DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.14€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

DROPS SS24
DROPS 60-24
BIKINI
Maat: S/M (M/L)
Maat broekje: Wijdte voorpand: 26 (29) cm. Wijdte achterpand: 31 (36) cm.
Materiaal: DROPS Safran Mouliné van Garnstudio,
100 (150) gr nr. 44, licht beige

DROPS Haaknaald: 3 mm, of de haaknaald die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

ZONNEHOED
Materiaal: DROPS Safran Mouliné van Garnstudio,
100 (100) gr nr. 44, licht beige

DROPS Haaknaald 2,5 mm, of de haaknaald die u nodig heeft voor de juiste steekverhouding.

-------------------------------------------------------

Alternatief garen – Bekijk hier hoe u een ander garen kiest
Garengroep A tot F – Bekijk hier hoe u hetzelfde patroon gebruikt met een ander garen
Garenverbruik als u een alternatief garen kiest – Gebruik onze garenvervanger

-------------------------------------------------------

DROPS Safran
DROPS Safran
100% katoen
vanaf 1.57 € /50g
Het garen om dit patroon van te maken kunt u vanaf 3.14€ krijgen.

De garenkosten worden berekend op basis van het benodigde materiaal voor de kleinste maat en het goedkoopste producttype. Op zoek naar nog een scherpere prijs? Deze vindt u wellicht bij de DROPS Deals!

Instructies voor het patroon

BIKINI:

Steekverhouding:
18 hstk en 14 toeren met Safran en haaknaald 3 mm = 10 X 10 cm. Gebruik indien nodig een dikkere of dunnere haaknaald. Haak altijd een proeflapje!

Beschrijving haken:
Hstk (=half stokje): Sla de draad om de haaknaald, trek de draad door de st er onder, sla de draad opnieuw om de haaknaald en trek de draad in één keer door alle omslagen.
Mindering: Minder st door over 1 st minder te haken. Meerdering: Meerder 1 st door een nieuwe l te haken en in de volgende nld een hstk op deze losse te haken.
Het werk keren: Haak aan het einde van elke toer 1 l om het werk mee te keren. Het eerste hstk van de volgende toer wordt vervangen door 2 l.

Broek:
Begin bovenaan het voorpand en haak in één keer door naar het achterpand. Lees eerst de beschrijving van het haken hierboven.
Haak een ketting van 46 (54) l + 2 l om het werk te keren met haaknaald 3 mm en licht beige. Haak hstk. Minder tegelijkertijd aan weerszijden in iedere toer: 2 (2) keer 1 hstk, daarna in iedere 2e toer: 13 (16) keer 1 hstk = 16 (18) st. Het werk is nu ca 20 (24) cm hoog. Haak 6 (7) cm, de hoogte is nu 26 (31) cm. Meet steeds vanaf dit punt het werk! Meerder vanaf nu 4 (4) keer 1 hstk aan weerszijden in iedere toer, 14 (17) keer 1 hstk in iedere 2e toer, en 2 (2) keer 1 hstk in iedere toer = 56 (64) hstk. De hoogte van het achterpand = 24 (28) cm. Knip de draad af en hecht deze goed af. Haak en ketting van ca 130 cm van l. Rijg de ketting om en om op en neer door de 1e toer van de bovenkant van het voor- en achterpand. Leg een knoop aan de zijkant.

Bovenstukje:
Haak en ketting van ca 70 (70-70) cm van l met haaknaald 3 mm en licht beige. Meet steeds vanaf dit punt het werk.
1e toer: Haak 2 hstk in de 2e l vanaf de haaknaald, keer met 2 l.
2e toer: 2 hstk in ieder hstk eronder (= 4 hstk), keer met 2 l.
3e toer: 1 hstk in het 1e hstk, 2 hstk in de volgende st, plaats een markeerring, 2 hstk in de volgende st, 1 hstk in de laatste st (= 6 hstk), keer met 2 l.
4e toer: 2 hstk (1 st in iedere hstk), 2 hstk in de volgende st, (markeerring), 2 hstk in de volgende st, 2 hstk (1 hstk in ieder van de volgende 2 hstk) (= 8 hstk in de toer), keer met 2 l.
5e toer: 3 hstk (1 st in iedere hstk), 2 hstk in de volgende hstk, (markeerring), 2 hstk in de volgende st, 3 hstk (1 st in ieder van de volgende 3 hstk) (= 10 hstk in de toer), keer met 2 l.
Ga verder met meerderen met 1 hstk meer aan weerszijden van de markeerring tot er 24 (28-32) hstk in de toer zijn en het bovenstukje aan de buitenkant ca 9 (10-11) cm is. Meerder in de volgende 6 toeren in iedere 2e toer = 30 (34-38) hstk in de toer - het bovenstukje is aan de buitenkant ca 13 (14-16) cm. Haak nu verder zonder hstk te meerderen. Haak tot het bovenstukje aan de buitenkant ca 19,5 (20,5-23) cm is. Knip de draad af en maak deze goed vast. Haak nog een deel. Haak een ketting van l van ca 120 cm. Rijg de ketting om en om, op en neer door de laatste toer van beide bovenstukdelen. Leg een knoop middenachter.




ZONNEHOED:

Steekverhouding:
20 hstk en 15 toeren met Safran Mouliné op haaknaald 2,5 mm = 10 x 10 cm. Gebruik indien nodig een dikkere of dunnere haaknaald. Haak altijd een proeflapje!

Hstk (=half stokje):
Sla de draad om de haaknaald, trek de draad door de st er onder, sla de draad opnieuw om de haaknaald en trek de draad in één keer door alle omslagen.

Dstk (= dubbel stokje):
Sla de draad 2 keer om de haaknaald, trek de draad door de st er onder, sla de draad nog een keer om de haaknaald, trek de draad door de 1e lus, sla de draad om de haaknaald, trek de draad door de 2e lus, sla nog een keer om de haaknaald en trek de draad door de laatste lus.

Zonnehoed:
Haak met haaknaald 2,5 mm en Safran Mouliné 4 l en sluit deze tot een ring met 1 hv in de 1e l . Begin alle toeren met 2 l. deze 2 l vervangen het 1e hstk. Eindig alle toeren met 1 hv.
1e en 2e toer: Haak 6 hstk in de ring. Haak daarna 2 hstk in ieder hstk = 12 hstk.
3e toer: * 2 hstk in de 1e hstk, 1 hstk in de volgende hstk *, herhaal steeds *-* = 6 meerderingen = 18 hstk.
4e toer: * 2 hstk in de 1e hstk, 2 hstk *, herhaal steeds *-*.
5e toer: * 2 hstk in de 1e hstk, 3 hstk *, herhaal steeds *-*.

Ga verder met het meerderen van 6 hstk in iedere toer, zodat er in iedere toer 1 hstk meer tussen de meerderingen komt.

Haak, als de lijn van de meerderingen vanaf het midden van de zonnehoed 9 (11) cm is - (het aantal steken moet is deelbaar door 6 ), de volgende toer (met gaatjes) als volgt: 5 l, * sla 5 hstk over, haak in de 6e hstk 5 dstk, 1 l *, herhaal steeds *-* eindig met 4 dstk in de 1e hstk en 1 hv in de 4e van de eerste 5 l. Haak daarna 2 toeren met hstk; 1 hstk in elke steken van de vorige toer. Herhaal deze 3 toeren 3 keer – de totale hoogte is ca 17 (19) cm vanaf het middelpunt, minder tegelijkertijd in de laatste toer met hstk gelijkmatig verdeeld in de toer 12 hstk door1 hstk per mindering over te slaan.
Haak daarna de hoedrand als volgt:
1e toer: 1 hstk in ieder hstk, maar 2 hstk in ieder derde hstk – herhaal dit steeds in de hele toer.
2e -10e toer: 1 hstk in iedere st. Knip de draad af en maak deze goed vast.

Dit patroon is gecorrigeerd.

Gewijzigd online: 03.03.2006
Hoed: Hoedrand: 1e toer: 1 hstk in ieder hstk, maar 2 hstk in ieder derde hstk – herhaal dit steeds in de hele toer.
Heeft u een vraag? Bekijk een lijst met vaak gestelde vragen (FAQ)

De stekenverhouding bepaalt de uiteindelijke afmetingen van uw werkstuk en wordt normaliter aangegeven in 10 x 10 cm. Het wordt als volgt aangegeven: het aantal steken in de breedte x het aantal naalden in de hoogte - dus: 19 steken x 26 naalden = 10 x 10 cm.

De stekenverhouding is heel erg individueel; sommige mensen breien/haken heel losjes, terwijl anderen vrij strak werken. De stekenverhouding past u aan met de naalddikte, wat de reden is waarom we slechts een suggestie voor de naalddikte geven! U moet deze aanpassen (naar boven of beneden) om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding overeenkomt met de stekenverhouding die aangegeven staat in het patroon. Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan zal het garenverbruik anders zijn, en zal uw werkstuk andere afmetingen krijgen dan het patroon aangeeft.

De stekenverhouding geeft tevens aan welk garen als vervanging kan dienen. U kunt verschillende garens met elkaar vervangen, zolang de stekenverhouding maar hetzelfde is.

Bekijk de DROPS les: Hoe u de stekenverhouding opmeet

Bekijk de DROPS video: Hoe u een proeflapje maakt

De benodigde hoeveelheid garen wordt aangegeven in grammen, dus bijvoorbeeld: 450 g. Om uit te rekenen hoeveel bollen u nodig heeft, moet u eerst weten hoeveel gram er in 1 bol gaat (25 g, 50 g, of 100 g). Deze informatie vindt u door op de individuele garenkwaliteit te klikken op onze site. Deel de hoeveelheid benodigde garen door de hoeveelheid per bol. Bijvoorbeeld, als de bollen 50 gram wegen (de meest gebruikelijke hoeveelheid), ziet de berekening er als volgt uit: 450 / 50 = 9 bollen.

Bij het kiezen van een ander garen is het belangrijk dat de stekenverhouding hetzelfde blijft. De afmetingen van het uiteindelijke werk zijn dan hetzelfde als aangegeven in de tekening bij het patroon. Het is makkelijker om dezelfde stekenverhouding te krijgen als u garen gebruikt uit dezelfde garengroep. Het is ook mogelijk om meerdere draden van een dunner garen te gebruiken om de stekenverhouding van een dikker garen te krijgen. Probeer onze garenvervanger. We raden u aan om altijd een proeflapje te maken.

LET OP: als u een ander garen neemt, kan het kledingstuk een andere 'look en feel' krijgen dan het kledingstuk op de foto, vanwege individuele eigenschappen en kwaliteiten van elk garen.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een ander garen gebruiken dan staat aangegeven in het patroon?

Al onze garens zijn ondergebracht in garengroepen (van A tot F) volgens dikte en stekenverhouding – groep A bevat de dunste garens en groep F de dikste. Dit maakt het makkelijker voor u om alternatieve garens te vinden voor onze patronen, indien u graag ander garen wilt gebruiken. Alle garens binnen dezelfde groep hebben ongeveer eenzelfde stekenverhouding en kunnen elkaar vervangen. Het is wel zo dat verschillende garenkwaliteiten verschillende structuren en eigenschappen hebben, wat het uiteindelijke werkstuk een unieke 'look en feel' geeft.

Klik hier voor een overzicht van de garens in elke garengroep

Bovenaan al onze patronen vindt u een link naar onze garenvervanger, welke handig kan zijn als u een ander garen wilt gebruiken dan staat aangegeven in het patroon. Door het garen in te vullen dat u wilt vervangen, de hoeveelheid (in uw maat) en het aantal draden, stelt de vervanger geschikte alternatieven voor met dezelfde stekenverhouding. Daarnaast wordt aangegeven hoeveel u nodig heeft in de nieuwe kwaliteiten en of u met meerdere draden moet werken. De meeste bollen zijn 50 gram (sommige zijn 25 gram of 100 gram).

Als het patroon met meerdere kleuren wordt gebreid/gehaakt, moet elke kleur apart worden vervangen. Dit geldt ook als het patroon met verschillende draden van verschillende garens wordt gemaakt (bijvoorbeeld 1 draad Alpaca en 1 draad Kid-Silk) dan zult u voor elk individueel alternatieven moeten vinden.

Klik hier voor de garenvervanger

Omdat de verschillende garens verschillende kwaliteiten en verschillend texturen hebben, hebben we ervoor gekozen om het originele garen in het patroon te laten staan. Maar u kunt vrij makkelijk andere opties vinden tussen de beschikbare garenkwaliteiten door onze garenvervanger te gebruiken, of door een garen uit dezelfde garengroep uit te kiezen.

Het is mogelijk dat sommige verkooppunten nog bollen op voorraad hebben van garens die niet meer leverbaar zijn, of dat iemand thuis nog een paar bollen heeft liggen en hier een patroon bij zoekt.

Degarenvervanger laat alternatieve garens zien en de hoeveelheid die u nodig heeft in de nieuwe kwaliteit.

Als u het lastig vindt om te bepalen welke maat u moet maken, dan is het wellicht een goed idee om een bestaand kledingstuk dat goed zit, op te meten. Vervolgens kunt u de maat kiezen door de afmetingen te vergelijken met de afmetingen in de maattekening bij het patroon.

U kunt de maattekening onderaan het patroon vinden.

Bekijk DROPS les: Maattekeningen lezen

De naalddikte die aangegeven is in het patroon geldt slechts als een richtlijn, het is van belang dat de stekenverhouding klopt. En omdat de stekenverhouding per persoon nogal verschillend is, zult u de naalddikte aan moeten passen om ervoor te zorgen dat UW stekenverhouding hetzelfde is als in het patroon – misschien is het nodig dat u 1 of zelfs 2 naalddiktes naar beneden of naar boven moet om de juiste stekenverhouding te krijgen. Daarom raden we ook aan om een proeflapje te maken.

Als u met een andere stekenverhouding werkt dan staat aangegeven in het patroon, dan kunnen de afmetingen van het werkstuk afwijken van de afmetingen volgens de tekening.

Bekijk de DROPS les: Hoe meet u de stekenverhouding

Bekijk de DROPS video: Hoe maakt u een proeflapje voor de stekenverhouding

Als u een kledingstuk van boven naar beneden breit, dan geeft dit meer flexibiliteit en mogelijkheden voor persoonlijke aanpassingen. Het is bijvoorbeeld makkelijker om het kledingstuk te passen terwijl u er mee bezig bent. U kunt ook makkelijker de lengte van de pas en de schouderkoppen aanpassen.

In de uitleg worden alle stappen zorgvuldig uitgelegd in de juiste volgorde. De telpatronen zijn aangepast aan de breirichting en worden zoals gebruikelijk gebreid.

Het telpatroon laat alle naalden en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt gelezen van onder naar boven, van rechts naar links. 1 vierkant = 1 steek.

Als u heen en weer breit, wordt elke andere naald aan de goede kant gebreid en elke andere naald wordt aan de verkeerde kant gebreid. Als u aan de verkeerde kant breit, moet u het telpatroon omgekeerd breien, dus van links naar rechts. rechte steken worden dan averecht gebreid en averechte steken recht, etc.

Als u in de rondte breit wordt elke naald aan de goede kant gebreid en het telpatroon wordt dan van rechts naar links gebreid op alle naalden.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees ik de teltekening bij de patronen?

Het telpatroon laat alle toeren en elke steek zien vanaf de goede kant. Het wordt van onder naar boven gehaakt en van rechts naar links.

Als u heen en weer haakt, wordt elke andere toer aan de goede kant gehaakt: van rechts naar links en elke andere toer wordt aan de verkeerde kant gehaakt: vank links naar rechts.

Als u in de rondte haakt, wordt elke toer in het telpatroon aan de goede kant gehaakt, van rechts naar links.

Als u een cirkelvormig telpatroon haakt, dan begint u in het midden en haakt u naar buiten toe, tegen de klok in, toer na toer.

Meestal beginnen de toeren met een opgegeven aantal lossen (overeenkomend met de hoogte van de volgende steek), deze zijn of in het telpatroon opgenomen, of uitgelegd in het patroon.

Bekijk de DROPS les: Hoe lees je telpatronen voor haken

Instructies om verschillende telpatronen achter elkaar op dezelfde naald/toer te breien/haken, worden meestal als volgt beschreven: “brei/haak A.1, A.2, A.3 in totaal 0-0-2-3-4 keer". Dit betekent dat u A.1 een keer breit/haakt, daarna wordt A.2 een keer gebreid/gehaakt, en A.3 wordt het aantal aangegeven keren (in de breedte) in uw maat gebreid/gehaakt – in dit geval als volgt: S = 0 keer, M = 0 keer, L=2 keer, XL= 3 keer en XXL = 4 keer.

De telpatronen worden zoals gebruikelijk gebreid/gehaakt: begin met de eerste naald/toer in A.1, brei/haak dan de volgende naald/toer in A.2 etc.

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor breien leest

Bekijk de DROPS les: Hoe u telpatronen voor haken leest

De totale breedte van het kledingstuk (van pols tot pols) is groter in de grotere maten, ondanks dat de eigenlijke mouwen korter zijn. De grotere maten hebben langere mouwkoppen en bredere schouders, dus er is een goede pasvorm in alle maten.

De tekening/ het schema met de afmetingen geeft informatie over de volledige lengte van het kledingstuk. Als het een trui of een vest betreft, dan wordt deze vanaf het hoogste punt op de schouder gemeten (meestal het dichtst bij de halslijn), en recht naar beneden tot de onderkant van het kledingstuk. Het wordt NIET gemeten vanaf de punt van de schouder. Op gelijke wijze wordt ook de lengte van de pas gemeten, vanaf het hoogste punt op de schouder en naar beneden tot waar de pas gesplitst wordt voor het lijf en de mouwen.

Op een vest worden de afmetingen nooit over de biezen genomen, tenzij anders aangegeven. Meet altijd binnen de biessteken als u de lengte opmeet.

Bekijk de DROPS les: Maattekeningen lezen

Telpatronen worden vaak herhaald in de breedte op de naald en/of in de hoogte. 1 herhaling van het telpatroon is hoe het te zien is in het telpatroon. Als er staat dat u 5 herhalingen van A.1 op de naald moet breien, dan breit u het patroon in totaal 5 keer achter/na elkaar op de naald. Als er staat dat u 2 herhalingen van A.1 in de hoogte moet breien, dan breit u het hele telpatroon (dus alle naalden van het telpatroon) een keer en begint u opnieuw onderaan bij het begin en breit u het telpatroon nog een keer.

Lossen zijn ietsje smaller dan andere steken en om te voorkomen dat de opzetrand te strak wordt, haken we eenvoudigweg meer lossen om mee te beginnen. Het aantal steken wordt in de volgende toer aangepast zodat het overeenkomt met het patroon en de afmetingen in de tekening.

De rand in ribbelsteek is elastischer en zal ietwat samentrekken vergeleken met bijvoorbeeld tricotsteek. Door te meerderen voor de rand in ribbelsteek, voorkomt u een zichtbaar verschil in breedte tussen de rand in ribbelsteek en de rest van het lijf.

Het gebeurt vrij makkelijk dat u te strak afkant, en door omslagen te maken tijdens het afkanten (terwijl u deze tegelijkertijd afkant) voorkomt u dat de afkantrand te strak wordt.

Bekijk de DROPS video: Hoe kant u af met omslagen

Om gelijkmatig te meerderen (of te minderen) kunt u meerderen op, bijvoorbeeld: afwisselend elke 3e en 4e naald, als volgt: brei 2 naalden en meerder op de 3e naald, brei 3 naalden en meerder op de 4e naald. Herhaal dit tot het meerderen klaar is.

Bekijk de DROPS les: Meerder of minder 1 st afwisselend

Als u liever in de rondte breit dan heen en weer, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen. U moet dan steken midden voor toevoegen (meestal 5 steken) en de instructies volgen. Als u normaal het werk keert en aan de verkeerde kant breit, breit u nu over de extra steken en gaat u verder in de rondte. Aan het einde knipt u het werk open. Neem steken op voor de biezen en werk de afgeknipte randen af.

Bekijk de DROPS video: Hoe breit u knipbiezen en openknippen

Als u liever heen en weer breit dan in de rondt, dan kunt u natuurlijk het patroon aanpassen zodat u de panden apart van elkaar breit en aan het eind aan elkaar naait. Deel de steken voor het lijf in tweeën en voeg 1 kantsteek toe aan elke kant (voor het in elkaar naaien) en brei het voor- en achterpand apart van elkaar.

Bekijk de DROPS les: Kan ik een patroon aanpassen van rondbreinaalden naar rechte naalden?

Herhalingen van het patroon kunnen een beetje anders zijn in de verschillende maten, om de juiste verhoudingen te krijgen. Als u niet dezelfde maat maakt als het kledingstuk op de foto, wijkt uw werkstuk wellicht ietsje af. Dit is met zorg ontwikkeld en aangepaste zodat het totale beeld van het kledingstuk hetzelfde is in alle maten.

Zorg ervoor dat u de instructies en de telpatronen voor uw maat volgt!

Als u een patroon heeft gevonden doe alleen beschikbaar is in damesmaten, dan hoeft het niet heel moeilijk te zijn om deze aan te passen naar een herenmaat. Het grootste verschil is de lengte van de mouwen en het lijf. Begin met breien in de damesmaat die overeenkomt met de borstwijdte. De lengte die erbij komt wordt namelijk gebreid voordat u begint met afkanten voor de armsgaten. Als het patroon van boven naar beneden wordt gebreid, kunt u lengte toevoegen vlak na de armsgaten of voor de eerste mindering op de mouw.

Wat betreft de extra hoeveelheid garen wat u nodig heeft: dit hangt heel erg af van hoeveel lengte u toevoegt, maar het is vaak meter dat u een bol te veel hebt dan te weinig.

Alle garens hebben vezels die uitsteken (door de productie) waardoor een kledingstuk gaat pluizen of pillen. Geborstelde garens (dus meer harige garens) hebben meer van deze losse, uitstekende vezels waardoor het eerder gaat pluizen of pillen.

Hoewel het niet mogelijk is om te garanderen dat geborsteld garen 100% pluisvrij is, is het wel mogelijk om dit drastisch af te laten nemen, door de volgende stappen te ondernemen:

1. Als het kledingstuk klaar is (voordat u het gaat wassen) schudt u het kledingstuk flink uit, zodat de losse haartjes eruit komen. LET OP: gebruik GEEN roller, borstel of andere methode, waardoor aan het kledingstuk getrokken wordt

2. Plaats het kledingstuk in een plastic zak en leg het in de vriezer - de temperatuur zorgt ervoor dat de vezels minder aan elkaar blijven zitten, en uitstekende vezels komen makkelijker los.

3. Laat een paar uur in de vriezer liggen, voordat u het eruit haalt en schudt het kledingstuk dan opnieuw uit.

4. Was het kledingstuk volgens de instructies op het garenlabel.

Pillen is een natuurlijk proces dat zelfs bij de meest exclusieve vezels voorkomt. Het is een natuurlijk teken van dragen dat lastig is te voorkomen en het meest zichtbaar is in gebieden waar de meeste wrijving optreedt, zoals bij de mouwen en de manchetten.

U kunt uw kledingstuk er als nieuw uit laten zien door het pillen te verwijderen met een pluizenkam of pillenverwijderaar.

Kunt u het antwoord op uw vraag nog steeds niet vinden? Scroll dan naar beneden en laat een vraag achter zodat een van onze experts kan proberen u te helpen. Dit wordt normaal tussen 5 tot 10 werkdagen gedaan..
In de tussentijd kunt u de vragen en antwoorden lezen die anderen bij dit patroon achter hebben gelaten of doe mee met de DROPS Workshop op Facebook om hulp te krijgen van mede breisters en haaksters!

Misschien vindt u deze ook leuk...

Laat een opmerking achter voor DROPS 60-24

Wij horen graag wat u vindt van dit patroon!

Wilt u een vraag stellen, kies dan de juiste categorie in het formulier hieronder om sneller een antwoord te krijgen. Verplichte velden zijn gemarkeerd met een *.

Opmerkingen / Vragen (19)

country flag Monique wrote:

Het is niet duidelijk of bij het hoedje de 6 meerderingen in alle verdere toeren moeten, of alleen maar tot het begin van het gaatjespatroon!

11.04.2010 - 22:12

country flag Monique Van Den Burg wrote:

U geeft een merkwaardige beschrijving van het dubbele stokje! en de 1e toer na de gaatjes toer moet toch zijn: eenhalfstokje in ieder van de DUBBELE halfstokje van de vorige toer (en de 2e pas in het halfstokje...)? groetjes, monique

11.04.2010 - 15:01

country flag DROPS Design wrote:

You dec 1 stitch each side, i.e 2 sts on a row with dec. Do this on every row 2 times, i.e following 2 rows. Then not on every but everyother 13 (16) times - i.e another 26 (32) rows.

07.01.2009 - 23:52

country flag Lindsay wrote:

For the Bikini Bottom, could you clarify this line of directions: "Dec 1 st at each side 2 (2) times every row, then 13 (16) times every other row = 16 (18) sts" It's been a little confusing trying to figure out exactly what it's saying to do. Am I decreasing 4 sts every row and 16 sts every other row until I only have 18 sts left? I would really appreciate it! I love all your patterns and can't wait to finish this one!

07.01.2009 - 23:40

country flag byun wrote:

when you say "2 times every other row, 15 times every row, then 5 times alternately every and every other row = 3 sts" what do you mean? Thanks!

08.04.2007 - 18:53

country flag Drops Design wrote:

Det ser ut til at det mangler noe på oppskriften, vi vil legge ut en revidert. Takk for at du sier ifra. mvh Drops Design

09.03.2006 - 15:41

country flag Monica Hansen wrote:

Overdel: Forstår ikke dette m å felle "deretter 1m x18 på hver rad"!Hvor mange masker skal det være igjen etter å ha felt 1m x 2 på hver annen rad, før dette 18 tallet kommer inn i bildet??? Takknemlig for svar! (Nybegynner)

08.03.2006 - 20:22

country flag Drops design wrote:

There shouldn't be any diagramlink on this, it was a mistake. rgds

06.03.2006 - 17:50

country flag Tamara Dunn wrote:

Hello The diagram link on this page isn't showing.

03.03.2006 - 07:35