken NR 503: 8-8-9-9-9-9 stuks.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Sky
DROPS Sky
74% Alpaca, 18% Polyamide, 8% Wol
vanaf 5.27 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 42.16€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4.
Telpatronen A.1 en A.2 worden gebreid in tricotsteek met 2-kleuig patroon
Telpatronen A.3 en A.4 worden gebreid in 2-kleurige Engelse patentsteek.
De telpatronen laten het patroon aan de goede kant zien. Zowel de heengaande als de teruggaande naalden zijn weergegeven.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 133 steken), minus de biezen (dus 10 steken) en deel de overgebleven steken door het aantal te maken meerderingen (dus 14) = 8.78.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer elke 9e steek. Meerder niet op de biezen. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken) maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd op elke markeerdraad; 4 steken gemeerderd op de naald).
Brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor midden onder de mouw):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek.

KNOOPSGAT:
Brei knoopsgaten op de rechter voorbies (als het kledingstuk gedragen wordt). Brei aan de goede kant als er 3 steken over zijn op de naald als volgt: Maak 1 omslag, 2 recht samen en 1 recht. Brei op de volgende naald (verkeerde kant), de omslag recht zodat er een gaatje ontstaat.
Het eerste knoopsgat wordt gebreid als de boordsteek op de hals ongeveer 1½-2 cm meet. Brei dan de 2 volgende met 3 cm ertussen. De andere 5-5-6-6-6-6 knoopsgaten worden gebreid met ongeveer 8½-9-7½-8-8½-8½ cm tussen elk.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant; de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

VEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald vanaf midden voor en van boven naar beneden. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf wordt verder heen en weer gebreid. De mouwen worden in de rondte gebreid met korte rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALS:
Zet 129-133-137-145-151-157 steken op (inclusief 5 voorbiessteken aan elke kant richting midden voor) met rondbreinaald 3 mm en kerrie. Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant).
Ga verder met lichtbeige (knip de kerriedraad af).
Brei nu boordsteek aan de goede kant als volgt:
5 voorbiessteken in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, * 1 recht, 1 averecht *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn op de naald, 1 recht en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Als de hals 1½-2 cm meet brei dan KNOOPSGAT – lees beschrijving hierboven.
Ga verder met de boordsteek voor 7-8-8-9-9-10 cm vanaf de opzetrand.
Ga verder met rondbreinaald 4 mm.

PAS:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht en meerder 14-14-18-18-22-26 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 143-147-155-163-173-183 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht.
Plaats de 5 voorbiessteken op hulpdraden aan elke kant van het werk, zonder ze te breien; het patroon wordt nu op de pas gebreid en de biezen worden achteraf apart gebreid = 133-137-145-153-163-173 steken.
Ga verder met kerrie, knip de lichtbeige draad af.
NAALD 3: Brei recht en meerder 20-20-20-20-26-28 steken verdeeld, zet 1 steek op aan het einde van de naald = 154-158-166-174-190-202 steken.
NAALD 4: Brei recht en zet 1 steek op aan het einde van de naald = 155-159-167-175-191-203 steken.
Als u in patroon breit, worden de steken, die niet in het patroon worden gebreid, in dezelfde kleur gebreid als de eerste steek in het patroon.
NAALD 5: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.1 (= 4 steken) tot er 2 steken over zijn op de naald (= 38-39-41-43-47-50 keer in de breedte), brei de volgende steek op dezelfde manier als de eerste in A.1 en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1 1 keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder als volgt:
Ga verder met kerrie (de lichtbeige draad wordt niet afgeknipt omdat het binnenkort weer gebruikt wordt).
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht en meerder 12-12-14-16-20-28 steken verdeeld = 167-171-181-191-211-231 steken.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht.
NAALD 3: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 0-0-1-0-0-0 steken in tricotsteek, A.2 (= 4 steken) tot er 2-2-3-2-2-2 steken over zijn (= 41-42-44-47-52-57 keer in de breedte), brei de volgende steek op dezelfde manier als de eerste steek in A.2, 0-0-1-0-0-0 steken in tricotsteek en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Als A.2 1 keer in de hoogte is gebreid, meet het werk ongeveer 12-13-13-14-14-15 cm.
Brei tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant en met lichtbeige tot het werk 12-13-13-14-15-17 cm meet.
Ga verder als volgt:
Ga verder met denimblauw (knip de lichtbeige draad af) en ga verder met rondbreinaald 3 mm.
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht.
Als u in patroon breit, worden de steken die niet in het patroon passen, gebreid in dezelfde kleur als de eerste steek in het patroon.
NAALD 3: Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, A.3 (= 2 steken), * A.4 (= 4 steken), A.3 over 8-6-6-6-6-6 steken (= 4-3-3-3-3-3 keer in de breedte) *, brei van *-* tot er 8 steken over zijn (= 13-16-17-18-20-22 keer in de breedte), A.4 over 4 steken, A.3 over 3 steken en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Als A.3 en A.4 klaar zijn in de hoogte zijn er 279-307-325-343-379-415 steken op de naald.
Ga verder met rondbreinaald 4 mm en ga verder met Letse kabels als volgt:
NAALD 1 (= verkeerde kant): brei 1 naald averecht met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant, met denimblauw.
NAALD 2 (= goede kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek met lichtbeige, * 1 recht met lichtbeige, 1 recht met denimblauw *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn, 1 recht met lichtbeige en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek met lichtbeige.
NAALD 3 (= verkeerde kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek met lichtbeige, breng beide draden naar achteren, 1 recht met lichtbeige. Breng de denimblauwe draad onder de lichtbeige draad en brei 1 recht met denimblauw. Ga zo verder met recht, in afwisselend lichtbeige en denimblauw (breng de draad altijd ONDER de draad van de laatste gebreide steek) tot er 1 steek over is en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek met lichtbeige.
NAALD 4 (= goede kant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek met lichtbeige, breng beide draden naar voren (naar u toe), brei 1 averecht en houd de draden op de voorkant.
Breng de denimblauwe draad onder de lichtbeige draad en brei 1 averecht met denimblauw en houd de draden op de voorkant.
Ga zo verder met averecht, in afwisselend lichtbeige en denimblauw (breng de draad ONDER de draad van de laatst gebreide steek) tot er 1 steek over is en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek in lichtbeige.
Het werk meet ongeveer 21-22-22-23-24-26 cm. Ga verder met het werk in tricotsteek en lichtbeige.
Kant beide kantsteken af op het begin van de volgende 2 naalden = 277-305-323-341-377-413 steken. Brei nu de biezen als volgt:

RECHTER VOORBIES:
Plaats de steken op rondbreinaald 4 mm en brei met lichtbeige als volgt:
Brei heen en weer in ribbelsteek maar zet 1 kantsteek op aan het einde van de eerste naald aan de verkeerde kant (richting het voorpand). Als de voorbies dezelfde lengte heeft als de pas, kant dan de kantsteek af op de volgende naald aan de goede kant en plaats de steken op dezelfde naald als de pas.

LINKER VOORBIES:
Plaats de steken op rondbreinaald 4 mm en brei met lichtbeige als volgt:
Brei heen en weer gebreid in ribbelsteek maar zet 1 kantsteek op aan het einde van de eerste naald aan de goede kant (richting het voorpand). Als de voorbies dezelfde lengte heeft als de pas, kant dan de kantsteek af op de volgende naald aan de verkeerde kant, brei 1 naald aan de goede kant en plaats de steken op dezelfde naald als de pas.

PAS:
= 287-315-333-351-387-423 steken.
Ga verder met lichtbeige.
Brei tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant.
De meerderingen zijn klaar in maten S-M-L, maar worden verder gebreid in maten XL-XXL-XXXL.

MATEN XL-XXL-XXXL:
Meerder op de volgende naald aan de goede kant 12-14-12 steken verdeeld = 363-401-435 steken.
Herhaal het meerderen na 2 cm = 375-415-447 steken.

ALLE MATEN:
= 287-315-333-375-415-447 steken. Brei tricotsteek met 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant.
Als het werk 22-24-25-28-29-31 cm meet vanaf de opzetrand, verdeel het werk voor het lijf en de mouwen op de volgende naald als volgt:
Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, 39-44-46-53-59-65 steken in tricotsteek (= voorpand), plaats de volgende 60-64-68-76-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8 steken op onder de mouw, brei 79-89-95-107-119-131 steken in tricotsteek (= achterpand), plaats de volgende 60-64-68-76-84-88 steken op een hulpdraad voor de mouw en zet 8 steken op onder de mouw, brei 39-44-46-53-59-65 steken in tricotsteek en eindig met 5 voorbiessteken in ribbelsteek (= voorpand).

LIJF:
= 183-203-213-239-263-287 steken. Voeg 1 markeerdraad in, 48-53-55-62-68-74 steken vanaf elke kant (= zijkanten van het lijf). Er zijn 87-97-103-115-127-139 steken tussen de hulpdraden op het achterpand. Neem de markeerdraden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het meerderen in de zijkanten.
Ga verder met tricotsteek en 5 voorbiessteken in ribbelsteek aan elke kant.
Als het werk 3 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden (= 4 steken gemeerderd) – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2.
Meerder zo iedere 3-5-4-4-4-3 cm in totaal 7-5-6-6-6-7 keer = 211-223-237-263-287-315 steken.
Als het werk 27-27-28-27-28-28 cm meet vanaf de scheiding, ga dan verder met rondbreinaald 3 mm en brei boordsteek aan de goede kant als volgt:
Brei 5 voorbiessteken in ribbelsteek, * 1 recht, 1 averecht *, brei van *-* tot er 6 steken over zijn, 1 recht en 5 voorbiessteken in ribbelsteek.
Kant af met recht aan de goede kant als de boordsteek 4 cm meet – lees TIP VOOR HET AFKANTEN.
Het vest meet ongeveer 56-58-60-62-64-66 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
De mouw wordt in de rondte gebreid met tricotsteek en lichtbeige.
Plaats de 60-64-68-76-84-88 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 4 mm en neem 1 steek op in elk van de 8 opgezette steken onder de mouw = 68-72-76-84-92-96 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 8 steken onder de mouw; het wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte.
Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad (= 2 steken geminderd) – lees TIP VOOR HET MINDEREN!
Minder zo iedere 2½-2½-2-1½-1½-1 cm in totaal 12-13-14-17-20-21 keer = 44-46-48-50-52-54 steken.
Als het werk 37-36-35-33-32-31 cm meet vanaf de scheiding, brei dan Letse kabels met lichtbeige en denimblauw als volgt:
NAALD 1: * 1 recht met denimblauw, 1 recht met lichtbeige *, brei van *-* tot het einde van de naald.
NAALD 2: Breng beide draden naar de voorkant van het werk (naar u toe). Breng de denimblauwe draad naar achteren, brei 1 averecht en breng de draad terug naar de voorkant.
Breng de lichtbeige draad onder de denimblauw draad en dan naar achteren, brei 1 averecht en breng de draad terug naar de voorkant. Ga zo verder met averecht met afwisselend denimblauw en lichtbeige (breng de draad ONDER de draad van de laatst gebreide steek).
NAALD 3: Brei op dezelfde manier als naald 2 maar breng altijd de draad OVER de draad van de laatst gebreide steek.
Brei 2 naalden tricotsteek.
Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei boordsteek (= 1 recht, 1 averecht) over alle steken.
Kant af met recht als de boordsteek 4 cm meet.
De mouw meet ongeveer 42-41-40-38-37-36 cm vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de biezen tot de pas, aan de binnenkant van de 1 kantsteek.
Naai de knopen op de linker voorbies.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.09.2020
Correctie in een van de symboolverklaringen: averecht aan de goede kant met kerrie

Telpatroon

symbols = maak 1 omslag, haal 1 steek averecht af
symbols = brei de omslag en de steek recht samen
symbols = brei de omslag en de steek averecht samen
symbols = brei 5 steken in de rechte steek en de omslag als volgt: brei de omslag en de steek recht samen, maar laat ze niet van de naald af glijden, * maak 1 omslag en brei de omslag en de steek opnieuw recht samen zonder ze van de naald af te laten glijden *, brei van *-* in totaal 2 keer, laat dan de steken van de linker naald af glijden = 5 steken
symbols = averecht aan de goede kant met kerrie
symbols = recht
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met lichtbeige
symbols = averecht op de verkeerde kant met licht denimblauw
symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant met denimblauw
symbols = brei aan de goede kant met licht denimblauw
symbols = brei aan de goede kant met kerrie
symbols = brei aan de verkeerde kant met licht denimblauw
symbols = brei aan de verkeerde kant met kerrie
symbols = brei aan de verkeerde kant met denimblauw
symbols = brei aan de goede kant met denimblauw
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 216-8

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (33)

country flag Mary Catherine Searle wrote:

Knitting the English rib on this jacket there is no mention of sliding stitches across needle as you do in the urban jacket. So should I be doing this for the mikado jacket? Thank you

12.09.2023 - 18:24

country flag Mary Catherine Searle wrote:

Knitting the English rib on this jacket there is no mention of sliding stitches across needle as you do in the urban jacket. So should I be doing this for the mikado jacket? Thank you

12.09.2023 - 18:23

DROPS Design answered:

Dear Mrs Searle, on the mikado jacket you will just work a part of yoke with English rib - as shown in diagram A.3 and A.4, ie you will alternately slip the stitches making a yarn over or knit/purl this stitch together with its yarn over. Or maybe I misunderstood your question?

13.09.2023 - 08:24

country flag Eva Albinsson wrote:

Hur läser jag diagram A3 och A4 ? A3 = 2 maskor A4 = 4 maskor, varför är det symboler vid sidorna om diagrammet? Mvh Eva

25.07.2023 - 19:04

DROPS Design answered:

Hei Eva Denne jakken strikkes med 2-farget helpatent. De ikonene du ser på hver side av diagram A.3 og A.4 forteller deg hvilken farge du skal strikke med og om det er fra retten eller vrangen. Når du strikker 1.rad av A.3, strikker du fra retten med lys jeansblå slik: 1 rett + lag 1 kast om høyre pinne, løft 1 maske løs over på høyre pinne som om den skulle strikkes vrang. Når du skal strikke videre med A.4 strikker du fremdeles fra retten med lys jeansblå. Når 1. rad er ferdigstrikket skal du fortsette å strikke fra retten (skyv maskene på pinne tilbake), strikk A.3 fra retten med fargen karri. Rad 3 og 4 strikkes fra vrangen, rad 5 og 6 fra retten igjen, osv.

28.07.2023 - 10:27

country flag Judith Goodison wrote:

I am trying to follow the diagram for A4 and A3 but in the symbol instructions some of the symbols say for example, "Work in Light Jeans from wrong side" but i am on a RS row - how can I do this? I am using a circular need to accommodate my stitches, but working as I would on normal needles. Also, the instructions say for example " Knit together the yarn over and stitch" is this 1 or 2 instructions? EG "knit 2 together by placing yarn over and stitch"

12.06.2023 - 14:48

DROPS Design answered:

Dear Mrs Goodison, when working English rib with 2 colours, you will work alternately 2 rows from RS (first with one colour, then with the 2nd colour) and 2 rows from WS (first with one colour then with the 2nd colour). In this video, we show how to work English rib with 2 colours, it should help you understanding how to work the symbols (knit tog yarn over and stitch is just 1 instructions, see video). Happy knitting!

12.06.2023 - 15:53

country flag Erin G wrote:

I am knitting 216-8. When reading from the diagram there is a solid black squares with instructions “purl together the yarn over and stitch”. Do I purl these stitches together regardless of whether I am on a RS or RS row or do I need to switch to knit together? Thank you

06.11.2022 - 16:29

DROPS Design answered:

Dear Erin, you always purl them together, regardless of the side you are working on, since there is another symbol for knitting the yarn over and stitch together. Happy knitting!

06.11.2022 - 23:33

country flag Eva wrote:

Hej mönster A4 i patent är ju alla varv från rätsida hur stickar man avigsidan

14.03.2022 - 12:38

DROPS Design answered:

Hei Eva. De 2 første pinnnene i diagram A.4 strikkes fra retten (se digramforklaringen, sort og hvit diamant ikon), mens 3. og 4. pinne strikkes fra vrangen (se diagramforklaringen, sort og hvit stjerne ikon). Altså strikk 1. pinne fra retten med lys jeansblå og når pinnen er strikket ut, skyv maskene tilbake og strikk neste pinne (2. pinne) også fra retten, men denne gangen med fargen karri. mvh DROPS Design

21.03.2022 - 11:51

country flag Draye Julia wrote:

Bonjour Quand A3 et A4 sont terminés je commence la tresse lettone mais faut-il compter les jetés effectués au dernier rang ? faut-il les tricoter car j’ai effectivement 325 mailles mais avec les jetés cela fait beaucoup plus je vous remercie de votre superbe modèle Julia

20.12.2021 - 19:53

DROPS Design answered:

Bonjour Julia, les jetés des mailles glissées ne comptent pas comme des mailles car ils appartiennent à la maille glissée, si vous avez 325 mailles en taille L, vous avez le bon nombre de mailles, au 1er rang de la tresse lettone, tricotez (en bleu jeans) 1 rang envers sur l'envers avec 1 maille lisière au point mousse de chaque côté et tricotez ainsi ensemble à l'envers les jetés avec leur maille glissée (il doit vous rester 325 m à la fin de ce rang). Bon tricot!

21.12.2021 - 07:18

country flag Draye wrote:

Bonjour excusez-moi je ne comprends pas le rang 5 du diagramme A4 le carré avec La Croix au milieu existe t’il une vidéo merci bcp pour le modèle 216-8

10.12.2021 - 09:36

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Draye, tout à fait, cette vidéo montre comment tricoter 5 fois la même maille pour augmenter 4 mailles dans des côtes anglaises bicolores. Bon tricot!

10.12.2021 - 11:32

country flag Robyn wrote:

I am knitting another Drops cardigan at the moment (La Belle) and am hoping to make this one as well. I was wondering if the wool requirements on this pattern are correct as the other cardigan with the same dimensions is listed as needing a lot more wool than this one.

28.11.2021 - 05:51

DROPS Design answered:

Dear Robyn, you need to take into account that the yarns have different yardage. DROPS Karisma has almost half the yardage of DROPS Sky so, even though they belong to the same yarn group, you will need less balls of Sky to make the cardigan. Happy knitting!

28.11.2021 - 19:15

country flag Julia Draye wrote:

Bonjour je réalise le modèle 216.8 J’ai terminé les deux rangs en bleue jeans foncés je suis arrivée au début du diagramme quelle est la couleur employée je vous remercie bcp Julia

10.11.2021 - 13:29

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Draye, les couleurs à tricoter dans A.3 et A.4 sont indiquées par les losanges blancs/noir à droite et les étoiles blanches/noires à gauche de A.3 (selon que le rang se tricote sur l'endroit ou sur l'envers), autrement dit, le 1er rang se tricote sur l'endroit en bleu jeans clair, le 2ème rang sur l'endroit en curry etc.. bon tricot!

11.11.2021 - 08:49