DROPS Puna
DROPS Puna
100% alpaca
vanaf 3.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.92€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24

Winter Wheat

Gebreide trui met raglan in DROPS Puna. Het werk wordt van boven naar beneden gebreid met structuurpatroon op de mouwen. Maten S - XXXL.

DROPS 206-48
DROPS Design: Patroon nr. pu-042
Garengroep B
-------------------------------------------------------

MATEN:
S - M - L - XL - XXL – XXXL

MATERIAAL:
DROPS PUNA van garnstudio (behoort tot garengroep B)
400-450-500-550-600-650 g kleur 02, beige

Of gebruik:
DROPS SOFT TWEED van Garnstudio (behoort tot garengroep B)
350-400-450-500-550-600 g kleur 02, marsepein

STEKENVERHOUDING:
20 steken in de breedte en 26 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.
Ongeveer 24 steken in de breedte met structuurpatroon (A.2) = 10 x 10 cm.
(Het structuurpatroon trekt een beetje samen met Puna en is elastisch).

NAALDEN:
DROPS RONDBREINAALD 4.5 MM: Lengte 40 cm en 60 cm of 80 cm voor tricotsteek/structuurpatroon.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: Lengte 40 cm voor de boordsteek op de hals.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Puna
DROPS Puna
100% alpaca
vanaf 3.49 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 27.92€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

UITLEG VOOR HET PATROON:

-------------------------------------------------------

PATROON:
Zie telpatronen A.1 tot A.3.

TIP VOOR HET MEERDEREN (verdeeld):
Om uit te rekenen hoe u verdeeld meerdert, tel het totaal aantal steken waarover gemeerderd moet worden (dus 4 steken) en deel deze door het aantal te maken meerderingen (dus 4) = 1.
In dit voorbeeld, meerdert u door 1 omslag te maken na elke steek. Brei op de volgende naald de omslagen gedraaid om gaatjes te voorkomen.

MEERDEREN MOUWEN:
Brei tot de middelste steek op de mouw (= steek met de markeerdraad), * 1 recht, maak 1 omslag *, brei van *-* in totaal 2 keer in dezelfde steek, 1 recht in dezelfde steek (= 4 steken gemeerderd in dezelfde steek). Herhaal op de andere mouw. De nieuwe steken worden in patroon A.2 gebreid.

TIP VOOR HET MINDEREN (voor de mouwen):
Minder in de verschillende maten als volgt:
Maten L en XXXL:
Brei tot er 2 steken over zijn voor de steek met de markeerdraad, 2 recht samen, 1 averecht (de markeerdraad zit in deze steek), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over (= 2 steken geminderd).
Maten XL en XXL:
Brei tot er 3 steken over zijn voor de steek met de markeerdraad, 2 recht samen, 3 recht (de markeerdraad zit in de middelste steek van deze 3), 1 steek recht afhalen, 1 recht en haal de afgehaalde steek over de gebreide steek (= 2 steken geminderd).

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER:

-------------------------------------------------------

TRUI – KORTE SAMENVATTING VAN HET WERK:
Het werk wordt in de rondte gebreid met de rondbreinaald, van boven naar beneden. De mouwen worden in de rondte gebreid met breinaalden zonder knop/korte rondbreinaald. Tricotsteek wordt gebreid op de voor- en achterpanden, structuurpatroon op de mouwen.

HALS:
Zet 100-108-108-116-116-124 steken op met rondbreinaald 3 mm en Puna. Brei 1 naald recht en brei dan 3 cm boordsteek (= 1 recht / 1 averecht) in de rondte. Voeg hier een markeerdraad. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

PAS:
Ga verder met rondbreinaald 4.5 mm en brei in patroon als volgt: Brei de eerste 4-6-6-8-8-10 steken en meerder tegelijkertijd 4-2-4-2-5-4 steken verdeeld – lees TIP VOOR HET MEERDEREN, brei A.1 over de volgende steek, voeg hier een markeerdraad in (= overgang tussen de helft van het achterpand en de rechter mouw), brei A.2 over de volgende 40 steken, brei de eerste steek in A.2, voeg hier een markeerdraad in (= overgang tussen de rechter mouw en het voorpand), brei A.3 over de volgende steek, brei 7-11-11-15-15-19 steken recht en meerder tegelijkertijd 7-4-7-3-9-7 steken verdeeld, A.1 over de volgende steek, voeg hier een markeerdraad in (= overgang tussen het voorpand en de linker mouw), brei A.2 over de volgende 40 steken, brei de eerste steek in A.2, voeg hier een markeerdraad in (= overgang tussen de linker mouw en de helft van het achterpand), brei A.3 over de volgende steek, 3-5-5-7-7-9 steken recht en meerder tegelijkertijd 3-2-3-1-4-3 steken verdeeld = 118-120-126-126-138-142 steken op de naald.
Er is nu 1 markeerdraad in elke overgang tussen het lijf en de mouwen (= 4 markeerdraden). Voeg 1 markeerdraad in, in de middelste steek op elke mouw (= rechte steek). DENK OM DE STEKENVERHOUDING! Ga verder in de rondte met patroon A.2 tussen de markeerdraden op de mouwen en A.1/A.3 + tricotsteek over de steken op de voor- en achterpanden – begin TEGELIJKERTIJD op naald 3 in A.1/A.3 met MEERDEREN MOUWEN – lees beschrijving hierboven (= 4 steken gemeerderd op elke mouw). Meerder zo iedere 8e-8e-6e-6e-4e-4e naald in totaal 6-7-10-11-13-14 keer. Als A.1 en A.3 klaar zijn in de hoogte, ga dan verder met de herhalingen richting de raglanlijnen 7-8-9-10-11-12 keer (in totaal 8-9-10-11-12-13 keer), brei dan de eerste 3-3-1-1-0-0 naalden in de telpatronen.
Als alle meerderingen voor de mouwen en voor- en achterpanden klaar zijn, zijn er 302-328-366-390-430-458 steken op de naald (24-28-40-44-52-56 steken gemeerderd op elke mouw en 35-39-41-45-48-52 steken gemeerderd aan elke kant van de voor- en achterpanden). Het werk meet nu 20-22-24-26-28-30 cm vanaf de markeerdraad op de hals. Als het werk korter is dan dit, brei dan verder tot de juiste lengte.
Brei de volgende naald als volgt: Brei de eerste 44-48-52-56-62-67 steken (= ongeveer de helft van het achterpand), plaats de volgende 65-69-81-85-93-97 steken op 1 hulpdraad voor de mouw en zet 9-9-9-11-11-13 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw), brei de volgende 86-95-102-110-122-132 steken (= voorpanden), plaats de volgende 65-69-81-85-93-97 steken op 1 hulpdraad voor de mouw en zet 9-9-9-11-11-13 nieuwe steken op de naald (= in zijkant onder de mouw) en brei de overgebleven 42-47-50-54-60-65 steken (= ongeveer de helft van het achterpand). Het lijf en de mouwen worden apart verder gebreid. HET WERK WORDT NU VANAF HIER GEMETEN!

LIJF:
Er zijn 190-208-222-242-266-290 steken op het lijf. Ga verder in de rondte met tricotsteek tot het werk 21 cm meet. Brei een rand met patroon A.2 in de rondte. Als de rand 4 cm meet, kant dan af met recht boven recht en averecht boven averecht. De trui meet ongeveer 50-52-54-56-58-60 cm vanaf de schouder naar beneden.

MOUW:
Plaats de 65-69-81-85-93-97 steken van de hulpdraad aan de ene kant van het werk op korte rondbreinaald 4.5 mm en neem 1 steek op in elk van de 9-9-9-11-11-13 opgezette steken onder de mouw = 74-78-90-96-104-110 steken. Brei patroon A.2 in de rondte zoals hiervoor. Het patroon zou op de naald moeten passen. Brei dan als volgt in de verschillende maten:
Maten S, M:
Brei structuurpatroon tot de mouw 41-39 cm meet vanaf de scheiding. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht.
Maten L, XL, XXL en XXXL:
Brei structuurpatroon tot de mouw 4 cm meet vanaf de scheiding. Voeg een markeerdraad in de middelste steek onder de mouw. Begin op de volgende naald met minderen onder de mouw – lees TIP VOOR HET MINDEREN. Minder zo iedere 2e naald in totaal 4-4-4-4 keer = 82-88-96-102 steken. Ga verder met structuurpatroon tot de mouw 38-37-36-34 cm meet. Kant af met recht boven recht en averecht boven averecht. Brei de andere mouw op dezelfde manier.

Telpatroon

symbols = recht
symbols = averecht
symbols = maak 1 omslag tussen 2 steken; brei op de volgende naald de omslag gedraaid recht om een gaatje te voorkomen.
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 206-48

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (84)

country flag Gerda Jersombeck wrote:

Hallo,ich kapiere es nicht:nach derHalsblende bei "S" insgesamt 4x1 Masche zunehmen, dann habe ich 104 Maschen auf der Nadel. alles in rechts stricken? und wie geht es dann weiter? Oder nach je 4 Maschen 1 Zunahme, dann wäre ich bei 125 Maschen? LG Gerda

14.08.2022 - 15:59

DROPS Design answered:

Liebe Frau Jersombeck, in A.1 und A.3 nehmen Sie gleichzeitig für den Raglan zu: 4 M rechts stricken + 4 M zunehmen, A.1 (= 4+4 +1+1= 10 M. Halbes Rückenteil), Mark, 41 Maschen A.2 (=Armel), Mark., A.3 ( 1 M), 7 M rechts stricken + 7 M zunehmen, A.1 (= 1 M) (= 1+1 + 7+7 + 1+1 M = 18 M = Vorderteil), Mark, 41 M A.2 = 2. Ärmel), Markierungsfaden, A.3 (= 1 M), die nächsten 3 M. rechts stricken + 3 M zunehmen (= 1+1 +3+3= 8 M - 2. halbes Rückenteil) = so haben Sie: 10+41+18+41+8= 118 M. Viel Spaß beim stricken!

15.08.2022 - 08:40

country flag Vicki wrote:

I think the measurement listed for size small is inconsistent. . The diagram says 48 cm which would be 96cm (37.8 ")chest not 86 cm.

22.05.2022 - 16:32

country flag MAGNAUDEIX wrote:

Bonjour, je ne comprends pas quand il est dit "faire A1 ou A2 ou A3. Pouvez-vous m'aider ,

17.04.2022 - 14:51

DROPS Design answered:

Bonjour Mme MAGNAUDEIX, A.1, A.2 et A.3 sont les diagrammes correspondant aux augmentations du dos et du devant (A.1 et A.3) et au point fantaisie des manches (A.2). Cette leçon explique comment lire des diagrammes et pourra ainsi vous aider. Bon tricot!

19.04.2022 - 11:12

country flag Sara wrote:

Ciao! Lavoro questo maglione in taglia S . LaVoro lo sprone e sono al punto che ho 118 maglie ho capito che in A2 lavoro le maniche , il resto come si lavora ? A1/A3 sono composti da 6 giri? Non capisco come si lavora . Attendo ! Grazie !!

11.01.2022 - 11:13

DROPS Design answered:

Buonasera Sara, quando arriva a 118 maglie ha inserito i segnapunti per delimitare le maniche e il corpo, per cui lavora A.2 sulle maniche e per il resto lavora A.1 e A.3 come nel giro precedente e le altre maglie a diritto. Buon lavoro!

11.01.2022 - 21:46

country flag Carina wrote:

Ich habe noch eine Frage bitte! Ich bin jetzt mit A1 und A3 einmal durch, wenn ich wieder von vorne beginne, beginne ich da wieder an der Stelle der Markierten Masche von A1 und A3 oder am Übergang zum Ärmel mit der Aufnahme? Danke!

05.12.2021 - 09:25

DROPS Design answered:

Liebe Carina, also ja die Diagramme werden immer vor/nach der Ärmel gestrickt, damit die Raglanzunahmen immer vor/nach dem Übergang gestrickt wird: A.1 wird vor der Markierung am Ende Rückenteil gestrickt, am Anfang Vorderteil stricken Sie A.3 (nach der Markierung), am Ende Vorderteil stricken Sie A.1 (vor der Markierung), und am Anfang Rückenteil stricken Sie A.3 (nach der Markierung). Viel Spaß beim stricken!

06.12.2021 - 09:12

country flag Carina wrote:

Hallo, ich verstehe beim Diagramm für Drops 206-48 die Strickschrift nicht, bei A1 und A3, was sollen die ovalen Markierungen zwischen den Kästchen bedeuten? Und bei A2 was bedeuten die eckigen umgefüllten Kästchen? Danke sehr!

30.11.2021 - 13:07

DROPS Design answered:

Liebe Carina, dies sind Umschläge - siehe letzes Symbol unter Diagram text. Das 2. Symbol = Quadrat im Kästchen ist für 1 Maschen links. A.2 = 1 Masche glatt rechts, 1 Masche kraus rechts. In A.1 und A.2 werden die Umschläge verschränkt gestrickt um Löcher zu vermeiden. Viel Spaß beim stricken!

30.11.2021 - 16:45

country flag Giovanna wrote:

Sto realizzando il modello taglia L. Ho capito che i diagrammi spiegano gli aumenti, quando dice lavorare a dritto le 6 maglie e allo stesso tempo aumentare 4 maglie, si intende all'interno delle 6 maglie? Grazie

27.11.2021 - 12:25

DROPS Design answered:

Buonasera Giovanna, sì, deve lavorare le prime 6 maglie e aumentare all'interno di queste 6 maglie. Buon lavoro!

28.11.2021 - 19:41

country flag Daniela Liebelt wrote:

Liebes Drops-Team, ist es richtig, dass ich beim Stilllegen der Ärmelmaschen links und rechts jeweils 10 glatt re gestrickte Maschen habe?

06.09.2021 - 14:58

DROPS Design answered:

Liebe Frau Liebelt, beim Rumpfteil stricken Sie die 9-9-9-11-11-13 neu angeschlagten Maschen glatt rechts, und bei den Ärmeln fassen Sie je 1 Masche in diesen Maschen, diese neuen Maschen werden in A.2 gestrickt. Viel Spaß beim stricken!

06.09.2021 - 16:23

country flag Ina wrote:

Hallo liebes Drops-Team, ich bin noch nicht so erfahren und bin mir unsicher, wie ich das Muster A2 im Diagramm zu lesen habe. Bedeutet es, dass ich ein einfaches Recht-links-Muster stricke? Oder wird in der 1. Reihe Rechts-links-Muster gestrickt und in der 2. Reihe glatt rechts und diese beiden Reihen wiederholen sich? Vielen Dank für eure Hilfe.

02.09.2021 - 01:29

DROPS Design answered:

Liebe Ina, die 1. Masche in A.2 wird immer rechts gestrickt (glatt rechts), die 2. Masche in A.2 wird abwechslungsweise rechts und links gestrickt (= kraus rechts), dh 1. Runde stricken Sie: *2 M re*, und 2. Runde: *1 M re, 1 M li*. Kann das Ihnen helfen?

02.09.2021 - 08:39

country flag Frieda wrote:

"Zusätzlich 1 Masche aus jeder der 9-9-9-11-11-13 neuen Maschen, die an der Seite unter dem Arm angeschlagen wurden, auffassen" - wie fasse ich die zusätzliche Masche auf? Stricke ich die aus der Masche heraus?

29.08.2021 - 22:40

DROPS Design answered:

Liebe Frieda, dieses Video zeigt, wie man diese Maschen auffassen wird. Viel Spaß beim stricken!

30.08.2021 - 08:05