DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 3.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 211-25
DROPS design: Patroon nr. l-157
Garengroep C of A + A
----------------------------------------------------------

MAAT:
Diameter van de halve cirkel: ongeveer 35 cm Hoogte zonder band: ongeveer 30 cm Band: ongeveer 40 cm.

MATERIAAL:
DROPS BOMULL-LIN van garnstudio (behoort tot garengroep C)
200 g kleur 03, lichtbeige

Of gebruik:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
250 g kleur 26, beige

STEKENVERHOUDING:
14 stokjes in de breedte en 8½ toeren in de hoogte = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 5 mm
De haaknaald is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, haak dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Bomull-Lin
DROPS Bomull-Lin
53% katoen, 47% linnen
vanaf 3.10 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 12.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatroon A.1, A.2 en A.3 (A.w tot A.z laat zien hoe toeren in A.2 en A.3 beginnen en eindigen).

HAAKTIP (geldt voor lossen):
1 losse zou even lang moeten zijn als 1 vaste/stokje/dubbel stokje in de breedte. Zorg ervoor dat u de lus die u maakt bij de losse, opgehaald wordt om te voorkomen dat het te strak wordt. Als de lossen te strak worden gehaakt, gaat het patroon trekken in de delen waar veel lossen zitten.

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van iedere toer met vasten haakt u 1 losse, deze losse vervangt de eerste vaste, dus sla de eerste steek op de vorige toer over. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer.
Op het begin van iedere toer met stokje haakt u 3 lossen, deze 3 lossen vervangen het eerste stokje, dus sla 1 stokje van de vorige toer over. Eindig de toer met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer.

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, tel het totaal aantal steken waarover minderingen gemaakt moeten worden (dus 110 steken), en deel door het aantal te maken minderingen (dus 10 steken) = 11.
In dit voorbeeld mindert u door iedere 10e en 11e vaste samen te haken als volgt: voeg de haaknaald door de volgende steek, haal het garen op, voeg de haaknaald door de volgende steek, haal het garen op, maak 1 omslag en haal het garen door alle 3 lussen op de haaknaald (= 1 steek geminderd).

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

TAS - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Haak de tas heen en weer in 2 delen die eruit zien als halve cirkels. Naai deze 2 delen samen over de buitenste ronding. Haak dan een rand rondom de opening op de bovenkant van de tas tot de gewenste afmetingen. Haak tot slot een hengsel. Haak het hengsel heen en weer en hecht het aan elke kant op de opening.

HALVE CIRKEL:
Begin met haaknaald 5 mm met Bomull-Lin of Paris, haak 5 lossen en vorm een ring met 1 halve vaste in de eerst gehaakte losse - lees HAAKTIP!
Haak telpatroon A.1 (A.1 = 1 toer aan de goede kant en 1 toer op de verkeerde kant).
Als de twee toeren in A.1 zijn gehaakt, haak dan de volgende toer als volgt: Haak A.w over eerste steek (A.w laat zien hoe de toer begint aan de goede kant en eindigt op de verkeerde kant), haak telpatroon A.2 7 keer in totaal in de breedte, en eindig met A.x over de laatste steek (A.x laat zien hoe de toer eindigt aan de goede kant en begint op de verkeerde kant).
Als A.2 gehaakt is in de hoogte, zijn er 42 lossenlussen op de toer.
Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de toer – meet later het werk vanaf deze markeerdraad.
Haak nu, wat de onderkant van de tas wordt, dus haak A.y over de eerste steek, haak A.3 21 keer in totaal in de breedte en eindig met A.z over de laatste steek. Hecht af als A.3 is gehaakt. Haak een andere halve cirkel op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de twee halve cirkels samen over de buitenste ronding - naai rand tegen rand met kleine, nette steken.

RAND RONDOM DE OPENING:
Begin op de naad aan een kant van de tas, haak 1 halve vaste, haak 3 lossen (staat gelijk aan 1 stokje), en haak dan 109 stokjes rondom de rand op de bovenkant van de tas (om een gelijkmatige verdeling van de stokjes te krijgen, haakt u ongeveer 2 stokjes om ieder stokje en 1 stokje om iedere vaste) = 110 stokjes.
Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN en haak in de rondte als volgt:
TOER 1: Haak 1 vaste in ieder stokje.
TOER 2: Haak 1 stokje in iedere vaste.
Herhaal toer 1 en 2 tot het werk ongeveer 28 cm meet vanaf de markeerdraad.
Haak 1 toer met vasten en minder tegelijkertijd 10 vasten verdeeld - lees TIP VOOR HET MINDEREN en ongeveer 100 vasten. Haak dan vasten in de rondte voor 2 cm, met 1 vaste in iedere steek. Knip en hecht het garen af. De tas meet ongeveer 30 cm vanaf de markeerdraad.

BAND:
Begin aan een kant op de tas, en haak 1 vaste in elk van de middelste 8 vasten in de zijkant. Haak vasten heen en weer gehaakt over deze 8 vasten tot de band ongeveer 40 cm meet (of de gewenste lengte).
Hecht het bandje aan op de tegenovergestelde kant van de tas met 1 vaste in elk van de middelste 8 vasten in de zijkant (haak door beide lagen). Hecht af.

Telpatroon

symbols = Begin hier: Haak 5 lossen en vorm 1 ring met 1 halve vaste in de eerst gemaakte losse. Ga verder op het symbool over de punt op de cirkel, en haak richting links.
symbols = 1 losse, als u op het einde van de haaknaald haakt is de losse vaak te strak. 1 losse zou ongeveer even lang moeten zijn als 1 stokje breed is
symbols = 1 halve vaste in de 4e losse op de 1e toer / in 1e losse op 2e toer.
symbols = 1 vaste in de losse/lossenlus
symbols = 1 dubbel stokje om de lossenring
symbols = op het begin van de toer vervangt u het eerste stokje met 3 lossen
symbols = 1 stokje om de losse
symbols = 1 stokje in de steek
symbols = op het begin van de toer vervangt u de eerste steek met 1 losse
symbols = 1 vaste in de steek
symbols = Haak 2 stokjes samen in 1 steek: Haak 1 stokje, maar wacht met de laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald), haak nog 1 stokje in dezelfde steek, maar op de laatste doorhaling haalt u het garen door alle lussen op de haaknaald
symbols = Haak 2 stokjes samen om 1 lossenlus als volgt: Haak 1 stokje om de lossenlus maar wacht met laatste omslag en doorhaling (= 2 lussen op haaknaald), haak nog 1 stokje om dezelfde lossenlus maar op de laatste omslag en doorhaling haalt u het garen door alle lussen op de haaknaald
symbols = laat de laatste toer in A.2 zien, deze toer is reeds gehaakt, begin op de volgende toer
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Garden Paths

Daisy, Portugal

Garden Paths

Neulottiin, Finland

Garden Paths

NeedlesWLove, Portugal

Garden Paths

Neşe, Turkey

Garden Paths

Mena Rodrigues, Portugal

Laat een opmerking achter voor DROPS 211-25

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (67)

country flag Laurel wrote:

I have been crocheting for over45 years and I find your patterns very confusing. Several years ago I made about 5 beautiful bags from your site, but now that you have a chart instead of actual pattern I have found they’re not worth the aggravation. Please don’t tell me to learn to read charts at this stage of the game.

13.05.2020 - 10:29

DROPS Design answered:

Dear Laurel, The DROPS patterns are knitted and crocheted by thousands and thousands of people  around the world. We understand however that in certain countries, with different knitting/crochet traditions than Scandinavia, our patterns might be written in a way that differs from what some are used to. But of course we want everyone to understand our patterns, so that’s why we have created an extensive library of tutorial videos as well as step by step lessons that explain how to follow the techniques we use and how to read the diagrams in our patterns. Give them a try!

13.05.2020 - 13:32

country flag Helene Plein wrote:

Thank you for the lovely pattern, especially during lockdown! Instructions were easy to follow and the bag turned out beautifully - very happy. Kind regards, Helene

04.05.2020 - 15:28

country flag Elisabet wrote:

Salut Vanessa. Le dernier tour de A1 est faux. C'est comme ça: 1 maille en l'air. 1 maille en l'air+ 2 mailles serrée dans la maille en l'air . Répéter 6 fois. Finir avec 1 maille en l'air and 1maille coulé dans la 4ème maille en l'air du 1er tour.

19.04.2020 - 15:58

DROPS Design answered:

Bonjour Elisabet, le 2ème rang de A.1 commence par 1 ml puis 2 mailles serrées autour de chaque maille en l'air, avec 1 maille en l'air entre chaque groupe de 2 mailles serrées. Terminez par 1 maille serrée dans la 4ème maille e n l'air du début du tour = vous avez 6 groupes de 2 mailles serrées et 7 mailles (A.2 commence par 3 brides dans cette maille en l'air). Bon crochet!

20.04.2020 - 11:26

country flag Suard wrote:

Bonjour J'aimerais pouvoir exécuter ce joli sac mais n'est-il pas possible d'avoir les explications autrement que par ce diagramme qui j'avoue me semble compliqué. En vous remerciant et en espérant obtenir ces explications point par point et par rang. Cordialement; Andrée Suard

17.04.2020 - 14:15

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Suard, les explications ne sont disponibles que sous cette forme - cette leçon sur les diagrammes pourra peut être vous aider à les réaliser. Bon crochet!

17.04.2020 - 14:49

country flag Vanessa wrote:

Je n'arrive pas a réaliser ce magnifique sac. Est ce que je pourrait avoir le décompte des mailles par rang pour le demi cercle s'il vous plait? Ou au moins pour le dernier rang? Je l"aime tellement, je souhaite vraiment le faire.

14.04.2020 - 19:28

DROPS Design answered:

Bonjour Vanessa, vous crochetez 1 fois A.1 = vous aurez 7 double-brides + 4 ml (= 8 double-brides). Vous crochetez ensuite A.2 en répétant 7 fois A.2 en largeur (à la fin du 1er rang de A.2 vous devez avoir 7 fois (3 brides autour de la maille en l'air, 1 maille en l'air) et, à chaque rang, vous devez toujours avoir 7 fois le diagramme, pensez à bien vérifier votre nombre de mailles régulièrement pour éviter d'augmenter involontairement. Bon crochet!

15.04.2020 - 08:05

country flag Elisabet wrote:

Hello Gret. I think that Ay and Az in A3 diagram correspond to the first and/or last point in each arrow just like to the Aw and Ax in A2 chart.

13.04.2020 - 22:05

country flag Elisabet wrote:

He encontrado el error en el patrón. Lo que os dije el 12/04/2020, no es correcto. El error creo que está en la última vuelta de A1. Debe ser: cadeneta de inicio. Después, FALTA una cadeneta antes de los dos puntos bajos en la cadeneta de la primera vuelta. Continuar como sigue en el diagrama A1 indicado en el patrón. Qué alguien confirme el error , por favor.

13.04.2020 - 21:51

DROPS Design answered:

Hola Elisabet. A.1 se trabaja de ida y vuelta, leí el patrón. La 2ª fila comienza con el símbolo l - al inicio de la vuelta sustituir el primer punto por 1 punto de cadeneta. Después trabajar según el diagrama A.1, leyéndolo de izquierda a derecha.

14.04.2020 - 21:31

country flag Gret wrote:

Hallo! Ich habe eine Frage zum Häkeln des Bodens. Wird dieser jeweils nur über die Hälfte des Halbkreises gehäkelt? Oder habe ich einen Denkfehler? Die Anleitung besagt ja, dass A3 nur 21x in der Breite gehäkelt wird. Also bis zur Markierung? Wird dann gewendet und die 2. Reihe darüber gehäkelt? Oder wird dann Az gehäkelt und mit Ay erneut begonnen bis zum Ende des Halbkreises? Danke im Vorraus! :)

13.04.2020 - 17:06

DROPS Design answered:

Liebe Gret, A.3 häkeln Sie über die letzte Reihe von A.2 - die Markierung wird später benutzt, nicht beim A.3 sondern wenn Sie dann den RAnd um die Öffnung häkeln. Viel Spaß beim häkeln!

14.04.2020 - 13:05

country flag Elisabet wrote:

Diagrama A1: sobre el anillo se deben realizar 4 cadenetas, 1 cadeneta + 1 alto doble en un total de 8 veces, para obtener 42 arcos al final de A2

12.04.2020 - 19:52

country flag Stacey wrote:

The chart is confusing. Is there a written pattern?

03.04.2020 - 01:37

DROPS Design answered:

Hi Stacey, Unfortunately there is no written pattern for this bag - but you will find how to read crochet diagrams here. Best wishes.

03.04.2020 - 07:58