DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.22 € /25g
DROPS SS24

Pearl Pointe

Gebreid overslagvest in DROPS BabyAlpaca Silk en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met kantpatroon. Maten S - XXXL.

DROPS 212-9
DROPS Design: Patroon nr. bs-156
Garengroep A + A of C
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS BABYALPACA SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
200-250-250-250-300-300 g kleur 1306, poeder
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
75-75-100-100-100-125 g kleur 01, naturel

STEKENVERHOUDING:
17 steken in de breedte en 22 naalden in de hoogte met tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 MM.
DROPS RONDBREINAALD 5 MM: Lengte 40 cm en 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 4 MM.
DROPS RONDBREINAALD 4 MM: Lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS BabyAlpaca Silk
DROPS BabyAlpaca Silk
70% alpaca, 30% zijde
Uit het assortiment
find alternatives
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.22 € /25g

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel in de hoogte = Brei 2 naalden recht.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.4. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MEERDEREN-1 (voor de armsgaten):
Alle meerderingen worden aan de goede kant gebreid!
Meerder aan de binnenkant van de 3 kantsteken in ribbelsteek. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen. Brei dan de gemeerderde steek in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-2 (voor de voorkant van de hals):
Meerder voor de hals aan de binnenkant van de 20 steken in A.1/A.2. Meerder 1 steek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen. Brei dan de gemeerderde steek in tricotsteek.

TIP VOOR HET MEERDEREN-3 (voor de zijkanten van het lijf):
Meerder 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek door 1 omslag te maken. Brei op de volgende naald (verkeerde kant) de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (voor de zijkanten van het lijf):
Alle minderingen worden aan de goede kant gebreid!
Minder aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek.
Minder als volgt na de 1 kantsteek in ribbelsteek: 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 1 steek geminderd).
Minder als volgt voor de 1 kantsteek in ribbelsteek: Brei tot er 2 steken over zijn voor de kantsteek en brei 2 recht samen (= 1 steek geminderd).

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (voor midden onder de mouw):
Brei tot er 3 steken over zijn voor de markeerdraad, 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET AFKANTEN:
Om te voorkomen dat de afkantrand te strak wordt kunt u afkanten met een naald in een grotere maat. Als de rand nog steeds strak is, maak dan 1 omslag na ongeveer elke 4e steek terwijl u tegelijkertijd afkant en de omslagen worden als normale steken afgekant.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

OVERSLAGVEST – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
De voor- en achterpanden worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. Er worden steken opgenomen voor de strikbanden.
De mouwkoppen worden heen en weer gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. Dan wordt de rest van de mouw in de rondte gebreid met de rondbreinaald/breinaalden zonder knop, van boven naar beneden.

ACHTERKANT RECHTERSCHOUDER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 22-22-22-22-22-22 steken op met rondbreinaald 4 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk + 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 RIBBEL – lees beschrijving hierboven. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en ga verder met ribbelsteek tot het werk ongeveer 2 cm meet; op de laatste naald aan de verkeerde kant zet u 16-18-18-20-22-24 nieuwe steken op de naald = 38-40-40-42-44-46 steken. Laat het werk rusten en brei de achterkant linkerschouder.

ACHTERKANT LINKERSCHOUDER (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 22-22-22-22-22-22 steken op met rondbreinaald 4 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk + 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 ribbel. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en ga verder met ribbelsteek tot het werk ongeveer 2 cm meet; pas aan zodat de laatste naald aan de verkeerde kant wordt gebreid.
Plaats nu de delen samen en brei het achterpand zoals beschreven hieronder.

ACHTERPAND:
Plaats de rechter- en linkerschouder op dezelfde rondbreinaald 5 mm met de 16-18-18-20-22-24 opzetsteken in het midden = 60-62-62-64-66-68 steken. Begin aan de goede kant en brei 3 ribbels over alle steken. Brei dan tricotsteek met 3 kantsteken in ribbelsteek richting de armsgaten. Als het werk 17-14-8-12-10-7 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant richting de armsgaten – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-1. Meerder zo iedere 4e-4e-4e-2e-2e-2e naald in totaal 2-4-8-11-15-19 keer aan elke kant. Brei verder tot het werk 19-20-21-22-23-24 cm meet. Zet nu 3 nieuwe steken op voor de armsgaten aan het einde van de volgende 2 naalden = 70-76-84-92-102-112 steken. Het werk wordt nu vanaf hier gemeten!
Brei 4 naalden van tricotsteek met 6 kantsteken in ribbelsteek aan elke kant. Brei dan tricotsteek met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant. Als het werk 4 cm meet vanaf het armsgat, minder dan 1 steek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MINDEREN-1 (= 2 steken minder). Herhaal het minderen als het werk 8-8-9-9-10-10 en 12-13-14-15-16-17 cm meet = 64-70-78-86-96-106 steken. Als het werk 15-16-17-18-19-20 cm meet, meerder dan 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-3. Herhaal het meerderen als het werk 19-20-21-22-23-24 cm en 23-24-25-26-27-28 cm meet = 70-76-84-92-102-112 steken. Brei verder tot het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet vanaf de armsgaten en meerder tegelijkertijd 8-8-9-10-12-14 steken verdeeld op de laatste naald aan de verkeerde kant = 78-84-93-102-114-126 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek. Ga verder met deze boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – lees TIP VOOR HET AFKANTEN. De achterkant van het werk meet ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de schouder.

RECHTER VOORPAND (als het werk gedragen wordt):
Zet 22-22-22-22-22-22 steken op met rondbreinaald 4 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk + 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 ribbel. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: 3 kantsteken in ribbelsteek richting het armsgat, 2-2-2-2-2-2 steken in tricotsteek, A.1 (= 17 steken op de eerste naald) = 25-25-25-25-25-25 steken als de eerste naald in A.1 is gebreid. Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid, herhaal A.1 in de hoogte vanaf de 3e naald.
Als het werk 4 cm meet, meerder dan voor de halslijn aan de binnenkant van A.1 richting midden voor – lees TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4e naald (dus iedere 2e naald aan de goede kant) in totaal 8-8-9-11-12-13 keer, iedere 2e naald (dus iedere naald aan de goede kant) in totaal 14-16-15-14-14-14 keer en tot slot iedere 4e naald 2-2-2-2-2-2 keer. Meerder tegelijkertijd, als het werk 17-14-8-12-10-7 cm meet, 1 steek in de zijkant voor het armsgat – ga verder met meerderen op dezelfde manier als op het achterpand. Brei verder tot het werk 19-20-21-22-23-24 cm meet en zet 3 nieuwe steken op aan het einde van de volgende naald aan de verkeerde kant. Ga zo verder als hiervoor met A.1 richting midden voor, meerderingen voor de halslijn en tricotsteek maar, over de buitenste 6 steken richting de zijkant, breit u 2 ribbels (dus op de volgende 4 naalden). Ga dan verder met tricotsteek en 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en A.1 richting midden voor (de meerderingen gaan verder zoals hiervoor). Als het werk 4 cm meet vanaf het armsgat, minder dan 1 steek in de zijkant – denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1. Herhaal het minderen als het werk 8-8-9-9-10-10 en 12-13-14-15-16-17 cm meet. Als het werk 15-16-17-18-19-20 cm meet, meerder dan 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek op de zijkant – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-3. Herhaal het meerderen als het werk 19-20-21-22-23-24 cm en 23-24-25-26-27-28 cm meet. Als alle meerderingen aan de binnenkant van A.1 klaar zijn, ga dan verder het patroon zoals hiervoor tot de meerderingen in de zijkant klaar zijn. Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 54-58-62-66-71-76 steken op de naald. Brei verder tot het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet vanaf het armsgat en meerder 6-8-7-6-7-8 steken verdeeld = 60-66-69-72-78-84 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek als volgt: 1 kantsteek in ribbelsteek, * 2 averecht, 1 recht *, brei van *-* tot er 20 steken over zijn op de naald, brei A.3 over de laatste 20 steken (2 steken worden geminderd in het telpatroon = 18 steken) = 58-64-67-70-76-82 steken. Ga verder de boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De voorkant het werk meet ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de schouder.

LINKER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt):
Zet 22-22-22-22-22-22 steken op met rondbreinaald 4 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk + 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 ribbel. Ga verder met rondbreinaald 5 mm en brei de volgende naald aan de goede kant als volgt: Brei A.2 (= 17 steken op de eerste naald), brei 2-2-2-2-2-2 steken in tricotsteek en eindig met 3 kantsteken in ribbelsteek richting het armsgat = 25-25-25-25-25-25 steken als de eerste naald in A.2 klaar is. Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid, herhaal A.2 in de hoogte vanaf de 3e naald.
Als het werk 4 cm meet, meerder dan voor de halslijn aan de binnenkant van A.2 richting midden voor – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-2. Meerder zo iedere 4e naald (dus iedere 2e naald aan de goede kant) in totaal 8-8-9-11-12-13 keer, iedere 2e naald (dus iedere naald aan de goede kant) in totaal 14-16-15-14-14-14 keer en tot slot iedere 4e naald 2-2-2-2-2-2 keer. Tegelijkertijd, als het werk 17-14-8-12-10-7 cm meet, meerder dan 1 steek in de zijkant voor het armsgat – Ga verder met meerderen op dezelfde manier als op de achterkant en het rechter voorpand. Brei verder tot het werk 19-20-21-22-23-24 cm meet en zet 3 nieuwe steken op aan het einde van de volgende naald aan de goede kant. Ga zo verder als hiervoor met A.2 richting midden voor, meerderingen voor de halslijn en tricotsteek, maar over de buitenste 6 steken richting de kant, breit u 2 ribbels (dus op de volgende 4 naalden). Ga dan verder met tricotsteek, 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant en A.2 richting midden voor (de meerderingen gaan zo verder als hiervoor). Als het werk meet 4 cm vanaf het armsgat minder 1 steek in de kant – denk om TIP VOOR HET MINDEREN-1. Herhaal het minderen als het werk 8-8-9-9-10-10 en 12-13-14-15-16-17 cm meet. Als het werk 15-16-17-18-19-20 cm meet, meerder dan 1 steek aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek op de zijkant – denk om TIP VOOR HET MEERDEREN-3. Herhaal de eerste meerdering als het werk 19-20-21-22-23-24 cm en 23-24-25-26-27-28 cm meet. Als alle meerderingen aan de binnenkant van A.2 klaar zijn, ga dan verder met het patroon zoals hiervoor tot de meerderingen in de zijkant klaar zijn. Als alle meerderingen klaar zijn, zijn er 54-58-62-66-71-76 steken op de naald. Brei verder tot het werk 24-25-26-27-28-29 cm meet, vanaf het armsgat en meerder 6-8-7-6-7-8 steken verdeeld op de naald = 60-66-69-72-78-84 steken. Ga verder met rondbreinaald 4 mm en brei boordsteek als volgt: A.4 over de eerste 20 steken (2 steken worden geminderd in het telpatroon = 18 steken), * 1 recht, 2 averecht *, brei van *-* tot er 2 steken over zijn op de naald, 1 recht, 1 kantsteek in ribbelsteek = 58-64-67-70-76-82 steken. Ga verder met de boordsteek voor 3 cm. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht – denk om TIP VOOR HET AFKANTEN. De voorkant van het werk meet ongeveer 46-48-50-52-54-56 cm vanaf de schouder.

MOUW:
Zet 22-24-26-28-24-26 steken op met rondbreinaald 5 mm en 1 draad BabyAlpaca Silk + 1 draad Kid-Silk. Brei tricotsteek heen en weer gebreid voor de mouwkop en zet tegelijkertijd nieuwe steken op aan het einde van iedere naald als volgt: Zet 1 keer 3 steken op aan elke kant, 3-3-3-3-4-4 keer 2 steken aan elke kant, 0-1-2-3-3-5 keer 1 steek aan elke kant, 3-3-3-3-4-4 keer 2 steken aan elke kant en tot slot 1 keer 3 steken aan elke kant = 58-62-66-70-74-80 steken. Breng het werk samen en ga verder in de rondte met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald. Voeg 1 markeerdraad in op het punt waar het werk is samengevoegd = midden onder de mouw. De draad wordt gebruikt bij het minderen onder de mouw.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als het werk 4 cm meet vanaf waar het was samengevoegd, minder dan 2 steken midden onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 4-3-2-1½-1-1 cm in totaal 3-4-5-6-7-9 keer = 52-54-56-58-60-62 steken. Brei verder tot het werk 19-18-18-17-16-14 cm meet vanaf het samenvoegen. Brei 1 naald recht terwijl u 2-0-1-2-0-1 steken verdeeld op de naald meerdert = 54-54-57-60-60-63 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 4 mm en brei 3 cm boordsteek in de rondte (= 1 recht / 2 averecht). Kant dan losjes af met recht boven recht en averecht boven averecht. De mouw meet ongeveer 29-29-30-30-31-31 cm vanaf de opzetrand naar beneden. Brei nog een mouw op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen aan de binnenkant van de opzetrand. Naai de zijnaden aan de binnenkant van de 1 kantsteek dicht, maar laat openingen aan beide kanten om de strikbanden door te rijgen – de openingen moeten ongeveer 8 cm zijn vanaf de onderrand en 2½–3 cm in de breedte. Leg de mouwen onder de ribbelsteekrand over de armsgaten en naai netjes aan de goede kant (er hoort geen losse rand te zijn na het naaien; naai in de buitenste ribbelsteek aan de goede kant zodat de rand netjes aan de buitenkant van de mouw ligt).

STRIKBANDEN:
Neem met naald 4 mm en 1 draad van elke kwaliteit ongeveer 6-7 steken op langs de ribbelrand aan de voorkant; 8 cm vanaf de onderkant van de afkantrand tot de eerste 6-7 steken. Op het rechter voorpand breit u ribbelsteek heen en weer gebreid tot de strikband ongeveer 40 cm meet. Kant af. Op het linker voorpand brei ribbelsteek heen en weer tot de strikband ongeveer 84-94 cm meet. Kant af.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 10.11.2020
Correctie: Bij zowel RECHTER- als LINKER VOORPAND (als het kledingstuk gedragen wordt): ...Meerder zo iedere 4e naald (dus iedere 2e naald aan de goede kant) in totaal 8-8-9-11-12-13 keer, iedere 2e naald (dus iedere naald aan de goede kant) in totaal 14-16-15-14-14-14 keer en tot slot iedere...
Gewijzigd online: 07.03.2022
RECHTER VOORPAND: ...Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid, herhaal A.1 in de hoogte vanaf de 3e naald...
LINKER VOORPAND:...Ga verder met dit patroon heen en weer gebreid, herhaal A.2 in de hoogte vanaf de 3e naald....

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag averecht zodat er een gaatje ontstaat
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid averecht om een gaatje te voorkomen
symbols = 2 recht samen
symbols = 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over
symbols = dit vierkant heeft geen steek; ga gelijk verder met het volgende symbool in het telpatroon
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Pearl Pointe

Lelia, United States

Pearl Pointe

Woolhalla by pwa, Germany

Pearl Pointe

Zsuzsa, Australia

Laat een opmerking achter voor DROPS 212-9

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (90)

country flag Munch wrote:

Je ne comprends pas comment il faut monter les mailles sur le devant droit et/ou gauche pour l'emmanchure? Avant les 3 mailles au point mousse on augmente déjà, avec le jersey et si on les monte au bout du rang, on les tricote en mousse ? Si on doit continuer en Jersey, que fait on des 3 mailles au point mousse?

08.03.2024 - 20:14

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Munch, quand on doit monter les mailles de l'emmanchure, on les rajoute en fin de rang (sur l'envers pour le devant droit, sur l'endroit pour le devant gauche), comme dans cette vidéo/11.03.2024 - 07:44

country flag Lisa Wahren wrote:

Hej! Jag vill sticka det här mönstret och undrar om jag kan använda endast Drops brushed alpaca bris? Hur mycket behöver jag till stl L? Mvh Lisa Wahren

24.01.2024 - 18:30

DROPS Design answered:

Hei Lisa. Om du mener DROPS Brushed Alpaca Silk (ikke Bris) vil du trenge 6 nøster / 150 gram til str. L. Da strikkes det med 1 tråd. Husk å få den oppgitte strikkefastheten. mvh DROPS Design

05.02.2024 - 08:44

country flag Ruth wrote:

In the assembly it states .” Sew the side seams inside the 1 edge stitch but leave openings in both sides to thread the ties through – the openings should be 8 cm from the bottom edge and 2½–3 cm in width” but surely you only need one side open? Or am I missing something? Never made this type of cardi before so bit confused. 😕

12.12.2023 - 20:19

DROPS Design answered:

Dear Ruth, you need to get an opening on both sides, then the big on the left font piece (the longer one) is pulled through the opening on the right side, along back piece and tied on the left side of piece; the tie on the right front piece will come in front through the opening on the left side and tied together on this side (reason why this tie is shorter). Happy assembly!

13.12.2023 - 08:02

country flag Ruth wrote:

I am now on the sleeves🎉 the pattern has not been easy to read in English but I’m putting that down to translation/ different way of doing instruction. When starting the sleeves it initially says cast on 3 stitches at either end of rows. Then it says 2 stitches on each side. What Does that mean? 2 stitches at each end on the same row? Can you Please clarify thanks

28.10.2023 - 20:28

DROPS Design answered:

Dear Ruth, you cast on at the end of the rows. First you cast on 3 stitches at the end of the next 2 rows (one from the right side and one from the wrong side) so you effectively cast on 3 stitches on each side of the piece. After this, on the next row, you cast on 2 stitches at the end of the next 6 or 8 rows, depending on the size. Continue as explained in the pattern; remember that the number of rows where you cast on at the end should be double the number of times indicated, because you need to cast on on each side (for example 3 times on each side would be 3 from the right side and 3 from the wrong side, so 6 in total). Happy knitting!

29.10.2023 - 19:54

country flag Marleen Buckens wrote:

Hoe brei ik rechter voorpand wand heb al 3 keer uitgetrokken .dit komt niet uit voor rechter kant, ik heb iedere keer linkerkant als uitkomst op de goede kant

06.10.2023 - 22:04

DROPS Design answered:

Dag Marleen,

Heb je gezien dat het rechter voorpand, aan de rechter kant zit als het gedragen wordt? Dus als je het aan zou hebben zit het aan de rechter kant.

08.10.2023 - 16:42

country flag Marleen Buckens wrote:

Hoe brei ik rechter voorpand wand heb al 3 keer uitgetrokken .dit komt niet uit voor rechter kant, ik heb iedere keer linkerkant als uitkomst op de goede kant

06.10.2023 - 22:02

country flag Marianne Juhler wrote:

Hej. Når jeg skal tage ud på højre forstykke på indersiden, er det så efter de 3 kantmasker og 2 masker glasstrik, at der skal tages ud? Så synes jeg bare, at mønsteret rykker sig ud mod ærmet, og sådan ser det ikke ud på billedet. Der ser det slet ikke ud til, at der tages ud på indersiden, men kun mod ærmet. Vh Marianne

30.07.2023 - 21:54

DROPS Design answered:

Hej Marianne, mønsteret skal strikkes yderst i kanten hele vejen og udtagningerne sker indenfor mønsteret :)

07.08.2023 - 11:25

country flag Susanna Franchini wrote:

Buongiorno. Volendo fare le maniche lunghe in questo modello (sto eseguendo la taglia M) come mi devo comportare con le diminuzioni dal gomito in giù? E quanto devono essere lunghe le maniche? Grazie!

29.07.2023 - 18:21

DROPS Design answered:

Buonasera Susanna, in questa sede non ci è possibile adattare i modelli a tutte le varianti richieste. Per un'assistenza così personalizzata può rivolgersi al suo rivenditore DROPS di fiducia. Buon lavoro!

31.07.2023 - 19:38

country flag Marianne Juhler wrote:

Hø. forstykke: Har strikket 2 p ret. Næste pind som 1. p i A1. Så skal jeg starte med 3. pind, men det hænger jo ikke sammen med at næste pind skal være en vrangpind. Hvad gør jeg efter at 1. pind i A1 er strikket, der hvor der er en rude, hvor der ingen maske er i? Skal jeg så ikke strikke vrangpinden, men kan ikke få den til at passe med det omslag, der var på 1. pind. Kompliceret.

27.07.2023 - 21:49

DROPS Design answered:

Hei Marianne. Ja, du strikker 2 pinner rett og neste pinne strikkes fra retten med 3 kantmasker + 2 masker glattstrikk + 1. rad av A.1. Så fortsetter du mønsteret frem og tilbake slik, altså strikk A.1 1 gang i høyden og når du har strikket A.1 1 gang i høyden (siste rad strikkes fra vrangen). Nå skal du gjenta A.1 i høyden, men da fra 3. pinne i diagrammet (som strikkes fra retten). mvh DROPS Design

28.07.2023 - 13:41

country flag Michèle Collin wrote:

Je viens de terminer ce modèle magnifique..je suis coincée pour les liens.. sur la photo le lien droit semble cousu au bas du devant droit... est ce bien cela ? Ou bien faut il faire partir le lien de la couture de côté ? J avoue sécher ! Merci pr votre réponse

18.07.2023 - 09:09

DROPS Design answered:

Bonjour Michele, les 2 liens sont tricotes au milieu devant, Ensuite le lien du devant gauche (plus longue) est enfile par une ouverture au cote droit du cardigan, passe par le dos et attache a gauche. Bon tricot!

18.07.2023 - 23:15