DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.31 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.10 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 50.53€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Winter Cardinal Cardigan

Gebreid lang vest in DROPS Nepal en DROPS Kid-Silk. Het werk wordt gebreid met kabels, sjaalkraag en ceintuur. Maat: S - XXXL

DROPS 205-24
DROPS design: Patroon ne-313
Garengroep C + A of D
----------------------------------------------------------

MAAT:
S - M - L - XL - XXL - XXXL

MATERIAAL:
DROPS NEPAL van garnstudio (behoort tot garengroep C)
650-750-800-900-1000-1100 g kleur 3608, diep rood
En gebruik:
DROPS KID-SILK van garnstudio (behoort tot garengroep A)
125-150-150-175-200-200 g kleur 32, framboos

STEKENVERHOUDING:
14 steken in de breedte en 16 naalden in de hoogte in tricotsteek en 1 draad van elke kwaliteit = 10 x 10 cm.

NAALDEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 6 mm
DROPS RONDBREINAALD 6 mm: Lengte 40 en 80 cm voor tricotsteek en de kabels.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 5 mm
DROPS RONDBREINAALD 5 mm: Lengte 80 cm voor de boordsteek.
DROPS KABELNAALD - voor de kabels.
De naalddikte is slechts een richtlijn! Als u te veel steken heeft op 10 cm, brei dan verder met grotere naalden. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, brei dan verder met kleinere naalden.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Nepal
DROPS Nepal
65% wol, 35% alpaca
vanaf 2.31 € /50g
DROPS Kid-Silk
DROPS Kid-Silk
75% mohair, 25% zijde
vanaf 4.10 € /25g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 50.53€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

----------------------------------------------------------

RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht.
1 ribbel = brei 2 naalden recht.

PUNNIKRAND RECHTER VOORPAND (geldt voor de buitenste rand langs midden voor):
Begin aan de goede kant, * zet de eerste 3 steken van de naald losjes op de rechter naald zonder de steken te breien (zet ze 1 voor 1 op de naald en houd de draad aan de achterkant van het werk), trek de draad een beetje aan, en brei patroon en tricotsteek over de andere steken zoals uitgelegd in het patroon, keer het werk, brei tricotsteek en patroon zoals hiervoor tot er 3 steken over zijn op de naald richting midden voor, brei deze steken averecht, keer het werk *, brei van *-* tot de gewenste afmetingen.
LET OP! U moet eerst een paar cm breien en de rand een beetje aantrekken zodat u het resultaat beter ziet.

PUNNIKRAND LINKER VOORPAND (geldt voor de buitenste rand langs midden voor):
Begin aan de goede kant, * brei tricotsteek en patroon zoals hiervoor tot er 3 steken op de naald over zijn richting midden voor, zet de laatste 3 steken losjes op de rechter naald zonder de steken te breien (zet ze 1 voor 1 op de naald en houd de draad aan de achterkant van het werk), keer het werk, trek de draad aan, en brei de eerste 3 steken averecht, brei dan in patroon en tricotsteek over de andere steken zoals uitgelegd in patroon, keer het werk *, brei van *-* tot de gewenste afmetingen.
LET OP! U moet eerst een paar cm breien en de rand een beetje aantrekken zodat u het resultaat beter ziet.

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.6. Kies het telpatroon voor uw maat. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

TIP VOOR HET MINDEREN-1 (verdeeld):
Minder op de verkeerde kant voordat de kabels beginnen.
Zo berekent u hoe vaak er geminderd moet worden, tel aantal steken waarover geminderd moet worden (dus 16 steken) en deel door het aantal te maken minderingen (dus 3) = 5.3.
In dit voorbeeld mindert u door ongeveer iedere 4e en 5e steek averecht samen te breien.

TIP VOOR HET MINDEREN-2 (geldt voor midden onder de mouwen):
Begin 3 steken voor de markeerdraad en brei 2 recht samen, 2 recht (de markeerdraad zit tussen deze 2 steken), 1 steek recht afhalen, 1 recht, haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Zo berekent u hoe vaak er gemeerderd moet worden, gebruik het totaal aantal steken waarover gemeerderd moet worden (dus 34 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 8) = 4.25. In dit voorbeeld meerdert u door 1 omslag te maken na ongeveer iedere 4e steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

I-CORD (PUNNIK)BREIEN:
Brei 1 naald recht aan de goede kant, * schuif alle steken naar de goede kant van de naald zonder het werk te keren, trek de draad aan en brei recht over alle steken *, brei van *-*.

----------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

----------------------------------------------------------

VEST - KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het voor- en achterpand worden heen en weer gebreid op de rondbreinaald, van onder naar boven. Er zijn kabels op het voor- en achterpand. Op het voorpand tellen de buitenste 26-26-26-28-28-28 steken richting midden voor als voorbies met overlap.
Naai het werk samen op de schouders. Neem steken op langs de armsgaten en brei de mouwen heen en weer op de rondbreinaald van boven naar beneden tot de mouwkop klaar is, brei dan de mouwen in de rondte tot de gewenste afmetingen. Brei de mouwen van boven naar beneden om de mouw aan te passen aan de juiste gewenste afmetingen. Naai dan de mouw- en zijnaden en de kraag aan de halslijn op de achterkant van de hals.

RECHTER VOORPAND:
Zet 79-79-84-90-90-95 steken op (inclusief 26-26-26-28-28-28 voorbiessteken richting midden voor en 1 kantsteek in de zijkant) op rondbreinaald 5 mm met 1 draad Nepal en 1 draad Kid- Silk (= 2 draden). Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant).
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant (dus vanaf midden voor): Brei PUNNIKRAND RECHTER VOORPAND over de eerste 3 steken - lees uitleg hierboven, brei A.2 (= 28-28-28-30-30-30 steken), brei A.3 (= 31-31-31-35-35-35 steken), * 2 recht, 3 averecht *, brei van *-* over de volgende 15-15-20-20-20-25 steken, 1 recht en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga zo verder met boordsteek maar brei de laatste naald in A.3 en A.2 als volgt op de verkeerde kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei 16-16-21-21-21-26 steken in tricotsteek en minder tegelijkertijd 3-1-3-4-1-2 steken verdeeld over deze 16-16-21-21-21-26 steken - lees TIP VOOR HET MINDEREN 1, brei de laatste naald in A.3 en A.2, en eindig met punnikrand over de laatste 3 steken richting midden voor. Het werk meet ongeveer 6 cm vanaf de opzetrand en er zijn 66-68-71-76-79-83 steken op de naald.
Ga verder met rondbreinaald 6 mm. Begin nu met de kabels, dus brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: Ga verder met punnikrand over de eerste 3 steken midden voor, brei A.5 (= 23-23-23-25-25-25 steken), brei A.6 (= 26-26-26-30-30-30 steken), brei 13-15-18-17-20-24 steken in tricotsteek en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek richting de zijkant. Ga zo verder in patroon. DENK OM DE STEKENVERHOUDING!
Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm, 5-5-7-8-8-9 steken af voor het armsgat op het begin van de naald vanaf de zijkant = 61-63-64-68-71-74 steken. Ga verder in patroon zoals hiervoor met 1 kantsteek in ribbelsteek richting het armsgat tot het werk 68-71-74-77-80-83 cm meet.
Brei op de volgende naald aan de goede kant, de steken in de buitenste kabel richting de zijkant 2 aan 2 samen (= 4 steken geminderd) = 57-59-60-64-67-70 steken over op de naald. Zet dan steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder.
Begin aan de zijkant op het armsgat zet steken op een hulpdraad op iedere naald vanaf het armsgat (om te voorkomen dat u de draad af moet knippen breit u de steken eerst voordat u ze op de hulpdraad zet) als volgt: Zet 2 keer 10-11-11-12-13-14 steken op de hulpdraad en zet 1 keer 11-11-12-12-13-14 steken op een hulpdraad = 26-26-26-28-28-28 steken over op de naald voor de kraag, brei de rest van de naald zoals hiervoor.
Ga verder met heen en weer breien over deze 26-26-26-28-28-28 steken als volgt:
Naald 1 (goede kant): Brei zoals hiervoor over de eerste 23-23-23-24-24-24 steken, keer het werk en trek de draad aan.
Naald 2 (= verkeerde kant): Brei zoals hiervoor over de rest van de naald, keer het werk en trek de draad aan.
Naald 3 (goede kant): Brei zoals hiervoor over alle steken, keer het werk en trek de draad aan.
Naald 4 (= verkeerde kant): Brei zoals hiervoor over de rest van de naald, keer het werk en trek de draad aan.
Herhaal naalden 1-4 tot de kraag ongeveer 9-9-9-10-10-10 cm meet aan de binnenkant op zijn kortst.
Brei 1 ribbel heen en weer gebreid over alle steken. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant.

LINKER VOORPAND:
Zet 79-79-84-90-90-95 steken op (inclusief 1 kantsteek in de zijkant en 26-26-26-28-28-28 voorbiessteken richting midden voor) op rondbreinaald 5 mm met 1 draad Nepal + 1 draad Kid-Silk (= 2 draden). Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant).
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant (dus vanaf de zijkant): Brei 1 kantsteek in ribbelsteek, 1 recht, * 3 averecht, 2 recht *, brei van *-* over de volgende 15-15-20-20-20-25 steken, brei A.1 (= 31-31-31-35-35-35 steken), brei A.2 (= 28-28-28-30-30-30 steken), en eindig met PUNNIKRAND LINKER VOORPAND over de 3 laatste steken.
Ga zo verder met de boordsteek, maar brei de laatste naald in A.2 en A.1 als volgt op de verkeerde kant: Brei punnikrand over de 3 eerste steken, brei de laatste naald in A.2 en A.1, brei 16-16-21-21-21-26 steken in tricotsteek en minder tegelijkertijd 3-1-3-4-1-2 steken verdeeld over deze 16-16-21-21-21-26 steken en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Het werk meet ongeveer 6 cm vanaf de opzetrand en er zijn 66-68-71-76-79-83 steken op de naald.
Ga verder met rondbreinaald 6 mm. Begin nu met de kabels, dus brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei 13-15-18-17-20-24 steken in tricotsteek, brei A.4 (= 26-26-26-30-30-30 steken), brei A.5 (= 23-23-23-25-25-25 steken), eindig met punnikrand over de laatste 3 steken midden voor zoals hiervoor. Ga zo verder in patroon.
Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm, 5-5-7-8-8-9 steken af voor het armsgat op het begin van de naald vanaf de zijkant = 61-63-64-68-71-74 steken. Ga verder in patroon zoals hiervoor met 1 kantsteek in ribbelsteek richting het armsgat tot het werk 68-71-74-77-80-83 cm meet.
Brei op de volgende naald aan de goede kant, de steken in de buitenste kabel richting de zijkant 2 aan 2 samen (= 4 steken geminderd) = 57-59-60-64-67-70 steken over op de naald. Zet dan steken op de hulpdraad voor de diagonale schouder zoals uitgelegd hieronder.
Begin in de zijkant op het armsgat en zet steken op een hulpdraad op iedere naald vanaf het armsgat (om te voorkomen dat u de draad af moet knippen breit u de steken eerst voordat u ze op de hulpdraad zet) als volgt: Zet 2 keer 10-11-11-12-13-14 steken op de hulpdraad en 1 keer 11-11-12-12-13-14 steken op een hulpdraad = 26-26-26-28-28-28 steken over op de naald voor de kraag, brei de rest van de naald zoals hiervoor.
Ga verder met heen weer breien over deze 26-26-26-28-28-28 steken als volgt:
Naald 1 (= verkeerde kant): Brei zoals hiervoor over de eerste 23-23-23-24-24-24 steken, keer het werk en trek de draad aan.
Naald 2 (goede kant): Brei zoals hiervoor over de rest van de naald, keer het werk en trek de draad aan.
Naald 3 (= verkeerde kant): Brei zoals hiervoor over alle steken, keer het werk en trek de draad aan.
Naald 4 (goede kant): Brei zoals hiervoor de rest van de naald, keer het werk en trek de draad aan.
Herhaal naalden 1-4 tot de kraag ongeveer 9-9-9-10-10-10 cm meet aan de binnenkant op de kortste maar eindig na een naald op de verkeerde kant.
Brei 1 ribbel heen en weer over alle steken. Kant dan losjes af met recht aan de goede kant.

ACHTERPAND:
Zet 124-124-134-144-144-154 steken op (inclusief 1 kantsteek aan elke kant) op rondbreinaald 5 mm met 1 draad Nepal en 1 draad Kid- Silk (= 2 draden). Brei 1 naald averecht (= verkeerde kant).
Brei de volgende naald als volgt aan de goede kant: 1 kantsteek in RIBBELSTEEK - lees uitleg hierboven, 1 recht, * 3 averecht, 2 recht *, brei van *-* over de volgende 15-15-20-20-20-25 steken, brei A.1 (= 31-31-31-35-35-35 steken), brei A.2 (= 28-28-28-30-30-30 steken), brei A.3 (= 31-31-31-35-35-35 steken), * 2 recht, 3 averecht *, brei van *-* over de volgende 15-15-20-20-20-25 steken, 1 recht en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga zo verder met boordsteek maar brei de laatste naald in A.3, A.2 en A.1 als volgt op de verkeerde kant: 1 kantsteek in ribbelsteek, brei 16-16-21-21-21-26 steken in tricotsteek en minder 3-1-3-4-1-2 steken verdeeld over deze 16-16-21-21-21-26 steken - lees TIP VOOR HET MINDEREN-1, brei de laatste naald in A.3, A.2 en A.1, brei 16-16-21-21-21-26 steken in tricotsteek en minder 3-1-3-4-1-2 steken verdeeld over deze 16-16-21-21-21-26 steken en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek. Het werk meet ongeveer 6 cm vanaf de opzetrand en er zijn 103-107-113-121-127-135 steken op de naald.
Ga verder met rondbreinaald 6 mm. Begin nu met de kabels, dus brei de volgende naald als volgt aan de goede kant:
1 kantsteek in ribbelsteek, 13-15-18-17-20-24 steken in tricotsteek, brei A.4 (= 26-26-26-30-30-30 steken), brei A.5 (= 23-23-23-25-25-25 steken), brei A.6 (= 26-26-26-30-30-30 steken), brei 13-15-18-17-20-24 steken in tricotsteek en eindig met 1 kantsteek in ribbelsteek.
Ga zo verder in patroon. Kant bij een hoogte van 52-54-56-58-60-62 cm, 5-5-7-8-8-9 steken af op het begin van de volgende 2 naalden voor het armsgat = 93-97-99-105-111-117 steken over.
Ga verder in patroon zoals hiervoor met 1 kantsteek in ribbelsteek aan elke kant tot het werk 68-71-74-77-80-83 cm meet. Brei op de volgende naald aan de goede kant, de steken in de buitenste kabel aan elke kant 2 aan 2 samen (= 8 steken geminderd op de naald) = 85-89-91-97-103-109 steken over op de naald.
Zet dan steken op een hulpdraad voor de diagonale schouder aan elke kant en kant tegelijkertijd af voor de hals zoals uitgelegd hieronder.
Begin bij het armsgat en zet steken op een hulpdraad op iedere naald vanaf het armsgat aan elke kant (om te voorkomen dat u de draad af moet knippen breit u de steken eerst voordat u ze op de hulpdraad zet) als volgt: Zet 2 keer 10-11-11-12-13-14 steken op een hulpdraad aan elke kant en 1 keer 11-11-12-12-13-14 steken op een hulpdraad aan elke kant.
Minder tegelijkertijd bij een hoogte van 69-72-75-78-81-84 cm, 8 steken over de 2 kabels midden achter (brei de steken in elke kabel 2 aan 2 samen).
Kant dan, op de volgende naald, de middelste 13-13-13-15-15-15 steken af voor de hals en eindig elk schouder apart.
Ga verder met het plaatsen van steken op een hulpdraad en kant tegelijkertijd 1 steek af voor de hals op de volgende naald vanaf de hals.
Als alle steken op een hulpdraad zijn gezet voor de diagonale schouder en afgekant is voor de hals, meet het werk ongeveer 72-75-78-81-84-87 cm vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden.
Eindig de andere schouder op dezelfde manier.

SCHOUDER:
Zet de 31-33-34-36-39-42 steken van de hulpdraad op een van de schouders terug op rondbreinaald 6 mm. Brei 1 naald recht op de verkeerde kant over deze steken, maar om gaatjes te voorkomen in iedere overgang waar de steken op de hulpdraad zijn gezet, neemt u de lus tussen 2 steken op en zet deze gedraaid op de linker naald voordat u deze samenbreit met volgende steek op de linker naald. Kant dan losjes alle steken af met recht aan de goede kant.
Brei op dezelfde manier over de 3 andere schouders.

AFWERKING:
Naai de schoudernaden aan de binnenkant van de afkantrand.
Naai de kraag samen midden achter (zorg ervoor dat de naad aan de binnenkant zit als de kraag naar beneden gevouwen wordt). Naai de kraag aan de halslijn in de achterkant van de hals.

MOUW:
Neem 44-48-50-54-56-58 steken op langs het armsgat aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek op rondbreinaald 6 mm met 1 draad van elke kwaliteit (= 2 draden) - LET OP: Neem geen steken op langs de onderkant van het armsgat.
Brei in tricotsteek heen en weer voor 3-3-4-5-5-6 cm (= mouwkop en tot de onderkant van het armsgat).
Brei dan de mouwen in de rondte op breinaalden zonder knop/een korte rondbreinaald 6 mm. Voeg 1 markeerdraad in op het begin van de naald (= midden onder de mouw). Neem de markeerdraad mee in de hoogte tijdens het breien; het wordt gebruikt voor het minderen midden onder de mouw.
Brei in tricotsteek in de rondte. Als de mouw 2 cm meet vanaf waar de markeerdraad ingevoegd was, minder dan 2 steken midden onder de mouw - lees TIP VOOR HET MINDEREN-2. Minder zo iedere 3-3-2½-2-2-1½ cm 5-6-7-8-8-9 keer in totaal = 34-36-36-38-40-40 steken.
Brei tot de mouw 42-42-41-39-38-36 cm meet vanaf waar de markeerdraad ingevoegd was (mouw wordt tot de gewenste lengte gebreid, pas het vest en brei tot de gewenste lengte).
Brei verder met breinaalden zonder knop maat 5 mm. Brei 1 naald recht en meerder 8-6-6-4-8-8 steken verdeeld - lees TIP VOOR HET MEERDEREN = 42-42-42-42-48-48 steken.
Brei boordsteek in de rondte = 2 recht/4 averecht voor 5 cm. Brei 1 naald recht en kant dan losjes af met averecht.
Brei de andere mouw op dezelfde wijze. Vouw de boordsteek om van onder naar boven op beide mouwen en hecht aan met een paar steken.

VERDERE AFWERKING:
Naai de zijnaden aan de binnenkant van de 1 kantsteek in ribbelsteek. Naai de onderkant van het armsgat dicht.

CEINTUUR:
Zet 5 steken op breinaalden zonder knop maat 6 mm met 1 draad Nepal + 1 draad Kid-Silk en brei I-CORD (PUNNIK)BREIEN - lees uitleg hierboven, tot de ceintuur ongeveer 250-300 cm meet (of de gewenste lengte). Kant af. Plaats de ceintuur dubbel bij gebruik.

Telpatroon

symbols = recht aan de goede kant, averecht aan de verkeerde kant
symbols = averecht aan de goede kant, recht aan de verkeerde kant
symbols = op de verkeerde kant: 2 recht samen
symbols = zet 4 steken op een kabelnaald en houd deze achter het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald
symbols = zet 4 steken op een kabelnaald en houd deze voor het werk, 4 recht, 4 recht van de kabelnaald
diagram
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 205-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (101)

country flag Biggi wrote:

Danke für die schnelle Antwort, ich habs jetzt begriffen.

16.02.2024 - 20:02

country flag Biggi wrote:

Hallo, ich habe eine Frage zur Abnahme am äußeren Zopf, (der am I Cord oder der an der Seite? Wenn ich die 4 Maschen abgenommen habe, arbeite ich dann glatt rechts weiter oder arbeite ich den Zopf mit 2/2 weiter?

14.02.2024 - 20:00

DROPS Design answered:

Liebe Biggi, dieser Zopf ist der diejenige, der an der Seite sind, damit die Schulter die richtige Breite hat, muss man Maschen in diesem Zopf abnehmen. Diese Maschen werden dann auf dem Faden für den Schulter stillgelegt. Viel Spaß beim stricken!

15.02.2024 - 07:32

country flag Barbara Liebing wrote:

Hallo , ich bin am Ende vom rechten Vorderteil und verstehe das mit den verkürzten Reihen nicht . Wenn ich nur einmal in der ersten Reihe verkürze, wird der Kragen doch nicht so schräg ? Fehlt da was oder denke ich falsch ?

10.02.2024 - 09:33

DROPS Design answered:

Liebe Frau Liebing, die verkürzten Reihen sind über 2 Reihen (1 Hin- + 1 Rückreihe) gestrickt, beim rechten Vorderteil stricken Sie 2 Reihen über die ersten 23-24 Maschen (siehe Größe) + 2 Reihen über alle Maschen, diese 4 Reihen wiederholen Sie bis der Kragen 9-10 cm misst. Viel Spaß beim stricken!

12.02.2024 - 07:15

country flag Anita wrote:

Vielen Dank, jetzt hab ich es kapiert. ☺️ Liebe Grüße Anita

18.10.2023 - 13:24

country flag Anita wrote:

Liebes DropsTeam, Was ist bei der Schulter mit 14 Maschen 2x still legen gemeint? Meint man 4 Reihen stricken bis die nächsten 14 Maschen still gelegt werden? Das mit der Reihe 1-4 vom Kragen habe ich nicht verstanden. Gibt es dazu ein Film? Liebe Grüße Anita

16.10.2023 - 17:22

DROPS Design answered:

Liebe Anita, hier strickt man verkürzten Reihen damit die Schulter höher am Hals als am Armausschnitt ist. So, am Anfang der Reihe vom Schulter/Armausschnitt stricken Sie die ersten 14 Maschen und legen Sie diese Maschen still, die restlichen Maschen der Reihe wie zuvor stricken, wenden und die nächste Reihe stricken. Diese beide Reihen stricken Sie insgesamt 3 Mal = es sind noch 28 Maschen übrig auf der Nadel, die sind für den Schalkragen und werden mit verkürzten Reihen gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

17.10.2023 - 09:17

country flag Marisa wrote:

Buenos días, Al hacer los hombros de este modelo, no sería más fácil ir cerrando los puntos en las vueltas sucesivas en lugar de cambiarlos al gancho auxiliar? Creo que el resultado sería el mismo.

25.09.2023 - 12:27

DROPS Design answered:

Hola Marisa, puedes ir cerrando como has indicado, si lo prefieres; es otra técnica para trabajar los hombros diagonales.

30.09.2023 - 20:22

country flag Brigitte Diderich wrote:

De mouw beginnen. Ik moet voor M 48 steken opnemen voor de mouw. Betekent dit 24 tot middenboven en 24 vanaf midden boven? Ik kom dan niet tot de onderkant van de mouw en dat gaat er dan m.i. Raar uitzien. Een tekeningetje zou helpen.

14.09.2023 - 20:01

DROPS Design answered:

Dag Brigitte,

Inderdaad de helft op het voorpand en de andere helft op het achterpand. Je neemt steken op tot de 'inham' aan de onderkant van het armsgat/oksel. Op het eind wordt dat dwarse stukje vast genaaid. Zie ook maattekening onderaan het patroon.

20.09.2023 - 19:17

country flag Stalp wrote:

I-Cord Abschluss ist nach 10 cm Gesamtlänge um 3 cm kürzer - soll es so sein? Danke

07.09.2023 - 14:35

DROPS Design answered:

Liebe Frau Stalp, beachten Sie, daß der Faden nicht zu fest angezogen wird - vielleicht kann Ihnen damit dieses Video helfen. Viel Spaß beim stricken!

08.09.2023 - 07:50

country flag Martin Veronique wrote:

Cette longue veste est merveilleuse et très douce au toucher. Seul bémol la couleur sur la photo est bien plus lumineuse que la laine reçu. Le coloris est terne c est domage

13.04.2023 - 14:53

country flag Elisabeth Bourguignon wrote:

Bonjour, le gilet peut-il être tricoté d'un seul tenant, à savoir les devants et le dos ensemble jusqu'au emmanchures SVP?

17.01.2023 - 14:46

DROPS Design answered:

Bonjour Mme Bourguignon, probablement, il vous suffira alors juste de faire les ajustements nécessaires. Bon tricot!

17.01.2023 - 15:03