DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.66€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale
DROPS 209-4
DROPS Design: Patroon nr. ee-694
Garengroep E + E of F
-------------------------------------------------------

MAAT:
Gemeten na het vilten: ongeveer 38 cm in diameter.
Gemeten voor het vilten: ongeveer 52 cm in diameter.

MATERIAAL:
DROPS SNOW van garnstudio (behoort tot garengroep E)
200 g 01, naturel
100 g 21, blauw violet
100 g 87, mist
100 g 85, kerrie
100 g 09, licht wijnrood
100 g 50, donkerroze

Als u het werk in één kleur wilt haken heeft u nodig:
300 g DROPS Snow.

STEKENVERHOUDING
8 vasten in de breedte en 10 toeren in de hoogte met 2 draden = 10 x 10 cm.

HAAKNAALD:
DROPS HAAKNAALD 8 MM.
De haaknaald is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere haaknaald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere haaknaald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Snow
DROPS Snow
100% wol
vanaf 2.19 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 30.66€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS Super Sale

BESPAAR 30% op 6 katoenfavorieten!
Geldit tot en met 12.04.2024

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1, A.2 en A.3.

KLEUR 1:
Haak met 2 draden van elke kleur.
A.1:
TOER 1: blauw violet
TOER 2: mist

A.2:
TOEREN 1-2: naturel
TOER 3: licht wijnrood
TOER 4: kerrie

A.3:
TOEREN 1-2: naturel
TOER 3: donkerroze
TOER 4: licht wijnrood
TOER 5: mist

KLEUR 2:
Haak met 2 draden van elke kleur.
A.1:
TOER 1: donkerroze
TOER 2: licht wijnrood

A.2:
TOEREN 1-2: naturel
TOER 3: mist
TOER 4: kerrie

A.3:
TOEREN 1-2: naturel
TOER 3: blauw violet
TOER 4: mist
TOER 5: licht wijnrood

INFORMATIE VOOR HET HAKEN:
Op het begin van elke toer van vasten, vervangt u de eerste vaste met 1 losse. Eindig de toer met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer.
Op het begin van elke toer van stokjes, vervangt u het eerste stokje met 3 lossen. Eindig de toer met 1 halve vaste in de derde losse op het begin van de toer.

WISSELEN VAN KLEUR:
Om een mooie kleurovergang te maken, haakt u de laatste halve vaste op de toer met de nieuwe kleur.

SAMEN HAKEN:
Haak 2 stokjes samen in 1 steek: Haak 1 stokje maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald). Haak het volgende stokje in dezelfde steek en als u de laatste doorhaling maakt, haal de draad dan door alle lussen op de haaknaald.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

ZITMAT – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gehaakt met 2 draden Snow. Als het werk klaar is, wordt het in de wasmachine gevilt. Haak 2 zitmatten, 1 in elke kleurcombinatie.

ZITMAT:
Haak 4 lossen met haaknaald 8 mm en 2 draden Snow - Lees KLEUR 1. Vorm deze tot een ring met 1 halve vaste in de eerste losse.
Haak dan volgens de telpatronen of patroon als volgt:

Haak volgens de telpatronen:
Lees INFORMATIE VOOR HET HAKEN, WISSELEN VAN KLEUR en KLEUR 1!
Haak A.1 (= 1 herhaal), A.2 (= 6 herhalingen op de toer) en A.3 (= 12 herhalingen op de toer).

Haak volgens het patroon:
A.1 wordt als volgt gehaakt:
TOER 1: Haak 5 lossen (= 1 dubbel stokje en 1 losse), * 1 dubbel stokje om de lossenring, 1 losse *, haak van *-* 10 keer, eindig met 1 halve vaste in de 4e losse op het begin van de toer = 12 dubbele stokjes en 12 lossen.
TOER 2: 2 lossen (= 1 vaste en 1 losse), 2 vasten om de volgende losse, * 1 losse, 2 vasten om de volgende losse *, haak van *-* 9 keer, haak 1 losse, 1 vaste om de volgende losse, eindig met 1 halve vaste in de eerste losse op het begin van de toer = 24 vasten en 12 lossen.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

A.2 wordt als volgt gehaakt:
TOER 1: Haak 3 lossen, 2 stokjes om de eerste losse, 1 losse, * 3 stokjes om de volgende losse, 1 losse *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 12 stokjes-groepen en 12 lossen.
TOER 2: Haak 3 lossen, 1 stokje in elk van de volgende 2 stokjes, 1 stokje om de eerste losse * 1 stokje in elk van de volgende 3 stokjes, 1 stokje om de volgende losse *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 48 stokjes.
TOER 3: Haak 1 losse, 1 vaste in de achterste lus van elk van de eerste 2 vasten, 2 vasten in de achterste lus van het volgende stokje, * 1 vaste in de achterste lus van elk van de volgende 3 stokjes, 2 vasten in de achterste lus van het volgende stokje *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer = 60 vasten.
TOER 4: Haak 3 lossen, 1 stokje in de eerste steek, 3 lossen en sla 1 vaste over, * haak 2 stokjes samen naar 1 stokje in de volgende vaste – SAMEN HAKEN, 3 lossen, sla 1 vaste over, 2 stokjes samen gehaakt naar 1 stokje in de volgende vaste, sla 2 vasten over, 2 stokjes samen gehaakt naar 1 stokje in de volgende vaste, 3 lossen *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 24 stokjesgroepen en 24 lossenlussen.

A.3 wordt als volgt gehaakt:
TOER 1: Haak 1 losse, 2 vasten om de eerste lossenlus, * 3 vasten om de volgende lossenlus *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer = 72 vasten.
TOER 2: Haak 3 lossen, 1 stokje in elk van de eerste 2 vasten, * 1 stokje in elk van de volgende 3 vasten, 1 losse *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 72 stokjes en 24 lossenlussen.
TOER 3: Haak 4 lossen, 2 vasten om de eerste lossenlus, * 3 lossen, 2 vasten om de volgende lossenlus *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer = 24 lossenlussen en 48 vasten.
TOER 4: Haak 3 lossen, 3 stokjes om de eerste lossenlus, 2 lossen, * 4 stokjes om de volgende lossenlus, 2 lossen *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 24 stokjesgroepen en 24 lossenlussen.
TOER 5: Haak 8 lossen, 1 vaste om de eerste lossenlus, * 7 lossen, 1 vaste om de volgende lossenlus *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 1e losse op het begin van de toer = 24 lossenlussen en 24 vasten.

Haak nog 1 zitmat met de kleuren beschreven onder KLEUR 2.

VILTEN:
Plaats de mat in de wasmachine samen met een handdoek en gebruik een wasmiddel zonder enzymen of optische bleekmiddelen. Was op 40 graden op een normaal programma, zonder voorwas. Na het wassen brengt u de mat in vorm terwijl hij nog nat is. Was later als een normaal kledingstuk van wol.

NA HET VILTEN:
Als het werkstuk niet genoeg gevilt is en te groot is, dan kunt u het nog een keer wassen in de wasmachine terwijl het kledingstuk nog nat is - voeg een badhanddoek toe van ongeveeer 50 X 70 cm. LET OP: Gebruik niet een kort programma.
Als het werkstuk te veel gevilt is en te klein is, kunt u het opnieuw nat maken en uitrekken tot de juiste afmetingen. Als het werkstuk droog is, zorg er dan voor dat u het eerst nat maakt.
Let erop - was in het vervolg het werkstuk als een normaal kledingstuk van wol.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 02.03.2020
Nieuwe hoeveelheid garen: 200 g 01, naturel
Gewijzigd online: 09.09.2022
A.3 wordt gehaakt als volgt: ...TOER 4: Haak 3 lossen, 3 stokjes om de eerste lossenlus, 2 lossen, * 4 stokjes om de volgende lossenlus, 2 lossen *, haak van *-* tot het einde van de toer en eindig met 1 halve vaste in de 3e losse op het begin van de toer = 24 stokjesgroepen en 24 lossenlussen.

Telpatroon

symbols = losse
symbols = vaste om de steek
symbols = vaste gehaakt in de achterste lus van de steek
symbols = stokje om de steek
symbols = stokje in de steek
symbols = dubbel stokje om steek
symbols = haak 2 stokjes samen in 1 steek: Haak 1 stokje maar wacht met de laatste doorhaling (= 2 lussen op de haaknaald). Haak het volgende stokje in dezelfde steek, maar als u de laatste doorhaling maakt, haal de draad dan door alle lussen op de haaknaald.
symbols = 1 halve vaste in de vierde/eerste losse op het begin van de toer
diagram
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 209-4

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (8)

country flag Juliette wrote:

Ik zou graag deze matjes vergroten naar een badkamer mat van 100 cm diameter. Heeft u een aanbeveling van hoeveel bollen wol ik hiervoor nodig zou hebben? Alvast bedankt!

23.06.2023 - 08:02

DROPS Design answered:

Dag Juliette,

Je zou dit uit kunnen rekenen aan de hand van de oppervlakte die je wilt hebben. Als de oppervlakte bijvoorbeeld 3 keer zo groot wordt, dan heb je ook 3 keer zoveel wol nodig.

25.06.2023 - 18:24

country flag Anna wrote:

Stämmer mönstret verkligen på A.3 VARV 1, det är omöjligt att få ihop 72 fastmaskor om en bara upprepar 3fm om lmbågen. Jag får det till 42fm men inte fler. Gör jag något fel?

04.10.2022 - 10:02

DROPS Design answered:

Hei Anna. Du hekler 6 rapporter av A.2 og når du har heklet 4. omgang av A.2, der det hekles luftmaskebuer vil du ha 4 luftmasker x 6 rapporter = 24 luftmaskebuer. Så når du skal hekle A.3 skal du hekle 3 fastmasker i hver luftmaskebue, altså 3 fastmasker x 24 luftmaskebuer = 72 fastmasker. mvh DROPS Design

10.10.2022 - 08:38

country flag Barbara Stibane wrote:

Hallo, ein kleiner Fehler hat sich eingeschlichen: A.3 wie folgt häkeln: 4. RUNDE: 3 Luftmaschen, 3 Stäbchen um den ersten Luftmaschenbogen, * 4 Stäbchen um den nächsten Luftmaschenbogen, 2 Luftmaschen * müsste heißen: 4. RUNDE: 3 Luftmaschen, 3 Stäbchen um den ersten Luftmaschenbogen, 2 Luftmaschen, * 4 Stäbchen um den nächsten Luftmaschenbogen, 2 Luftmaschen * Liebe Grüße, Barbara

27.06.2022 - 20:37

country flag Susanne Schenk wrote:

Hallo liebes Team, bei der Reihe A3 fehlt am Anfang der Hinweis vor dem Sterchen: 4 Luftmaschen.

02.01.2021 - 22:09

country flag Janniche wrote:

Jeg har ikke nok med 100g natur til begge sitteunderlagene. Skal det ikke være mer av den fargen?

29.02.2020 - 19:44

DROPS Design answered:

Hei Janniche. Her er det nok en feil ja. Vi skal få lagt til en garnmengde rettelse. Takk for at du gjorde oss oppmerksom på dette. mvh DROPS design

02.03.2020 - 14:31

country flag Lene wrote:

Høstblomst

10.02.2020 - 17:08

country flag Ingrid wrote:

Solsikke

28.01.2020 - 13:48

country flag Maria Cecchinato wrote:

Beautiful colour mix!

18.01.2020 - 08:16