DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 3.33 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.31€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 212-20
DROPS Design: Patroon nr. ml-054
Garengroep D
-------------------------------------------------------

MATEN:
XS - S - M - L - XL - XXL

MATERIAAL:
DROPS MELODY van garnstudio (behoort tot garengroep D)
100-100-100-150-150-150 g kleur 03, parelgrijs
50-50-50-50-50-50 g kleur 19, steenrood
50-50-50-50-50-50 g kleur 20, wijnrood
50-50-50-50-50-50 g kleur 16, turkoois
50-50-50-50-50-50 g kleur 17, felroze
50-50-50-50-50-50 g kleur 18, mosterd

STEKENVERHOUDING:
12 steken in de breedte en 14 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 9 MM.
DROPS RONDBREINAALD 9 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 MM: Voor de boordsteek.
DROPS RONDBREINAALD 8 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Melody
DROPS Melody
71% alpaca, 25% wol, 4% polyamide
vanaf 3.33 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 23.31€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------
PATROON:
Zie telpatronen A.1 en A.2. Herhaal A.1 in de hoogte tot de gewenste lengte.

TIP VOOR HET MEERDEREN:
Meerder door 1 omslag te maken aan elke kant van de markeerdraad + 1 steek op elke zijkant. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

TIP VOOR HET MINDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, neem het totaal aantal steken op de naald (dus 50 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 20) = 2.5.
In dit voorbeeld, breit u afwisselend elke 1e en 2e en elke 2e en 3e steek recht samen.
-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het lijf wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van onder naar boven. Het werk wordt verdeeld voor de mouwen en verder heen en weer gebreid op de naald. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden.

LIJF:
Zet 120-128-140-148-160-176 steken op met rondbreinaald 8 mm en parelgrijs. Brei 1 naald recht, brei dan boordsteek als volgt: * 1 recht / 1 averecht *, herhaal van *-*. Brei 4 cm boordsteek, ga dan verder met rondbreinaald 9 mm. Ga verder met tricotsteek en strepen volgens A.1 tot de gewenste lengte. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!

Als het werk 36-37-38-39-40-41 cm meet, brei dan de volgende naald als volgt: Kant 1 steek af, brei 58-62-68-72-78-86 steken, kant dan 2 steken af, brei 58-62-68-72-78-86 steken en kant 1 steek af. Elk deel wordt nu apart, heen en weer verder gebreid op de naald. Plaats de eerste 58-62-68-72-78-86 steken op een hulpdraad en brei verder in de laatste 58-62-68-72-78-86 steken voor het achterpand.

ACHTERPAND:
= 58-62-68-72-78-86 steken. Ga verder met tricotsteek en strepen. Als het werk 52-54-56-58-60-62 cm meet, kant dan de middelste 18-20-20-22-22-24 steken voor de hals af en brei elk schouder apart verder. Ga verder door 1 steek af te kanten op de volgende naald vanaf de hals = 19-20-23-24-27-30 steken. Ga verder met tricotsteek tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet (= 18-19-20-21-22-23 cm vanaf waar u 1 steek heeft afgekant voor het armsgat), kant af. Brei de andere schouder op dezelfde manier.

VOORPAND:
= 58-62-68-72-78-86 steken. Ga verder met tricotsteek en strepen. Als het werk 47-49-51-53-55-57 cm meet, plaats dan de middelste 12-14-14-16-16-18 steken op een hulpdraad voor de hals en elk schouder wordt apart verder gebreid. Kant dan steken op elke naald vanaf de hals als volgt: Kant 1 keer 2 steken en 2 keer 1 steek af = 19-20-23-24-27-30 steken op de schouder. Ga verder met tricotsteek tot het werk 54-56-58-60-62-64 cm meet (= 18-19-20-21-22-23 cm vanaf waar u 1 steek heeft afgekant aan elke kant voor de armsgaten). Brei de andere schouder op dezelfde manier.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden samen.

MOUWEN:
De mouwen worden gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald, van boven naar beneden.
Neem 44-46-48-50-52-54 steken op rondom het armsgat in de buitenste lus van de buitenste steken met rondbreinaald 9 mm en steenrood –begin waar het werk was verdeeld voor de voor- en achterpanden en neem 22-23-24-25-26-27 steken op tot de schoudernaad, neem opnieuw 22-23-24-25-26-27 steken op vanaf de schoudernaad en naar beneden tot de scheiding. Voeg 1 markeerdraad in, in het midden onder de mouw. Brei tricotsteek en A.2. Als het werk 30-29-28-27-26-23 cm meet, meerder dan 1 steek aan elke kant van de markeerdraad – lees TIP VOOR HET MEERDEREN. Meerder zo iedere 5 cm in totaal 3 keer in alle maten = 50-52-54-56-58-60 steken. Ga verder met tricotsteek en A.2 tot het werk 44-43-42-41-40-37 cm meet. Eindig nu de mouw met parelgrijs. Brei 1 naald recht terwijl u 20-22-20-22-20-22 steken verdeeld mindert = 30-30-34-34-38-38 steken. Ga verder met breinaalden zonder knop maat 8 mm en brei 4 cm boordsteek (1 recht / 1 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht als de mouw 48-47-46-45-44-41 cm meet. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

HALS:
Begin aan de goede kant met parelgrijs en korte rondbreinaald 8 mm. Neem 60-80 steken op (inclusief de steken op de hulpdraad – het aantal moet deelbaar zijn door 2). Brei 4 cm boordsteek (1 recht / 1 averecht). Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 29.10.2020
Correctie: NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 9 MM.
DROPS RONDBREINAALD 9 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 8 MM: Voor de boordsteek.
DROPS RONDBREINAALD 8 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor de boordsteek.

Telpatroon

symbols = parelgrijs
symbols = wijnrood
symbols = mosterd
symbols = steenrood
symbols = felroze
symbols = turkoois
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Moroccan Market Muse

Francesca, Italy

Moroccan Market Muse

Frøy, Norway

Moroccan Market Muse

Frederrikke, Denmark

Moroccan Market Muse

Anne-Birthe, Norway

Moroccan Market Muse

Katarzyna, Poland

Moroccan Market Muse

Agnieszka, Poland

Pullover

Lori Ann, United States

Lindes choice

Leen, Belgium

Laat een opmerking achter voor DROPS 212-20

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (74)

country flag Maria Nybro Rubech wrote:

Er der en video til udtagning. Jeg forstår nemlig ikke helt beskrivelsen

16.02.2024 - 07:52

DROPS Design answered:

Hej Maria, ja, her ser du: udtagning med omslag men der er mange måder at tage ud på: Tag ud

16.02.2024 - 12:24

country flag Ace wrote:

Going off of last comment: you noted in another comment to do bind off at the beginning of the row. But this isn’t where the neck is. Wouldn’t it be at the end of the row, so it adds to the part that is already binded off? Also, is this part in the round or back and forth?

25.01.2024 - 19:44

DROPS Design answered:

Dear Ace, when binding off for neck you work the stitches for the left shoulder (from RS), then cast off the middle stitches for neck, then work the remaining sts for right shoulder and finish each shoulder separately, next row from RS on right shoulder/from WS on left shoulder will start from neck towards armhole. Happy knitting!

26.01.2024 - 07:49

country flag Ace wrote:

Please respond in detail if able. I don’t understand in the back piece “Continue by binding off 1 stitch on the next row from the neck = 19-20-23-24-27-30 stitches.” What are those stitches supposed to denote? How many rows is this supposed to be? Just one or multiple? How do we know where the neck is supposed to be? This step is very unclear. I saw the previous answer to a similar question but it still does not make sense. Please clear this step up if able. Thank you so much.

25.01.2024 - 19:34

country flag Ace wrote:

Please respond in detail if able. I don’t understand in the back piece “Continue by binding off 1 stitch on the next row from the neck = 19-20-23-24-27-30 stitches.” What are those stitches supposed to denote? How many rows is this supposed to be? Just one or multiple? How do we know where the neck is supposed to be? This step is very unclear. I saw the previous answer to a similar question but it still does not make sense. Please clear this step up if able. Thank you so much.

25.01.2024 - 19:33

DROPS Design answered:

Dear Mrs Ace, after you have cast off the middle stitches for neck you will work each shoulder separately to the finished measurements, if you cast off the sts from RS you are now working the right shoulder, work next row from WS, then at the beg of next row from RS (= from neck), cast off 1 stitch then continue as before over the remaining 19-20-23-24-27-30 sts and cast off when piece measures 54-56-58-60-62-64 cm. Then work left shoulder the same way, casting off 1 stitch at the beg of first row from neck/from WS. Happy knitting!

26.01.2024 - 07:48

country flag Claire wrote:

Can you clarify what is meant by "Continue by binding off 1 stitch on the next row from the neck = 19-20-23-24-27-30" in the "back piece" section?? also, when it says repeat on the other shoulder, what step do i start on?

11.01.2024 - 17:29

country flag Claire wrote:

Can you clarify (in the "back piece") what is meant by "Continue by binding off 1 stitch on the next row from the neck = 19-20-23-24-27-30" ? also, when it says do the same from the other shoulder, what step should i start on for this shoulder?

11.01.2024 - 17:28

DROPS Design answered:

Dear Claire, if you worked first the left shoulder on back piece, you cast off for neck at the beg of every row from right side; when working the right shoulder you will cast off for neck at the beg of every row from wrong side. Happy knitting!

12.01.2024 - 07:44

country flag Claire H wrote:

When i start the back piece after completing the body in the round....am i switching to straight needles??! there is no indication to switch, but i just started the back piece in the round, and it does not look quite right

11.01.2024 - 05:03

DROPS Design answered:

Hi Claire, You work the back and front pieces separately, after the body, back and forth. But you can continue to use circular needles even though you are working back and forth. Happy knitting!

11.01.2024 - 07:39

country flag Maja wrote:

Hej, Jag testade stickfastheten genom att sticka 12 maskor på bredden och 14 varv på höjden med slätstickning som ni angav ovan. Men rutan blir inte 10x10 utan ca 11x11 med sticka 9. Kommer tröjan ändå bli bra eller bör jag istället använda mig av sticka 8 istället för 9 och 7 istället för 8?

30.12.2023 - 20:59

country flag Claire wrote:

What differentiates the body from the back/front piece? are both knitted from bottom to top? in specifically the back piece, when it says continue with stripes, does it mean from where we left off from A1 in the body piece? if so, the instructions say this for: Continue with stockinette stitch and stripes according to A.1 to finished length" so finished length does not mean finishing the A1 diagram then? thanks!

29.12.2023 - 07:09

DROPS Design answered:

Dear Claire, you first work body in the round then divide piece for armholes and finish back and front piece separately, stripes should continue the same way on both pieces, only neck shaping will be diferent (deeper on front piece). When you have finished A.1 in height, repeat from the first row to the last row as many times as needed. Happy knitting!

02.01.2024 - 10:19

country flag Claire wrote:

What size is the model wearing? :)

29.12.2023 - 04:57

DROPS Design answered:

Dear Claire, most of the time our models are wearing either a size S or a size M; but as our bodies are all different, to find the best appropriate size measure a similar garment you have and like the shape and compare the measurements to the ones in the chart. Read more here. Happy knitting!

02.01.2024 - 10:17