DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 2.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Lunar Tides

Gebreide trui met ronde pas in DROPS Baby Merino. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met korte mouwen en kantpatroon, ribbelsteek en verkorte toeren. Maten S - XXXL.

DROPS 211-11
DROPS Design: Patroon nr. bm-075
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BABY MERINO van garnstudio (behoort tot garengroep A)
350-400-400-450-500-550 kleur 01, wit

STEKENVERHOUDING:
23 steken in de breedte en 30 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de randen in ribbelsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Baby Merino
DROPS Baby Merino
100% wol
vanaf 2.90 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 20.30€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel in de hoogte = 2 naalden; Brei 1 naald recht en 1 naald averecht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 106 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 14) = 7.57.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na afwisselend elke 7e en 8e steek (ongeveer). Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken) maak 1 omslag (= 2 steken gemeerderd op elke markeerdraad; 4 steken gemeerderd op de naald).
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt, kunt u afkanten met een naald in een maat groter. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elk 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant en de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt van boven naar beneden gebreid. De hals wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald. Dan worden er verkorte toeren heen en weer gebreid in delen met kantpatroon en ribbelsteek. Er worden totaal 6 delen gebreid; 3 met ribbelsteek en 3 met kantpatroon. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen, welke daarna apart verder worden gebreid. Het lijf wordt verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De randen van de mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop.

HALS:
Zet 106-110-115-122-127-134 steken op met rondbreinaald 3 mm en Baby Merino. Brei 2 RIBBELS in de rondte – lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 3.5 mm, brei 1 ribbel in de rondte en meerder 14-15-15-8-13-16 steken verdeeld op de naald – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 = 120-125-130-130-140-150 steken.

PAS:
De pas wordt verder heen en weer gebreid in delen, met verkorte toeren in ribbelsteek en kantpatroon als volgt:

DEEL 1 (met kantpatroon):
NAALD 1: Brei recht.
NAALD 2: Brei recht en voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald; deze markeerdraad wordt gebruikt wanneer u verkorte toeren breit.
NAALD 3: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 0-1-0-0-0-0 steken over zijn en eindig met 0-1-0-0-0-0 recht.
NAALD 4: Brei recht.
Brei nu deel 1 met verkorte toeren heen en weer gebreid in kantpatroon als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): * 2 recht samen, 1 omslag * , brei van *-* tot er 6-7-6-6-6-6 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 115-120-125-125-135-145 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 5 steken over zijn voor de markeerdraad (= 110-115-120-120-130-140 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 12-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad, 2-1-2-2-2-2 recht (= 105-110-115-115-125-135 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4: Brei averecht tot er 10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 100-105-110-110-120-130 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 16-17-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 95-100-105-105-115-125 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6: Brei averecht tot er 15 steken over zijn voor de markeerdraad (= 90-95-100-100-110-120 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 7: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 22-21-22-22-22-22 steken over zijn voor de markeerdraad, 2-1-2-2-2-2 recht (= 85-90-95-95-105-115 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 8: Brei averecht tot er 20 steken over zijn voor de markeerdraad (= 80-85-90-90-100-110 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei steeds 5 steken minder elke keer dat u het werk keert. De kantnaalden moeten boven elkaar verder gaan in de hoogte, dus begin iedere andere kantnaald met 1 recht en eindig met 2-1-2-2-2-2 recht en begin de volgende naald met kantpatroon en eindig met 1-2-1-1-1-1 recht.
Ga zo verder tot u 1 naald heeft gebreid over de laatste 10-15-10-10-10-10 steken aan de verkeerde kant (= 12-12-13-13-14-15 naalden van gaatjes op zijn wijdst).
Brei het einde van de laatste naald aan de verkeerde kant averecht; dus brei de overgebleven 55-55-60-60-65-70 steken averecht tot de markeerdraad, keer het werk.
NAALD 1. *5 recht, 1 omslag * brei van *-* de hele naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 144-150-156-156-168-180 steken.
NAALD 2: Averecht (de omslagen worden averecht gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen).
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

DEEL 2 (met ribbelsteek):
Knip de draad af.
Zet 72-75-78-78-84-90 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u ze averecht gaat breien. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald).
Deel 2 wordt verder gebreid vanaf de markeerdraad.
NAALD 1: * Brei 6-6-3-3-3-3 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-52-52-56-60 steken gemeerderd) = 168-175-208-208-224-240 steken.
NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen).
Brei 1 ribbel.
Brei nu deel 2 met verkorte toeren heen en weer gebreid in RIBBELSTEEK – lees beschrijving hierboven, als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 7-7-8-8-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad (= 161-168-200-200-216-232 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 7-7-8-8-8-8 steken over zijn voor de markeerdraad (= 154-161-192-192-208-224 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3: Brei recht tot er 14-14-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 147-154-184-184-200-216 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4: Brei recht tot er 14-14-16-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 140-147-176-176-192-208 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5: Brei recht tot er 21-21-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 133-140-168-168-184-200 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6: Brei recht tot er 21-21-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 126-133-160-160-176-192 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei 7-7-8-8-8-8 steeds steken minder elke keer dat u het werk keert tot u 1 naald heeft gebreid over de laatste 14-21-16-16-16-16 steken aan de verkeerde kant.
Brei recht tot het einde van de laatste naald aan de verkeerde kant, dus brei de overgebleven 77-77-96-96-104-112 steken tot de markeerdraad, keer het werk.
Ga verder in de rondte als volgt:
Begin op de markeerdraad (= begin van de naald).
NAALD 1: * Brei 7-7-8-8-8-8 recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag boven het punt waar u bij de verkorte naald keerde) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 192-200-234-234-252-270 steken.
NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen).

DEEL 3 (met kantpatroon):
Knip de draad af.
Zet 96-100-117-117-126-135 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u ze averecht breit. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 3 wordt verder vanaf de markeerdraad gebreid.
Ga verder in de rondte als volgt:
NAALD 1: * Brei 8-8-9-9-9-9 steken recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 216-225-260-260-280-300 steken.
NAALD 2: Brei recht (de omslagen worden gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen).
NAALD 3: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 0-1-0-0-0-0 steken over zijn, eindig met 0-1-0-0-0-0 recht.
NAALD 4: Recht.
Brei nu deel 3 met verkorte toeren heen en weer gebreid in kantpatroon als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei 0-0-1-1-1-1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 10-11-11-11-11-11 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 207-216-250-250-270-290 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 9-9-10-10-10-10 steken over zijn voor de markeerdraad (= 198-207-240-240-260-280 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 20-19-21-21-21-21 steken over zijn voor de markeerdraad, 2-1-1-1-1-1 recht (= 189-198-230-230-250-270 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4: Brei averecht tot er 18-18-20-20-20-20 steken over zijn voor de markeerdraad (= 180-189-220-220-240-260 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5: Brei 0-0-1-1-1-1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 28-29-31-31-31-31 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 171-180-210-210-230-250 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6: Brei averecht tot er 27-27-30-30-30-30 steken over zijn voor de markeerdraad (= 162-171-200-200-220-240 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 7: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 38-37-41-41-41-41 steken over zijn voor de markeerdraad, 2-1-1-1-1-1 recht (= 153-162-190-190-210-230 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 8: Brei averecht tot er 36-36-40-40-40-40 steken over zijn voor de markeerdraad (= 144-153-180-180-200-220 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei steeds 9-9-10-10-10-10 steken minder elke keer dat u het werk keert.
De kantnaalden moeten boven elkaar doorlopen in de hoogte, dus begin iedere andere kantnaald met 0-0-1-1-1-1 recht en eindig met 1-2-1-1-1-1 recht en de volgende kantnaald begint met 1 recht en eindigt met 2-1-1-1-1-1 recht.
Ga zo verder tot u 1 naald heeft gebreid over de laatste 18-27-20-20-20-20 steken aan de verkeerde kant (= 12-12-13-13-14-15 naalden van gaatjes op zijn wijdst).
Brei averecht tot het einde van de naald, dus brei de overgebleven 99-99-120-120-130-140 steken averecht tot de markeerdraad, keer het werk.
Ga verder in de rondte als volgt:
NAALD 1: * Brei 9-9-10-10-10-10 steken recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag boven waar de verkorte naald gekeerd was) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 240-250-286-286-308-330 steken.
NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen).

DEEL 4 (met ribbelsteek):
Knip de draad af.
Zet 120-125-143-143-154-165 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u deze averecht gaat breien. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 4 wordt verder gebreid vanaf de markeerdraad.
NAALD 1: * 10-10-11-11-11-11 recht, 1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 264-275-312-312-336-360 steken.
NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen). Brei 1 ribbel.
Brei nu deel 4 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 11-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad (= 253-264-300-300-324-348 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 11-11-12-12-12-12 steken over zijn voor de markeerdraad (= 242-253-288-288-312-336 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3: Brei recht tot er 22-22-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 231-242-276-276-300-324 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4: Brei recht tot zijn er 22-22-24-24-24-24 steken over zijn voor de markeerdraad (= 220-231-264-264-288-312 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5: Brei recht tot er 33-33-36-36-36-36 steken over zijn voor de markeerdraad (= 209-220-252-252-276-300 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6: Brei recht tot er 33-33-36-36-36-36 steken over zijn voor de markeerdraad (= 198-209-240-240-264-288 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei steeds 11-11-12-12-12-12 minder steken elke keer dat u het werk keert tot u 1 naald over de laatste 22-33-24-24-24-24 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid.
Brei recht tot het einde van laatste naald aan de verkeerde kant, dus brei de overgebleven 121-121-144-144-156-168 steken tot de markeerdraad, keer het werk.
Ga verder in de rondte als volgt:
Begin op de markeerdraad (= begin van de naald).
NAALD 1: * 11-11-12-12-12-12 recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag boven waar de verkorte toer gekeerd was) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 288-300-338-338-364-390 steken.
NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen).

DEEL 5 (met kantpatroon):
Knip de draad af.
Zet 144-150-169-169-182-195 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u averecht gaat breien. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 5 wordt verder vanaf de markeerdraad gebreid.
Ga verder in de rondte als volgt:
NAALD 1: * 288-12-13-13-13-13 recht, 0-1-1-1-1-1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 0-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 288-325-364-364-392-420 steken.
NAALD 2: Brei recht (de omslagen worden gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen).
NAALD 3: * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 0-1-0-0-0-0 steken over zijn, eindig met 0-1-0-0-0-0 recht.
NAALD 4: Recht.
Brei nu deel 5 met verkorte toeren heen en weer gebreid in kantpatroon als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): 1 recht-0-1-1-1-1, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 13-15-15-15-15-15 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 276-312-350-350-378-406 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei averecht tot er 12-13-14-14-14-14 steken over zijn voor de markeerdraad (= 264-299-336-336-364-392 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 25-27-29-29-29-29 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 recht (= 252-286-322-322-350-378 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4: Brei averecht tot er 24-26-28-28-28-28 steken over zijn voor de markeerdraad (= 240-273-308-308-336-364 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5: 1-0-1-1-1-1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er 37-41-43-43-43 steken over zijn voor de markeerdraad, 1-2-1-1-1-1 recht (= 228-260-294-294-322-350 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6: Brei averecht tot er 36-39-42-42-42-42 steken over zijn voor de markeerdraad (= 216-247-280-280-308-336 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 7: 1 recht, * 2 recht samen, 1 omslag *, brei van *-* tot er zijn 49-53-57-57-57-57 steken over zijn voor de markeerdraad, 1 recht (= 204-234-266-266-294-322 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 8: Brei averecht tot er 48-52-56-56-56-56 steken over zijn voor de markeerdraad (= 192-221-252-252-280-308 steken gebreid), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei steeds 12-13-14-14-14-14 minder steken elke keer dat u het werk keert.
De kantnaalden moeten boven elkaar verder lopen in de hoogte, dus begin iedere andere kantnaald met 1-0-1-1-1-1 recht en eindig met 1-2-1-1-1-1 recht en de volgende kantnaald begint met 1 recht en eindigt met 1 recht.
Ga zo verder tot u 1 naald over de laatste 24-39-28-28-28-28 steken aan de verkeerde kant heeft gebreid (= 12-12-13-13-14-15 naalden van gaatjes op zijn wijdst).
Brei averecht tot het einde van de laatste naald, dus brei averecht over de overgebleven 132-143-168-168-182-196 steken tot de markeerdraad, keer het werk.
Ga verder in de rondte als volgt:
NAALD 1: * 12-13-14-14-14-14 recht, 1 omslag (dus maak 1 omslag boven waar de verkorte naald gekeerd was) * brei van *-* tot het einde van de naald (= 24-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 312-350-390-390-420-450 steken.
NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid gebreid om gaatjes te voorkomen).

DEEL 6 (met ribbelsteek):
Knip de draad af.
Zet 156-175-195-195-210-225 steken van de linker naald op de rechter naald alsof u ze averecht gaat breien. Voeg hier een markeerdraad in (= begin van de naald). Deel 6 wordt verder vanaf de markeerdraad gebreid.
NAALD 1: * 312-350-390-15-15-15 recht, 0-0-0-1-1-1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 0-0-0-26-28-30 steken gemeerderd) = 312-350-390-416-448-480 steken.
NAALD 2: Brei averecht (de omslagen worden gedraaid averecht gebreid om gaatjes te voorkomen).
Brei 1 ribbel.
Brei nu deel 6 met verkorte toeren heen en weer gebreid in ribbelsteek als volgt:
NAALD 1 (= goede kant): Brei recht tot er 13-14-15-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 299-336-375-400-432-464 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 2 (= verkeerde kant): Brei recht tot er 13-14-15-16-16-16 steken over zijn voor de markeerdraad (= 286-322-360-384-416-448 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 3: Brei recht tot er 26-28-30-32-32-32 steken over zijn voor de markeerdraad (= 273-308-345-368-400-432 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 4: Brei recht tot er 26-28-30-32-32-32 steken over zijn voor de markeerdraad (= 260-294-330-352-384-416 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 5: Brei recht tot er 39-42-45-48-48-48 steken over zijn voor de markeerdraad (= 247-280-315-336-368-400 steken), keer het werk, trek de draad aan.
NAALD 6: Brei recht tot er 39-42-45-48-48-48 steken over zijn voor de markeerdraad (= 234-266-300-320-352-384 steken), keer het werk, trek de draad aan.
Ga zo verder, dus brei steeds 13-14-15-16-16-16 steken minder elke keer dat u het werk keert tot u 1 naald heeft gebreid over de laatste 26-42-30-32-32-32 steken aan de verkeerde kant.
Brei recht tot het einde van laatste naald, dus brei de overgebleven 143-154-180-192-208-224 steken recht tot de markeerdraad, keer het werk.
Ga verder in de rondte als volgt:
Begin op de markeerdraad (= begin van de naald).
NAALD 1: Recht.
NAALD 2: Averecht.
Het werk meet ongeveer 23-23-25-25-27-28 cm op het kortste punt (gemeten vanaf de opzetrand). Brei ribbelsteek tot het werk 23-24-25-27-29-31 cm meet vanaf de opzetrand.
Knip de draad af. Verplaats de naald 33-37-41-43-44-46 steken terug (dus zet de laatste 33-37-41-43-44-46 steken van de rechter naald (= helft van de mouw) averecht op de linker naald, voeg hier 1 markeerdraad in = begin van de naald).
Deel het werk als volgt op:
Plaats de eerste 66-74-82-86-88-92 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw, brei de volgende 90-101-113-122-136-148 steken recht (= voorpand), plaats de volgende 66-74-82-86-88-92 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 8-8-10-10-12-12 steken op onder de mouw, brei de laatste 90-101-113-122-136-148 steken (= achterpand)

LIJF:
= 196-218-246-264-296-320 steken.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 8-8-10-10-12-12 nieuwe steken onder elke mouw en verplaats het begin van de naald naar een van de markeerdraden. Neem de draden mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het meerderen.
Pas aan zodat u minimaal 3 ribbels heeft gebreid na het kantpatroon op de pas. U kunt indien nodig verder gaan met de ribbels op het lijf.
Ga verder in de rondte met tricotsteek. Als het lijf 3 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4-4-8-6-8-6 cm in totaal 6-6-3-4-3-4 keer = 220-242-258-280-308-336 steken. Ga verder met tricotsteek tot het lijf 30-30-31-31-31-31 cm meet vanaf de scheiding. Ga verder met rondbreinaald 3 mm en brei 3 cm ribbelsteek. Kant af met recht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN!

MOUW RAND:
Plaats de 66-74-82-86-88-92 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 3.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 8-8-10-10-12-12 opgezette steken onder de mouw = 74-82-92-96-100-104 steken.
Brei 2 RIBBELS in de rondte. Kant af met recht. Brei de andere mouwrand op dezelfde manier.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 17.08.2020
Correctie: DEEL 6 (met ribbelsteek): NAALD 1: *312-350-390-15-15-15 recht, 0-0-0-1-1-1 omslag*, brei van *-* tot het einde van de naald (= 0-0-0-26-28-30 steken gemeerderd) = 312-350-390-416-448-480 steken.
Gewijzigd online: 05.11.2020
CorrectieL DEEL 5 (met kantpatroon) NAALD 1: * 288-12-13-13-13-13 recht, 0-1-1-1-1-1-1 omslag *, brei van *-* tot het einde van de naald (= 0-25-26-26-28-30 steken gemeerderd) = 288-325-364-364-392-420 steken.

Telpatroon

symbols = delen 1 tot 6 – zie informatie in de tekst
symbols = breirichting
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 211-11

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (76)

country flag Anna wrote:

Dzień dobry\r\nNie bardzo rozumiem o co chodzi w zapisie we wzorze Lunar Tides\r\nTYŁ & PRZÓD:\r\n\"Dopasować przerabiając co najmniej 3 ściągacze francuskie za ściegiem ażurowym karczku, dalej przerabiać tył/przód ściegiem francuskim jeśli jest taka potrzeba, aż będą 3 ściągacze francuskie.\"\r\nPrzecież 6 sekcja kończy się ściegiem francuskim więc skąd te 3 ściągacze francuskie za ściegiem ażurowym? Proszę o wyjaśnienie\r\nAnna Cierniak

22.04.2024 - 12:06

DROPS Design answered:

Witaj Aniu, to musi być jakaś pomyłka. Sprawdzimy to i naniesiemy korektę. Jak osiągniesz odpowiednie wymiary, dalej przerabiaj dżersejem wg opisu. Dziękujemy za zwrócenie uwagi i pozdrawiamy!

22.04.2024 - 13:04

country flag Bethina Lundberg wrote:

Jeg er vild med blusen, men er gået i stå ved hulmønstret 😐. Når jeg skal lave vendepindene, skal jeg så starte med, at tage 1.maske løs af og føre tråden med bagover, som der er vist på en video, for at undgå, at der kommer et hul ved vendingen ?. For det kan jeg jo ikke gøre, når jeg feks skal starte med, at strikke 2 ret sammen ?

24.09.2023 - 20:59

DROPS Design answered:

Hej Bethina, der er flere måder at strikke vendepinde på, men følg opskriften så du har det rigtige antal masker når du vender :)

05.10.2023 - 08:47

country flag Melanie wrote:

Guten Morgen, habe ich die Anleitung richtig verstanden wenn zum Beispiel bei der 2. Zacke ich alle verkürzten Reihen gestrickt habe, ich in der "Mitte" noch 16 rechte Maschen habe, die nicht verkürzt gestrickt werden. Also ich stricke die letzte verkürzte Reihe, habe 16 rechte Maschen, wende und stricke dann über alle Maschen rechts bis zum maschenmarkierer? Vielen Dank

16.07.2023 - 08:42

DROPS Design answered:

Liebe Melanie, bei der 2. Zacke stricken Sie beidseitig immer weniger Maschen (verkürzten Reihen) bis Sie 16 Maschen gestrickt haben - dann stricken Sie wieder in der Runde. Viel Spaß beim stricken!

27.07.2023 - 11:03

country flag Regina wrote:

Danke, meine Frage hat sich erledigt und kann gern gelöscht werden.

23.06.2023 - 07:18

country flag Regina wrote:

In der Anleitung steht bei der 1. Zacke zur 5. Reihe: 5. REIHE: * 2 Maschen rechts zusammenstricken, 1 Umschlag * , von *-* wiederholen bis noch 16-17-16-16-16-16 Maschen. Wenn ich das richtig verstanden habe, werden für die Zacken die Reihen auf jeder Seite um 5 Maschen verkürzt. Dann passen diese Zahlen nicht, oder übersehe ich hier etwas?

19.06.2023 - 12:01

country flag Louise Tremblay wrote:

Il semble y avoir une erreur sur la version en français à la section 2 rang 2, il est mentionné de tricoter à l'envers mais en anglais c'est indiquer à l'endroit

11.06.2023 - 01:38

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Tremblay, sauf erreur de ma part, le rang 2 de la section 2 se tricote bien à l'endroit sur l'envers, je cite: SECTION-2 (point mousse):....RANG 2 (= sur l'envers): Tricoter à l'endroit jusqu'à.... Pensiez-vous peut-être à un autre endroit? Bon tricot!

12.06.2023 - 09:22

country flag Jana wrote:

Urobila som 1.úsek ažurovým vzorom , potom v 1.kruhovej rade som nahodila 28 ok ( veľkosť XXL), spolu 268 ok, 2.rada. obratko. 2.úsek vrubkovým vzorom - odložených 84 ok sejmeme obratce z levé na pravú jehlici ? neviem kde sa zobrali tie odložené očká, keď som predtým urobila celú kruhovú radu 268 ok, žiadne oká som neodkladala. Prosím o radu

10.06.2023 - 15:54

DROPS Design answered:

Dobrý den, Jano. Díky za upozornění - v návodu byla chybná formulace (nyní opraveno). V kruhové řadě máme po dokončení 1. úseku a závěrečném přidání ok 168 ok (vel XXL). 2. úsek začínáme tím, že posuneme začátek kruhové řady - proto přesuneme, sejmeme, uvedený počet ok na pravou jehlici (oka nepleteme). Hodně zdaru! Hana

10.06.2023 - 20:00

country flag Mary wrote:

In looking at the picture of the pattern, I think I’d like to do only 2 lace sections. Is this possible. How much longer would the body of the top have to be?

08.05.2023 - 00:49

DROPS Design answered:

Dear Mary, we are unfortunately not able to adjust every pattern to every request, please feel free to ask your yarn store (even per mail or telephone) or any knitting forum for any individual assistance. Thanks for your comprehension.

08.05.2023 - 09:33

country flag Ilona Haverkate wrote:

Klopt het gewicht dat nodig is, want ik brei nu patroon 210-37 (smell the rain) met 3/4 mouw en een ribpatroon daar heb ik 350 gram voor nodig. En dat klopt. Dit patroon -lunar tides heeft bijna geen mouwtjes. 400 gram kijkt me zoveel.

20.04.2023 - 17:53

DROPS Design answered:

Dag Ilona,

Ja, de hoeveelheid garen zou moeten kloppen.

20.04.2023 - 20:43

country flag Sylvie Gingras wrote:

Bonjour quand on tourne et serre le fil. Le rang suivant est-ce la maille serrée est considéré comme une maille qu'il faut en double ou simple car dans section 1 au rang 3 et 4 le nombre de maille tricotée ne fonctionne pas. Merci

01.04.2023 - 19:46

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Gingras, la première maille tricotée doit être la dernière des mailles tricotée au rang précédent. Le nombre de mailles doit correspondre à chaque fois, par ex au tour 3 section 1, vous avez un nombre pair de mailles sauf en taille M, donc vous répéterez (2 m ens à l'end, 1 jeté) pour toutes les tailles et terminerez par 1 m end en taille M. Bon tricot!

11.04.2023 - 10:18