Treehouse Fun

Gebreide spencer / slip-over voor heren en kinderen in DROPS Silke-Tweed met Scandinavisch patroon. Herenmaat S/M - XXL. Kindermaat 2 jaar - 13/14 jaar.

DROPS 59-5
DROPS Design: Model nr a-056
Garengroep A
-------------------------------------------------------

MAAT HEREN:
S/M - M/L (XL - XXL)

MATERIAAL heren:
DROPS SILKE-TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep A)
150-150 (150-150) g. Col. 11, marineblauw
50-50 (100-100) g. Col. 08, beige
50-50 (100-100) g. Col. 05, grijsblauw
50-50 (50-50) g. Col. 02, bruin
50-50 (50-50) g. Col. 18, petroleum
50-50 (50-50) g. Col. 04, grijsgroen

STEKENVERHOUDING HEREN:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN MEN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: lengte 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2 MM.
DROPS RONDBREINAALD 2 MM: lengte 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

MAAT KINDEREN:
2 - 3/4 - 5/6 - 7/8 - (9/10 - 11/12 - 13/14) jaar
De maat komt ongeveer overeen met de hoogte van het kind in cm:
92 - 98/104 - 110/116 - 122/128 (134/140 - 146/152 - 158)


MATERIAAL KINDEREN:
DROPS SILKE-TWEED van garnstudio (behoort tot garengroep A)
50-100-100-100 (100-100-150) g. Col. 11, marineblauw
50-50-50-50 (50-50-50) g. Col. 08, beige
50-50-50-50 (50-50-50) g. Col. 05, grijsblauw
50-50-50-50 (50-50-50) g. Col. 02, bruin
50-50-50-50 (50-50-50) g. Col. 18, petroleum
50-50-50-50 (50-50-50) g. Col. 04, grijsgroen

STEKENVERHOUDING KINDEREN:
24 steken in de breedte en 32 naalden in de hoogte met tricotsteek = 10 x 10 cm.

NAALDEN KINDEREN:
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 3 MM.
DROPS RONDBREINAALD 3 MM: lengte 60 van 80 cm voor tricotsteek.
DROPS NAALDEN ZONDER KNOP MAAT 2 MM.
DROPS RONDBREINAALD 2 MM: lengte 60 van 80 cm voor de boordsteek.
De naalddikte is slechts een richtlijn. Als u te veel steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een grotere naald. Als u te weinig steken heeft op 10 cm, ga dan verder met een kleinere naald.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

Instructies voor het patroon

BEGIN HET WERK HIER VOOR HEREN:

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON MEN:

PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

BOORDSTEEK:
* 1 recht / 1 averecht *. Herhaal van *-*.

RIBBEL/RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. * brei 1 naald recht en 1 naald averecht *, herhaal van *-*.

-------------------------------------------------------

Panden: Zet 276-288 (300-312) st op met rondbreinld 2 mm en marineblauw en brei 2 nld ribbelst, dan 4 cm boordst, en dan weer 2 nld ribbelst. Wissel naar rondbreinld 3 mm en brei M.1 (centreer het patroon op het voor- en achterpand). Als M.1 1 keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met M.2. Herhaal M.1 en M.2 zo verder tot een hoogte van 34-35 (36-38) cm. Brei de volgende nld als volgt: kant 3 st af voor het armsgat, brei 132-138 (144-150) st voor het voorpand, kant 6 st af voor het armsgat, brei 132-138 (144-150) st voor het achterpand, kant 3 st af voor het armsgat. Brei de rest van de panden afzonderlijk verder.

Voorpand: = 132-138 (144-150) st. Kant af voor de armsgaten in elke 2e nld: 2 x 3 st, 2-2 (3-3) x 2 st, 3-4 (4-4) x 1 st = 106-110 (112-118) st. Deel het werk bij een hoogte van 46-46 (48-49) cm in het midden in tweeën voor de V-hals. Brei het rechter- en linkerdeel afzonderlijk verder. Minder 15-15 (15-14) x 1 st aan weerskanten van de hals in elke 2e nld, en daarna 3-4 (4-6) x 1 st in elke 4e nld. Kant tegelijkertijd, bij een hoogte van 59-61 (62-65) cm af voor de schouder in elke 2e nld: 0-1 (1-3) x 8-8 (7-7) st, 5-4 (5-3) x 7-7 (6-6) st. Het werk heeft een hoogte van ca. 62-64 (66-69) cm.

Achterpand: = 132-138 (144-150) st. Kant af voor de armsgaten zoals beschreven voor het voorpand = 106-110 (112-118) st. Als het werk 59-61 (62-65) cm meet, kant dan af voor de schouder zoals op het voorpand. Tegelijkertijd als het werk 60-62 (64-67) cm meet, kant u de middelste 30-32 (32-24) steken af voor de hals. Kant af voor de hals aan beide zijden op iedere andere naald: 1 keer 2 st, 1 keer 1st. Alle steken worden daarna afgekant en het werk meet ongeveer 62-64 (66-69) cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem ca. 130-140 st op (deelbaar door 2) langs de hals met rondbreinld 2 mm en marineblauw en brei 2 nld ribbelst heen en weer vanaf het middenvoorpand. Brei dan 3 cm boordst en eindig met 2 nld ribbelst, kant af. Leg de linkerkant van het halsboord over de rechter en zet ze op elkaar vast.
Neem ca. 114-130 st (deelbaar door 2) op langs het armsgat met sokkenbreinld 2 mm en marineblauw; brei 2 nld ribbelst in het rond, 3 cm boordst, en eindig met 2 nld ribbelst, kant af.

-------------------------------------------------------

BEGIN HET WERK HIER VOOR KINDEREN:

-------------------------------------------------------

UITLEG VOOR HET PATROON KINDEREN:

PATROON:
Zie telpatronen M.1 en M.2. De telpatronen laten alle naalden in het patroon aan de goede kant zien.

BOORDSTEEK:
* 1 recht / 1 averecht *. Herhaal van *-*.

RIBBEL/RIBBEL/RIBBELSTEEK (heen en weer gebreid):
Brei alle naalden recht. 1 ribbel = 2 naalden recht.

RIBBEL/RIBBELSTEEK (wordt in de rondte gebreid):
1 ribbel = 2 naalden. * brei 1 naald recht en 1 naald averecht *, herhaal van *-*.

-------------------------------------------------------

Panden: Zet 168-180-192-204 (216-240-252) st op met rondbreinld 2 mm en marineblauw; brei rond en plaats een merkdraad aan het begin van de toer. Brei 2 nld ribbelst, dan 3 cm boordst, en weer 2 nld ribbelst. Wissel naar rondbreinld 3 mm en brei telpatroon M.1 (centreer het patroon op het voor- en achterpand). Als M.1 1 keer in de hoogte is gebreid, ga dan verder met M.2. Herhaal het patroon op deze manier tot een hoogte van 20-21-22-23 (24-25-26) cm. Brei de volgende nld als volgt: kant 3 st af voor het armsgat, 78-84-90-96 (102-114-120) st voor het voorpand, kant 6 st af voor het armsgat, 78-84-90-96 (102-114-120) st voor het achterpand, kant 3 st af voor het armsgat. Brei de panden afzonderlijk verder.

Voorpand: = 78-84-90-96 (102-114-120) st. Kant af aan weerskanten voor de armsgaten in elke 2e nld: 2-2-2-2 (2-4-4) x 2 st, 3-2-3-2 (3-3-3) x 1 st = 64-72-76-84 (88-92-98) st. Deel het werk bij een hoogte van 27-29-31-34 (35-36-37) cm in het midden in tweeën voor de V-hals. Brei de beide delen van het voorpand afzonderlijk verder. Minder 11-11-12-11 (13-13-14) x 1 st aan weerskanten van de hals in elke 2e nld, en daarna 1-2-2-3 (3-4-4) x 1 st in elke 4e nld. Beëindig tegelijkertijd, bij een hoogte van ca. 31-33-35-38 (40-41-42) cm (d.w.z. na een hele of halve herhaling van het patroon), het patroon en brei de rest van de slip-over in tricotst en marineblauw. Kant tegelijkertijd, bij een hoogte van 35-38-41-44 (46-48-50) cm af voor de schouder in elke 2e nld: 2-2-3-3 (3-4-1) x 7-8-8-6 (6-6-7) st, 1-1-0-2 (2-1-4) x 6-7-0-5 (5-5-6) st. Alle st zijn nu afgekant en het werk heeft een hoogte van ca. 37-40-43-47 (49-51-53) cm.

Achterpand: = 78-84-90-96 (102-114-120) st. Kant af voor de armsgaten zoals beschreven voor het voorpand = 64-72-76-84 (88-92-98) st. Brei het patroon zoals voor het voorpand. Kant bij een hoogte van 35-38-41-44 (46-48-50) cm de middelste 20-22-24-24 (28-30-32) st af voor de hals en begin het afkanten voor de schouders zoals beschreven voor het voorpand. Kant 2 st af aan weerskanten van de hals op de 2e nld van het afkanten voor de schouder. Het werk heeft een hoogte van ca. 37-40-43-47 (49-51-53) cm.

Afwerking: Sluit de schoudernaden. Neem ca. 100-130 st op (deelbaar door 2) langs de hals met rondbreinld 2 mm en marineblauw en brei 2 nld ribbelst heen en weer vanaf het middenvoorpand. Brei hierna 2-2-2.5-2.5 (2.5-3-3) cm boordst, en dan weer 2 nld ribbelst, kant af. Leg het linkerdeel van de hals boord over het rechter en zet de delen op elkaar vast. Neem ca. 80-100-108-116 (120-126-132) st op (deelbaar door 2) langs het armsgat met sokkenbreinld 2 mm en marineblauw en brei 2 nld ribbelst, 2-2-2.5-2.5 (2.5-3-3) cm boordst, eindig met 2 nld ribbelst, kant af.

Telpatroon

symbols = marineblauw
symbols = beige
symbols = grijsblauw
symbols = bruin
symbols = petroleum
symbols = grijsgroen
symbols = volwassene
symbols = kind
diagram
diagram
diagram

Elk van onze patronen hebben specifieke instructievideo's om u te helpen.

Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Old man vest

Barb, United States

James snazzy vest

Kelly Harmer, United Kingdom

Laat een opmerking achter voor DROPS 59-5

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (13)

country flag Amy wrote:

Hi, when working on the front after casting off armholes, the pattern then says, “when the work measures 46 cm (adult M/L),” Does that mean I should repeat RS and WS rows (110 st) until my work reaches 46cm? Does the same apply to after decreasing 1 st at neck edges, “when the work measures 61cm?” I hope my question is understandable, I’m new to knitting. Thank you in advance!

19.04.2024 - 17:56

DROPS Design answered:

Dear Amy, yes, you should continue the pattern, but, after dividing the piece at the armholes, you knit back and forth. Do not forget, that the diagrams show the pattern as you would see it from the right side. Happy Knitting!

19.04.2024 - 23:19

country flag Elisabeth wrote:

Hej! Garnet Silke tweed har utgått. Vad kan jag ersätta det med för garn?

02.12.2020 - 18:13

DROPS Design answered:

Hej Elisabet. Du kan ersätta DROPS Silke tweed med ett annat garn i garngrupp A, tex DROPS Alpaca. Tänk bara på att du ska få samma stickfasthet som uppges i mönstret och att beräkna riktig garnåtgång. Mvh DROPS Design

03.12.2020 - 12:05

country flag Varpu Rahkonen wrote:

Ruutupiirros näkyy englannin kielisenä!

13.10.2019 - 10:07

country flag Varpu Rahkonen wrote:

Miksi ruutupiirros ei näy?

13.10.2019 - 10:04

DROPS Design answered:

Nyt piirros aukeaa!

18.12.2019 - 17:08

country flag Oliver Gliese wrote:

Man kan ikke se diagrammerne :( Kan dette fixes?

26.03.2019 - 10:41

country flag Graeme wrote:

Instructions for finishing back don’t make sense! Fir adult 3rd size it says ‘when work measures 64cm bind off the centre ......’ then later it says ‘at same time when the work measures 62cm, bind off for the shoulder’. I assume this measurement is correct as that is when I bound off in front so am wondering what the correct measurement should be to cast off for the centre neck. Help! Thanks.

06.10.2018 - 09:00

DROPS Design answered:

Dear Mrs Graeme, you are right, both sentences have been swapped, you should first bind off for the shoulder as on back piece, and at the same time bind off for neck as explained. Pattern will be fixed, thank you. Happy knitting!

08.10.2018 - 10:27

country flag Hilde Taylor wrote:

Hi, I have just got past the point of doing the bind offs for the armholes leaving 138 st front and 138 st back and so I have just started working back and forth instead of working in the round. It says "decrease every other row" but I am confused as I have just decreased 3 stitches on both the RS and 3 at the WS, leaving me with 132. Do I now skip decreasing for the next 2 rows back and forth or carry on decreasing? Thanks I need this finished if I can by Saturday! Hilde.

18.04.2016 - 18:40

DROPS Design answered:

Dear Mrs Taylor, in 2nd size, you bind off for armholes 3 sts 2 times, then 2 sts 3 times and 1 st 4 times, 110 sts remain - bind off these sts at the beg of every row on each side. Then When piece measures 46 cm divide work for V-neck and continue each side separately dec 1 st every other row (= every row from RS) 15 times. Happy knitting!

19.04.2016 - 08:56

country flag Inge-Lise Dahl wrote:

Jeg vil gerne strikke denne vest i alpaka garn kan I give mig nr på de farver jeg skal bruge så farverne bliver de samme som i opskriften

16.02.2015 - 13:01

DROPS Design answered:

Hej Inge-Lise. Du kan kontakte din butik med hjaelp til at finde de rette farver. De hjaelper dig gerne med at finde de rette kombinationer. God fornöjelse.

16.02.2015 - 15:39

country flag Lilli Larsen wrote:

Hej,jeg kunne tænke mig at strikke denne vest 59-5 small/medium, men uden mønster i garn Fabel Long Print. Skal jeg også bruge 400 gr i denne garn type og vil maske antal på opskriften passe til garnet? På forhånd tak for hjælpen. Hilsen Lilli

30.01.2014 - 17:08

DROPS Design answered:

Hej Lilli, denne oppskrift passer veldigt fint till Fabel. Silke-Tweed hade 200 m per 50 gram vilket er nextan exakt samme. Vi tror du har nok med 300 gram = 6 nystan.

06.02.2014 - 20:18

country flag Birgit wrote:

Nu kan jag tyda tecknen. Hjärtligt tack och God Jul!

20.12.2013 - 17:57