DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Mint Tea Sweater

Gebreide trui met raglan in DROPS Paris. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon. Maten XS - XXL.

DROPS 210-19
DROPS Design: Patroon nr. w-805
Garengroep C of A + A
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS PARIS van garnstudio (behoort tot garengroep C)
400-400-450-500-550-600 g kleur 21, mintgroen

STEKENVERHOUDING:
16 steken in de breedte en 20 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 5.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4.5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Paris
DROPS Paris
100% katoen
vanaf 1.30 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 10.40€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON TIP:
Zie telpatronen A.1 en A.2.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 16 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 4.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na elke 4e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de zijkanten van het lijf):
Brei tot er 2 steken over zijn voor de markeerdraad, maak 1 omslag, 4 recht (de markeerdraad zit tussen deze 4 steken), 1 omslag.
Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid recht om gaatjes te voorkomen. Brei dan de nieuwe steken in tricotsteek.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder 1 steek aan elke kant van de markeerdraad als volgt: Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant en de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De hals en de pas worden in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden vanaf midden achter. De pas wordt verdeeld voor het lijf en mouwen en het lijf worden verder in de rondte gebreid met de rondbreinaald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

HALS:
Zet 80-84-88-92-96-104 steken op met rondbreinaald 4.5 mm en Paris. Brei 1 naald recht. Brei 3 cm boordsteek (= 2 averecht, 2 recht), ga dan verder met rondbreinaald 5.5 mm.
Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden achter); de pas wordt vanaf deze markeerdraad gemeten!

PAS:
Brei de volgende naald als volgt:
Brei 12-12-16-16-16-20 recht en meerder 0-2-0-4-4-3 steken verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (= helft van het achterpand), brei A.1 (= 3 steken), 8 recht, brei A.1 over 3 steken (= rechter mouw), 26-30-30-34-34-38 recht en meerder 0-0-0-8-8-6 steken verdeeld over deze steken (= voorpand), A.1 over 3 steken, 8 recht, brei A.1 over 3 steken (= linker mouw), brei 14-14-14-14-18-18 steken recht en meerder 0-2-0-4-4-3 steken verdeeld over deze steken (= helft van het achterpand) = 88-96-96-116-120-124 steken.
Neem de markeerdraden in A.1 mee tijdens het breien in de hoogte, om het herhalen van A.1 in de hoogte makkelijker te maken. Op de 2e naald zijn er in totaal 8 steken gemeerderd in A.1.
DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Als A.1 1 keer is gebreid, herhaal dan A.1 in de hoogte (de markeerdraden geven het midden van A.1 aan, in elke herhaling).
Als A.1 in totaal 6-6-7-7-8-9 keer in de hoogte herhaald is, zijn er 224-232-256-276-304-332 steken op de naald.
Ga verder met recht in de rondte tot het werk 19-19-22-23-25-28 cm meet vanaf de markeerdraad.
Verdeel nu het werk voor het lijf en mouwen als volgt:
Brei 33-34-39-40-44-49 recht, plaats de volgende 46-48-50-58-64-68 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6 steken op onder de mouw, brei 66-68-78-80-88-98 recht, plaats de volgende 46-48-50-58-64-68 steken op een hulpdraad voor de mouw, zet 6 steken op onder de mouw en brei tot slot 33-34-39-40-44-49 recht.

LIJF:
= 144-148-168-172-188-208 steken. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden van de 6 steken aan elke kant van het werk (= in de zijkanten van het lijf). Er zijn 72-74-84-86-94-104 steken tussen de hulpdraden op zowel de voor- als achterpanden.
Neem de hulpdraden gaandeweg mee tijdens het breien in de hoogte; ze worden gebruikt bij het minderen in de zijkanten
Brei recht
Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, meerder dan 1 steek aan elke kant van beide markeerdraden – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (= 4 steken gemeerderd).
Meerder zo iedere 4 cm in totaal 5 keer = 164-168-188-192-208-228 steken.
Als het werk 20-22-21-22-22-21 cm meet, brei dan A.2 (= 4 steken) over alle steken.
Als A.2 1 keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei boordsteek (= 2 recht, 2 averecht). Kant af als het werk 27-29-28-29-29-28 cm meet vanaf de scheiding – lees TIP VOOR HET AFKANTEN!
De trui meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 46-48-50-58-64-68 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op breinaalden zonder knop maat 5.5 mm en neem 1 steek op in elke van de 6 opgezette steken onder de mouw = 52-54-56-64-70-74 steken. Voeg een markeerdraad in, in het midden van de 6 steken onder de mouw. Neem de markeerdraad mee tijdens het breien in de hoogte; het wordt gebruikt voor het minderen onder de mouw. Brei in tricotsteek in de rondte.
Als het werk 2 cm meet vanaf de scheiding, minder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MINDEREN.
Minder zo iedere 5-7-5-3-1½-1½ cm in totaal 4-3-4-6-9-9 keer = 44-48-48-52-52-56 steken.
Als het werk 22-22-20-20-18-16 cm meet vanaf de scheiding, brei dan A.2 over alle steken.
Als A.2 1 keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met breinaalden zonder knop maat 4.5 mm.
Brei boordsteek (= 2 recht, 2 averecht).
Kant af met recht als de mouw 29-29-27-27-25-23 cm meet vanaf de scheiding.
Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 05.04.2024
Het patroon is nagekeken en aangepast. Correctie bij de pas.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken
symbols = voeg 1 markeerdraad in, in deze steek; neem de markeerdraad gaandeweg mee tijdens het breien in de hoogte; het geeft het midden van A.1 aan, als A.1 herhaald wordt in de hoogte
symbols = 2 recht samen
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Mint Tea Sweater

Ana, Spain

Pull Vert d'eau

valpepite, France

Pull Vert d'eau

valpepite, France

Mint blue pullover

Carole, United States

Laat een opmerking achter voor DROPS 210-19

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (45)

country flag Sanni wrote:

Vielä tarkennan: koossa s on joustinneuleen jälkeen 84 silmukkaa. Seuraavalla kerroksella tulee lisäyksiä, A1:ssä muodostuu käsittääkseni kaksi lisäsilmukkaa (langankiertoja on kaksi). Mikäli A1 toistuu kerroksella neljästi, miten kerroksen lopulla silmukkamäärä voi olla vain 88?

17.03.2024 - 10:40

DROPS Design answered:

Hei, vaikuttaa siltä, että piirroksen A.1 lisäyksiä (8 s) ei ole laskettu mukaan silmukkalukuun. Tarkistamme ohjeen ja teemme siihen korjauksen.

19.03.2024 - 16:54

country flag Sanni wrote:

Hei, onko neuleen kaarrokkeen s-koon ohjeessa virhe? 12 silmukan lisäksi pitäisi lisätä 2 silmukkaa (0-2-0-4-4-3). Mikäli lisään 12:een silmukkaan vielä kaksi, en saa silmukkamäärää täsmäämään niin, että kerroksen lopussa olisi 88 silmukkaa. Mikäli en lisää 12:een silmukkaan mitään, silloin silmukat täsmäävät.

17.03.2024 - 10:06

country flag Saba wrote:

Hoe kan het dat bij de maten XS en M geen vermeerdering is.Ik werk aan maat M heb nu de hals gebreid en zit nu vast vanwege de 0 vermeerdering.klopt dit? PAS: Brei de volgende naald als volgt: Brei 12-12-16-16-16-20 recht en meerder 0-2-0-4-4-3 steken verdeeld over deze steken – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1

30.10.2023 - 18:24

DROPS Design answered:

Dag Saba,

Ja, dat klopt. In de maten XS en M worden er geen meerderingen gemaakt.

30.10.2023 - 20:22

country flag Liv wrote:

Jeg tenkte at dere antagelig ikke talte økningene i raglan, atså A1 men synes det er litt rart, alle de andre økningene er også kast og de telles med. Det skaper jo bare forvirring og ikke ta de med som masker. I neste omgang blir kastene strikket og da er det 116 m på pinnen.

20.06.2023 - 15:59

country flag Liv wrote:

Strikker str. L og har 92 m. når jeg starter på 1.omgang med glattstrikk når omgangen er strikket med alle økningene så står det i mønsteret at jeg skal ha 108m. men jeg øker totalt 16m. på for- og bakstykket + 8m. totalt på A1 det er da 116 m. totalt på pinnen og ikke 108m. Hva er det jeg har misforstått av det som står i mønsteret?

18.06.2023 - 21:01

DROPS Design answered:

Hei Liv. I str. L har du 92 masker, så strikker du 16 masker og øker med 4 masker = 20 masker (=halve bakstykket). Så strikker du A.1 (= 3 masker), 8 masker rett, A.1 over 3 masker = 14 masker/ høyre erme. Så strikker du forstykket, 34 masker + 8 økte masker = 42 masker. Deretter strikkes venstre erme slik: A.1 over 3 masker, 8 masker rett, A.1 over 3 masker = 14 masker. Til slutt strikkes det andre halve bakstykket slik: 14 masker + 4 økte masker = 18 masker. Du har da: 20 (1/2 bakstykket) + 14 (høyre erme) + 42 (forstykket) + 14 (venstre erme) + 18 (1/2 bakstykket) = 20+14+42+14+18= 108 masker. (Kastene telles ikke som masker her). mvh DROPS Design

19.06.2023 - 12:00

country flag Valérie wrote:

Bonjour, Pour le pull Mint tea Sweater : le point A2 : faut-il tricoter 2 mailles ensemble + 1 jeté ? Le rang suivant, faut-il tricoter le jeté par devant pour faire un "trou" ? Merci d'avance

07.03.2023 - 14:21

DROPS Design answered:

Bonjour Valérie, tout à fait, les jetés de A.1 et de A.2 doivent former des trous, on va donc bien les tricoter dans le brin avant. Attention, A.2 se tricote sur 4 mailles et ainsi au 1er rang : 1 m end, 2 m ens à l 'end, 1 jeté, 1 m end. Bon tricot!

08.03.2023 - 09:37

country flag Valérie wrote:

Bonjour, Pour le pull Mint tea Sweater : le point A2 : faut-il tricoter 2 mailles ensemble + 1 jeté ? Le rang suivant, faut-il tricoter le jeté par devant pour faire un "trou" ? Merci d'avance

07.03.2023 - 14:20

DROPS Design answered:

Bonjour Valérie, tout à fait, les jetés de A.1 (et de A.2) se tricotent à l'endroit et doivent former des trous pour le point ajouré. Bon tricot!

07.03.2023 - 14:45

country flag Dolors Rovira wrote:

Moltíssimes gràcies per un servei tan bo!

06.03.2023 - 19:42

country flag Dolors Rovira wrote:

Bones Voldria fer les mànigues del DROPS 210-19 més llargues. Com hauria de repartir les disminucions? Moltes gràcies i salutacions des de Catalunya

03.03.2023 - 01:56

DROPS Design answered:

Hola Dolors, comienza por medir tu puño y multiplicarlo por la tensión del tejido, para calcular los pts finales a tener en la manga. Ahora, resta los pts iniciales (en la parte superior de la manga) menos los del puño; estos son los pts a disminuir. Divide estos pts entre 2 (se disminuye a cada lado) y divide el largo deseado (en cm) entre los pts a disminuir (en cada lado), para calcular cada cuántos cm disminuyes.

05.03.2023 - 19:14

country flag Valérie wrote:

Bonsoir, pour le modèle Mint Tea Sweater, après l’empiètement : les 6 mailles à rajouter sous la manche , sont elles à mettre en attente sur le fil de la manche ? Ou faut il mettre un fil marqueur comme indiqué ensuite à la première ligne dos et devant ? Merci d’avance

02.03.2023 - 19:14

DROPS Design answered:

Bonjour Valérie, cette leçon montre comment tricoter un pull de haut en bas, et, à partir de la photo 9) comment on va mettre les mailles des manches en attente et monter les mailles (6 dans ce modèle) sous la manche; les marqueurs vont être mis au milieu de ces 6 mailles (nous n'en avons pas mis dans la leçon) pour bien repérer les côtes pour les augmentations du bas du pull. Bon tricot!

03.03.2023 - 08:58